+ Plus

Snelheidsrecords Bonneville USA

Lang, heel lang stond het wereldsnelheidsrecord voor motorfietsen op 518,4 kilometer per uur, de gemiddelde snelheid waarmee Dave Campos zijn ‘Powered by Harley-Davidson’ sigaar tot twee keer toe over de zoutvlakte van Bonneville had gejaagd. Zestien jaar hield het stand, tot er in 2006 eindelijk een team in slaagde om het record te verbreken. Te verpulveren zelfs! De kenners wisten dat de tijd er rijp voor was. Ze voelden dat er wat in de lucht hing. Zo mooi had de zoutvlakte in Bonneville Utah, het Mekka voor de snelheidszoeker, er in geen tijden bijgelegen. Goed van samenstelling, vlak en compact van structuur. En dat over een lengte van meer dan 17,5 kilometer. In het midden van dit traject staan, met een pijnlijk nauwkeurig afgemeten tussenruimte van één kilometer, twee optische meetpalen. Daartussen wordt uiteindelijk bepaald welke motorfiets er nu echt de snelste ter wereld is. Sinds 1990 hebben meerdere teams gepoogd de lat weer hoger te leggen, maar helaas allemaal zonder succes. In september 2006 stonden er echter drie teams te popelen om de strijd aan te gaan: Ack Attack met coureur Rocky Robinson, BUB met Chris Carr in de cockpit en de ploeg van EZ Hook met Sam Wheeler aan het stuur. Het Ack Attack team laat er geen gras over groeien en besluit direct over te gaan tot de aanval. Op zondag, de eerste dag van het evenement, loopt constructeur en teamchef Mike Akatiff in de zinderende hitte over het zout. Hij controleert de windsnelheid en omdat het zo goed als windstil was, wordt besloten om niet langer te wachten. De blauwe stroomlijn op twee wielen wordt richting de startlijn geduwd, waar Robinson zich in zijn nauwe bestuurdersplaats achter de lange neus van zijn streamliner perst. Helpers zijn nodig om hem stevig in de riemen vast te snoeren. Zo stevig dat hij alleen nog zijn armen en benen kan bewegen. De crew sluit het vizier van zijn helm. De omstandigheden zijn optimaal en alles en iedereen is er klaar voor. Tijdens de eerste run passeert Robinson met een ongelooflijke 555,2 km/uur het meetpunt om het in tegenover gestelde richting al niet veel slechter te doen: 549,4 km/uur. De voor het record berekende gemiddelde snelheid bedraagt een trotse 552,3 km/uur. Al bij de eerste poging een verbetering van bijna 34 km/uur sneller ten opzichte van het zestien jaar oude record van Dave Campos. De toon is gezet. Een flinke opsteker voor het Attack team en voor de andere aanwezige teams het bewijs dat 2006 wel eens het jaar der jaren kan zijn. Helemaal gezien het feit dat tijdens de run de twee geblazen Suzuki Hayabusa blokken slechts op 75% van hun vermogen draaien. “Ongeveer 75%, ” volgens Dave Akatiff die duidelijk niet meteen alle geheimen prijs wil geven. Volgens kenners genereren de Suzuki blokken evenwel onder volle druk tussen de 700 en 900 pk. ”Alles draait erom dat je in zo’n kort mogelijke tijd, zo veel mogelijk accelereert. Het nadeel van die aanpak is echter dat het achterwiel constant wil spinnen als een dolle. Het is moeilijk om een goede balans te vinden tussen verstand en versnellen. Als richtlijn houd ik het eerste meetpunt aan, als ik daar volgas in zijn hoogste versnelling zit, dan is het goed,” aldus Robinson. De van origine flat track coureur zit pas voor de zesde keer in het zadel van de Ack Attack, maar hij heeft het kunstje blijkbaar volledig onder de knie. Toch was resultaat ook voor hem een verrassing. “Het zit zo,” verklaart