+ Plus

Vergelijkingstest SWM Silver Vase 440 – Mash Scrambler 400

Retro is in. Maar het hoeft niet per se een peperdure BMW of Triumph te zijn. Voor een fractie van de prijs van zo’n Europeaan heb je ook een kleine, luchtgekoelde ééncilinder uit China, zoals deze offroad-singles met klassieke looks van Mash en SWM. Deugen die dingen?

Simpele techniek, robuuste afwerking, functioneel design: volgens dit recept werden lang geleden terreinmotoren gemaakt. En eigenlijk geldt dat ook wel een beetje voor deze beide ‘moderne’ eencilinders van Mash en SWM, die beide niet alleen hun oorsprong in China hebben, maar zelfs uit hetzelfde huis afkomstig zijn. Achter beide merknamen gaat namelijk het Shineray-concern schuil. Beide machines worden aangedreven door beproefde, eenvoudig geconstrueerde ééncilinders.
Laten we eens met de Mash beginnen. De merknaam is bedacht door de Franse Shineray-importeur SIMA, om deze Chinese machines in Europa beter aan de man te kunnen brengen. We reden al eens met de Five Hundred, die zich in test met de Yamaha SR400 (MotoPlus 4/2015) dapper staande hield. Het luchtgekoelde 400-blok doet in optische zin sterk denken aan Honda ééncilinders uit de jaren tachtig. Ook in technische zin, want de RVFC-techniek van die modellen met vier radiaal gepositioneerde kleppen en een centrale nokkenas is in feite gekopieerd. Echt heel goedkoop is de Scrambler 400 met een prijs van € 5.495,- nu ook weer niet, en dat geldt ook voor de € 5.990,- kostende SWM. Voor minder geld heb je bijvoorbeeld een Honda CBR300R met ABS en moderne techniek, om maar even een dwarsstraat te noemen.
Maar daar kan en wil dit duo zich niet aan meten. Om met deze beide machines gelukkig te worden, moet je er vrede mee hebben dat ze er niet alleen uitzien als motoren uit de jaren zeventig, maar ook zo rijden. De Mash remt achter bijvoorbeeld nog met een trommelrem. In stijl dus, maar voldoende krachtig ook om het Yuanxing-rubber om het achterwiel aan het roken te krijgen. Voorvork en achterschokdemper doen hun werk onder het motto ‘hart, maar hartelijk’. Kleine oneffenheden worden domweg genegeerd, grotere worden dapper beantwoordt.
Het motorblok van de Scrambler geeft meer reden tot vreugde. Het loopt weliswaar wat rauw, maar hangt mooi zuiver aan het gas en is lekker levenslustig. De vijf versnellingen laten zich best nog nauwkeurig kiezen, en zelfs de neutraalstand is wachtend voor een stoplicht nog makkelijk te vinden. In deze Scrambler-uitvoering met één uitlaatdemper is de éénpitter goed voor 27 pk, twee minder dan de technisch identieke Five Hundred met twee uitlaatdempers levert.
De Mash is in ieder geval een eerlijke motorfiets. Waarmee we willen zeggen: wat er als metaal uitziet, is ook metaal. De benzinetank in ieder geval, de spatborden eveneens en een magneet werkt zelfs op het nummerschild boven de koplamp en de zijdeksels. Helaas ook op de wielen, het budget was blijkbaar niet toereikend voor aluminium exemplaren. Een zeldzaam verwijzing naar vervlogen tijden vind je in de koplamp. Een lijvige Bilux-lamp probeert even dapper als vergeefs licht in de duisternis te scheppen. Overdag kun je het licht ook uitschakelen, wat tegenwoordig ook al een beetje retro is. En je zit ook nog eens goed op de Mash, alhoewel de polstering van het zadel wat aan de zachte kant is.

Het Italiaanse merk SWM (Speedy Working Motors) was in de jaren zeventig een grote naam in de endurowereld en vergaarde liefst zes Europese titels. Later ging het bergaf, waarna het merk in 1984 uit beeld verdween. Tot in 2014 het voormalige Husqvarna-personeel na de verkoop van Husqvarna door BMW aan KTM ineens zonder product en werk stond en uiteindelijk SWM weer tot leven kwam. Ondertussen wordt er in Varese weer geproduceerd, deels met de techniek van oude Husky’s en deels gebaseerd op machines van moederconcern Shineray. De componenten van de Silver Vase 440 zijn voor het grootste deel afkomstig uit China, en worden aangevuld met Italiaanse aanbouwdelen. In principe hebben beide modellen hetzelfde motorblok, maar heeft de SWM door een wat grotere boring 445 cc inhoud in plaats van 397 cc. Meer longinhoud betekent in de regel meer vermogen en meer koppel en dat is ook hier het geval. Met een gemeten 32 pk vermogen voelt het zowel objectief als subjectief allemaal net even wat krachtiger aan. Het SWM-blok met zijn krachtige middengebied en pittige sound tovert echt een grijns op je smoel. Klein minpunt: het grotere blok vibreert ook wat meer. Dat zal de een als storend ervaren, een ander juist als karakter.
Ondanks de goede afwerking had deze testmotor met een paar mankementjes te kampen, die in de uiteindelijke serieproductie hopelijk verdwenen zullen zijn. Het blok zweette een beetje olie, terwijl de neutraalstand vaak slecht te vinden was en het storingslampje van het motorblok af en toe oplichtte. De al langer in productie zijnde Mash Scrambler is wat dat betreft meer uitgerijpt. Desondanks beschikt de SWM over de betere onderdelen met onder andere een rvs-uitlaatsysteem, een schijfrem achter en een instelbare voorvork.
Die voorvork sprak op dit kakelverse exemplaar nog niet heel verfijnd aan, maar dat mag de rijpret nauwelijks drukken. Door het sonore blubberen uit de dubbele uitlaten aan de rechterzijde en de old school zitpositie, ver naar achteren en met kaarsrecht bovenlichaam, waan je je al snel Steve McQueen himself. Hoogstaande rijdynamische prestaties moet je van deze lichte retro Scramblers niet verwachten, eerder een authentiek en sympathiek gevoel. En dat geven ze beide in ruime mate!

 

Lees meer over

BMW Honda Triumph Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...