Een overpeinzing

Onze moderne motorfietsen staan mijlenver van de overzichtelijke tweewielers tot – zeg maar 1975 . Oldskool motorrijders leerden sleutelen, en sleutelden omdat motoren tot de komst van de Japanners echt wel storingsgevoelig waren. Zeker de oudere exemplaren.

En ook toen waren de werkplaatstarieven zo, dat het zelf sleutelen voor veel motorrijders gewoon noodzaak was.

Veel van de huidige motorrijders hebben het technisch besef van een moderne automobilist. Omdat motorfietsen zo goed zijn geworden. Is dat erg?

Nee hoor. Want hoe praktisch al die sleutelvaardigheid ook was, wanneer je in het donker in de regen in de Beemster bezig bent op de tast bezig bent je ontsteking weer aan het vonken te krijgen, je had immers standaard altijd een extra set punten en een condensator bij je, blij werd je er niet van. Wel nat. Want motorkleding was vroeger ook duidelijk minder effectief.

Uit die tijd dateert ook het elkaar groeten van motorrijders. Motorrijders waren  lotsverbonden en in geval van nood afhankelijk van hun soortgenoten. Daar is wat vuil op de lens gekomen. Want toen ik een poosje geleden met pech langs de kant stond waren er wel broederen die zwaaiden. Maar niemand stopte om te vragen of er hulp nodig was, alleen al door het even aanbieden van zijn smartphone. Gelukkig kreeg ik toch hulp.

We kunnen dus blij zijn dat we tegenwoordig domweg van het pure motorrijden kunnen genieten. Zonder de constante kans op pech, storingen en ander ongemak.

Maar als je eens wat motortechniek 1.0 wilt horen, dan vraag je dat gewoon met een paar vrienden aan de oudste motorrijder die je kent. Dan heb je een gezellige avond, hoor je een stel sterke verhalen en doe je waarschijnlijk ook nog wel een paar praktische tips op.

En voor je het weet wordt je gegrepen door de techniek en heb je een eigen project in de schuur staan. Wordt het toch nog een leuke winter…