Robinson. “De streamliner is één brok vermogen en zit vol allerlei hightech apparatuur. Een snelheidsmeter ontbreekt echter. Akatiff heeft deze er expres uitgelaten om te voorkomen dat ik bij het zien van de snelheid van angst het gas los zou laten.” Of hij überhaupt tijd zou hebben gehad om er op te kijken blijft maar de vraag, want Robinson had onderweg wel andere dingen aan zijn hoofd. Tijdens de rit raakte het voorwiel overbelast, waarna de machine vervaarlijk om zijn lengteas begon te slingeren. Om de machine dan tot stoppen te brengen is niet zo eenvoudig. Remmen? Die zouden verbranden en dus houd je alleen je remparachutes over. Ook deze bieden geen soelaas op topsnelheid. Werp je ze uit met een snelheid boven de 500 km/uur, dan voelt het alsof je tegen een muur rijdt. “Ik probeerde zo rustig mogelijk gas te minderen en liet de motor eerst een stuk uitrollen. Pas bij ongeveer 450 km/uur mag de parachute naar buiten, maar zelfs dan nog krijg je een rotklap,“ vertelt Robinson. Dat is precies de reden waarom het team van BUB zijn recordjager heeft voorzien van twee remparachutes met verschillende diameters. Een kleine die de topsnelheid reduceert en een grote die wat later opent. Toch is remmen wel het laatste waar het team, gecreëerd rondom constructeur Denis Manning, aan denkt. Zeker niet nadat Ack Attack er nog een tweede poging aan heeft gewaagd om de tijd nog scherper te zetten. Het lukt niet. De piloot van de BUB machine komt pas een dag later, aangezien hij in hetzelfde weekend eerst nog even een flat track wedstrijd moet rijden in Illinois. Maandag meldt Carr zich en krijgt te horen dat het oude record al is gesneuveld. Hij is er niet echt van onder de indruk. “Hoezo geschrokken? Dit is toch gewoon fantastisch. Zo vaak komt het niet voor dat er een zestien jaar oud record aan flarden wordt gereden. Ik heb respect voor iedereen die zo’n ding kan bouwen, maar nog veel meer voor iedereen die het lef heeft om hem tot ver over de 500 km/uur op te jagen. Om eerlijk te zijn, ik ben hier niet om sneller te zijn dan een ander. We zijn hier allemaal met maar één en dezelfde reden: we willen de klok verslaan,” legt Carr uit. BUB teammanager Dennis Manning, van huis uit een uitlaatfabrikant, vecht al bijna veertig jaar tegen de tijd. In 1968 bouwde de toen 22-jarige Manning zijn eerste streamliner, die de bijnaam ‘Big Ugly Bastard’ (BUB) kreeg. Die motor werd doorontwikkeld en Harley fabrieksrijder Cal Rayborn reed de machine slechts twee jaar later met 426,4 km/uur de geschiedenisboeken in. “Harley deed mij indertijd een aanbod. Ik kreeg $ 10.000,- als ik het record scherper zou stellen. Lukte dat niet dan werden alleen mijn hotelovernachtingen betaald. Ik accepteerde het aanbod,” kijkt Manning terug. Sinds drie jaar organiseert en sponsort hij de ‘International Motorcycle Speed Trails by BUB’, een evenement waar rijders mogen laten zien hoe snel zij en hun motoren zijn. Met de tienduizend dollar die Manning iets minder dan veertig jaar geleden verdiende, kom je tegenwoordig niet ver meer. Alleen het ontwikkelen van de machine kost al kapitalen. BUB heeft voor zijn zevende streamliner zelfs een eigen motorblok ontworpen, een drieliter V4 turbo vol Formule1 techniek. Ook de op een torpedo lijkende, dragende stroomlijnjas is een eenmalig exemplaar van koolstofvezel. De stuurinrichting is geen eigen ontwerp van BUB, maar werd geadopteerd van een F4 straaljager. Dinsdagochtend, iets na tienen, het uur