+ Plus

Gold Wing caferacer

Ruim dertig jaar geleden won de film ‘Driving Miss Daisy’ de Oscar voor de beste film van 1989. De film gaat over de relatie tussen een statige oude dame en haar zwarte chauffeur. Als ze samen een ritje maken, breekt de naald van de snelheidsmeter niet uit het glas. Alexander Herder heeft zijn eigen Desi… Als hij met zijn even smaakvol als extreem verbouwde Honda Gold Wing Desi… een ommetje maakt, ligt het tempo meestal wat hoger. “Ik dacht ‘wauw, heb ik dat gebouwd?’” Hij had er een meeslepend tranen trekkend filmepos van kunnen maken. Goed voor een Oscar.

Iedereen heeft wel een buurman. Gehad, of nog steeds. Maar niet iedereen heeft een buurman die je leven als pre-puber een bepalende twist geeft. Zo’n buurman heeft Alexander Herder wel, nu zo’n 32 jaar geleden. De buurman koestert zijn Honda Gold Wing GL1000, in de schuur staat nog een GL met een zijspan, mevrouw de buurvrouw rijdt een GL1100. De twaalfjarige Alexander is ‘hooked’, helemaal verkocht. De boxer deelt een technische KO uit. “Ik was eigenlijk altijd al fan van boxermotoren, zelfs toen al”, vertelt de nu 44-jarige Noord-Hollandse Fries. “Porsche, Subaru…. Ik vond het geluid fenomenaal. Nee, de BMW boxers, daar heb ik niks mee. Ik vind de blokken lelijk.”

 

Op dat moment wordt ergens in Avenhorn een levenskeuze gemaakt. Als ik later groot ben, wil ik ook een Gold Wing, vertrouwt Alexander zijn buurman toe. Die onthoudt het. “Toen ik 17 was vroeg hij me of ik m’n rijbewijs al had. ‘Want ik heb iets voor je’, zei hij.” In Alkmaar weet de buurman een GL te staan. “Een rode, ja, het was liefde op het eerste gezicht.” De gespaarde 6.000 guldens zijn goed besteed. Een meevallertje: na een beetje handig handelen, houdt ‘de jongste Gold Wing-eigenaar in Nederland’ nog een paar honderd gulden in zijn zak. Dat komt van pas. “En toen moest ik met de mannen mee, hè. Naar treffens en bierdrinken. Toen nog.”
Na twee jaar komt de eerste GL, een zwarte Insterstate met zo’n twee ton op de teller. “Je komt het tegen, hè. Je moet het kopen”, probeert Alexander het logische voor de zekerheid nog te verklaren. De 1200 van toen rijdt nog ergens rond, weet hij, inmiddels met 550.000 kilometers op diezelfde teller. Hoeveel hij er heeft gehad? “Effe denken.” Zijn tweede tweede GL1000 koopt hij voor 450 euro, eigenlijk alleen maar voor het zadel. Vervolgens staat de machine twee jaar in de schuur. Maar hoeveel hij er gehad heeft? Er staat nog een GL1000 LTD in de bijkeuken, een GL1200 Aspencade ondergaat de transformatie tot Bobber, een 1500 onder zeil is ‘de beul van de familie’…. Ooit had hij er één voor elke doordeweekse dag. “Maar dat hoeft niet meer. Er zijn mensen gekker dan ik, hoor. Die hebben er twintig.”
