+ Plus

Oldtimer markt Vehikel

Twee jaar per jaar staan ze naast elkaar op de Vehikel in Utrecht, de professionele handelaar en de liefhebber die zijn schuurtje op kop heeft gezet en het “overtollig vet” te koop aanbiedt. MotoPlus bezocht de standhouders, bekeek hun waar. Van een Vincent Rapide van dik 34 mille tot Ural-claxons voor een euro.“Deze beurs is een leerproces”Standhouder: Vin Egan van Vbikes uit EngelandStandoppervlakte: ongeveer vijftig vierkante meter, vooral omdat ook aan de muren koopwaar is gehangen. Geen tafels, alles op de grond en in bakken. In de hoek staat een Engelse bestelbus – met als drie laatste letters van de nummerplaat een vrouwelijk geslachtsdeel. Geeft op Nederlandse wegen nogal eens aanleiding tot hilariteit, hebben de bestuurders gemerkt. Specialiteit: geen. Verkopen alles waar handel in zit. “Samen met m’n zakenpartner Perry verkoop en koop ik onderdelen. Maakt niet uit wat, alles wat maar wil verkopen. Ik doe dit in Groot-Brittannië en Ierland al een jaar of vijftien. Zo’n twintig markten per jaar. Sinds 2006 kom ik ook naar het Europese vasteland. Ja, hier kan ik m’n brood mee verdienen. Gaat heel aardig. Weet je, mensen hier willen alles voor niks. Het Nederlandse publiek is vriendelijk, dus geen probleem, hoor. Zo werkt het eigenlijk altijd op dit soort beurzen, maakt ook niet uit waar je komt. Als je er niet naar vraagt, weet je zeker dat je het niet krijgt. Niet dan? Voor deze beurs hebben we vooral vroeg Japans spul meegebracht, omdat wij dachten dat daar de meeste vraag naar zou zijn. We hebben veel nieuwe ‘oude’ stockonderdelen van Suzuki en Honda, als je begrijpt wat ik bedoel. Zo ongeveer vanaf 1970. Wat we verkocht hebben tot nu toe? Pfff…. Accessoires en onderdelen. Niks specifieks. Dat is ook een beetje het probleem. We weten nog niet goed wat de mensen zoeken.Voor mij is zo’n beurs als deze ook een soort leerproces, snap je. Ik probeer ook een beetje een netwerk op te bouwen. We zijn ook nog bij een paar dealers in de omgeving van Eindhoven geweest met onze spullen. Kijken wat dat wordt. Ja, en we hebben nog een Thundercat uit 2001 staan voor 3.500 euro. Da’s een goeie prijs, hoor. D’r is ook veel vraag naar dat oude Honda GoldWing-blok uit 1976. Heeft maar 25.000 mijl (40.000 kilometer, FW) gelopen. Wat het kost? Komt je op zeshonderd euro. Wat ik zelf rijd? Dat zul je hier niet vinden. Ik rijd het liefste sportieve fietsen. Ik doe ook circuitdagen en we hebben een eigen raceteam met Aprilia RSV’s en Honda CBR’s. Ook leuk.” “Drie slaapzakken en nog kouwe voeten”Standhouder: Harrie Oosting, particulierStandoppervlakte: ongeveer vijftien vierkante meter. Wat spullen op de grond, het meeste ligt los op de tafels of in meegebrachte kratten. Van tanks tot achterlichtjes, gebruikte tandwielen of originele emblemen van JLO, Triumph of AJS. Onder de tafels een tas met krentenbollen, een kuipje Becel-margarine en yoghurtdrink. Klapstoeltje wordt nauwelijks gebruikt. Specialiteit: “vooral Engels spul”“Hoe begint zo’n handeltje? Tja… Een keer met het opruimen van een schuur. Ik heb veel klanten die Engelse spullen zoeken, maar ook wel lui voor Italiaans. Het is ook een beetje wat ik tegen kom. Maar het is door de jaren heen allemaal gebruikt. Ik ben geen expert, hoor. D’r komen hier klanten langs die meer weten dan ik. Liefhebbers weten wat ze zoeken. Maar ik zie hier ook handelaren, hoor. Zelf loop ik ook altijd wel rond en ik koop ook wel dingen die ik bewaar. En ik verkoop als ik het kwijt wil. Zo doe ik ongeveer tien beurzen per jaar. Voor de tijd ben je toch een paar avonden aan het uitzoeken. Op de beurzen zelf sta ik altijd alleen. Ik word wel eens gebeld als ik ergens sta: ‘wil je dat en dat voor me meenemen?’