WK Superbike Brno, Tsjechi

Een betere plaats was er eigenlijk niet. Op het circuit waar hij in het verleden al zeven maal een GP en een WSB-race won, bezorgde Max Biaggi Aprilia’s RSV4 haar eerste winst. Enige medewerking van de concurrentie kreeg hij wel, maar Brno-expert Biaggi was in Tsjechië in ouderwetse topvorm. In de tweede race moest hij Ben Spies voor laten, maar Biaggi was de topscorer van het weekend. In de WK-tussenstand kroop Spies weer dichterbij Nori Haga. Het circuit van Brno ligt Max Biaggi. Al in 1994 won hij er een 250 cc-GP. Zijn precieze lijnen en voorliefde voor snelle, vloeiende bochten weet de Romein in Brno perfect uit te buiten. Twee jaar geleden won hij er op de Alstare/Suzuki, maar zijn winst op de Aprilia RSV4 had duidelijk meer historische waarde. Vanaf de eerste training behoorde de 38-jarige veteraan tot de snelste mannen en een derde trainingstijd achter Ben Spies en Michel Fabrizio benadrukte dat nog eens. In de eerste race startte Biaggi afwachtend, maar toen Fabrizio in de vierde ronde met een onbesuisde manoeuvre van zijn Yamaha kegelde, kreeg hij de leiding in handen. Tot de finish werd de Italiaan onder druk gezet door de Ten Kate/Honda-coureur, maar Biaggi hield het tempo hoog genoeg voor Aprilia’s eerste zege op de nieuwe RSV4. De laatste WSB-overwinning op de oude RSV Mille V2 dateerde uit 2002 toen Régis Laconi in Imola de meeste punten pakte. Ook tijdens de tweede race deed Biaggi mee voor de winst. Hij was de snelste man op de baan, maar had veel tijd nodig om langs Fabrizio te komen. Spies benaderde hij tot op iets meer dan 0,2 seconde. Desondanks was de vreugde groot bij Biaggi en de voltallige Aprilia-crew onder leiding van Gigi Dall’Igna. “Het is fantastisch om te winnen en om het dan hier te doen, dat is heel bijzonder”, glom de oude maestro. “De test die we hier eerder in juli hebben gehad, heeft geholpen, hoewel we niet de ideale set up konden vinden. Op vrijdag hoefden we niet van alles te testen en we wisten waar we mee verder konden. We wisten na de training dat Spies wat extra’s had en dat het heel moeilijk zou worden om hem te kloppen, maar het is zoals Barry Sheene eens zei ‘to finish first, first you have to finish’ en dat heb ik gedaan. Ik zat direct bij Fabrizio en Spies in de buurt toen het fout ging. Het was erg vroeg in de race voor zo’n actie.” Zijn voormalige Marlboro/Yamaha-teammaat Carlos Checa volgde Biaggi op iets meer dan drie seconden. Checa hield zes seconden over Ten Kate/Honda-teamgenoot Jonathan Rea. “Ik geloof dat ze bij Honda een grote stap hebben gezet, maar tijdens de trainingen waren ze nog niet zo snel”, vond Biaggi. “Ik wist in ieder geval dat ik voluit door moest gaan en dat hielp me ook voor de tweede race.” Tijdens beide heats was Biaggi’s snelheid in de slotfase indrukwekkend. Met vrij baan voor zich reed de voormalige 250 cc-wereldkampioen telkens tegen het ronderecord aan, geholpen door de vermogenskarakteristieken van de RSV4. Bovendien had een chassis een wijziging ondergaan, waarbij een andere – “geperforeerde” – kroonplaat voor meer flex en minder vibratie zorgde. Volgens de Aprilia-technici verliezen de banden van de RSV4 eerder grip dan die van de concurrentie, maar blijven zij dan op een gelijk niveau waardoor Biaggi de hele race snel kan zijn. “Er waren een paar bochten waar ik wat problemen had, maar ik ging tot de limiet met het pakket dat ik had”, aldus Biaggi. “Ik kon m’n concentratie niet laten verslappen, want de achterband gleed behoorlijk. Toch kon ik het tempo nog hoog genoeg houden.” Na twee derde plaatsen in Qatar en een tweede positie in Donington rest de vraag of Biaggi de progressie de resterende vier raceweekenden vast kan houden. “We weten waar we in de toekomst aan moeten werken, maar voorlopig willen we hier even van genieten. Op sommige circuits zitten we min of meer op het niveau van de snelste jongens. De Ducati en de Yamaha zijn momenteel de beste fietsen, maar als we zo door