De buurman van toen is uit beeld verdwenen, de liefde voor Honda’s revolutionaire eerste watergekoelde viercilinder boxer is gebleven. Toch heeft niet elke Gold Wing-eigenaar zijn machine in de kamer staan, zoals vrijgezel Herder. “Als ik een vriendin zou krijgen, die dit niet accepteert, is ze snel weer weg, hoor. Dat krijg je misschien als je een beetje excentriek bent”, glimlacht hij. “Hoewel ik vind dat de dingen die ik doe behoorlijk normaal zijn, hoor.”
Op de witte muur is met een rode spuitbus LOVE geschreven, boven de piano hangt het portret van Tijgertje, de kat die ooit ongemerkt in Herders tanktas kroop en daarna het grootste deel van zijn twintigjarige leven Alexanders ‘huisbewaker’ was. Als hij tenminste niet in de nek van zijn sleutelende baas zat of meeging toeren in de tanktas. Aan weerszijden van de piano staan een stuk of vier gitaren, akoestisch en elektrisch, en het blok van Alexanders allereerste GL1000 staat op een standaard stil maar stoer te doen. Het is echter de gecustomisede GL1000 K2 die alle aandacht opzuigt. Dominant en machtig in al zijn massiviteit. Het ‘candy purple metallic’, opgebouwd uit zwart, zilver en goud met hand gespoten biezen, ademt klassiek chique uit. “Het is wel een ‘zij’,”, verbetert Herder. Hij noemt haar Desi… – ‘met drie puntjes’ – naar een vriendin die er voor hem was toen het niet zo goed met hem ging. In 2014 beschadigt Alexander bij een ongeval zijn enkel ernstig, een reden ook waarom Desi… is voorzien van Easy Shift-elektronische schakeling. In die winter bedenkt hij wat hij met de GL1000 K2 uit 1978 wil die hij een jaar of drie eerder uit Friesland haalde, met 45.000 op de teller en grotendeels verstopt achter een enorme Vetter-stroomlijn. Die ging thuis ‘zonder te kijken de bin in’. “Daar heb ik veel opmerkingen gehad: ‘dat is een Vetter!’ Ja. Inderdaad. Hij zag er niet uit.”
Het is slechts het begin. Waar die drang tot bouwen vandaan komt? “Geen idee. Dat heb ik al heel lang. Niemand in mijn familie heeft dat. Ik ben gewoon snel uitgekeken op standaard. En je probeert wel eens wat.”

