+ Plus

GP Wegrace Barcelona, Spanje

Zonder één enkele top 10 in de eerste vier Grands Prix verloor Jorge Lorenzo het vertrouwen en misschien ook wel de steun van de Ducati-leiding. Maar in Mugello onderging hij een miraculeuze metamorfose en won zijn eerste Grand Prix in dienst van de Italiaanse constructeur. Twee weken later deelde Lorenzo als man met de hamer weer een harde tik uit, voor eigen publiek en niet minder indrukwekkend, in Barcelona. Hij won voor Marc Marquez en Valentino Rossi.

Er klonk een mengeling van spijt en verwijt door in zijn stem. “Als ik deze machine vorig jaar had gehad, zou ik meer wedstrijden hebben gewonnen.” Jorge Lorenzo zei het na zijn eerste pole-position voor Marc Marquez en Andrea Dovizioso sinds de Grand Prix van Valencia in 2016. “Jullie geloven me niet”, zei hij ook, op z’n typische wijze, waarbij hij zijn gehoor regelmatig met argwaan tegemoet treedt. “Maar het is echt de aanpassing aan de tank waardoor ik me beter voel op de Ducati en waardoor ik langer mijn energie vast kan houden.” Lorenzo had geen peperdure nieuwe swingarm nodig, of een revolutionair frame of een spectaculaire stroomlijn – de aangepaste tankvorm, gecreëerd door een zorgvuldig vormgegeven stuk plastic, had hij er voor gezorgd dat Lorenzo de klik voelde met de tot dan voor hem zo weerbarstige Ducati GP18. “Ik voel me beter dan tijdens de test hier en zelfs beter dan in Mugello”, zei hij na die gedenkwaardige pole, zijn eerste voor Ducati en de eerste voor het merk sinds de Maleisische Grand Prix van 2016. Het maakte Lorenzo bovendien de eerste coureur die poles had behaald op Yamaha en Ducati. In 2010 was Lorenzo, zijn eerste kampioensjaar voor Yamaha, de laatste geweest die vanaf de beste startpositie de Grand Prix van Catalunya won, dit jaar herhaalde hij dat op Ducati. In het parc-fermé negeerde hij op pijnlijke wijze Ducati’s CEO Claudio Domenicali (zie Pitstop). Zijn eerste ‘back-to-back’ sinds de Franse en Italiaanse grands prix van 2016 brachten hem op gelijke hoogte in de kampioensstand met teamgenoot Dovizioso. Voor de tweede maal in drie races ging de vice-kampioen van vorig jaar door eigen toedoen onderuit. Terwijl Dovizioso de mogelijkheid op een tweede opeenvolgende Ducati-dubbel liet liggen, verloor Lorenzo na zijn vijfde MotoGP-overwinning op Montmeló niet de realiteit uit het oog. “Het slechte nieuws is dat we ver achter staan, het goede nieuws is dat er nog veel (twaalf, FW) races komen. Er kan nog heel veel veranderen, maar nu gaan we naar Assen en de laatste jaren ging het daar niet goed.”
Slechts dertien rijders maakten de volle 24 ronden vol, in een race waarin het 45 graden warme nieuwe asfalt niet minder dan tien slachtoffers over de grens dreef. Tot die crashers behoorden ook de testrijders Mika Kallio (KTM) en Sylvain Guintoli (Suzuki). Tegenvallend was de tiende plaats van Andrea Iannone, in de laatste vrije training nog de snelste en vijfde man op de grid. De Suzuki-coureur voerde in de eerste ronde zelfs nog even het veld aan, maar zakte ver terug door bandenproblemen. Het spectaculairste afscheid leverde Tito Rabat, die in de eerste bocht van een brandende Ducati moest springen. Een dag na de race zette hij tijdens de test de derde tijd achter Marquez en Iannone.

