Suzuki Hayabusa met variabele kleptiming?

Suzuki gebruikte eerder al een systeem met variabele kleptiming, VVT genaamd, op de GSX-R1000R uit 2017. In de zomer van 2023 verschenen er patenttekeningen in verband met een nieuwe versie van de legendarische Hayabusa.

Op die patenttekening is voor het eerst variabele kleptiming te zien. Volgens deze gegevens zou de positie van de inlaatnokkenas op de Hayabusa in de toekomst kunnen worden gevarieerd, net als bij de GSX-R1000R. Maar niet puur mechanisch, zoals op de superbike, maar met metalen kogeltjes op schuine rails, die de nokkenas een paar graden draaien door de middelpuntvliedende kracht, afhankelijk van het motortoerental. Het Hayabusa-patent beschermt de vinding van een elektrohydraulische actuator buiten het carter.

Een bijzonder kenmerk van VVT voor de Suzuki Hayabusa, en daarom patentwaardig, is de plaatsing van het systeem in en op de motor. In plaats van het systeem volledig bovenop of in de cilinderkop te plaatsen, zoals gebruikelijk, plaatst Suzuki de elektro-hydraulische actuator voor het regelen van de oliedruk aan de zijkant van de cilinderbank. Hierdoor hoeft bijvoorbeeld het aluminium brugframe niet te worden aangepast. 

Er wordt beweerd dat dit andere positieve neveneffecten heeft, die de betrouwbaarheid en de levensduur van het VVT-systeem vergroten. Dit omdat het op deze wijze minder gevoelig is voor  trillingen en warmte. De olietoevoerleiding loopt langs de buitenkant van het carter, de leiding van de actuator gaat omhoog naar de cilinderkop.

Doel van de oefening is dat de volgende versie van de Hayabusa eindelijk door de 200pk-grens gaar zonder newtonmeters te verliezen en dat de vanaf volgend jaar geldende Euro 5+-horde genomen kan worden.

Een eventueel nieuwe VVT-versie van de Hayabusa verwachten we op zijn vroegst in de loop van 2024. Naar verluidt ontwikkelt Suzuki ook een alternatieve, verder geoptimaliseerde versie van het VVT-systeem, die niet alleen op de inlaatnokkenas werkt, maar ook op de uitlaatnokkenas. Dit zou de afstelling nog verder kunnen verfijnen en nog meer ‘schone’ prestaties realiseren.