+ Plus

WK Superbike Itali

Leon Haslam hield in Monza de schade beperkt en sloeg in Kyalami een belangrijke slag. De klinkende dubbelzege van Max Biaggi in Monza bracht Haslam niet uit zijn evenwicht, omdat hij wist dat zijn Alstare/Suzuki zich beter zou voelen in Zuid-Afrika. Zijn derde heatzege van het jaar in de tweede wedstrijd bewees dat de Brit het goed had gezien. In Monza buitte Max Biaggi de topsnelheid van zijn Aprilia RSV4 maximaal uit. De Italiaan vestigde een nieuw Superbike-snelheidsrecord met 328 km/u, maar Biaggi’s concurrenten klaagden vooral over de acceleratie van de Aprilia in de tweede, derde en vierde versnelling. Voor de allereerste keer in zijn WSB-carrière was Biaggi de snelste tijdens de Superpole en vanaf dat moment was duidelijk dat de 38-jarige veteraan voor de dubbel kon gaan. In de eerste race hield hij het aandringende Yamaha-duo James Toseland en Cal Crutchlow en WK-leider Leon Haslam onder bedwang, in de tweede race profiteerde hij van een crash van tweede man Crutchlow. Van onder het achterwiel van de voor hem rijdende Biaggi spatte een steen tegen Crutchlows oliekoeler en toen de olie op zijn achterband terecht kwam, was zijn race over. Teamgenoot Toseland was na de start al bij de gemodificeerde eerste bocht onderuit gegaan en had Jonathan Rea (ook gevallen in de eerste race) meegenomen in zijn crash. Toseland werd naar het ziekenhuis vervoerd, maar keerde later ondanks een lichte hersenschudding terug op het circuit. “Als ik een wens had mogen doen voor de wedstrijd was dit wat ik had gewenst”, vertelde een dolblije Biaggi na zijn tweede dubbel van het seizoen. “Dit was mooier dan Portimao, want dit was in Italië op een Italiaanse machine en met Italiaanse sponsors. Toen ik vanaf het podium al die mensen zag, deed me dat denken aan de MotoGP. Alleen daar zag ik ook zoveel mensen vieren. Dit is mijn meest emotionele overwinning uit mijn carrière en uit sportief oogpunt komt hij op de tweede plaats na mijn eerste 500 cc-overwinning in Suzuka in 1998 toen ik Mick Doohan versloeg.”In de eerste race had Biaggi zijn handen vol aan zijn eigen machine. “Ik zag dat de andere machines een stuk stabieler waren. Daarom maakte ik me ook zorgen voor de tweede race en ik wist dat we vóór de tweede wedstrijd nog wat aan de stabiliteit moesten doen. Na de eerste race ben ik meteen naar de pitbox gegaan. Ik heb me niet omgekleed, ik heb niet gegeten, ik heb samen met mijn engineer, mijn crew chief en de veringman alleen maar de data van de eerste race bestudeerd. We wisten niet wat we moesten doen, maar we namen de gok om de hoek van de swingarm en de achterveer te veranderen. Tijdens de warm up-ronde wilde hij alleen maar op het achterwiel en toen hebben we de veervoorspanning nog gewijzigd. Na twee ronden voelde het goed en kon ik pushen. Ik moest dit doen om die tweede race te winnen.”Het oogde wat vreemd om de altijd strak rijdende Biaggi te zien worstelen met zijn machine en toch de winst te zien pakken. “Het is niet typisch Max Biaggi, maar als dit de enige manier is om hard te gaan, kan ik het”, aldus de Italiaan. In Monza naderde hij Leon Haslam tot op drie punten. De Suzuki-coureur maakte indruk met extreem late remacties, maar wist vooraf dat zijn GSX-R1000 niet de snelheid had van Biaggi’s Aprilia. Na de vierde positie in de openingsrace pakte Haslam de runner up-plek in de laatste wedstrijd. “Ik ben redelijk tevreden”, liet Haslam weten. “Ik had alleen gehoopt dat in de eerste race één van de Yamaha’s had kunnen hebben.” In de tweede race overleefde Haslam ternauwernood een highsider toen water uit zijn radiateur op zijn achterband belandde. In Monza zorgde Troy Corser voor een primeur door in de tweede race achter Biaggi en Haslam de derde plaats te pakken. De ontlading bij BMW was enorm. Corsers teammaat Xaus finishte in de eerste race als zesde – twee plaatsen voor de Australiër – maar werd bij de start van de tweede wedstrijd slachtoffer van de crash van Toseland. Een week later gaven de wedstrijden in het Zuid-Afrikaanse Kyalami een ander beeld te zien. De wisselvallige Michel Fabrizio, vorig jaar twee keer tweede in Zuid-Afrika, stuurde van de vierde startplaats meteen naar de leiding en hield die positie tot de vlag. Merkgenoot Carlos Checa werd een seconde achter Fabrizio tweede. Met Nori Haga blijft het echter sukkelen. De dubbelwinnaar van 2009 kampte in de openingswedstrijd met “een gebrek aan grip” en bleef met een dramatische