Ducati presenteert 2023 MotoE-racer
Op dit moment is Energica nog de motorleverancier voor de MotoE, het elektrische bijprogramma bij een aantal MotoGP-races. Zo als inmiddels bekend wordt die rol komend jaar overgenomen door Ducati. Inmiddels heeft de Italiaanse fabrikant meer details over het prototype, de ‘V21L’, en meer foto’s vrij gegeven.
Het prototype is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de R&D-afdeling van Ducati en Ducati Corse, de raceafdeling van de Italianen, waarbij vooral de procedures rond het ontwikkelen van een productiemachine werden gehanteerd. Daarbij was Ducati R&D verantwoordelijk voor het project management en voor het ontwerp en de simulaties met de elektrische krachtbron. Centro Stile Ducati tekende voor het algehele design van de V21L, terwijl Ducati Corse werkte aan de elektronica, de software, de aerodynamica en daarnaast verantwoordelijk was voor de assemblage, het testwerk en de data-acquisitie.
Inmiddels is bekende dat Ducati’s MotoE-racer 225 kilo op de schaal zet en dat is een niet onbelangrijke twaalf kilo minder dan de minimum vereisten zoals Dorna en de FIM die stellen. Het maximum vermogen van de V21L bedraagt 150 pk en het maximum koppel 140 Nm, volgens Ducati goed voor een top van dik 275 km/uur op een circuit met een lang recht eind als dat van het Italiaanse Mugello.
Tekst gaat verder onder de video
Het accupakket van Ducati’s E-racer weegt 110 kilo en heeft een capaciteit van 18kWh en wordt opgeladen middels een in het kontje van de machine geïntegreerde 20kW-lader. De elektromotor zelf weegt 21 kilo, kan maximaal 18.000 toeren draaien en werd ontwikkeld door een externe partner op basis van door Ducati aangeleverde specificaties. Voor een maximale output van de elektrische krachtbron en dus ook het vermogen en de range is het gehele systeem gebaseerd op een voltage van 800V bij een volledig opgeladen accupakket.
Ducati is bijzonder trots op het koelsysteem van haar nieuwe machine. Dit vloeistofgekoelde systeem heeft twee circuits om aan thermische behoeften van het accupakket en de motor/omvormer te voldoen. Het levert volgens Ducati enorm consistentie prestaties als het gaat om temperatuurregulatie, wat uiteindelijk ook de oplaadduur ten goede komt. Het accupakket hoeft niet eens afgekoeld te zijn, er kan meteen worden begonnen met laden als de Ducati MotoE binnenkomt. In ongeveer drie kwartier is het pakket weer voor 80% opgeladen.
De carbonfiber behuizing van het accupakket is een dragend gedeelte van de frameconstructie, een beetje vergelijkbaar met het blok van de Panigale V4, en is verbonden met een 3,7 kilo wegend aluminium monocoque voorframe. Achter zit een 4,8 kilo zware aluminium swingarm met een van de Ducati Desmosedici MotoGP-racer afgeleide geometrie. Het subframe is weer gemaakt van carbonfiber.
De voorzijde van de machine wordt afgeveerd door een Öhlins NPX 25/30 upside-down-vork met 43mm-vorkpoten, dezelfde vork als op de Superleggera V4, en de achterzijde door TTX36-schokdemper van dezelfde fabrikant. Voor- en achtervering zijn uiteraard volledig instelbaar, evenals de Öhlins stuurdemper. Niet verrassend is dat Brembo tekende voor de remmen met twee 338,5 mm stalen schijven aan de voorzijde, gecombineerd met een setje GP4RR M4 32/36 remklauwen en PR19/18 radiale rempomp. De achterrem kan naar wens vanaf het stuur worden bediend.
Overigens maakt Ducati er geen geheim van dat het het flink heeft kunnen profiteren van de knowhow op elektrisch gebied binnen de Volkswagen Group, waar de Italiaanse fabrikant onderdeel van is. Inmiddels is het project in een vergevorderd stadium in de opmaat naar het 2023-seizoen, waarin Ducati als enig leverancier in de MotoE-klasse 18 machines zal gaan inzetten.
