+ Plus

Eerste Test Suzuki V-Strom 250

Hoewel Suzuki afgelopen jaar op de EICMA in Milaan weinig echt nieuws te melden had, lanceerden de Japanners de laatste maanden met stille trom een aantal lichte machines op de markt. In MotoPlus 21/2017 reden we al met de sportieve GSX-250R en op dezelfde basis is inmiddels ook de V-Strom 250 verschenen. Tijd voor een kennismaking met deze lichte avonturier, waarvan het lang onzeker was of hij wel naar Europa zou komen.

Nadat Suzuki deze V-Strom 250 en ook de GSX-R250 op de EICMA van 2016 voor het eerst aan het publiek toonde, was het lange tijd verre van zeker of beide modellen überhaupt naar Europa zouden komen. De markt onder de 500 cc was op dat moment niet heel florissant en fabrikanten mikten met machines rond de 300 cc dan ook vooral op de markten in Azië en Zuid-Amerika. Maar inmiddels wint het lichte segment ook in Europa aan populariteit, in Nederland met name ook door de getrapte rijbewijswetgeving. Waar KTM en Kawasaki het voortouw namen in deze klasse volgden al snel Yamaha en meer recentelijk ook BMW.
De stap van Suzuki om na de in China geproduceerde GSX-250R ook deze in hetzelfde land gemaakte kleine V-Strom naar Europa te halen, is dus een begrijpelijke. Wel blijft de 248 cc metende V-Strom 250, net als de Honda CRF250 Rally in de vergelijkingstest in MotoPlus 2/2018, wat vermogen betreft een stuk achter bij de ‘echte’ 300’s: 25 pk bij 8.000 toeren en 23 Nm bij 6.500 zijn de niet bepaald schokkende waarden waar deze paralleltwin het mee moet doen. Deze krachtbron deed in het verleden nog dienst in de Inazuma, maar heeft in de vertaalslag naar de huidige Euro4-norm uiteraard een aantal modificaties ondergaan. En strikt genomen had er met die paralleltwin in het vooronder nu P-Strom op het snavelvormige paneel onder de koplamp moeten staan….
Maar dat bekt natuurlijk minder goed dan het zo ingeburgerde V-Strom, en bovendien draagt ook deze 250 uiterlijk het nodige V-Strom-DNA. Die al genoemde snavel inderdaad, met een overigens van de andere V-Strom-modellen afwijkende ronde koplamp, maar ook de achterzijde met geïntegreerde kofferhouders en bagagerek oogt bekend. Maar anders dan bij zijn grote broers produceert deze 250 na een druk op de startknop geen V-twin-roffel, maar het typische gepruttel van een paralleltwin met een 180°-krukas. Alhoewel je met het vermogen en koppel van de 250 geen potten breekt en de prestaties niet echt overhouden, reageert het blok aangenaam spontaan op het gas, is het lekker levendig en maakt het gretig toeren. Ter indicatie: bij een snelheid van 100 km/uur maakt het blok 8.000 toeren en bij 130 km/uur op de snelweg zijn dat er pakweg 10.500. Wel voel je de twin in de bovenste helft van het toerenbereik nadrukkelijk werken en dat uit zich onder andere in goed voelbare vibraties in de voetsteunen. Op top loopt de V-Strom 250 net aan 136 km/uur op de teller, afhankelijk van postuur en gewicht natuurlijk, en daarmee kun je op de snelweg in principe lekker mee stromen met het verkeer. Alleen moet je een vlotte inhaalactie, zeker op een secundaire weg, even goed plannen en een keer terug tikken in de verder keurig schakelende zesversnellingsbak van de Suzuki, die het vlotst aanvoelt tussen de 6.000 en 9.000 toeren. Daarboven dooft het vlammetje langzaam maar zeker.
Mooi meegenomen: de paralleltwin gaat bijzonder bescheiden met brandstof om. Suzuki claimt zelf een verbruik van 1 op 28,6, uiteraard afhankelijk van het enthousiasme van je rechterpols, en dat is bijzonder netjes. Met 17,3 liter tankinhoud betekent dit in theorie dat je zomaar een kleine 500 kilometer op een tank zou kunnen rijden, een actieradius waar veel ‘dikkere’ fietsen niet eens bij in de buurt komen.

