+ Plus

Alpenmasters 2018: middenklasse nakeds

Een echte toermachine, wat is dat eigenlijk? Wat moet ‘ie kunnen? En wat hoeft ‘ie niet te kunnen? Is comfort bij zo’n machine belangrijker dan wendbaarheid en is actieradius van grotere waarde dan motorvermogen? Vier compleet verschillende concepten van de sportieve Kawasaki H2 SX tot de vette Harley Road Glide treden in deze categorie aan en geven op geheel eigen wijze invulling aan hetzelfde thema.

Pak bijvoorbeeld eens de Harley-Davidson Road Glide. Deze Yank maakt van de snelwegrit naar de Alpenmasters een heerlijk spektakel. Hoe? Omdat het bij zijn levensritme pas, daarvoor is deze Amerikaan gemaakt. Hij schudt en stampt en eigenlijk gebeurt er altijd wel iets. De ene keer probeer je nog eens het slecht afleesbare navigatiedisplay te ontcijferen en een andere keer verwonder je je weer eens over de ventilatiesleuf in die opmerkelijke stroomlijn. Of je probeert weer eens een andere radiostation te zoeken. Maar ook een schakelvoortgang is al een hele belevenis en niet in de laatste plaats door het massieve schakelpedaal en het met schakelen gepaard gaande geluid. Nog onderhoudender is remmen tot stilstand. Waarom? Omdat je dan als een os in beide hendels moet knijpen om de dikke 397 kilo (volgetankt zonder koffers) tot staan te brengen. Eigenlijk een alledaagse handeling, maar in het zadel van de Road Glide kan het de vergelijking met ‘Gunfight at the O.K. Coral’ of ‘High Noon’ moeiteloos doorstaan. Natuurlijk gaat het dan niet om overleven, maar om beleven, want rijden met de Road Glide is hoe dan ook een intense belevenis.
Kawasaki’s H2 SX representeert een volledig andere kant van toeren. Een spectrum dat pas begint op een punt waar de Harley al op de randen van zijn mogelijkheden balanceert. Op de snelweg moet je als rijder de discipline weten te bewaren en in opperste staat van paraatheid zijn, want de kleinste beweging van de gashand kan in het zadel van dit kanon duur uitpakken. Op toertempo comprimeert de Kawa-compressor de ter beschikking staande inlaatlucht. Spontaan en compromisloos. Dat is inderdaad een volledig andere kant van toeren. Wie vervolgens het marsbevel geeft, oogst pure aandrijving, dat met het stijgen van het toerental meer en meer wordt. Als er een motorfiets is die volledig los van de snelheidslimieten is gebouwd, dan is het deze Kawasaki wel. 200 pk, 272 kilo volgetankt, 299 km/uur – dan kunnen we het wel tot in den treure over trivialiteiten als zijkoffers, middenbok, cruise control en handvatverwarming gaan hebben, dat verandert niets aan het gegeven dat de H2 diep in zijn binnenste een rasechte speedbike is. De snelweg met zijn snelheidslimiet is dan een echte kooi, waarin de H2 zenuwachtig heen en weer beweegt.

De beide andere kandidaten, de BMW K1600B en de Honda Gold Wing, zijn wat dat betreft een stuk meer ontspannen. Mag ook, met een gangetje van zo’n 120 km/uur richting de Franse Alpen hebben ze geen enkele moeite, al geven ze daar beide op geheel eigen wijze invulling aan. Voorbeeld BMW: alhoewel de Bagger met zijn dikke 1.600cc-zescilinder en zijn 160 pk vermogen duidelijk meer richting de Kawasaki en sport hint, geeft de BMW met zijn Bagger-stijl tegelijkertijd een vette knipoog naar Milwaukee. Deze schizofrenie, die bijvoorbeeld ook tot uiting komt in de aanwezigheid van normale voetsteunen én treeplanken, resulteert op de Bagger in een wat eigenaardige zitpositie met relatief weinig afstand tussen het zadel en de voetsteunen, maar weer veel ruimte tussen zadel en treeplanken. In deze besluiteloosheid werkt een blik op de Gold Wing, waarvan de identiteit al decennialang door de Japanners wordt gekoesterd, verhelderend. De Gold Wing is de belichaming van een super-toermachine. De zescilinder-boxermotor is een icoon en voor de rest is dit 2018-model een hightech-pretpark. En de hoge ruit en het goed gepolsterde zadel zijn vermoedelijk het aangenaamste wat de motorwereld te bieden heeft. Vanuit de luxueuze zetel van de Honda kun je heerlijk genieten van het afwisselende entertainment aan boord, helemaal omdat de schakelvoet en de koppelhand niets te doen hebben door de DCT-versnellingsbak. Met dit recept is het heerlijk toeren, uiteraard ook op de snelweg. De Gold Wing ondergaat alles gelaten en neemt de dingen zoals ze komen, ook smalle bergpassen.
Dat laatste betekent dat we op de plaats van bestemming zijn aangekomen, eindelijk kunnen we los. Bochten, haarspelden, tralala! Deze lange inleiding was desondanks noodzakelijk, want wees eerlijk: wat moet je schrijven over een Harley Road Glide in het hooggebergte? Over een bijna 400 kilo wegende kolos met een gemeten 80 pk sterke V-twin, die het moet opnemen tegen vermogenspakhuizen en tech-monsters als de Kawasaki en de BMW en een niet minder hightech zescilinder-boxer met 1.800 cc longinhoud? Ons advies: rustig blijven en vooral genieten. Af en toe de treeplanken en de zijstandaard het asfalt laten kussen, je eigen tempo vinden en de puntentelling laten voor wat het is. De Road Glide kan leven met zijn lot, waarschijnlijk veel beter dan de door veel vakmensen als torenhoge favoriet bestempelde H2 met zijn tweede plaats. De Kawasaki is niet alleen een briljante snelwegvreter, die zelfs met zijkoffers makkelijk 250 km/uur rijdt, maar is bovenal een meer dan geslaagde motorfiets met een uitstekend rijwielgedeelte, heerlijke remmen en uitstekend uitgebalanceerd bovendien. De H2 heeft koffers waar ook een helm in past, en een uitrustingsniveau dat zelfs in deze ’20.000-euro-plus’-klasse nagenoeg compleet is. Daarnaast is de sportieve zitpositie bijzonder comfortabel. Dat wil zeggen: als je in iedere klim een op zich zelf staande bergbeoordeling ziet. Snel omhoog en snel weer omlaag. Wat wil je nog meer? Misschien toch een scheut meer comfort.