 

Voor hij wat probeerde te doen, dompelde Herder zich onder op het internet, om inspiratie op te doen en om uiteindelijk te komen tot ‘het meest radicale’ dat hij ooit heeft gebouwd. “Het moest niet ‘plastic fantastic’ worden. Ik had wel een visie. Wat die visie was? Dit! Het was veel ’trial and error’, maar ze is precies zoals ik haar wilde hebben.” Hoewel: er blijven ‘kleine dingen’. “Zoals een voorspatbord. Ik ben nu ook bezig met andere elektronica.” Het is ook de reden dat Desi binnen overwintert. Elektronica-modificaties moeten er voor zorgen dat de pk’s niet meer over elkaar heen buitelen als Herder aan het gas draait. Ook andere elektronica blijft een tijdverdrijf. “Zodat het nog simpeler kan. Minder draadjes betekent minder storingsgevoelig. Maar ik denk ook na over een LCD-schermpje. Dat is vrij moeilijk programmeren.” Oh, en trouwens: de teller in de kroonplaat die de watertemperatuur aangeeft, die wordt ook nog vervangen.
Naast een visie, had de ondernemende bouwer ook een budget. “Ik had 15.000 euro gespaard en dat zit er makkelijk in. Op een gegeven moment gaat het hard. De voorkant heeft al drie roodjes gekost. Zonder de wielen. Maar ik wilde geen concessies doen.” Vanwege die instelling moest Herder niet alleen diep in zijn zakken tasten, maar ook creatief zijn. Over die voorkant: Alexander wilde een UPSD-voorvork, checkte voorvorken van een Yamaha en een Aprilia Mille en kwam uiteindelijk uit bij een 52 mm Showa-voorvork van een Kawasaki ZX-9R; na remklauwen van een Yamaha FZR1000 te hebben overwogen, werden het Nissin-rempompen met nieuwe zeszuiger-Tokico’s om de 320 mm Brembo-schijven. “Dat tweedehandse spul er op is ook niks, hè”, grijnst Alexander. De twee kleine koplampen lijken te zweven – dankzij een slim gemonteerd steuntje in het midden. “Ik vind het mooi. Ik had van alles geprobeerd: een vierkante lamp, een kuipje van een oude Laverda…. Het was het niet.”
En om nog even bij de voorkant te blijven, de massieve stuurhelften van Stunt Toys werden speciaal voor Desi gemaakt. Dat had een prijs. Zoals dat dan gaat. “275 euro. Per clipon”, zegt Herder terwijl hij zich over zijn voorhoofd wrijft – alsof een onwelkome herinnering weer getriggerd wordt. In het smaakvolle retro-racezadel, dat tot halverwege het achterwiel reikt, stak hij het meeste werk, zegt Herder. “Wat ik kon vinden, was allemaal te log en te groot. Dus heb ik het zelf gemaakt nadat ik eerst een mal van schuim had gemaakt. Nu is de vorm van het zadel zo dat de bolling van de dummytank overeenkomt met de bolling van de zit. Toen ik wist hoe ik het hebben wilde, ben ik er mee naar een epoxybedrijf in Opmeer gegaan. Soms moet je dingen overlaten aan de experts, hè.” Hij wijst op het prachtige LED-achterlicht. “Dat honingraat is handgemaakt.” Op zijn site kreeg hij uit Amerika de vraag of het zadel te koop was. Dat is het niet, was Herder duidelijk.
Alexander zaagde de dummytank in de gehele lengte door en verlaagde het geheel met ongeveer een centimeter. Met enige trots toont hij de sluiting van de tankdeksel: een sluiting van een kastdeurtje uit een camper.
Het frame werd verstevigd, de vijl ging over de lasnaden en in de zaag kortte de eindstukken van het frame tien centimeter in. De achterschokdempers hadden een vorig leven op een Harley-Davidson Sportster, maar werden wel twee centimeter verlengd. Eigenlijk wil Herder een YSS-shocks. “Maar ik weet niet of het past, of het optisch staat. Enne… nu rijdt het ook erg goed.”
Dat de originele 1,5 x 19 en 2,5 17 inch-spaakwielen moesten wijken, wekt geen verwondering. Alexander liet in Friesland een set Morad-wielen maken, hoewel hij eerst andere plannen had. “Ik wilde wel breder dan 3,5 inch, maar het kan nu niet met deze achtervork. Ik wilde aanvankelijk ook het kleinere achterwiel eigenlijk voorin hebben. Het lag al gepolijst en gespoten te wachten. Maar de spaakstand klopte niet ten opzichte van de naaf. Dus hij ligt nog in de doos.” Hij wijst, andermaal met trots, op de zwarte middenrand van de wielen. “Wie verzint dat, hè?” De wielen gingen ‘drie, vier keer’ heen en weer tussen de Friese vriend en Noord-Holland, totdat de eigenaar tevreden was. Om de 17 inch-velgen zitten nu 120/70- en 150/70-Michelin Pilot Road Sports. Hoewel Alexander zegt dat de machine zijn visie volledig weerspiegelt, blijven er dus van die ‘kleine dingen’. Verbeelding en verstand gaan dan niet altijd hand in hand. “Ik vraag me af of ze ooit klaar is. Die schokbrekers achter, dat voorspatbord… Ik had op de beurs een remsetje gezien van Qnium. Mooi, hoor. Maar wel 850 euro. Moet je dat willen? Ja, als je gekieteld wordt… Misschien moet je zeggen ‘dit is het’.” Soms wordt hij geremd door regelgeving. “Symmetrie, dat vind ik erg belangrijk. Daarom vind ik die kentekenplaat naast het achterwiel afzichtelijk. Ik wilde het liefst zonder, maar ja…”