Hoewel hij niet van start tot finish leidde zoals in Mugello, was Lorenzo’s overwinning in Barcelona een voorbeeld van suprematie. Na de start werd hij gepasseerd door Marc Marquez, maar al na één ronde gebruikte Lorenzo de Ducati-power om zijn toekomstige teamgenoot te passeren. “Mijn strategie was duidelijk: focussen op de start en leiden, omdat mijn harde banden een tijdje nodig hadden om op temperatuur te komen. En wachten tot Jorge voorbij zou komen. Aan het eind van het rechte stuk kwam hij er al langs”, vertelde Marquez. “Ik wilde mee, zodat we een gaatje konden slaan ten opzichte van de rest.”
Die opzet slaagde, hoewel de als derde gestarte Dovizioso en de als zevende gestarte Valentino Rossi op slechts korte afstand volgden. Toen Dovizioso in de negende ronde crashte, groeide het gaatje naar de twee leiders. “Marc gaf niet op en hij bleef heel lang op 0,3 tot 0,4 seconde zitten”, aldus Lorenzo. “Ik werd wel geholpen door de crash van Dovi, toen had ik een gaatje van een seconde. Daarna heb ik wat meer gepusht, maar tegen het einde kwam Marc weer wat dichterbij. De motor was goed, maar ik was steeds heel voorzichtig met het gas om de banden te sparen. Ik wist dat Marc voor en achter de harde compound had en dat kon tegen het eind van de race een voordeel zijn. Maar onze pace (Lorenzo voor softe compounds, FW) was vergelijkbaar.”
In de slotfase besloot Marquez voor de punten te kiezen, in de wetenschap dat hij weer vier punten uitliep op naaste belager Rossi. “Dovi crashte en ik zag nog wel meer gele vlaggen. En na wat was gebeurd in Mugello en na de twee crashes van dit weekend en de save in de vierde vrije training miste ik toch het vertrouwen. Daarna besloot ik het gat met Valentino te controleren.” Dat was echter geen eenvoudige beslissing, gaf Marquez toe. “Als je als tweede finisht, ontbreekt er voor mijn gevoel toch iets. Maar ik heb weer een podium en voor het kampioenschap was het goed.”
Vanaf de negende ronde stond de top 3 vast, met Rossi op weg naar zijn vierde derde plaats in zeven races. Voor de zesde keer in zeven races stonden met Ducati, Honda en Yamaha drie verschillende fabrikanten op het podium. “Ik ben vooral blij met dit podium omdat dit vorig jaar één van onze slechtste races was”, verduidelijkte Rossi. “Na de trainingen wist ik dat de twee Ducati’s en Marquez sneller waren en ik verwachtte in de tweede groep te zitten. Maar in de warm-up vonden we nog iets waardoor ik een betere balans had en aan de voorkant voelde de machine beter. Ik ben ook blij omdat ik niet heel ver achter Jorge en Marquez zat. Maar in het begin verloor ik tijd en dat gaatje werd niet kleiner. We hebben meer snelheid nodig, we zijn niet sterk genoeg.” Rossi’s regelmaat was echter bewonderenswaardig: net als Lorenzo was hij de enige die slechts één ronde boven de 1.40 minuut klokte. De Yamaha-coureur hield een kleine vier seconden over op de knap opgeklommen Cal Crutchlow. De Brit, twee keer gevallen tijdens de trainingen, leek acht ronden voor het einde afgerekend te hebben met Dani Pedrosa. Onder druk van de weer teleurstellende Maverick Viñales moest ook Pedrosa tot de laatste ronde vrezen voor zijn vijfde plaats. Net als in de vorige twee grands prix kwam Viñales weer te laat op gang; pas in de negentiende van 24 ronden zette hij zijn snelste raceronde, als vier na snelste man in de race en sneller dan teammaat Rossi. In de laatste drie ronden van de race was Viñales de snelste rijder op de baan, maar vanaf zijn vierde startplaats viel hij terug naar de tiende positie. Toen hij Johann Zarco eindelijk afgeschud had, verkleinde hij zijn achterstand op Pedrosa drastisch. De Catalaanse grand prix leek echter een ronde te kort voor Viñales. De zoekende nummer 2 in Yamaha’s fabrieksteam liet weten ‘een andere strategie’ te overwegen. “Misschien moet in de opwarmronde agressiever zijn en meer pushen om de banden op temperatuur te krijgen.” De eerste tien ronden konden echter zo ‘bij de vuilnis’, vond Viñales na de wedstrijd. “Ik kan met deze machine eerlijk niet meer”, zei hij, klagend over wheelies en onderstuur in de openingsfase.
Toch stond Viñales er altijd nog beter voor dan Andrea Dovizioso, die na zijn crash lang hoofdschuddend vol ongeloof in de pitbox achterbleef. “Ik kwam vijf tot zes kilometer harder op de bocht af, omdat ik een betere exit had uit de vorige. Daardoor remde ik te hard. Ik pushte te veel, het was mijn fout”, gaf de nummer 8 in de WK-stand toe. “Ik wilde winnen, omdat ik punten goed moest maken op Marc. Maar ik sta met lege handen.” De crashes in Le Mans en in Barcelona hadden het vertrouwen van de doorgaans zeer solide Dovizioso niet geraakt. “Omdat ik weet waarom ik gevallen ben en omdat ik snel ben. Ik reed niet op een zesde plaats toen ik viel. We moeten ons verbeteren in sommige delen van de bocht. Ik denk ook dat het hier niet werkte om ‘slidend’ te remmen. Kijk naar Jorge, hij remde steeds in een rechte lijn en won de race.”
Dovizioso bleef ook na zijn derde nul-score van het seizoen strijdvaardig. “Ik benader elke race met het kampioenschap in gedachten. Het zou dom zijn om dat anders te doen. Ik denk dat de titel nog steeds mogelijk is. In een race is alles mogelijk. Iedereen rijdt op de limiet en daarom is een fout snel gemaakt. En als je naar de stand kijkt, kun je makkelijk concluderen dat Marquez de snelste is. Ik denk niet dat de stand de realiteit is.”

