+ Plus

Interview Yanis Varoufakis

“Ik ben geen professioneel politicus”, vertelt Yanis Varoufakis, tot afgelopen juli de veelbesproken Griekse minister van Financiën. Maar als motorrijder pur sang wil hij graag voor vol worden aangezien. Waar die passie vandaan komt, deelt hij met MotoPlus. En ook het verhaal over een bankoverval.

Het antwoord kwam verrassend snel en liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Terwijl er op de MotoPlus-redactie nog heftig werd gediscussieerd of Yanis Varoufakis een ijdele poser was of een echte motorrijder, reageerde hij al per mail op onze interviewaanvraag: “Fantastisch idee! Motorfietsen zijn een onmisbaar deel van mijn leven. Dat ik andere journalisten steeds moest uitleggen waarom ik als Griekse minister van Financiën gewoon ben blijven motorrijden, was voor mij hetzelfde als uitleggen waarom ik ook nog steeds water dronk.”
De zomer loopt op z’n eind als we elkaar op het eiland Egina, op een uurtje varen van Piraeus, ontmoeten. Varoufakis wacht ons met zijn Yamaha XJR1300 op en ontvangt ons even later informeel en ontspannen – “call me Yanis”- in zijn vakantiehuis met prachtig uitzicht op zee. Na het inschenken van een kop koffie steekt hij meteen van wal. “Ik ben vroeger vaak met de motor van Athene naar Londen gereden.” Even zijn we met stomheid geslagen. Dat hij een echte biker is, geloven we wel, maar zo’n tour du force? Deze man heeft beduidend meer benzine door de aderen stromen dan we aanvankelijk hadden aangenomen. “Ik heb in Engeland gestudeerd, en tussen 1978 en 1983 ben ik minstens twintig keer op en neer gereden met de motor. Ach, en ook in West-Berlijn ben ik met de motor geweest, in 1982. Met sneeuw op de snelweg, erg bijzonder. Niet alleen vanwege de sneeuw, maar ook door de Transit-Autobahn, waarop je als het ware als in een kooi opgesloten reed. Alsof je in een niemandsland reed. Maar Berlijn was ook toen al een coole stad, met muziek, bars, rock en punk.”
Maar laten we bij het begin beginnen, voor we in allerlei anekdotes verzeild raken en de rode draad uit het oog verliezen. Hoe verliep de motorcarrière van deze ex-minister? Varoufakis lacht: “Een carrière zou je het vanuit jullie positie wel kunnen noemen ja. Jullie kunnen beroepsmatig met de meest fantastische motorfietsen rijden! Voor mij is motorrijden altijd heel vanzelfsprekend geweest en is het begonnen met een brommer. Ik was 14 en ik had mijn vader overgehaald om een 50 cc Benelli met een handgeschakelde drieversnellingsbak te kopen. Wat een geweldig ding, ik was er echt gek op! De eerste crash liet ook niet lang op zich wachten. Eigenlijk had ik hem rustig in moeten rijden, maar op de tweede dag gaf ik al volgas. En dan is het wachten op een vastloper, dat gebeurde uitgerekend in een bocht en ik lag er naast. Niets ernstigs, maar natuurlijk wel een deuk in m’n ego. Illegaal was het allemaal wel. Ik had nog helemaal geen rijbewijs, dat heb ik later pas gehaald.”
