+ Plus

Vergelijkingstest Moto Guzzi MGX-21 – Harley-Davidson Street Glide

We weten niet of Freddie Mercury geïnteresseerd was in motorfietsen, maar de muzikale ode van Queen aan vrouwen die wat steviger rond de heupen zijn, past in elk geval uitstekend bij deze twee ‘vette’ bagger cruisers.

Met name dameskleding is sterk onderhevig aan modetrends. De ene keer is het kort, dan weer lang, soms strak en dan weer wijd. In de motorwereld is het niet veel anders, al duren de stijltrends hier veel langer. Zo weerspiegelt het modellenaanbod van Harley-Davidson de actuele modetrends door de jaren heen, vooral omdat de basis nauwelijks verandert. Soms zijn het de gestripte oerchoppers met lange voorvorken in Easy Rider-stijl, dan weer gedrongen Bobbers met dikke voorbanden. Een relatief jonge trend is die van de zogenaamde ‘baggers’. Deze machines zijn afgeleid van de grote toercruisers; de naam ‘bagger’ stamt dan ook af van het Engelse woord bag, ofwel tas of koffer. Zelfs BMW is nu in dit genre gesprongen met de K1600B.
Bij baggers gaat het echter niet om de gebruikelijke, overdadig uitgeruste toerfietsen in de stijl van bijvoorbeeld een Harley Electra Glide (c.q. Ultra Limited). Een bagger heeft meer elementen uit het chopper-genre en moet een dynamische, ietwat agressieve uitstraling hebben. De kleur is dus bij voorkeur zwart – zoals bij onze beide testmotoren. Verdere typische stijlelementen zijn strak gelijnde stuurkuipen met ingekorte ruiten, grote en slanke voorwielen en een naar achteren toe aflopend silhouet.
Tijd om de machines te starten en op weg te gaan! Eerst gaan we aan boord van de Harley-Davidson Street Glide. Je zitvlak daalt neer op slechts 695 millimeter van de grond, je handen reiken juist vrij hoog naar het dikke verchroomde stuur. Voor je zie je een indrukwekkende verzameling analoge klokken, met daaronder een 6,5-inch-touchscreen. Dat is niet alleen een navigatiesysteem en infoscherm, je bedient er ook de geluidsinstallatie mee.
Op de Guzzi zit je met 760 millimeter duidelijk hoger en het stuur staat verder van je af. Je blik valt op twee ronde tellers die snelheid en toerental klassiek analoog weergeven. In het digitale middengedeelte vind je links een ‘infotainment’-scherm, rechts uitgebreide informatie van de boordcomputer. Helaas zijn de beide displays lastig afleesbaar door het spiegelende glas.
Het hoge gewicht – deze machines zitten boven de 360 kilo! – vereist in beide gevallen een stevige aanpak bij het van de jiffy halen en het stapvoets manoeuvreren. Zodra de twee gevaarten eenmaal rollen, is de massa echter al snel een stuk minder nadrukkelijk aanwezig. De Street Glide verschilt van de in MotoPlus 23/2016 geteste Road King door een groter voorwiel (bandenmaat 130/60 B19 in plaats van 130/80 B16), de ‘Batwing’-stuurkuip met bijbehorend dashboard en de koffers. Of het iets zwaardere en tragere sturen komt door het 19-inch voorwiel met platte 130/60-band of door het gewicht van de op het stuur gemonteerde kuip, dat is gissen. Het verschil is gelukkig niet groot en stoort niet echt.

