+ Plus

Interview Peter ‘Man van één miljoen’ Balm

Het leven van een motorrijder bevat vele en verschillende mijlpalen. Voor het eerst een knietje aan de grond, duizend kilometer op één dag rijden of de Stelvio bedwingen, bedenkt het maar. Peter Balm (72) heeft echter een mijlpaal op zijn naam staan, die slechts weinig motorrijders gegeven is: op 12 oktober van dit jaar tikte hij namelijk de één miljoen motorkilometers aan!

De voorkant van huize Balm in Valkenswaard oogt op het eerste gezicht redelijk bescheiden, maar blijkt toch wat verassingen in petto te hebben. Naast de gebruikelijke ruimtes als garage, keuken en woonkamer, is er op de begane grond nóg een grote kamer met daarachter een tweede, iets kleinere garage. Daarin staan, voor een bijzonder opgeruimde werkbank, twee BMW’s gebroederlijk naast elkaar: een R1200RT en een R1200GS op een in de grond verzonken heftafel. “Ik ben de jongste niet meer”, klinkt het enigszins verontschuldigend uit de mond van de eigenaar, “daarom heb ik de heftafel ingegraven, dan kan ik de motoren er tenminste makkelijk op- en afrijden.” Dit geeft al enigszins aan dat Peter Balm niet veel aan het toeval overlaat. Controlfreak is een wat groot woord, maar hij behoudt wel graag het overzicht. Dat zie je ook terug in het voormalige kantoor van de oud-technisch tekenaar, dat inmiddels dankzij twee banken, een salontafel, immense flatscreen aan de muur en ontelbare motorparafernalia, waaronder een metalen model van een boxer-GS, meer neigt naar de classificatie ‘men’s cave’ dan kantoor. Naast de gebruikelijke inventaris staan er ook rijen met klappers en een behoorlijk aanwezige kast met tig lades erin. Allemaal zonder uitzondering op de voorzijde gemerkt met de typenaam van een van de motorfietsen die Balm heeft bezeten: R60/5, K1100LT/1, R1200RT/3 en ga zo maar door. Het hele motorleven van de geboren Hagenees is in deze ruimte gearchiveerd, in woord, maar ook beeld. Fotografie is namelijk een andere hobby van Peter, bijna alle camera’s die hij ooit heeft gehad, hebben eveneens een plaatsje in zijn kantoor annex relaxruimte gekregen. De zorgvuldigheid, gestructureerdheid en gedetailleerdheid waarmee alles is gedocumenteerd grenst bijna aan het obsessieve. Aankoopnota’s, tellerstanden, onderhoudskosten, gereden kilometers per vakantietrip, alles is aanwezig. Echt alles, en dat vanaf zijn allereerste motorfiets, een Honda CB350, die hij volgens de papieren van 28 april 1973 tot en met 4 augustus 1973 in zijn bezit heeft gehad. En in die 3,2 maanden, of 0,27 jaar (aldus de documentatie), reed Peter er 3.900 kilometer mee.

 

“Ja, noem het maar een afwijking”, probeert Peter de opmerkelijke cijferfetisj te verklaren, “maar dat zit gewoon in m’n systeem, ik heb gewoon altijd iets met cijfertjes gehad. Vanaf mijn allereerste motor heb ik altijd de gereden kilometers bijgehouden. Dat begon allemaal met die CB en als ik er nu achteraf op terugkijk is het best opmerkelijk hoe alles is gelopen. De enige reden dat ik überhaupt mijn motorrijbewijs haalde, was omdat ik vervoer nodig had en geen auto wilde. Samen met m’n broer ging ik namelijk sportduiken, eerst naar het zwembad in Delft om te oefenen en daarna ieder weekend duiken in Zeeland. Dan kun je natuurlijk niet zonder vervoer. Het kwam ook wel omdat mijn broer een motor had gekocht, een Jawa 350. In eerste instantie was ik nog wat sceptisch, want wat moet je nou met dat weer in Nederland met een motor, maar toen ik eens op zijn Jawa had gereden vond ik het toch wel leuk en heb toen ook maar meteen een examen aangevraagd. Zonder dat ik enige rijervaring had dus. Samen met mijn broer heb ik toen bij een rijschool een scooter kunnen huren, die moesten ze echt onder het stof vandaan trekken, en daar ben ik vervolgens een uurtje op gaan rijden. Met m’n broer achter me rijdend die een beetje aanwijzingen gaf. Na dat uur heb ik afgereden, maar de examinator was niet erg enthousiast over mijn rijkunsten, was ik dus gezakt. Toen heb ik dat CB’tje gekocht, een proefrijbewijs aangevraagd en ben in en rond mijn toenmalige woonplaats Voorburg een beetje echt gaan oefenen. De tweede keer ben ik vervolgens wel geslaagd. Dat was nog wel bijzonder. Op de CB zaten namelijk knipperlichten, maar het werd me afgeraden die te gebruiken tijdens het examen. Want stel dat er een lampje kapot ging en de examinator daardoor niet kon zien dat ik wilde afslaan, dan was ik weer gezakt. Dus bij elke bocht de hand uitsteken. Achteraf gezien eigenlijk te gek voor woorden, ik had m’n rijbewijs gehaald, maar had nog nooit een meter op de snelweg gereden!”