zeventiende plaats zelfs buiten de punten. Later op de dag verbeterde de Japanner zich tot de tiende plaats, twee plekken achter Fabrizio die ook kampte met gripproblemen. Leon Haslam scoorde in Kyalami de meeste punten. Hij hield in de eerste race Fabrizio en Checa redelijk in zicht, terwijl hij in de tweede race een geweldige strijd uit vocht met een herboren Jonathan Rea, Max Biaggi en polesitter Cal Crutchlow. In die volgorde kwam het kwartet ook binnen een seconde over de streep. Met nog drie ronden te rijden leek hij achter Rea, maar vóór rivaal Biaggi te kiezen voor de zekerheid, maar Haslam ging in de aanval en werd beloond. “Dit was mijn zwaarst bevochten overwinning”, gaf de geëmotioneerde WK-leider aan. “In Australië had ik nog wat over. In Valencia kon ik makkelijk wegrijden. Hier moest ik er echt veel voor doen. Ik was de hele race snel en maakte geen fouten. Normaal moet dat genoeg zijn voor een overwinning, maar hier moest ik er meer voor doen.”Door de hoogteverschillen en de vele hobbels hard moesten de coureurs hard werken om hun motoren onder controle te houden. “Zelfs met een nieuwe band spinde en stuiterde de motor. Het is erg lastig om in een ritme te komen als je constant je motor moet opvangen met je knie. Echt een inhaalactie inzetten was tricky. In de laatste drie ronden klapte de voorkant steeds weg en stapte de achterkant continu opzij. Ik maakte het verschil bij het insturen en middenin de bocht, maar toen de voorband op was, was het gevaarlijk om zo door te gaan. Hoewel daar dus mijn voordeel lag. In de allerlaatste ronde ging ik er bijna af, maar het gaatje was net groot genoeg. Ik moest er diep voor gaan, maar door deze uitkomst was het het allemaal wel waard.”Dat hij weer een groter gat had geslagen ten opzichte van Max Biaggi deed Haslam zichtbaar goed. “We wisten dat wij het moeilijk zouden hebben in Monza. We wisten ook dat dit circuit ons beter zou liggen. Daar hebben we goed gebruik van gemaakt.” In Kyalami werd duidelijk dat Haslam om geen hulp van de fabriek hoeft te verwachten. Alle ontwikkelingswerk zal moeten worden gedaan door zijn eigen Alstare/Suzuki-team. Daarnaast weet Haslam zich ook verzekerd van directe steun van Öhlins. “Direct na de race in Amerika testen we twee dagen op Misano en daarna staat er voor iedereen een tweedaagse test gepland in Monza. Die vier dagen zijn goed voor ons.”Max Biaggi toonde zich een sportief verliezer in Kyalami. Zijn vierde en derde plaatsen werden bovendien met instemming begroet door het team. De hoogteverschillen en de hobbelige baan maakten de baan niet erg geschikt voor de extreem stijve Aprilia. “Dit was een moeilijk circuit voor ons”, vond ook Biaggi. “Daarom ben ik blij met het podium. De tweede race was erg mooi. Ik was verrast door de snelheid van Rea, maar hij was erg goed. Daarna kwam Leon ook nog voorbij. Hij was erg sterk en complimenten voor hem.”Johnny Rea maakte een knappe “come back” na zijn desastreuze Monza-weekend. De Ten Kate/Honda-coureur was bijna in tranen nadat hij in ook de warm up geen verklaring kon vinden voor zijn set up-problemen en twee verschillend afgestelde machines hem in vertwijfeling brachten. Rea toonde echter karakter nadat zijn team besloot om een hardere achterveer te monteren. Zijn vijfde plaats in de openingsrace toonde het niet echt, maar in de tweede helft van de wedstrijd was Rea de snelste man. In de tweede race was hij verantwoordelijk voor de actie van het weekend toen hij in één manoeuvre Toseland en Haslam passeerde. Het was echter net niet genoeg voor de overwinning. “Ik wilde zó graag winnen, maar dat lukte helaas niet. Toch, in de eerste race zat ik dertien seconden achter de winnaar, in de tweede maar een halve seconde, dus ik denk dat wij de grootste stap voorwaarts hebben gezet. Daar moet ik mijn team voor danken.”Rea’s landgenoten Cal Crutchlow en James Toseland waren op zaterdag de verrassende nummers 1 en 2 tijdens de Superpole. In de eerste race klaagden beiden echter over een gebrek aan grip, waardoor ze niet verder kwamen dan een teleurstellende achtste en zevende positie. Hoewel Crutchlow geen andere bandenkeus maakte, was de tweede race beter. “Ik heb er alles aan gedaan, maar meer dan een vierde plaats zat er niet in”, vertelde Crutchlow. Toseland pakte wel een ander type band en werd zesde. “Ik denk dat ik vandaag de meeste irritante rijder om te passeren was”, biechtte de ex-wereldkampioen op. “Maar ik race om te winnen en niet om