Op zijn 17e vertrok Varoufakis voor zijn studie naar Engeland – en nam zijn passie voor motoren mee. Hij kocht er een Honda CB250 tweecilinder: “Tweedehands, oud, goedkoop. Echt kapot was ik er niet van, maar ik kon me toen niets anders veroorloven.” Naast zijn studie werkt hij ’s nachts en al snel volgt er een Suzuki GS750. “Mijn eerste echte motor! Geweldig ding, prima handling en perfect in het bochtenwerk. Ik had liever een Ducati gehad, maar die hadden, zeker toen, alleen maar problemen. Maar als ze liepen, dan was het vaak indrukwekkend. Ik heb niet veel later nog anderhalf jaar op een 900SS van een vriend kunnen rijden. Werkelijk een briljante motorfiets met fantastische Brembo remmen. Toegegeven: de handling in de stad was verre van goed, maar daar buiten heb ik enorm veel lol met die Duc gehad.”
Varoufakis vindt Engeland trouwens een ideaal land om motor te rijden. Uitgerekend Engeland? Met dat klimaat?? “Absoluut, het is er fantastisch! Goed asfalt, heerlijke wegen, veel grip, zelfs bij regen. Ik voel me bij nat weer in Engeland zekerder dan bij droog weer in Griekenland. Onze wegen zijn enorm vuil en glad.” Bovendien worden motorrijders in Engeland meer gerespecteerd. De politie staat meer toe en behandelt motorrijders met een bepaalde solidariteit, volgens de ex-minister. Politieagenten met een solidariteitsgevoel? Hm, dat vraagt om uitleg, die Varoufakis dan ook direct geeft: “Ik had niet veel later een ontzettend snelle Kawasaki GPZ1100. En daarmee haalde ik op een gegeven moment met 145 mijl per uur (233 km/uur, red.) een motor in, een politiemotor helaas, zo bleek toen ik er naast reed. Ik ging wat langzamer rijden, niet te langzaam, zo’n 80 mijl (123 km/uur, red.). Vervolgens haalde de agent mij in, keek eens naar me, maakte een bestraffend handgebaar en reed vervolgens gewoon verder. Ander voorbeeld: ik kwam een keer met een Suzuki met panne te staan langs de snelweg in de buurt van Norwich, in de stromende regen. Er stopte een motoragent, die me wilde helpen. Maar met slechts een bus WD40 contactspray was het probleem niet te verhelpen. Er was een klein onderdeel kapot. Die agent is vervolgens naar de volgende plaats gereden om het te halen en weer te monteren. Uit dat voorval is een hechte vriendschap voortgekomen, we hebben daarna regelmatig nog wat rondjes op Snetterton (circuit in de buurt van Norwich, red.) gereden. Dat bedoel ik met een zekere solidariteit tussen de politie en motorrijders. In ieder geval destijds, midden jaren 80 moet dat zijn geweest.”
Een echte circuitrijder is Varoufakis niet geworden – “met zo veel rijders op een baan beangstigd me” – maar een zwaar ongeval bleef hem niet bespaard. Hij viel ’s nachts in de regen op een brug in Norwich, terwijl hij wilde uitwijken, en brak zijn linker schouder. “Die schouder is 25 jaar later nog steeds niet in orde. Als ik met de auto moet betalen bij een tolhokje, kan ik nauwelijks uit het portierraam leunen, pijnlijk.”