En met zo’n flinke actieradius is het ook wel zo prettig als je lekker zit. Dat is op de V-Strom 250 zeker het geval. Het zadel is aangenaam breed en comfortabel gevuld, maar aan de ruimte in het zadel merk je dat dit soort motoren in eerste instantie is ontwikkeld voor de Aziatische markt, waar het gemiddelde postuur van de motorrijder uiteraard wat afwijkt van dat op de Europese markt. Ergo, in het zadel heb je al snel een wat opgesloten gevoel, mede door de al snel omhoog lopende achterzijde van het rijdersdeel. Hierdoor voelt de zitpositie als geheel, mede ook door het relatief smalle stuur, een beetje inactief aan.
Maar goed, de V-Strom 250 is dan ook geen afgetrainde atleet, zeker niet gezien het drooggewicht van 188 kilo. Dat maakt de Suzuki in dit segment zeker geen vlieggewicht. Dat staat de kleine avonturier echter niet in de weg om lekker lichtvoetig te sturen. Als de banden eenmaal een beetje temperatuur hebben dan, want de standaard IRX Road Winners zijn zeker in koude staat geen toonbeeld van feedback en grip. Dat laatste wordt in warme toestand al een stuk beter, al is de feedback ook dan zeker niet optimaal. Maar goed, banden zijn vervangbaar, nietwaar? Voorop staat dat de lichtste V-Strom zich lekker vanzelfsprekend van het ene op het andere oor laat leggen en dat ook de vering aardig zijn mannetje staat. Voor en achter is gekozen voor dezelfde niet instelbare veerelementen als de GSX-250R heeft – de veerwegen zijn ook identiek – en die voldoen bij normale toersnelheden prima. Comfortabel en afdoende gedempt. Voer je het tempo op, dan rijd je al snel tegen de grenzen van de vering aan en begint met name de achterzijde wat te deinen. Maar daar hebben ze bij Suzuki andere modellen voor, gezien het gebruiksgebied doet de vering wat het doen moet. Dat geldt ook voor de remmen, voor en achter trouwens met sportieve wave-schijf én uiteraard met ABS. Het eerste aangrijpen zorgt voor een aangename remwerking, al wordt de remkracht bij doorknijpen niet veel verder opgevoerd. Wel iets om rekening mee te houden als je eens plotseling hard in de ankers moet. Mede ook doordat de achterrem slechts een bescheiden assistent is.

Onder de streep is deze Suzuki V-Strom 250 een welkome aanvulling in het lichtere segment, dat in verschillende genres steeds meer keuze biedt en dan kan ook een fabrikant als Suzuki uiteraard niet achterblijven. De vrolijk draaiende paralletwin weert zich dapper en kranig en valt vooral op door zijn bijzonder gematigde benzineverbruik en forse actieradius. Qua looks sluit de kleinste V-Strom naadloos aan op de uitstraling van zijn grote broers, al hebben ze de 250 bij Suzuki met de opvallende ronde koplamp ook een heel eigen gezicht gegeven. De Suzuki V-Strom 250 staat voor € 5.999,- bij de dealer.

Lees meer over

BMW Honda Kawasaki Suzuki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Fireblade

Eerste Test Honda Fireblade

28 maart, 2024

Eind jaren 90 omvatte de elektronica op superbikes zoals de Fireblade amper meer dan een paar sensoren en kabeltjes ...
Eerste Test Kawasaki Z500

Eerste Test Kawasaki Z500

28 maart, 2024

Voor Kawasaki staat 2024 in het teken van een halveliter-offensief. Liefst drie nieuwe modellen zien het daglicht. ...
Eerste Test Suzuki V-Strom 800

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

14 maart, 2024

Het moet wel heel raar lopen als de V-Strom 800DE (dé Alpenmaster van 2023!) door kleinere wielen plotseling ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-