Historische GP Eext
Voor de vijftiende keer hield de Stichting Historische Motor GP Eext haar evenement. Naast de regelmatigheidswedstrijden van de Historische Motorsport Vereniging (HMV) was het thema ‘Honda Legends’, in het kader waarvan racelegendes Freddie Spencer en Jim Redman aan de start verschenen.
DeHistorische Motor GP in het brinkendorpje Eext is in 1998 ontstaan als bijprogramma van een beddenrace, maar wordt tegenwoordig georganiseerd in samenwerking met de HMV en de hulp van honderden vrijwilligers. Het parcours is even opvallend als uniek, want het loopt dwars door de dorpskern. In een land met veel (over)gevoelige oren, juridische stuiptrekkingen en een zeldzame paddentrek, is zo’n evenement steeds lastiger te realiseren. Gevolg is dat de twaalf evenementen van de HMV bijna allemaal zijn verbannen naar onbewoonde bedrijventerrein of verlaten weilanden, behalve Eext. Hier ondergaat men de jaarlijkse metamorfose met dranghekken, strobalen, veel decibellen en schuifelende bezoekers door de voortuin met veel enthousiasme en inzet. Gevolg? Een professionele organisatie en unieke sfeer. De deelnemers nemen de gladde klinkers om kroeg en kerk en het smalle parcours met krappe bochten daarom voor lief. Verdeeld over zeven klassen rijden ze hun regelmatigheidswedstrijden. Want van een race is bij de HMV om veiligheidsreden geen sprake. Hier gaat het gaat er om zo constant mogelijke rondetijden te rijden. Maar dat kun je natuurlijk ook best in een vlot tempo doen. Om de onderlinge snelheidsverschillen te beperken is er een onderverdeling in 50, 125, 250, 350 en 500 cc en zijspannen. De motoren mogen niet jonger zijn dan bouwjaar 1965. Een uitzondering geldt voor de 50 cc machines en zijspannen, die tot bouwjaar 1972 worden toegelaten. Dit omdat er tot in de jaren zeventig in deze klassen nog flink is doorgeborduurd op bestaande techniek. Met deze indeling houdt de HMV het jongere en snellere (Japanse) geweld buiten de deur. Voor de echte nostalgieliefhebbers zijn er ook een 125cc-veteranenklasse en een Pre50-klasse, waarvan de bouwjaren van de motoren tot in de jaren dertig teruglopen.
Toch ging ook het meer moderne spul ging in Eext over het parcours, maar dan in een demorit onder auspiciën van de HMV. In dat kader kwamen ook de Honda Legends voorbij, waaronder Freddie Spencer, Jim Redman en Alex George. En ook Jurgen van den Goorbergh was van de partij. Redman reed met een Honda zescilinder, terwijl Spencer op een Honda Bol d’Or in AMA Superbike-trim in actie kwam en George op een Honda RCB van het TET Endurance Team. Voor Redman, met een respectabele leeftijd van 83 jaar, was het al het vierde optreden in Eext. Ook in de andere demoklasse, Parade GP, waren bekende namen te zien, met dank aan de racende tandarts Michel du Maine die het veld bij elkaar bracht. Hoewel het ook hier om een demonstratie ging, maakten met name mannen als Marcel Ankone (Suzuki TR500), Theo Bult (Yamsel 350) en Gerard van der Wal (Spondon TZ350) er een geweldig spektakel van. Het trio boenderde over de klinkers dat het een lieve lust was. Marcel Ankone (66): “Op echte circuits kun je lekker tekeer gaan, maar hier pas ik toch echt mijn snelheid flink aan.” Ankone rijdt tegenwoordig een zestal classic-evenementen per jaar, waaronder Tubbergen maar ook Spa-Francorchamops en Dijon. Ankone reed in Eext met een Suzuki TR500, die als fabrieksbenaming XR05 kreeg, waarmee hij vroeger zelf in de GP’s uitkwam. “De fabriek stelde tien exemplaren ter beschikking aan onder andere Barry Sheene en Jack Findlay en via Suzuki-importeur Nimag aan mij. Na mijn racecarrière heb ik de motor in 1976 verkocht. De nieuwe eigenaar ging er mee racen en kreeg een ongeluk. Hij stopte en ik kon mijn motor terug kopen, maar die lag behoorlijk in de kreukels. We hebben hem eerst provisorisch gerepareerd, maar voor de Centennial in 1998 was hij weer helemaal origineel. Het valt tegenwoordig niet mee om de motor goed te houden, het zijn allemaal speciale onderdelen. Veel dingen, zoals de zuigers, maken we zelf. Gelukkig krijg ik hulp van monteur Gerrit Veldscholten, die in mijn GP-tijd ook mijn monteur was.” Volgend jaar hoopt Ankone met een Suzuki TR750 te racen. “Het is niet de echte fabrieksracer uit 1975, die zijn onbetaalbaar. Maar de afgelopen twee jaar hebben we er een perfect nagebouwd.”