Het motorzaadje was geplant en het duurde niet lang voor deze ontkiemde en tot volle bloei kwam. De CB350 werd puur gekocht om het rijbewijs te halen, maar daarna mocht er wel wat volwasseners komen, een nieuwe motor ook meteen. Waar broer Ronald nogal gecharmeerd was van Engelse Triumph’s, viel Peter juist voor de Duitse boxer. “Ik was destijds in de avonduren met een opleiding bezig en daar kwam ook altijd een vent met een R60/5. Als hij dan aan kwam rijden, hoorde je alleen maar ‘boekeboekeboeke…’. Dat vond ik zo geweldig klinken, bovendien zag zo’n R60 er ook uit zoals een motor eruit moest zien.”
En zo kwam er in augustus 1973 een nieuwe R60/5. Omdat hij in de beginjaren enkel een motor had – “Een auto kwam er pas toen ik voor mijn werk moest rijden” – ging het direct bijzonder voortvarend met de kilometers. “In het eerste jaar reed ik al direct 20.000 kilometer, dat is best aardig. En let wel, het waren allemaal plezierkilometers, want ik ging naar m’n werk op de fiets. En dan had ik er ook nog een andere hobby bij naast, het sportduiken. Ook daar ging ik met de motor heen. Ik weet nog dat we tijdens de opleiding midden in de winter naar een afgraving in Zoetermeer moesten. Koud zal ik je vertellen. Zo koud, dat we niet eens gingen omkleden. Gewoon de tas met spullen achterop en in het duikpak op de motor naar huis en rechtstreeks de douche in. Dat doe je nu niet meer, maar toen deden we wel meer gekke dingen. Dan reden we eerst naar Schotland, staken dan in Zuid-Engeland over en reden vanaf daar door naar l’Escala, Spanje om daar nog even twee weken te duiken. Of vanuit Tsjechië door naar Spanje, dat deden we ook.”
Vanaf 1973 zit Peter voornamelijk alleen in het zadel van zijn boxers, in 1980 komt daar verandering in wanneer hij zijn huidige vrouw Annie leert kennen. In 1981 gaat het stel voor het eerst samen met de motor op vakantie en dat blijkt de eerste van vele. Inmiddels is Annie met een geschatte 550.000 kilometer meer dan gepokt en gemazeld in het ‘duozitten’. “Wij gaan altijd met de motor op vakantie, het liefst meerdere keren per jaar”, vertelt Annie, die ook is aangeschoven. “Peter heeft last van Fernweh zeg ik altijd, die kan niet thuis zijn, maar wil er op uit. In alle jaren samen zijn we maar twee keer niet met de motor weg geweest. Eén keer omdat ik was gevallen en één keer omdat Peter voor zijn werk in de zomervakantie naar Saudi-Arabië moest, maar verder altijd.” “En dan vinden we het altijd ook wel leuk om er een soort thema aan te verbinden”, vult Peter aan, “vaak iets met geschiedenis. We zijn bijvoorbeeld een aantal keren naar voormalig Joegoslavië geweest. In Sarajevo vond het begin van de Eerste Wereldoorlog plaats, dan vinden we het leuk om daar wat mee te doen. En zo zijn we bijvoorbeeld ook al drie keer in Turkije geweest. Op het schiereiland Gallipoli vond tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke veldslag plaats en dat intrigeert me, daar wil ik dan ook langs.” Annie: “We rijden niet om maar te rijden, we bezoeken ook graag steden en mooie natuur. Als we in de Dolomieten zijn bijvoorbeeld, dan gaan we vaak ’s morgens wandelen of bezoeken iets, en in de namiddag pakken we dan met de motor lekker een paar passen. Het hangt ook wel een beetje van de vakantie af, dit jaar was natuurlijk helemaal een raar jaar. Alle musea en dicht, we konden geen steden bezoeken en dus hebben we vooral lekker gereden. In vier weken Frankrijk hebben we zo’n vijf- à zesduizend kilometer gereden.”