De werkelijkheid is wel dat Marc Marquez met een voorsprong van 27 punten op Valentino Rossi naar Assen komt. Met de Dutch TT als volgende race op de kalender, is het precies achttien wedstrijden geleden dat een Yamaha-coureur een grand prix won – de langste periode zonder winst in de MotoGP sinds de Australische Grand Prix van 2002 tot en met de slotrace van 2003 in Valencia. Rossi maakte destijds in 2004 in Welkom op sensationele wijze in zijn debuutrace voor Yamaha een einde aan die weinig glorieuze statistiek door Honda’s Max Biaggi te verslaan. Rossi tekende vorig jaar voor Yamaha’s laatste winst. Het was zijn achtste MotoGP-zege in Nederland, zijn tiende Dutch TT-overwinning sinds 1997. “Mijn laatste overwinning en die van Yamaha is al heel lang geleden”, constateerde ook Rossi. “Ik hou van Assen, maar ook van Mugello, Barcelona of Phillip Island. Het is niet zo dat we iets magisch hebben voor Assen.”
Zijn teamgenoot Maverick Viñales staat nog altijd derde in de tussenstand, vooral omdat hij als enige in alle races in de top 10 finishte, met de tweede plaats in Amerika als hoogtepunt. De Spanjaard leek vorig jaar – na een matig begin – op weg naar een goed resultaat tot hij in de GT crashte. Jorge Lorenzo, achter Johann Zarco, Danilo Petrucci en Cal Crutchlow zevende in de tussenstand komt op ‘de beste Ducati ooit’ naar het Circuit van Drenthe. “En ik heb geen druk, ik heb niks te verliezen. Marc heeft meer druk”, meende Lorenzo, alleen in 2010 de beste MotoGP-coureur in Assen. Marquez had echter geen probleem met die druk. “Onze situatie is een beetje zoals de tweede helft van vorig seizoen”, aldus de Honda-coureur. “Ja, er is misschien meer druk bij mij. Maar ik vind dat wel prettig. Dan ben ik beter geconcentreerd en werkt alles beter.”
Duels in de GT zullen vanaf dit jaar met meer nauwkeurigheid worden bekeken. In Barcelona maakte wedstrijdleider Mike Webb namelijk bekend dat Assen één van de zes circuits is waar door middel van gemiddelde sectortijden wordt gekeken of een coureur voordeel heeft van het afsnijden van de baan. In dat geval zal hij in die sector twee seconden straftijd krijgen. Zelfs als een rijder door het toedoen van een ander een kortere route neemt, zal zijn sectortijd worden aangepast aan de beste tijd die hij daar in de race reed. In alle gevallen zal een coureur een gewonnen positie terug moeten geven. Alsof finishen in de Dutch TT al niet spannend genoeg was.

Lees meer over

Ducati Honda Suzuki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Compacttest Honda CB750 A2

Compacttest Honda CB750 A2

25 april, 2024

Honda’s CB 750 Hornet met 48 pk. De budgetkraker in de middenklasse veroverde afgelopen jaar zelfs de harten van ...
Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-