De metamorfose van de GL1000 bleef niet beperkt tot alleen de zichtbare buitenkant. Ook de 999 cc ‘flat four’ werd onder handen genomen. De koppen zijn geflowd, de kleppen geslepen, een andere ontstekingsunit deed wonderen en het vrolijk stemmende resultaat was een gemeten vermogen van 97 pk. “Aan het achterwiel.” Een standaard GL1000 werd opgegeven voor 78 pk’s – aan de krukas. Het koppel bedraagt 125 Nm bij 4.500 toeren – in een vorig vergeten leven was dat 83 Nm bij 5.500 toeren. “Andere zuigers? Dat moet nog. De compressie is wel wat verhoogd.” Desi… doet van zich spreken door een ingebouwde RFID-tag die met de start-stopknop in de dummytank is gebouwd op de plaats van het tankdekselslotje. Een contactsleutel is niet meer nodig.
In het oog springend zijn ook de enorme carburateurs die, mede dankzij de luchtfilters, boven de liggende cilinders uitsteken, tot naast de dummytank. De originele vier 32 mm-Keihins maakten plaats voor vier extravagante 36 mm-Weber IDF-autocarburateurs. “’Hoe kom je er bij om autocarburateurs te gebruiken’, vroeg iemand me. Dit is een elitemotor, dus dat moet kunnen, vind ik.” Goedkoop was die elite-optie niet. “De set voor één kant kost 1500 euro, de filtertjes komen op 200 euro.” De uitlaten werden – ook weer – op maat gemaakt en als ‘finishing touch’ voegde Herder later de zijwaartse uiteinden toe. In het buitenland komt hij niet. “Dat risico wil ik niet lopen. Ze is best wel luid. Elegant luid.”
“Er is er maar één van”, verwoordt de trotse eigenaar exact wat zijn oorspronkelijke bedoeling was en het resultaat van ruim 17.000 euro aan onderdelen en meer dan duizend uren werk. Zeker, er waren momenten dat hij er ernstig aan twijfelde of Desi… er ooit echt zou komen. Zoals toen hij op weg naar huis, komende van de spuiter, met een fris gespoten frame met wielen op de aanhanger hard moest remmen voor een onoplettende automobilist. De deels ontmantelde GL schoot los en viel om op de aanhanger. “Ik had er zó veel werk in zitten.” En dan was er die keer dat de rechter inlaat van de carburateur afbrak tijdens een proefrit. “Allemaal vuur…” De geschrokken Alexander belandde in een greppel, met een machine die bijna afgebouwd was. “Moet ik hier nog wel mee doorgaan”, vroeg hij zich af. Maar het antwoord wist hij best. En tijdens de eerste rit met de afgebouwde Desi… maakte de scepsis plaats voor trots. “Ik dacht ‘wauw…. heb ik dat gebouwd? En het rijdt! En alles doet het’. Dat was gewoon vet! Bij elk stoplicht met een motor dacht ik ‘doe ik het?’. En het lukt nog steeds. Ze is bloedsnel.”
“Als een scheermes”, lacht Alexander breeduit als antwoord op de vraag hoe meegaand Desi… stuurt. “Onwijs strak.” En dat ondanks haar geschatte gewicht van 250 kilo. “Dat valt nog wel mee. Ik heb m’n best gedaan. Om de naloop en wielmaat te berekenen heeft een vriend van me een CAD- tekening gemaakt aan de hand van gegevens van supersport motoren.”
Dat eerste openbare optreden van Desi was tijdens een Classic Wingers Weekend. “Ik had wel wat bekijks, ja.” En nog steeds. “Ik word elk jaar nog weer teruggevraagd voor de stand van de Gold Wing Owners Club Nederland op de beurs in Utrecht. Dus ik doe toch iets goed.” Toch is er ook kritiek, zegt hij. “Er zijn mensen die het zonde vinden wat ik heb gedaan. Maar met deze was niks meer te doen. De motor komt uit 1978, maar ze is in 2016 herboren.”

Het voelt licht ongepast, maar de vraag moet gesteld worden: gaat Desi… ooit de deur uit? “Nee. Nou… Als iemand er veertig roodjes voor neer wil leggen… Dan misschien. Maar eigenlijk is ze onverkoopbaar.” Op zijn T-shirt staat naast ‘Goldwing GL1000′ ook de kreet ’the world is flat’; ligt het volgende Oscar-waardige script al klaar om ook een zescilinder eens zo onder handen te nemen? “Als ik zie wat dit gekost heeft…. Maar ja… Waarom niet?”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...