Na de GS750 volgde een Honda CB900F, die niet wist te bekoren en na een jaar alweer verdween. Meer voldoening, maar ook kortstondig, gaf een Kawasaki GPZ1100 B2, in racekleuren en met injectie: “Geweldige machine met een indrukwekkend blok. Maar ook die heb ik niet lang gehad. Ik ben er mee van Engeland terug naar Griekenland gereden. Onderweg had ik er veel bekijks mee, totdat ‘ie ’s nachts een keer weg was, ondanks een alarmsysteem en een dik kettingslot.” Twee maanden later dook de Kawasaki weer op: hij bleek gebruikt te zijn bij een bankoverval in Griekenland. De dader werd op de vlucht neergeschoten.
Varoufakis praat er zelfs na zoveel jaar niet graag over en schakelt snel verder naar zijn volgende motoren. Op de ongelukkige B2 volgde een A2 Unitrak met monoschokdemper en Anti-Dive-voorvork – lange tijd zijn laatste motorfiets: “Ik heb altijd graag met motoren mogen driften, maar van de ene op de andere dag was ik het respect kwijt. Ik vind dat je als motorrijder altijd moet beseffen dat je kunt vallen. Dat bewustzijn was ineens weg en ik werd angstig, terwijl ik geen angst kende.” Hij verkocht zijn Kawasaki en leefde drie jaar in celibaat. Pas toen hij voor zijn werk naar Australië vertrok, kwam er weer een motor in zijn leven, een BMW K100 die hij gemakshalve van zijn nieuwe buren overnam. Maar een gelukkig huwelijk werd het niet. Varoufakis vond de BMW vooral saai – “een echte automotor” – en ook Australië bleek van motorrijdersperspectief niet heel aantrekkelijk: “Overal politie en belachelijke snelheidslimieten, terwijl er overal kaarsrechte wegen liggen. Tussen de file door rijden mocht ook al niet. Verschrikkelijk toch?”
Heel anders dan Griekenland, waar Varoufakis in 2000 terugkeerde. Files doorkruizen is er in feite een must voor motorrijders – “heerlijk toch?” – en Athene is volgens de professor de hardste rijschool ter wereld. “Als je Athene overleeft, red je het overal.” Hij kocht zich een Kawasaki KLR650 en toerde door het hele land. “Ik ben er mee op de eilanden geweest, in de bergen, in het terrein, overal. Een fijne motorfiets.” Maar een echte offroad-fan is hij nooit geworden, ondanks zijn voorliefde voor driften: “Driften is geweldig, maar dan wel op asfalt! Offroad rijden vind ik ook leuk, maar dan geniet ik vooral van het landschap. Op asfalt let ik totaal niet op de omgeving, ik heb dan alleen oog voor de weg en de motor. Zo is motorrijden bedoeld.”
Zijn huidige motorfiets, een Yamaha XJR1300, kennen de meeste mensen misschien nog wel uit journaalbeelden van afgelopen zomer. Waarom hij destijds soms zo negatief werd bejegend, begrijpt Varoufakis een paar maanden later nog steeds niet: “Kunnen jullie met dat als journalisten niet uitleggen? Ik heb de staat er niet in de laatste plaats een hoop geld mee bespaard. Ik was minister van Financiën van een bankroet land, maar bij het ministerie stonden twee gepantserde BMW 7-series, voor 750.000 euro gekocht door mijn voorganger. Die heb ik meteen verkocht. Ik heb alles met mijn motor gedaan, en zelfs de benzine heb ik uit eigen zak betaald. Dat wordt dan ineens negatief uitgelegd, want ik werd als arrogant en excentriek bestempeld.”
Een maand na zijn indiensttreding kreeg Varoufakis, ondanks zijn aanvankelijke weerstand, om veiligheidsredenen een motorescorte toegewezen. Vier jonge agenten op verschillende motoren, van een Yamaha TDM tot een Honda Transalp, vergezelden hem vanaf dat moment. “Het was een verschrikkelijke tijd toen ik minister was”, gaat Varoufakis verder, “ik sliep slechts twee tot drie uur per nacht en was altijd onderweg in vliegtuigen, auto’s, in Brussel, Berlijn, Frankfurt. Afgezien van de weinige tijd, die ik met mijn vrouw kon doorbrengen, waren mijn enige gelukkige momenten die, waarin ik met de motor van het ministerie van Financiën naar het parlement kon rijden. Dat was geen enorme afstand, maar op die momenten voelde ik me van al mijn lasten bevrijd.” Met zijn escorte trok hij daarbij regelmatig stoplichtsprints, die hij steevast won. Altijd! Op onze opmerking dat de agenten hem misschien lieten winnen omdat hij de baas was, reageert Varoufakis voor het eerst tijdens het interview fel: “Ach, onzin! Die jongens wilden echt weten wie het snelst was. Super goede jongens en uitstekende motorrijders waren het, maar mijn Yamaha had veel meer punch van onderuit.”
Als hij over zijn Yamaha begint, verliest de professor zich al snel in superlatieven. “De XJR doet me denken aan de motoren uit de jaren zeventig en het luchtgekoelde blok is echt heerlijk. En het is geen poser-bike, die zich anders voordoet dan hij is. Bovendien rijdt ‘ie verrassend makkelijk voor zo’n dik ding, ook in de stad. Hij is erg wendbaar, relatief smal en is zo sterk van onderuit dat je ieder gaatje in het verkeer kunt benutten.”