De meeste deelnemers mogen dan minder status als coureur genieten, een stukje sleutelen kunnen ze wel. Evert Janssen bijvoorbeeld. Samen met zijn zoon Raymond onderhoudt hij vier Velocettes in de klassen 350 cc en Pre 50. Evert Janssen: “Pa had een smederij en hield van motorfietsen. Hij had in de werkplaats met de TT de radio aan. Toen hoorde ik als klein kind het geluid van de motoren waar ik nu mee rijd.” Dat zijn hobby met vier Velocettes erg intensief is, geeft de instrumentmaker uit Zetten grif toe. “Het is zo gegroeid. Een collega van me reed ook met een 250 cc Velocette bij de HMV, totdat hij zijn machine wilde verkopen. Mijn zoon wilde ook graag rijden, dus kocht ik die Velocette er bij voor hem. Mijn zoon is op zijn zeventiende bij de HMV gegaan en nu hij dertig is, rijdt hij nog steeds samen met mij. Een derde Velocette kwam over uit Sri Lanka, maar daar bleek heel veel werk in te zitten. “Die importeerden we goedkoop. Maar toen we het blok opentrokken, sprongen de tranen me in de ogen. Als er al onderhoud aan was verricht, dan was het met een hamer en beitel.“ Van dat alles is nu niets meer te zien, sterker nog: de Velocettes verkeren mede door de vele handgemaakte onderdelen in sublieme staat. Vader en zoon hebben tal van verbeteringen aangebracht, zoals een aangepaste cilinderkop, een titanium uitlaat en een zelf gemaakte Webb-voorvork, met verscholen in de grote centrale veer een schokdemper. Een van de Velocettes heeft een nagemaakte aluminium cilinderkop, waarvan de overstroom is verhoogd om meer olie in de kop te krijgen voor extra koeling. Ook zitten er andere lagers, drijfstangen en zuigers in. “Zo ga je toch van 6 pk aan de krukas naar 14 pk aan het achterwiel. Maar het gevolg is wel dat er elders weer iets stuk gaat wat je verbeteren moet. Zo besteed je dan 98% van je hobby naast in plaats van op de Velocette”, lacht Evert.
Ook een plaatje is de 125 cc Ducati van Hans Veldwijk. De oud-motorfietsmonteur begon ooit te racen met een NSU Superfox. “Ik reed de allereerste brommerrace die de KNMV organiseerde”, vertelt hij. Zijn vervoer naar de circuits was toen ook creatief. “In een oude Volkswagen Kever zonder achterbank en de passagiersstoel. En het voorwiel uit de motor want anders paste het niet. Mijn vrouw ging ook mee. Die zat achter me op een accu.” Een dikke vijftig jaar later geniet Hans nog steeds van elke meter. Zijn vrouw Hanneke, penningmeester bij de HMV, vergezelt hem naar elk evenement. Hanneke Veldwijk: ”Toen Hans 65 jaar werd, besloten we alleen nog te doen wat we leuk vinden. Nu is Hans 76 en doen we dat nog steeds. Maar in het bestuur moest ik wel even wennen aan de mannenwereld, maar het ijs was snel gebroken. Vooral toen ik op de eerste vergadering riep: ‘Ik weet niets van techniek, alleen dat mijn man met een enkele bovenliggende nokkenas rijdt.’” Henk van Boxmeer (55) uit Gemert rijdt nu drie jaar bij de HMV met een 125 cc DKW tweetakt uit 1953. Het model lijkt vooroorlogs en is dat technisch gezien ook wel. Henk van Gemert: ”Voor de oorlog waren er veel DKW’s met voor die tijd moderne techniek, maar in de oorlog zakte de productie volledig in. Na de oorlog was er geen geld en bouwde men de lichte motorfietsen van voor de oorlog. Dit model kwam in 1940 al op de markt. Later kwam de Muur, die Duitsland verdeelde. In het oosten ging men verder onder de naam MZ, terwijl de naar het westen gevluchte technici daar verder werkten onder de naam DKW.” Ter verbetering heeft Henk de magneetontsteking door een elektronische unit vervangen en de driebak voor een vierbak gewisseld. Van Boxmeer reist samen met het Sanders-kwartet (Pieter sr., Pieter jr., Joep en Rene), dat zich als ‘Pasotti Team’ in de 50cc klasse manifesteert. Met zowel een Benelli ‘bromfietsframe’ als een frame van het Italiaanse Pasotti hebben ze in combinatie met een Minarelli-blokje een mooi vergelijk in weggedrag. “Op de Benelli-frames moet je werken. De Pasotti vormt een geheel met je lichaam en lijkt vanzelf te sturen”, weet Pieter Sanders. Uniek is de Moto Morini van Rene Sanders. Het is namelijk de enige 50 cc viertakt in het veld. “De motor stamt uit 1970, werd gebruikt in het Italiaanse bergklimkampioenschap en is nog helemaal origineel. Hij levert wat minder vermogen, maar is met zijn lagere toerentallen wel oerbetrouwbaar.” Dat laatste geldt ook voor het gros der deelnemers in Eext. Velen hebben de pensioengerechtigde leeftijd reeds overschreden. Maar in die charme schuilt meteen ook een risico voor de toekomst. Wat gebeurt er als deze krasse knarren toch moeten stoppen met hun motoren? Op een enkele zoon of dochter na lijkt de jeugd veel minder enthousiast voor deze passie. In ieder geval doet de HMV er alles aan om de oude machines rijdend te houden. Er staan immers al genoeg oude renpaarden voor veel geld in een dure schuur.
