+ Plus

Vergelijkingstest Suzuki V-Strom 1050 – V-Strom 1050DE

De 1.050 cc V-Strom beschikt vooraan tegenwoordig naar keuze over een 21” spaakwiel of een 19” gietwiel. Is die keuzemogelijkheid een visuele of marketing truc van Suzuki, of zit er daadwerkelijk meer achter?

Dit jaar viert de grote V-Strom – die bij zijn geboorte nog 1.000 cc mat – zijn tiende verjaardag. Sinds de laatste grote update in 2020 heet hij enkel nog maar 1050. De werkelijke cilinderinhoud van de V-twin meet overigens 1.037 kubieke centimeter. Vergeleken met de overweldigende GS verkoopt iedere concurrent relatief bescheiden, maar de Suzuki kan altijd op een trouwe en grote supportersschare rekenen.
Suzuki heeft zich het afgelopen decennium ingehouden wat veranderingen betreft. De eerste modelupdate van de 1050 vond plaats in 2023. Toen presenteerde Suzuki voor het eerst de DE-versie met een 21”-voorwiel. Voor liefhebbers van spaken en offroad had Suzuki tot dan toe de XT-variant in het programma, al had die wel een 19”-voorwiel. De XT had voor- en achteraan gekruiste spaken en was daarom volledig voorbereid op tubeless-banden.

Op de vraag waarom het nieuwe 21”-wiel dan weer conventioneel is gespaakt en dus een binnenband nodig heeft, weet waarschijnlijk alleen iemand in Hamamatsu het antwoord. In ieder geval maakt de DE de XT overbodig. Aangezien beide V-Stroms, afgezien van het voorwiel en wat kleine details, grotendeels identiek zijn is dit een uitstekende gelegenheid om uit te zoeken of de verschillende wielmaten merkbaar zijn op het asfalt.
Zelfs bij stilstand zijn de verschillen duidelijk zichtbaar. De wielas van de DE ligt door de grotere wieldiameter 23 mm hoger. Hoewel de Ø 43 mm upsidedown-voorvork met 170 mm veerweg slechts 10 mm meer veerweg heeft, meten we de ‘snavel’ op liefst 65 mm hoger. Dit verklaren we door de verschillende veervoorspanning van de basisinstelling van de voorvork. De uiteinden van het stuur van de DE (met een breedte van 940 mm zo’n 40 mm breder dan de gewone V-Strom) komen ook 50 mm hoger uit. Achteraan heeft de DE met 169 mm in plaats van 160 mm ook een tikkeltje meer veerweg. De zithoogte en de hoogte van de voetsteunen (880 om 370 mm) liggen elk 20 mm boven de versie met gegoten wielen.
Deze veranderingen, die in eerste instantie niet bijzonder dramatisch lijken, leveren een significant ander gevoel op. Op voorwaarde dat je de (lange) benen hebt voor een veilige houding, voelt een bestuurder zich op de DE dankzij het hogere en bredere stuur meer verheven. De armen staan iets verder uit elkaar, het bovenlichaam meer rechtop. Dit ergonomische ontwerp maakt het ook gemakkelijker om staan.

Over staan gesproken: als je vanuit het zadel manoeuvreert op de V-Strom, heb je voortdurend wat ruzie met de voetsteunen. Op de DE meer dan op het standaardmodel. Het vereist kracht en een soepele rechterenkel om beide motoren op de middenstandaard te zetten. De hefboom van de middenbok glijdt namelijk krapjes tussen de achterste voetsteun en de zijstandaard door.
Uit ervaring weten we dat een DE een plezier is om te rijden dankzij zijn stevige, fijn aansprekende vering, neutraal rijgedrag en topremmen. Ondanks zijn grote voorwiel rijdt hij ook echt goed op de weg. En zijn iets gewonere zusje? Laten we een lang verhaal kort maken: zij presteert nog beter. Dankzij het smallere stuur en de iets lagere voorkant, voelt die in een direct vergelijk bijna als een naked bike. De feedback is ook beter. Bij snelheden tot ongeveer 70 km/uur is een DE iets gemakkelijker in te sturen en hij lijkt op het eerste gezicht een tikkeltje handelbaarder. Zodra de snelheid toeneemt, gaan de hogere gyroscopische krachten van de 21”-fiets hem parten spelen. In snelle bochten heb je dan merkbaar meer moeite om van hellingshoek te veranderen. Kleine kanttekening: om echt betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de invloed van de wielmaat op het weggedrag, hadden beide modellen op dezelfde banden moeten staan. In dit geval stond onze DE op Dunlop Trailmax Mixtour banden, terwijl zijn zusje op Bridgestone Battlax A41 banden stond.

Naast de grotere diameter en de bijbehorende stabiliserende gyroscopische krachten, heeft de DE nog een andere handicap: zijn complete wiel weegt 13,8 kilogram. Dat is ongeveer 300 gram meer dan het gietwiel. In totaal zet hij door extra’s zoals een valbeugel en carterplaat 253 kilogram op de weegschaal. Dat zijn een volle elf kilo meer dan de gewone V-Strom.
Aangezien offroad in dit land grotendeels aan banden ligt (en ook in de ons omringende landen) is een duidelijke conclusie hier op zijn plaats: de standaard V-Strom heeft meer dan genoeg in zijn mars. Maar omdat de verschillen uiteindelijk niet zo groot zijn – en ook vooral pas bij een direct vergelijk boven water komen – moet iedereen vooral de V-Strom kopen die hem het meest bevalt.

Conclusie
Als het kopen van een motorfiets puur om ratio draait is alles kinderlijk eenvoudig: als je niet van plan bent om serieus van het asfalt af te gaan is de standaard V-Strom de betere keuze. Hij is goedkoper, lichter en wendbaarder. Maar een DE met zijn spaakwielen ziet er gewoon beter uit, en is bovendien verkrijgbaar in spannender kleuren (hoewel helaas niet meer in de hier getoonde kleur). Bovendien voelen lange mensen zich er comfortabeler op.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

14 maart, 2024

Het moet wel heel raar lopen als de V-Strom 800DE (dé Alpenmaster van 2023!) door kleinere wielen plotseling ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-