Bij de MGX-21 liggen de zaken iets anders. De typeaanduiding zegt het al: het voorwiel heeft een diameter van liefst 21 inch! Het ziet er erg cool uit met dat eromheen gedrapeerde voorspatbord en de carbonfiber naafkap, maar het doet het stuurgedrag van de Guzzi geen goed. Terwijl bij de Audace – waar de MGX-21 op is gebaseerd – niks op het rijgedrag viel aan te merken en die machine de vergelijkingstest met de Triumph Thunderbird en Victory Hammer S zelfs gemakkelijk won, valt de MGX-21 door de mand. Al bij het manoeuvreren is de stugge stuurdemper hinderlijk en bij langzaam rijden zorgt hij voor een voortdurend, irritant kantelgevoel. Boven de 150 kilometer per uur vertoont de machine bovendien een neiging tot pendelen, wellicht de reden waarom er zo’n zware stuurdemper is gemonteerd. Bij 180 km/uur wordt het motorblok afgeregeld en daar hoef je als rijder niet rouwig om te zijn. Argwanend als we zijn, hebben we de stuurdemper bij wijze van test ook even gedemonteerd, maar dat leerde ons dat hij niet juist de óórzaak is van het pendelen, want zonder was het nog erger.
De remmen met hun opvallende rode remklauwen doen hun werk in elk geval goed. Ook de luchtgekoelde V-twin met zijn in lengterichting liggende krukas is bijzonder fijn. Stationair draaiend loopt hij echt op z’n Guzzi’s nog wat stampend, maar al rijdend verraste hij ons met een prachtige motorloop. Ook de versnellingsbak doet zijn werk overwegend geruisloos, soepel en behoorlijk precies, maar daar hoeven we sinds de eerste Norge 1200 al niet meer verbaasd over te zijn.
In tegenstelling tot de MGX-21 voelt de Street Glide met de nieuwe 2017-vering weliswaar Harley-typisch zwaar en looiig aan, maar hij stuurt wel bij alle snelheden vrijwel neutraal en stabiel. Het zal een Harley blijkbaar worst zijn wat er voor voorwiel in zit, zolang er maar eentje is.
Het Harley-blok is nu in zijn nieuwste ‘Milwaukee-Eight’-incarnatie met vierklepskoppen meer dan ooit een wonder van laagtoerig koppel. Al vanaf stationair toerental is er serieuze trekkracht, op die typische, elastische Harley-manier. Ook de versnellingsbak doet zijn werk goed, zij het dat schakelen gepaard gaat met indrukwekkende metalige klonkgeluiden, alsof er enorme tandwielen worden verschoven. Subtiel is het niet, maar het past er eigenlijk wel bij. Minpuntje is dat de vrijstand vaak lastig te vinden is.
Beide motoren zijn geen ballerina’s in het krappe werk; ze hebben een duidelijke voorkeur voor bredere, vloeiende wegen met ruime bochten. Daar kunnen ze dan ook platter door de bocht dan je zou verwachten. Mooi strak asfalt is ook een groot voordeel, want beide motoren hebben met name achter erg korte veerwegen. De Guzzi is al karig bemeten met zijn 80 millimeter, maar de Street Glide spant de kroon met een onwaarschijnlijk korte 54 millimeter! Dan kun je gewoon geen soepele vering meer hebben.
Voor snelwegetappes hebben ze beide een cruise control, waarbij de Guzzi nogal sprongsgewijs op snelheidsaanpassingen reageert. Op die snelweg kunnen we meteen mooi de windbescherming testen. Resultaat: wat de Guzzi aan de bovenkant mist, maakt hij aan de onderkant goed. Dat wil zeggen dat hoofd en handen op de Harley beter uit de wind en eventuele regen zitten, terwijl op de Guzzi je benen beter beschut zijn, dankzij de machtige cilinders aan weerszijden. Ook biedt de Guzzi een betere zitplek aan de passagier. Het kleinere zadel van de Harley loopt naar achteren af, waardoor je achterop de Harley bij acceleratie steeds het gevoel hebt er elk moment af te kunnen glijden.
Dat de Street Glide bij de zeer rustig gereden verbruikstest-ronde met 1 op 19,6 ruim een kilometer minder ver komt op een liter dan de identiek gemotoriseerde Road King, kan liggen aan de grote stuurkuip. De Guzzi loopt bij datzelfde rustige tempo overigens nog een stuk minder zuinig: 1 op 17,2.

Terugkomend op het begin van dit verhaal: muziek. Persoonlijk ben ik eigenlijk van mening dat je op een motor geen geluidsinstallatie nodig hebt. Eigenlijk. Anderzijds hadden we een paar jaar geleden een Victory Cross Country in de garage staan, ook zo’n kolos van een motorfiets, gehuld in een stralend witte lak, met geluidsinstallatie, en die had ik een paar dagen mee naar huis. Het was zomer en dus besloot ik om mijn favoriete duopassagiere op een ritje te trakteren. Ze was, zeer tegen haar gewoonte in, geheel in het wit gekleed. En geloof het of niet, maar net op het moment dat de zon onder ging, klonk uit de luidsprekers ‘Nights in White Satin’. Een groter cliché is nauwelijks denkbaar, maar juist daarom is het me altijd bijgebleven….
Op de Guzzi zou deze gebeurtenis waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden. De ontvangstkwaliteit van de radio is namelijk niet geweldig en het geluid uit de luidsprekers vrij dun. Het geluid uit de twee uitlaten trouwens ook, de kleinere V9 heeft wat dat betreft meer te bieden. De USB-stick kon aanvankelijk alleen in chronologische volgorde worden afgespeeld, later helemaal niet meer. We gaan er maar vanuit dat dat exemplarisch is.
De Harley doet dit alles beter. Je kunt zowel met de knoppen op het stuur als via het touch screen door het menu, en het geluid is echt goed en kan aardig hard. Tot zo’n 130 kilometer per uur kun je nog goed naar muziek luisteren; met het vizier open hoor je zelfs aardig wat hoog. En een duidelijk stereogeluid! Wil je niet als een soort rijdende discotheek overkomen, dan kun je bij het binnenrijden van de bebouwde kom echter beter het geluid wat zachter zetten.
En Freddie Mercury? Motoren waren waarschijnlijk niet echt zijn passie, want we hebben hem maar één keer op een motor zien poseren, in 1979, op een Honda GoldWing….

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Eerste Test Triumph Daytona 660

Eerste Test Triumph Daytona 660

28 maart, 2024

Ook Triumph wil een graantje meepikken in het groeiende segment van betaalbare sportieve motorfietsen. Waar de ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-