kunnen gaan, kan het in de toekomst alleen maar beter worden.” Biaggi herinnerde nog even aan zijn 500 cc-overwinning in 1998 in Brno waarbij hij op de streep een bijna fout afgelopen wheelie trok. “Ik heb er even aan gedacht om dat nu ook weer te doen, maar het leek me beter van niet”, lachte Biaggi. “Ik denk dat ik daar nu te oud voor ben.” Ben Spies behaalde in de tweede race zijn elfde seizoenswinst – met dat aantal werd Troy Bayliss vorig jaar wereldkampioen – maar de Amerikaan had uit Tsjechië kunnen vertrekken als WK-leider, besefte hij zich ook terdege. Michel Fabrizio beroofde Spies van die kans, en hoewel de Italiaanse Ducati-coureur zich direct uitgebreid bij Spies verontschuldigde, schoot die er niets mee op. Met een pijnlijke linkerknie reed de Yamaha-man later op de middag naar een knappe overwinning. “We hadden hier de WK-leiding kunnen pakken, maar de pech blijft maar niet ophouden”, gromde Spies. “Mijn geduld wordt dit jaar wel heel erg op de proef gesteld en soms moet ik er aan denken dat onze races op tv zijn. Toen Fabrizio naar me toe kwam rennen, had ik z’n kop wel van z’n romp kunnen trekken.”Een door Spies geïnitieerde omhelzing met de als derde gefinishte Fabrizio op het podium veranderde de feiten echter niet. “Ik ga niet goed praten wat Fabrizio deed. Ik weet zeker dat hij weet wat ik van hem denk. Ik weet echt wel dat hij het niet expres deed, maar het is niet de eerste keer dat hem dit overkomt (vorig jaar reed Fabrizio in Misano en Portimao Biaggi van zijn machine, red). Het was een wedstrijd die aan het einde beslist had moeten worden en niet in de vierde ronde. Behoorlijk stom.”De verre van fitte Nori Haga sprokkelde dankzij een achtste en zesde plaats meer punten dan menigeen voor mogelijk had gehouden. De Japanner leverde zeven van zijn veertien punten voorsprong in, maar bleef de kopman in de tussenstand. “Iedereen zegt dat ik het goed gedaan heb, maar ik ben teleurgesteld”, meende Haga echter. “De reden dat ik niet fit ben, is de crash in Donington en dat was mijn schuld. Als ik helemaal fit was geweest en dan achtste en zesde was geworden, zou (Ducati-teammanager) Tardozzi kwaad zijn geweest. Maar het spijt me voor Ducati en mijn team.” Om de pijn van zijn gebroken schouder te verzachten kreeg Haga op zondag negen injecties. Niet rijden was geen optie, wist Haga. “Voor de race dacht ik ‘als Ben twee keer wint en ik rijd niet, dan sta ik 36 punten achter’. Toen wist ik dat ik moést rijden. Uiteindelijk mag je zeggen dat het niet mogelijk is om van zo’n blessure te herstellen in drie weken. Na de kwalificatie (Haga trainde als veertiende, red) dacht ik dat ik misschien een of twee punten kon pakken, maar ook daar wilde ik wel voor racen. Het voelde alsof ik steeds elektrische schokken kreeg en ik geloof dat ik wel honderd injecties heb gehad en ik houd helemaal niet van spuitjes…” UnterschrifteOpenerMax Biaggi won in Brno overtuigend zijn eerste race met de Aprilia RSV4. 2e SeiteHet podium na de eerste race: Biaggi geflankeerd door een blije Aprilia-baas Giampiero Sacchi en de Ten Kate-mannen Carlos Checa en Jonathan Rea. 3e Seite 1Troy Corser (11) nam in beide races kopstart en had zijn beste BMW-weekend tot nu toe. Hij wordt achtervolgd door Spies en Biaggi en Rea. 3e Seite 2Ben Spies had uit Brno kunnen vertrekken als WK-leider. In de eerste race werd hij echter van zijn machine gekegeld. UITSLAGEN WK SUPERBIKE BRNO, TSJECHIËRace 11. Max Biaggi (I), Aprilia; 2. Carlos Checa (E), Honda; 3. Jonathan Rea (GB), Honda; 4. Shane Byrne (GB), Ducati; 5. Troy Corser (AUS), BMW; 6. Jakub Smrz (CZ), Ducati; 7. Leon Haslam (GB), Honda; 8. Noriyuki Haga (J), Ducati; 9. Matthieu Lagrive (F), Honda; 10. Makoto Tamada (J), Kawasaki; 11. Fonsi Nieto (E), Ducati; 12. Broc Parkes (AUS), Kawasaki; 13. Ryuichi Kiyonari (J), Honda; 14. Yukio Kagayama (J), Suzuki; 15. Vittorio Iannuzzo (I), Honda.Race 21. Ben Spies (USA), Yamaha; 2. Biaggi; 3. Michel Fabrizio (I), Ducati; 4. Rea; 