gewoon maar anderen op te houden.” Na zijn harde crash in Monza bleek Toseland toch moeite te hebben om in Kyalami weer de goede weg te vinden. “Op vrijdag was ik te langzaam en mijn feedback naar het team sloeg nergens op”, zei Toseland. “We gingen helemaal de verkeerde kant op door mijn schuld. Het leek wel alsof ik een soort injectie nodig had om na die crash in Monza weer met beide benen op de grond te komen. Maar ik heb in de spiegel gekeken en tegen mezelf gezegd ‘kom op, het mag niet zo zijn dat je te langzaam bent, alleen omdat je moe bent’.” Die eigen mentale peptalk had vooral in de kwalificatie effect. Eugene Laverty kende twee uitstekende weekenden op rij. In Monza sloeg hij al in de eerste bocht zijn slag. “Kenan Sofuoglu en Joan Lascorz remden alsof ze bij de eerste bocht nog door de oude chicane moesten en ik pakte ze allebei in één ‘move’”, vertelde Laverty. Daarna bouwde hij aan een veilige voorsprong die na zestien ronden 2,8 seconde bedroeg. Polesitter Sofuoglu kon het begintempo van Laverty niet bijhouden, maar reed wel weg van Lascorz. Tot de Turk zelf een foutje maakte en Lascorz weer aan zijn achterwiel had. Verder kwam de Kawasaki-coureur echter niet. In Kyalami klopte Laverty andermaal de van pole gestarte Sofuoglu. “In het begin kon ik goed met Eugene meekomen en ik hoopte dat ik sneller zou zijn tegen het eind van de race”, vertelde Sofuoglu. “Maar dit keer werkte dat helaas niet zo.” Wel behield de Ten Kate/Honda-coureur nipt de leiding in het WK. Chaz Davies legde net als in Valencia beslag op de laatste podiumplek. Lascorz werd na een matige start achter Sofuoglu’s teamgenoot Michele Pirro slechts vijfde. Kort• De Ducati’s hadden het erg moeilijk in Monza. Xerox/Ducati-teammanager Ernesto Marinelli vertelde dat de V2’s veel verloren op de snelle rechte stukken. “De lucht restrictor knijpt als het ware het vermogen af”, legde Marinelli uit. “We kunnen van alles proberen, maar het topvermogen voelt vlak aan. Ook de extra zes kilo die de 1200 cc-twins reglementair zwaarder zijn, voel je overal; met het remmen, het sturen en het accelereren. Het beïnvloedt ook de levensduur van de band.” Het vertrek van Davide Tardozzi naar BMW lijkt zijn sporen te hebben achtergelaten bij Ducati. “Er is meer veranderd. Ik was crew chief van Haga en ben nu teammanager. Nori heeft het moeilijk en moet weer vertrouwen kweken met mijn plaatsvervanger. Als iemand me vorig jaar had gevraagd of ik teammanager had willen worden, zou ik nee hebben gezegd. Ik had het erg naar mijn zin als race engineer. Maar na Davide’s besluit was dit binnen het team de makkelijkste en minst traumatische weg.” • In Monza liet WSB-manager Paolo Ciabatti nog weten niet te verwachten dat de technische reglementen op korte termijn zullen veranderen ten faveure van Ducati. Een week later was de actualiteit compleet anders. Nadat in de tweede race in Kyalami de beste Ducati niet verder was gekomen dan de vijfde plaats werd bekend dat het minimum gewicht van de twins wordt teruggebracht van 168 naar 165 kilo. In Miller Motorsports Park will Paolo Flammini met de belangrijkste teams om tafel om de huidige stand van zaken in het WK Superbike en WK Supersport te bespreken. Daarbij zullen onder meer de kleiner wordende grids en de reglementen ter sprake komen.• Hoewel zowel Troy Bayliss zelf als Ducati nog altijd hardnekkig ontkennen, begint het er meer en meer op te lijken dat de drievoudige Australische WK Superbike-kampioen zijn rentree in de WSB paddock gaat maken. Tijdens een test afgelopen week klokte Bayliss de snelste tijd ooit met een superbike op het circuit van Mugello en was hij bovendien een niet misselijke 0,7 seconden sneller dan de huidige Xerox Ducati-kopman Michel Fabrizio tijdens een test afgelopen april. De prestatie is des te opmerkelijker omdat Bayliss na zijn dubbel in Portimao in 2008, buiten een eenmalig uitstapje op de GP9, niet meer op de motor heeft gezeten. De geruchten worden nog eens extra gevoed doordat Bayliss tijdens de World Ducati Week drie dagen het circuit van Misano tot zijn beschikking heeft en bovendien ook nog een dag extra krijgt om er te testen. En dat slechts een paar weken voor de WK Superbike-ronde op Ducati’s thuiscircuit, de ultieme plek voor een rentree, wordt verreden. Ducati’s Ernesto Marinelli liet weten dat “voor de Troy de deur altijd open staat” en dat hij besprekingen verwacht voor 2011.

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...