. Ik slaap ook gewoon in de bus. Vannacht drie slaapzakken en nog kouwe voeten!Het begon allemaal kleinschalig. Ik kom ook uit een motorfamilie, maar van de onderdelenbeurs in Hardenberg had ik nog nooit gehoord. Toen ben ik daar een keer met spullen gaan staan en ik verkocht hartstikke veel. Véél te goedkoop. Ja, daar leer je van. Zelf reed ik vroeger altijd Engels. Matchless, bijvoorbeeld. Nu heb ik een Bonneville uit 1970 staan, een Norton en nog een Guzzi. Allemaal privé. Ik heb ook veel tanks. Zo’n tank van een Bonneville T40 verkoop ik voor 175 euro. Net verkocht ik een handleidingboekje voor vijf euro. Nee, dit is niet m’n beroep. Dan kwam ik om van de honger. Het is leuk als ik de kosten er uit heb. Het is puur hobby, maar wel officieel. In het dagelijks leven ben ik chef productie bij een cosmeticafirma. Heel wat anders, ja. Hoewel hier wel klanten lopen die onze spullen zouden kunnen gebruiken, haha! Dat wiel daar? Nee, dat is niet te koop. Dat is het reservewiel van de aanhanger staat onder tafel. Kan zo niet van de aanhanger gestolen worden, vandaar.”“Claxons voor één euro”Standhouder: Robert, een particuliere handelaar uit LetlandStandoppervlakte: zo’n acht vierkante meter. Een paar tafels en waar tegen de muur en op de grond en in bakken. Op de grond pruttelt als ontbijt een onduidelijk soepje op een aarzelend gasbrandertje. De schuchtere Robert, de hele dag met mus op en jas aan, lepelt af en toe uit het gebutste pannetje. Tussen alle losse onderdelen staat een klein portretje. Serafin, een Russische heilige, kijkt richting de standhouder. Die doet zijn verhaal in gebroken Engels. Specialiteit: Ural en Dnepr“Woensdag ben ik in de auto gestapt. Lange reis. Tweeduizend kilometer. Vrijdagmorgen waren we hier. Ik en een vriend. De eerste keer hier was in 2000. Drie keer per jaar ben ik in Nederland, twee keer in Duitsland en nog een keer of drie in Letland. Toen ik naar de beurzen in het buitenland ging, ben ik Engels gaan leren. Op school hadden we vroeger Duits gehad. Geen Engels. Thuis ben ik monteur. Tegenwoordig doen we ook Japanse en Europese motoren. Hier sta ik met onderdelen voor oude Sovjet-machines. Ural en Dnepr. Mensen zijn wel geïnteresseerd. Maar niet heel erg. Ik heb oude onderdelen, maar ook nieuwe spullen. Allemaal Sovjet-stock. De Sovjet-markt is bijna dood. Duitse klanten zijn goed. Die willen motoren en onderdelen uit de Tweede Wereldoorlog. Moeilijk te krijgen. Maar ik heb van alles. Zadels voor twintig euro, claxons voor één euro. Vooral van M72 en K750. Daar is vraag naar. De Ural M72 is ook mijn favoriete motor. Een kopie van BMW uit de jaren vijftig. Misschien wel beter dan het origineel. Pothelmen heb ik ook. Spatborden. Cilinders, krukassen. Het ligt hier allemaal. Dat portretje? Serafin. Nee, is niet te koop. Waar ik slaap? Hier. In de auto. In een militaire slaapzak. ‘American made’.”“Liefde is niet te koop”Standhouder: Ben Héman van Michaël BV, professioneel handelaar uit AmsterdamStandoppervlakte: ongeveer 25 vierkante meter. De waar staat op de eigen wielen, ligt op de eigen tafels, in meegebrachte bakken of hangt aan eigen rekken. Van duur tot tientjesspul. Prachtige naven, voorvorken en frames. Bijna alles blinkt en glimt. Tanks, zuigers, clip ons. Specialiteit: “Classic Sports & Competition Motorcycles” staat er op het visitekaartje. “Tien jaar geleden, op m’n 51e, verkocht ik m’n bedrijf. Ik verhuurde meubilair en zo, voor feesten. Vijftig man personeel had ik, maar ik was altijd aan het stressen. Nu heb ik een heel ander publiek, haha! Maar wel eerlijk. Nu sta ik op tien, twaalf beurzen per jaar en rijd ik 50.000 kilometer per jaar, door heel Europa. Tot in Tsjechië en Italië aan toe. Leuk om te doen. Je bent de hele dag in gesprek. Tussen door rijd ik zelf nog classic crosswedstrijden. Daar zitten voor een deel ook m’n klanten, hè. Vijftig plussers die vroeger droomden van spullen die ze nu kunnen kopen. Nou, aan dat droombeeld beantwoord ik. Ik heb ook negen jaar aan