En dan komt er toch weer een BMW in beeld. Want op de Bagger, eigenlijk een K1600GT in Bagger-jas, zit je weliswaar niet perfect, maar toch beduidend toeristischer dan op de Kawasaki. Daarbij profiteer je van alle voordelen die een normale K1600 ook heeft. In de eerste plaats het motorblok natuurlijk, een blok dat eigenlijk alles kan en waar zelfs het beresterke compressorblok van de Kawasaki niet tegen opgewassen is. Ook op de Bagger wordt de zescilinder gecombineerd met een rijwielgedeelte, dat naast een uitgekiend comfort ook rijdynamische deugden als handelbaarheid en precisie herbergt. Okay, de treeplanken krassen in de krappe bochten in het asfalt, maar meestal alleen daar. Verder blinkt de BMW uit in de Alpen-praktijk, is de uitrusting enorm compleet, de actieradius enorm en is keren, draaien en parkeren ook nog verrassend goed te doen. Dat zou voor velen misschien wel het doorslaggevende voordeel tegenover de moeder aller toermachines, de machtige Honda Gold Wing. In het zadel van de Honda rijdt ondanks de forse afslankkuur van het 2018-model altijd het respect voor de enorme massa mee, ook al zit er slechts 30 kilo verschil tussen de Gold Wing en de BMW. Eenmaal aan de rol zijn de kilo’s zelfs op de Honda nog nauwelijks waarneembaar, maar ook de Japanse gigant kan niet tippen aan de uitstekende handling van de BMW in het krappe Alpen-bochtenwerk. Ook wat de vermogensontplooiing betreft, kan de 1.800-boxer niet helemaal tippen aan de 1.600 zes-in-lijn (de vermogenskrommes in de vermogensmeting werken enigszins verwarrend aangezien bij de Gold Wing door de DCT-versnellingsbak alleen het achterwielvermogen te meten is). Maar voor er misverstanden ontstaan: de dikke boxer wil best vooruit op de bergpassen, tot ook hier de voetsteunen hun handtekening in het asfalt krassen. Onder de streep moet de Honda, afgezien van het onderdeel ‘Comfort’, op ieder testonderdeel genoegen nemen met een plek achter de ‘Bavarian Bagger’, zoals de puntentelling laat zien. Dat geldt ook voor de nipt verslagen Kawasaki en de ver achterblijvende Harley.

1E PLAATS
TOURING

  1. BMW K1600 Bagger
  2. Kawasaki H2 SX SE Tourer
  3. Honda GL1800 Gold Wing Tour DCT
  4. Harley-Davidson Road Glide

MOTOPLUS-conclusie
Een wat verrassende zege, de meeste testrijders hadden hun kaarten gezet op de wendbare en beduidend sportievere Kawasaki. Maar het is met name dat sportievere karakter en het daarmee samenhangende comfort, dat de Japanner uiteindelijk dwarszit in de bergen. De BMW verenigt daarentegen rijdynamiek en comfort op mooie wijze, heeft een geweldig motorblok, een uitstekend rijwielgedeelte, overtuigende assistentiesystemen en een complete uitrusting. En dat voor een nog enigszins acceptabele prijs.

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...