+ Plus

Interview Joan Mir

Het was een seizoen om nooit te vergeten. Een seizoen dat hij afsloot als MotoGP-wereldkampioen. Het leven van Joan Mir is veranderd. De 23-jarige man van Mallorca wordt vaker herkend, maar toch zijn er dingen die hetzelfde bleven. “Na drie minuten op de crosser krijg ik last van ‘arm pump’, dat is nog altijd zo, ha!” Mir schonk Suzuki op haar honderdste verjaardag 2020 haar eerste MotoGP-wereldtitel. En in 2021? “Ik ben de te kloppen man, maar waarschijnlijk niet de favoriet.”

Voor de start van het seizoen 2020 stond Joan Mir nog nooit op een MotoGP-podium. Veertien races later had de Spanjaard zeven top 3’s gescoord, waaronder één gedenkwaardige zege in Valencia. Met een gemiddelde van slechts 12,2 punt per race leek het in voorgaande jaren onmogelijk om mee te doen in de strijd om de wereldtitel (Marc Marquez won de 2019-titel met een gemiddelde van 22,1 punt), maar in 2020 was veel anders – en in 2020 was Joan Mir, in zijn tweede MotoGP-seizoen, de man met de meeste podiums en de meeste punten – de beste. Maar, vertelt hij aan de vooravond van het nieuwe seizoen, hij heeft zelfs amper kunnen ‘zweven’. Een moment van reflectie heeft Mir echter niet gehad. “Helaas”, glimlacht hij. “Toen ik (in Valencia) werd afgevlagd had ik even een moment voor mezelf in m’n helm. Maar het was niet zo dat ik dacht ‘nu ben ik kampioen, nu ben ik klaar’. Ik geloof dat ik hier nog veel meer te doen heb. Want dit was pas mijn vijfde grand prix-seizoen; ik ben nog een rookie in dit wereldje. Als ik nu zou stoppen, zou ik niet tevreden zijn met mezelf.” Mir is verrast dat het beklimmen van de steile lader naar de MotoGP-top zo snel is gegaan. “Ik weet niet of dat goed of slecht is, want ik heb inmiddels grote emoties meegemaakt in zo’n korte periode.” Hij plaatst echter ook een opmerkelijke kanttekening. “Het is mooi als je kunt genieten van het moment. Ik geniet van wat ik doe, maar ik geniet niet van wat ik ben: een tweevoudig wereldkampioen. Misschien komt dat moment als ik ben gestopt, maar nu denk ik daar niet aan. Ik ben zeker deel van de geschiedenis van Suzuki, maar nog niet van de MotoGP-historie. Daar voor moet ik nog meer vaker vechten voor wereldtitels, zodat ik ooit een MotoGP-legende word.”

 

Het racen dat ooit begon als hobby is uiterst serieus geworden. Met gevolgen. “De lifestyle is leuk. Ik bedoel, het feit dat je MotoGP-coureur bent. Ik hou van racen met motoren. Elke dag word ik wakker met de vraag hoe ik sneller kan worden. Ik train op de manier waarvan ik denk dat ik beter kan worden. Dat is leuk, daar hou ik van. Maar de races en de druk…. Als het je werk wordt, is het minder leuk. Zo is het nu eenmaal.” In 2015 debuteerde Mir in Phillip Island op het wereldtoneel, een jaar later won hij zijn eerste Moto3-grand prix en in 2017 was hij in tien van de achttien races de beste; een nog niet eerder vertoonde dominantie in de lichtste klasse. Op 15 november 2020 voegde hij er een sensationele tweede wereldtitel aan toe. Gedurende een hectisch seizoen dwong Mir veel respect af onder zijn collega’s en de twee na jongste rijder op de grid was een terechte wereldkampioen. Zijn twee wereldtitels zijn wel te vergelijken, vindt Mir. “Mijn eerste jaar in het Moto3-kampioenschap reed ik op KTM en het eerste deel van het seizoen was verre van makkelijk. Dat was te vergelijken met mijn eerste MotoGP-seizoen. Het tweede deel van het eerste jaar in de Moto3 werd ik competitief en won ik mijn eerste grand prix (op de Red Bull Ring in 2016, red.). In het tweede jaar was het voor mij een verrassing dat ik voor de titel vocht. Nou ja, niet echt vechten; ik won bijna alles. Ik had verwacht mee te doen voor de titel, maar dit was niet meedoen, dit was: ik win en dat is het dan. In de MotoGP was het vergelijkbaar, want ik was verrast dat ik meedeed voor het kampioenschap. Maar het was wel anders dan in de Moto3, want daar was ik veel beter dan de rest. In de MotoGP won ik niet vanwege mijn snelheid, maar dankzij andere dingen. Je moet weten hoe je zo kunt winnen en ik geloof dat het zo zelfs nog moeilijker is. We werden kampioen in een heel onvoorspelbaar seizoen en vanaf nu, met de titel in onze bagage, wordt het anders. We beginnen het nieuwe seizoen als titelkandidaat, omdat we al een titel hebben.”