5. Checa; 6. Haga; 7. Tom Sykes (GB), Yamaha; 8. Byrne; 9. Smrz; 10. Corser; 11. Shinya Nakano (J), Aprilia; 12. Haslam; 13. Kiyonari; 14. Lagrive; 15. Lorenzo Lanzi (I), Ducati. WK Tussenstand: 1. Noriyuki Haga, 326 punten; 2. Ben Spies, 309; 3. Michel Fabrizio, 273.Kort• Na de race in Donington testte het BMW-team drie dagen in Mugello en twee in Imola. In Brno bleek dat het testwerk resultaat had gehad. De technici hadden een swingarm en een chassis met een andere stijfheid gemaakt, die in combinatie met een andere mapping, zuigers, zuigerringen en een gewijzigde vorm van de verbrandingskamers de gripproblemen bij extreme hellingshoek voor een groot deel oplosten. De bevestigingspunten van het blok in het frame werden eveneens aangepast. Troy Corser verbaasde eerst met een zesde startplaats en vervolgens door in beide races kopstart te nemen. Uiteindelijk werd de Australiër vijfde en tiende. “Het was een goed weekend”, vond de 37-jarige Corser. “We hebben tijdens de testen wat geleerd over de geometrie en de balans van de machine en ook van het blok zelf. De motor is nu makkelijker te rijden en lang niet meer zo nerveus. Ik kan nu echt weer aan racen denken.” Teammaat Xaus stond op de grid direct naast Corser, maar crashte al in de eerste ronde van de openingsrace. De Spanjaard brak bij die val een dijbeen en werd ’s maandags na de wedstrijd geopereerd. Xaus wil er op 6 september op de Nürburgring weer bij zijn. • WSB-baas Paolo Flammini heeft gereageerd op de voorstellen van Dorna-baas Carmelo Ezpeleta om vanaf 2011 op productieblokken gebaseerde machines toe te staan. “Op dit manier wordt de MotoGP een ratjetoe aan motoren en dat geeft alleen maar verwarring”, aldus Flammini. “Ik zie niet in waarom je zulke verschillende blokken in één raceklasse zou willen zien rijden. In het belang van de racerij vind ik het ook geen intelligent idee. Ik denk dat het tijd is dat de MotoGP zijn eigen problemen gaat oplossen. Wij hadden in 2002 grote problemen en die hebben we niet opgelost door een nieuwe klasse in een klasse te creëren. Ik denk dat een namaak MotoGP-machine geen oplossing is.” Flammini gaf bovendien duidelijk aan de 1000 cc-productieblokken niet in de MotoGP maar in het WSB horen. “Onze positie is duidelijk. We verwachten niet dat de FIM hier in mee gaat, maar we zullen niet schromen om gerechtelijke stappen te zetten als de plannen door worden gezet.”• Max Neukirchner had zijn comeback willen maken in Brno na zijn startcrash in Monza. Tijdens de WSB-test in Imola kwam de Duitser echter weer zwaar ten val en brak enkele ruggenwervels. Neukirchner liet zich, volledig in korset, wel zien in Tsjechië, maar zijn herstel zal nog lang duren.• Xavier Simeon won zijn tweede EK Superstock-race op rij. De klassementsleider profiteerde optimaal van een crash van Maxime Berger. De Fransman was niet de enige crasher. Ook Raymond Schouten stapte hard af met een highsider en was een stukje van de film kwijt. De Nederlander zat enige tijd klem met zijn arm in het achterwiel van zijn Yamaha. Bij nader onderzoek bleek Schouten een pols te hebben gebroken en een hersenschudding te hebben opgelopen. WK SupersportForet neemt honneurs waarNiets leek een vijfde overwinning van Cal Crutchlow in de weg te staan. Maar door pech kwam de race voor de voor de zevende keer van pole gestarte Yamaha-coureur twee ronden te vroeg tot een eind. Zijn teamgenoot Fabien Foret verzachtte de pijn enigszins door in een geweldige laatste ronde af te rekenen met Anthony West, Joan Lascorz en Katsuaki Fujiwara. Barry Veneman was niet tevreden met de elfde plaats. Hoewel hij niet finishte is Crutchlow “hot property” met aanbiedingen van Alstare/Suzuki, Stiggy Racing, Aprilia en Fausto Gresini om voor hem in de nieuwe Moto2-klasse uit te komen. Na zijn pech in de race nam zijn teamgenoot Foret de honneurs uitstekend waar. Een jaar eerder liep de 36-jarige Fransman op hetzelfde circuit ernstig hoofdletsel op en werd gevreesd voor