wegrace gedaan en aan enduro en cross. Mijn assortiment is breed en vooral ook gericht op wedstrijdmotoren. Het loopt iets terug, je kunt merken dat mensen iets minder te besteden hebben voor hun hobby. Maar toch is er nog steeds best veel vraag naar. D’r zijn nog steeds klanten die een paar duizend euro uit de zak trekken voor een mooi naafje. Nou is dat ook ‘mijn’ spul, hoor: ik koop zelf ook graag mooie spullen. En om te verkopen, moet je eerst ook zelf kopen. Kijk hier bijvoorbeeld zo’n driebakje voor een BSA: laat ik speciaal maken. Toch is het niet zo dat ik zoek. Ik loop vaak ergens gewoon tegenaan. Ik zit al zo’n vijftien jaar in de classic cross, met een 500 cc-tweecilinder Triumph. Daar zit echt muziek in, van dat geluid geniet ik. Die motor past me. Voor volgend seizoen bouw ik een Jawa-crosser, met een blok dat ik zelf van 500 naar 620 cc heb opgeboord. Een nieuw frame, mooi voorvorkje en mooie trommelremmen. Even een momentje…Dat spatbordje? Dat kost veertig euro, meneer. Mensen schrikken soms van de prijzen. Een frame kost je 1.500 euro, een remnaaf zit op 1.350. Ja, ik noem het wel eens m’n snoepwinkeltje. Ach, liefde is niet te koop, hè.” “Ik heb nog zó veel rotzooi”Standhouder: Frans VosStandoppervlakte: zo’n vijftien meter. Complete motoren, onderdelen, boeken, spullen los en in kisten op tafels. Tegen een wandje ladekastjes met spullen en een bord waar met stift de koopjes op aangeprezen worden. Draagt zelf een opvallend zwart sweatshirt met Hysteria, maar is geen hardrocker. Het shirt was een krijgertje. Specialiteit: Geen. “Heb van alles iets.”“Elke beurs is weer anders. Ik doe d’r zo’n vier per jaar, een ouwe racemaat helpt me spullen uitladen en weer inpakken. Maar de mensen hier willen alleen maar handelen. Ze hebben geen idee wat spullen waard zijn, hè. Joh, een Rembrandt kost óók geld! Ik heb m’n hele leven in de motoren gezeten, vanaf m’n dertiende, maar ik was technisch tekenaar. Ik heb vroeger gecrosst, geracet en ook Zesdaagses gereden. Tot vijf jaar geleden reed ik nog mee bij de Classics. En dan won ik alles, joh! Maar ze hebben me ook wel eens moeten repareren, hoor. Jaaa… Nou rijd ik nog een speciale Suzuki 1000, daar bonk ik nog een beetje mee in de rondte. En een Biggelaar/Ducati Pantah heb ik. Ik ben nou 74, maar ik heb niks met thuiszitten. Op zo’n beurs is het gewoon leuk om een praatje te maken. Dit is nog maar een klein beetje van de spullen die ik heb. Toen er een tijd was dat ze geen motoren meer verkochten, kon je bij meneer Stokvis je auto volgooien, hoor. Ik heb nog zóveel rotzooi. M’n vrouw interesseert het niks. Als het morgen weg is, is zij blij. Ik wil ook best stoppen, hoor. Maar niemand koopt het van me. Ik wil het nog graag kwijt voordat ik de ogen dichtknijp. Ik heb nog veel om op te bouwen. Mijn zoon gooit het straks zo weg. Als je op zo’n beurs staat, vinden mensen het vaak te duur. Maar ik bén niet duur. ‘Laat ‘m maar eens maken’, zeg ik dan. Ik heb veel Velocette-spullen. Duitsers zijn daar gek mee. Een cilinder van een Velocette van voor de oorlog gaat weg voor 350 euro. Maar weet je wat ik nou eigenlijk het mooiste vind? Kijk hier: een origineel foldertje van een Bella B203-scooter. Als nieuw. Wat dat kost? Veertig euro. En dit dan: een originele kalender van Motor uit 1946. Kijk die foto’s nou toch ‘ns… Januari zit er niet meer op, maar die kalender is wel uniek, hoor. Ik doe ‘m weg voor twintig euro.” “Zelf ben ik vooral K1-fan”Standhouder: Jan en Joke Beck van Beck’s Motor WerkplaatsStandoppervlakte: tien vierkante meter. Drie BMW’s (een R60/2 uit 1968, een R50/5 en een racer) en een prachtig opgefriste Moto Guzzi Falcone op een niet meer zo vuurrode loper met twee plantjes op de uiteinden van het tapijtje. Een paar stoelen, wat visitekaartjes en grote glimlachen van Jan & Joke. Plak cake voor de liefhebber op een bordje.Specialiteit: Klassieke motoren, met de nadruk op BMW.