 

Terwijl de allround Suzuki met Mir als stuurman uiteindelijk het beste pakket bleek in 2020, was ook duidelijk dat de GSX-RR tijdens de kwalificaties nauwelijks zijn tanden liet zien. Mirs ‘gemiddelde’ startpositie was 9,57, met een derde plaats in Oostenrijk als hoogste plek op de grid en de twintigste bij de laatste GP in Portugal – toen Mir de titel al veiliggesteld had – als dieptepunt. “Dat was heel frustrerend”, zegt Mir over zijn tijdtrainingen. “In de vrije trainingen was ik er telkens bij in de top 3 en top 5 en dan, als je de banden meer moet gebruiken en moet meedoen voor de pole, waren we er niet. Het was niet zo dat we er de ene race bij stonden en de volgende race niet, nee, we waren nóóit goed genoeg voor de pole, we waren nóóit snel genoeg voor de eerste rij. Dat is het eerste wat we moeten verbeteren: zorgen dat we een machine krijgen waarmee we mee kunnen doen voor de pole.” Vanwege de door de fabrikanten overeengekomen ontwikkelingsstop voor de blokken in 2021 zal het vermogen van de Suzuki in ieder geval niet spectaculair stijgen, weet ook Mir. “Onze motor is niet de snelste, maar ook niet de langzaamste. We hebben nog ruimte om het de machine te verbeteren. Er zijn fabrikanten die er slechter voor staan dan wij, dat is zeker. Wij hebben een uitgebalanceerde machine. En als het ons lukt om andere dingen dan het blok te verbeteren, dan denk ik dat ik we nog sterker zullen zijn dan vorig jaar. Vorig jaar zagen we veel gelijkheid tussen de verschillende machines. Ik denk dat dat niet anders wordt. Wij waren eigenlijk overal competitief en ik denk ook niet dat we dat gaan verliezen.” De hoop op een normaal seizoen zonder beperkingen heeft Mir inmiddels wel opgegeven. “Vorig jaar hebben we ons altijd heel strict aan alle (Corona-) maatregelen gehouden en bracht de hele situatie stress met zich mee. Nu ben ik wat relaxter. Maar ik ben er van overtuigd dat de nachtmerrie terugkeert als het seizoen begint. Zo zal het voor iedereen zijn. We zullen streng moeten blijven voor onszelf, want het mag ons geen punten kosten.” Na de verrassende titelwinst van Suzuki kwam in januari het zeer verrassende nieuws dat teammanager Davide Brivio Suzuki zou verlaten om Race Director te worden bij het Formule 1-team van Alpine. De Italiaanse vormgever van het team was vanaf 2014 bij Suzuki’s MotoGP-comeback betrokken en was ook de man die Mir en Alex Rins vastlegde. “Ik lieg niet als ik zeg dat ik ‘in shock’ was toen ik het nieuws hoorde”, zegt Mir. “Ik ken geen Suzuki zonder Davide. We gaan zeker dingen van hem missen, zijn charisma en het vieren van de successen. Zoals we het kampioenschap vorig jaar samen hebben gevierd. Ik hoop dat we technisch niet veel gaan missen, want ik heb vertrouwen in hoe Suzuki er technisch voorstaat.” Shinichi Sahara, Suzuki’s Project Leader, neemt deels de taken van Brivio over. De Japanner liet weten de ‘triple crown’ – de individuele en constructeurstitel en het teamkampioenschap – en bovendien ook een 1-2 in de eindstand na te streven. “Ik ben de te kloppen man, maar ik ben waarschijnlijk niet de favoriet. Zo zie ik het”, vindt titelverdediger Mir zelf. “Ik geloof dat ik nog meer moet laten zien om als favoriet aan een seizoen te beginnen. Vorig jaar zijn we niet dankzij onze snelheid kampioen geworden maar door slimheid, een goede aanpak en constante prestaties. De marge die ik me nog kan verbeteren is niet hetzelfde als mensen met meer ervaring. Als ik dit jaar weer win, dán zal ik de favoriet zijn. Ik wil een sterkere coureur worden, dat is mijn doel voor dit seizoen. Kan ik de titel prolongeren, dan ben ik natuurlijk super happy, maar mijn grootste doel is mezelf verbeteren. Ik ben niet bezig met het kampioenschap. Oké, dat is belangrijk, maar ik wil poles pakken, ik wil meer races winnen en als me dat lukt, ben ik constant.” En wie dan wel de favoriet is? “Als hij volledig fit terugkomt, is dat Marc voor mij”, is Mirs snelle antwoord. “Hij heeft meer ervaring, meer titels, hij is sneller en daarom is hij de favoriet. Is hij er niet bij, dan zie ik geen favorieten. Misschien ben ik het dan wel.” Het rechtstreekse duel met de al bij de seizoensopener geblesseerd geraakte Marquez miste Mir in 2020. “Maar ik denk dat ik dat we elkaar nog wel eens tegenkomen. En niet alleen hem. Er zijn in de MotoGP heel veel snelle rijders die goed presteren, die klaar zijn om te vechten voor de titel. De machines zijn bijna gelijkwaardig. Het is anders dan een aantal jaren geleden toen de rijder die wat meer trainde goede kansen had en de rijder met heel veel talent, die wat minder trainde, óók nog mee kon doen. Alle rijders zijn allemaal professioneel bezig, we trainen allemaal hard.”

Mir werd vorig jaar Suzuki’s eerste MotoGP-wereldkampioen. De laatste Suzuki-coureur de titel met succes verdedigde in de belangrijkste klasse, was in 1977 500 cc-coureur Barry Sheene. “Ik ben beter voorbereid dan vorig jaar, maar ik kan niet alles controleren”, meent Mir. “Vorig jaar heb ik alles gegeven en werd ik wereldkampioen, dit jaar is dat weer mijn missie. En met het pakket dat wij hebben…. En als het dit jaar niet lukt, dan volgend jaar. Ik heb de tijd. Ik ben nog jong.”

Lees meer over

Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

14 maart, 2024

Het moet wel heel raar lopen als de V-Strom 800DE (dé Alpenmaster van 2023!) door kleinere wielen plotseling ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-