van de waarheid voor het vuurrode monster. De slechts 1,65 meter lange Chris Carr wringt zich achter de stuurknuppel voor wat zijn achtste rit in de BUB 7 zal worden. Manning vertelt hem zijn eerste rit als warming-up te beschouwen. “Gewoon niet sneller dan 520 gaan”. Wat Manning er niet bij meldt, is dat de snelheidsmeter niet op de nieuwe achterband geijkt is. Zo wordt Carr niet braaf op 520 km/uur, maar op 571,3 km/uur geklokt. Het team reageert als door de bliksem getroffen bij het horen van de tijdwaarneming. Manning zelf weet dat ze nog maar halverwege zijn, voor een geslaagde poging moet namelijk binnen een tijdsbestek van twee uur de ‘return run’ gemaakt worden. Pas als die tweede reglementair voorgeschreven rit ook succesvol is volbracht, is de buit binnen. Terwijl het team en de machine klaar staan voor de tweede sprint, steekt er een aarzenlende wind de kop op. Een briesje van slechts zes meter per seconde is dan voldoende om de machine compleet uit koers te drukken. Een nogal onaangename verrassing dus. Carr laat zich er niet door van de wijs brengen. Hij laat de BUB 7 schuin tegen de wind inhangen en wordt geflitst bij een snelheid van 558,6 km/uur. Nog voor hij ook maar één voet op vaste grond heeft kunnen zetten, komt het team al met zijn gemiddelde snelheid: 565 kilometer ‘rond’ per uur. Alweer een nieuw wereldrecord. “Toen ze me vertelden hoe snel ik was, viel mijn mond letterlijk open van verbazing. Misschien blijft dit record maar een paar uur staan, maar wat maakt het uit? Voorlopig ben ik de snelste mens ter wereld op twee wielen,“ relativeert Carr zijn prestatie met een paar vreugdetranen in zijn ooghoeken. Terwijl het feestje bij BUB nog in volle gang is, prepareren de mannen van Ack Attack zich alweer voor de volgende ronde. Deze keer echter met volle turbodruk op allebei de Hayabusa motoren. Robinson komt een dag later inderdaad dicht in de buurt van de concurrentie, maar niet dicht genoeg. Daarmee is strijd tussen BUB en Art Attack nog lang niet beslecht, want er resteren nog twee dagen voor een allesbeslissende genadeslag. “Het is waanzin,” vertelt Chris Carr. “Gewoonlijk heb je het bij dit soort evenementen niet over twee volle dagen stress, maar over hooguit een uurtje. Daarna is het voorbij en pak je een biertje. Hier niet.” Het feit dat Carr ook de volgende dag niet aan ontspannen toekomt, valt niet te wijten aan de Attack crew. Sam Wheeler, bouwer en piloot van de EZ Hook, wil zich ontpoppen als de spreekwoordelijke derde hond. Wheeler meldt zich pas woensdag op de zoutvlakte, maar is zeker niet van plan om de twee resterende dagen voor spek en bonen uit te zitten. Hij komt voor succes. En hij staat er zeker niet beroerd voor. Zijn Hook beschikt over slechts één geblazen 1100 cc Kawasaki vierpitter, die bij lange na niet het vermogen levert waarover de concurrentie beschikt. De machine is echter veel lichter en heeft bovendien een luchtweerstandcoëfficiënt van 0,1007, veel minder dan zijn meer vermogende tegenstrevers. In theorie kan de EZ Hook het record breken, maar daarvoor krijgt het maar één kans. De grote vraag is of het voorwiel de extreme belasting wel aankan. En aangezien het team geen reservewiel heeft meegenomen is het een kwestie van de dood of de gladiolen. Terwijl het groene monster accelereert en langzaam uit het gezichtsveld verdwijnt, houdt iedereen onder de geïmproviseerde zonneschermen zijn adem in. Dan komt het telefoontje van de tijdwaarneming: 