“Dit is voor Joke en mij meer een weekendje uit. Op de beurzen zijn we altijd samen. We staan de hele dag te praten, mensen willen graag inlichtingen. En dan komen ze er later wel op terug. We nemen vier motoren mee en we nemen er ook weer vier mee terug. De koopjesjagers zie je op vrijdag al. Ik koop hier meer dan ik verkoop, haha! Er ligt hier nog wel wat aan gereedschap en onderdelen. We staan hier ook vooral om op te vallen. We doen veel restauratiewerk voor BMW, maar ook veel ander klassiek. Momenteel ben ik bezig voor iemand uit Spanje. Via internet, hè. Ik doe m’n hele leven al BMW, maar de laatste jaren is het voor mij niet meer bij te houden. Het nieuwere spul trekt me niet meer zo. Bij mij gaat het van na de oorlog tot ongeveer de jaren negentig. Naast het restauratiewerk is het racen met klassiekers ook belangrijk voor ons. De bouw en ontwikkeling doen we zelf. Jarno Jonker is met een motor van ons vorig jaar derde geworden bij de Classics. Die racer kost 25.000 euro. Zelf racen? Bliksem, nee! Zelf ben ik vooral een K1-fan. Supermooie motor vind ik dat. En die Guzzi Falcone die we hier hebben staan, die heb ik ingeruild maar daar heb ik ook een zwak voor. Daar rijd ik op therapeutische basis mee. Kom ik helemaal tot rust.” “Ik ben nog steeds liefhebber”Standhouder: Titus Nietsch van www.alltimers.nlStandoppervlakte: ongeveer twintig vierkante meter. Een aantal Britse klassiekers in “mint condition”, sommige op bokken, anderen gewoon op de grond. Op een groot bord wordt het aanbod van Alltimers nog eens in het klein aangeprezen. Paar stoeltjes, waarvan één voor zoon Enno van 11. “Jij hebt nog mazzel. Jou noemen ze niet dat kind van Nietsch.” Veel kijkers. Topstuk: een Vincent Rapide uit 1951 voor 34.850 euro. Specialiteit: klassiekers vanaf 1900 tot “youngtimers” tot ongeveer 1970“Ja, dit lijkt wel een beetje een showroom, klopt. Thuis heb ik er 85 staan, van ‘nieuw’ tot in onderdelen. Alles wat ik verkoop, vind ik mooi. Tot in de jaren zeventig, tot wanneer de Japanners komen. Wel zo origineel mogelijk. Maar ik kan ook van een Griffon genieten, net zo goed als van een zo goed als nieuwe Matchless. Ik rijd alles, van Duits tot Amerikaans tot Italiaans. Je helpt zo’n motor tien, twintig jaar de tijd door. Voor de volgende eigenaar. Persoonlijk begin ik wel steeds meer interesse te krijgen voor vooroorlogse motoren. Zelf doe ik niets aan de motoren, de klant bepaalt zelf hoe ver hij wil gaan met een restauratie. Ik zoek specialisten binnen mijn netwerk om problemen op te lossen. Maar als er verkeerde hendeltjes aan een motor zitten, zoek ik er de goede bij. Ik leer ook nog elke dag. Een klant met tien Matchlesses kan mij meer vertellen dan ik hem. Ik heb meters boeken, maar je kunt niet alles weten van motoren tussen 1900 en 1970.Vijf jaar geleden ben ik hiermee begonnen. Vanuit de hobby, maar ik ben nog steeds liefhebber. Het verkopen van een motor die je zelf mooi vindt, is wel eens moeilijk, ja. Maar de kachel moet branden. Ik mag er elk jaar een voor mezelf houden, maar dan moet er ook weer een van mezelf weg. Ik verkoop veel via m’n site, tot in Nieuw-Zeeland en Amerika aan toe. De mensen weten wat ze kopen, want op de site staan veel foto’s en informatie. De klant moet blij zijn als hij daar de krat open maakt. Waar mensen hier van zeggen ‘wat een prijs’, zeggen ze 2.000 kilometer verderop ‘klinkt interessant’. Per jaar sta ik op zo’n tien beurzen, ook in Duitsland, Frankrijk en Engeland. Hier ben ik om gezien te worden. Er zijn niet veel mensen met 10.000 euro op zak. Een paar weken na een beurs word ik vaak gebeld door mensen die iets hebben zien staan en die graag een afspraak willen maken. Dan heb ik de beurs eruit.”

Lees meer over

BMW Ducati Honda Suzuki Triumph

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...