 

In bijna drie decennia doorkruisten Peter en Annie zo’n beetje heel Europa, Marokko mocht zich op een bezoek verheugen en in 1989 ging het zelf met de eigen motor naar Amerika. In het begin deden ze nog wel eens aan ‘stukjes overslaan’, zoals ze zelf de weinig enerverende snelweg kilometers betitelen, maar sinds ze beide met pensioen zijn en tijd minder een issue is geworden, gaat het bijna enkel nog binnendoor. “Een keer twee uur op de snelweg maximaal, meer niet. Vroeger pakten we nog wel eens de autoslaaptrein, als je dan maar een weekje vrij had kon je toch lekker naar het buitenland zonder twee dagen aan het reizen te zijn, dat hoeft nu niet meer, we hebben alle tijd”, aldus Peter. En nooit problemen gehad? “Ik wist dat je dat ging vragen, maar dat valt heel erg mee. Vooral kleine zaken eigenlijk, die onderweg wel op te lossen waren, zoals een vuil filtertje ergens in Engeland. En een keer bleek vlak voor we op vakantie zouden gaan het cardanhuis van de K1100LT gescheurd. De dealer had er echter nog een op het schap liggen, dus dat kon gelukkig nog even snel gemaakt worden. Toeval bestaat niet, zeggen ze soms wel en dat klopte aardig. De grootste schade die ik heb gehad was nog redelijk recentelijk tijdens een trip met vrienden naar de Dolomieten. Op de tweede dag stopte mijn R1200RT er mee, bleken er twee kleppen gebroken. Ben ik met een huurauto naar huis gegaan, heb mijn andere motor gepakt en ben weer terug gereden naar Zuid-Duitsland, waar de anderen nog zaten. Toch nog een staartje van de vakantie meegepakt. En ik ben één keer goed onderuit gegaan, in Bulgarije. Tot op de dag van vandaag weet ik niet hoe. In een heel flauwe bocht schiet gewoon de motor onder me vandaan, lagen we in ineens ondersteboven in de greppel. Achter ons zat een auto en die man begreep er ook niets van. De bestuurder was arts en zag meteen al dat ik twee ribben gebroken had. Moest ik naar het ziekenhuis en Annie heeft toen alles met de motor geregeld. Dat was de enige keer dat we de vakantie hebben moeten afbreken en met het vliegtuig naar huis zijn gegaan.”

Zo rijgen de kilometers zich aaneen en bijna achteloos kwam ineens de toch wel bijzondere mijlpaal van één miljoen kilometer in beeld. “Ja, dat vond ik zelf ook wel bijzonder eigenlijk. Mijn zwager heeft zelfs uitgerekend dat ik met een gemiddelde snelheid van 65/km/uur en een 40-urige werkweek bij benadering acht jaar van mijn leven op de motor heb gezeten. Mooi hè? Op 12 oktober van dit jaar was het moment daar, een maat van me, Brend, heeft dat toen nog op foto vastgelegd. Heel bijzonder moment! En toen bedacht ik me dat ik ooit al eens bij een héél knullig valletje op de veerboot mijn knie blesseerde, niet meer kon rijden, en diezelfde Brend mijn motor van de veerboot naar huis heeft gereden, terwijl zijn broer me met de auto thuisbracht. Kwam ik dus zeshonderd kilometer tekort. Die heb ik er diezelfde week nog opgezet!”

Lees meer over

BMW Honda Triumph

Gerelateerde artikelen

Compacttest Honda CB750 A2

Compacttest Honda CB750 A2

25 april, 2024

Honda’s CB 750 Hornet met 48 pk. De budgetkraker in de middenklasse veroverde afgelopen jaar zelfs de harten van ...
Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-