571,8 km/uur! De snelste tijd tot nog toe. Er is niemand die underdog Wheeler dit succes niet gunt. De schrik zit er dan ook goed in wanneer de melding komt dat Wheeler is gecrasht. Net na het passeren van de meetapparatuur loopt de voorband leeg en vliegt aan flarden. De machine gaat op zijn kant en trekt een kilometer lange groene streep over het witte zout. Wheeler zelf blijft hierbij ongedeerd. Lichamelijk althans, zijn droom ligt in duigen en geestelijk is hij helemaal kapot. “Om met andere banden te kunnen rijden, moet ik een heel nieuwe motorfiets bouwen. Dat kost zoveel tijd. Zoveel geld. Ik weet niet of ik dat nog een keer kan opbrengen,” verklaart Wheeler met een blik Budweiser in zijn hand, terwijl hij de schade aan de EZ Hook opneemt. Wheeler ligt eruit. Toch is de buit voor het BUB team verre van binnen, want al bij het eerste ochtendgloren zijn de mannen van Ack Attack bezig met de voorbereidingen voor een laatste poging. Nog één keer met volle turbodruk. Rocky Robinson komt goed weg en bouwt in een korte tijd veel snelheid op. Opeens wordt hij door een onverwachtse windvlaag van zijn lijn gedrukt en moet de run voortijdig staken. Op dat moment dat zit Chris Carr al vastgesnoerd in de BUB 7, klaar voor een tegenaanval mocht Ack Attack zegevieren. Hij blijft daar de rest van de morgen. Tegen tienen opent Robinson andermaal de aanval op het record. Hij zit nog in de eerste van de vier versnellingen als bij het opschakelen een akelig lawaai uit het blok klinkt. Robinson denk zelf aan een gebroken krukas, maar het blijkt een distributieketting te zijn die de geest heeft gegeven. Akatiff jaagt zijn mensen op. “Repareren die boel, we hebben twee uur de tijd.” Anderhalf uur blijkt uiteindelijk voldoende. Het is bijna middag als de teams naast elkaar aan de start staan. Weer gaat Robinson er als een bezetene vandoor op jacht naar de ultieme eer. Tevergeefs. Weer gooit een gebroken distributieketting alles in het water. Chris Carr laat zich losgespen en schreeuwt het uit van vreugde. Hij was en blijft de snelste mens op twee wielen. En Denis Manning kan eindelijk de champagne laten knallen. “Het was kantje boord,” vertelt Carr met een duidelijk respect voor zijn tegenstanders. “Het hoort erbij dat je tegenstanders er voor de volle honderd procent voor gaan. Dat hebben ze gedaan en daar heb ik bewondering voor.” Eenmaal over zijn teleurstelling heen ziet Rocky Robinson het allemaal toch wel positief in: “Nou ja. Het oude record heeft zestien jaar gestaan en dat hebben wij gebroken. Toen kwam Carr en die ging nog sneller. Uiteindelijk is Sam Wheeler de snelste van ons allemaal geweest, zij het op een enkele run. En dat allemaal binnen vijf dagen. Zoiets gebeurt nooit meer, wij hebben hier deze week geschiedenis geschreven.” [Kader] [Tabelle Rekord-Legenden] RECORDHOUDERS Jaar Coureur Motorfiets km/uur 2006 Chris Carr BUB-V4 565 2006 Rocky Robinson Suzuki Hayabusa* 552,3 1990 Dave Campos Harley-Davidson* 518,4 1978 Don Vesco Kawasaki 1000* 506 1975 Don Vesco Yamaha 750* 487,5 1970 Cal Rayborn Harley-Davidson* 426,4 1970 Don Vesco Yamaha 350* 405,3 1966 Bob Leppan Triumph 650* 395,3 1962 Bill Johnson Triumph 662 361,4 1956 Wilhelm Herz NSU 500 338,1 1955 Russel Wright Vincent 1000 297,6 1951 Wilhelm Herz NSU 500 290,3 1937 Ernst Henne BMW 500 279,5 Over een door de FIM erkende afstand van één kilometer met vliegende start *met twee motorblokken

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...