Van die punch maakte Varoufakis ook gebruik toen hij direct na zijn aftreden als minister haast op de vlucht sloeg, een scène waar de boulevardpers van smulde, temeer daar zijn vrouw Danae met wapperende blonde haren en zonder helm achterop zat. “Mijn vrouw draagt normaal gesproken altijd een helm, net als ik. Maar op die bewuste dag werd ik door 300 tv-stations opgewacht. 300! En 1000 journalisten! Een ongelooflijke horde!” Varoufakis had net zijn aftreden aangekondigd, de persconferentie was zojuist geëindigd. “Danae wilde me afhalen. Vanwege de enorme toeloop had ze haar BMW drie straten verderop geparkeerd, met haar helm er aan vastgemaakt. Toen ik uit het ministerie kwam, openden de journalisten de jacht op mij en Danae. We moesten echt vluchten voor al die tv-teams, die met hun camera’s achter ons aan renden. Mijn vrouw sprong in deze situatie spontaan bij me op de motor. Vervolgens zijn we naar haar BMW gereden.”
Varoufakis heeft de XJR inmiddels vijf jaar, waarvan de Yamaha er drie in de garage doorbracht toen de professor in Amerika verbleef. Daar kocht hij, onberekenbaar als hij nu eenmaal is, een Harley. “Afgezien van het geluid kon ik er maar weinig goeds aan ontdekken. Dat hoort blijkbaar zo. Maar in Amerika heeft een Harley nu eenmaal iets verhevens. Ik had een Electra Glide, een enorm schip met alles er op en eraan.” Dat hij een man van extremen is, blijkt ook wel als hij plotseling het spel van vraag en antwoord omdraait en van ons wat wil weten: “Klopt het dat er in Nederland steeds minder jonge mensen motorrijden?” Als we, verbaasd over zijn kennis van de situatie, knikkend zijn vraag bevestigen dat er meestal grijze haren onder een helm vandaan komen, grijnst hij breeduit: “Of helemaal geen haren, nietwaar? Haha!” Om te vervolgen: “Waarom zou je ook stoppen met rijden? Het gevoel om met slechts twee wielen onderweg te zijn, is toch onbetaalbaar? En met rijden om te rijden, hebben de Grieken een enorme traditie, dat begint al met Homerus en de Odyssee. Motorrijden is net als zeilen, daar kan een auto niet aan tippen.”
Zorgen maakt Varoufakis zich alleen om elektrische motoren. Uiteraard ziet en begrijpt hij het milieu-aspect, maar elektromotoren vindt hij niet zo bij twee wielen passen. Of hij zelf al eens met een E-bike heeft gereden? “Dat wil ik helemaal niet, van het idee alleen al word ik verdrietig.” De mededeling dat elektrische motoren over een enorm koppel beschikken, wekt echter de interesse in zijn ogen, zo had hij er nog niet naar gekeken. “Hm, dan moet ik toch maar eens een proefritje overwegen.”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Fireblade

Eerste Test Honda Fireblade

28 maart, 2024

Eind jaren 90 omvatte de elektronica op superbikes zoals de Fireblade amper meer dan een paar sensoren en kabeltjes ...
Eerste Test Kawasaki Z500

Eerste Test Kawasaki Z500

28 maart, 2024

Voor Kawasaki staat 2024 in het teken van een halveliter-offensief. Liefst drie nieuwe modellen zien het daglicht. ...
Eerste Test Suzuki V-Strom 800

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

14 maart, 2024

Het moet wel heel raar lopen als de V-Strom 800DE (dé Alpenmaster van 2023!) door kleinere wielen plotseling ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-