zijn carrière. Foret herstelde en bleek nog net zo grillig en snel als voorheen. Hij boekte zijn twaalfde WK Supersport-zege in zijn loopbaan. In Brno bleek ook andermaal dat de tijden dat de Ten Kate/Honda-coureurs het veld hun wil op konden leggen voorbij is. De (ex-)wereldkampioen Kenan Sofuoglu (bandenproblemen) en Andrew Pitt (te weinig vermogen) hebben duidelijk een stap terug moeten doen en finishten slechts als negende en tiende. Direct achter Pitt kwam Barry Veneman als elfde over de streep. Veneman kende een moeizaam weekend op de Honda. In navolging van Sofuoglu en Pitt stapte hij over van WP naar Öhlins-vering, maar bij een stevige crash tijdens de zaterdagochtendtraining schreef hij zijn beste machine af. Het betekende ook dat de bont en blauw gebutste Veneman verder moest met zijn reservemachine met WP-vering. Zijn zeventiende startplaats – nog altijd zeven plekken voor Pitt – veroordeelde Veneman weer tot een inhaalrace. Hij zag drie ronden voor het einde Pitt langszij komen, maar de schaduwende Danilo Dell’Omo en Michael Laverty kon hij net achter zich houden. “Het is wel eens moeilijk om precies het probleem aan te geven”, aldus Veneman. “Vermogen heb ik genoeg, maar de combinatie elektronica en afstelling van het chassis is lastig. Er is zo veel mogelijk en dan kun je nog wel eens de weg kwijtraken. Ik zou eigenlijk eens uitgebreid moeten kunnen testen zonder tijdsdruk. Misschien moeten we dan terug naar de basis en eens rijden zonder elektronica om te voelen wat er precies gebeurt.” Arie Vos beschikte in Brno over nieuw materiaal dat vergelijkbaar is met dat van Eugene Laverty. Eerder leek een dergelijke transactie spaak te lopen. “Als team willen we toch verder”, verklaarde Vos de actie kort. “Nu is het aan mij om te presteren.” Het blok en de bijbehorende elektronica betekenden een aanzienlijke verbetering, vond de coureur uit Oss. “Vanaf de eerste klap liep het blok goed. Er zit heel veel elektronica op die ik nog niet ken. Je kunt wel merken dat hij op de eerste meters sneller is dan wat ik gewend was. Het koppel is merkbaar beter. Ik moet nog wel wennen aan de traction control en de start was ondanks launch control heel beroerd.” Vos trainde als negentiende en finishte als zeventiende; een teleurstellend resultaat, oordeelde hij zelf. “In de eerste ronde ging er vlak voor mij iemand met een highsider af en ik moest het gras in en daardoor verloor ik zó veel. Maar ik wilde zo snel mogelijk terugkomen en toen ik een man of vier ingehaald had, ging ik wéér het gras in. Na die slechte start was ik te gehaast, te geforceerd. Maar ja, ze wachten niet op je, hè.” Ondanks het tegenvallende resultaat zag Vos mogelijkheden voor de komende races. “Robbin (Harms, teamgenoot, red) heeft ook een blok zoals ik dat nu heb en hij moet toch tussen de zevende en vijfde plaats kunnen rijden. Een top 10 zit er voor mij nog niet in, die snelheid heb ik niet. Maar ik zou al heel blij zijn als ik de komende wedstrijden in de punten kom, tussen de twaalfde en vijftiende plek.” UnterschrifteSupersport 1Fabien Foret won eindelijk weer eens een race door in de laatste ronde onder meer af te rekenen met Joan Lascorz en Katsuaki Fujiwara. Supersport 2Arie Vos had in Brno de beschikking over een nieuw blok en verbeterde elektronica. In de race zat het niet mee. WK Supersport1. Fabien Foret (F), Yamaha; 2. Anthony West (AUS), Honda; 3. Joan Lascorz (E), Kawasaki; 4. Katsuaki Fujiwara (J), Kawasaki; 5. Eugene Laverty (IRL), Honda; 6. Sheridan Morais (RSA), Yamaha; 7. Massimo Roccoli (I), Honda; 8. Garry McCoy (AUS), Triumph; 9. Kenan Sofuoglu (TUR), Honda; 10. Andrew Pitt (AUS), Honda; 11. Barry Veneman (NL), Honda; 12. Danilo Dell’Omo (I), Honda; 13. Michael Laverty (GB), Honda; 14. Gianluca Vizziello (I), Honda; 15. Jesco Günther (D), Honda; 17. Arie Vos (NL), Honda. WK Tussenstand: 1. Cal Crutchlow, 185 punten; 2. Eugene Laverty, 168; 3. Kenan Sofuoglu, 128; 13. Barry Veneman, 45; 29. Arie Vos, 2.