+ Plus

Alpenmasters 2014

Grandioze landschappen, waanzinnige paswegen en ongekende emoties; om in deze editie van de Alpenmasters de koning van de bergen aan te wijzen, trokken we dwars door de Alpen. Vijf populaire en goed verkopende machines uit verschillende segmenten treffen in deze editie de Europese verkooptopper van het afgelopen jaar: de BMW R1200GS en wel in de Adventure-jas. Wie weet deze gigant op deze reistest te verslaan? Maar is hij wel te verslaan?

Wat is een mens zonder herinneringen? Zonder beelden en emoties, belevenissen en ervaringen, hoogte- en dieptepunten, mensen en landschappen? Het zou jammer zijn als dat direct zou vervliegen. De vaardigheid om te herinneren maakt een mens tot een mens. Motorrijders maken altijd wel iets mee wat de moeite waard is om een leven lang herinnerd te worden. En hoe meer herinneringen je verzamelt, hoe meer je merkt dat het in het leven niet alleen om het moment zelf draait. Het zijn met name de belevenissen op twee wielen die zich diep in de krochten van het brein nestelen. Voor professionele testrijders zijn dat zondermeer de bijzondere verhalen en buitengewone belevenissen. Zoals de Alpenmasters bijvoorbeeld, een van de meest uitdagende motortesten ter wereld. Dit jaar staat er een wel hee spectaculaire route op het programma, eentje die ons over een afstand van 2.650 kilometer dwars door de Alpen voert.
Onderweg staan ons vele verschillende en afwisselende gebieden te wachten, met ieder een eigen karakter en wegennet. Maar ze hebben ook iets gemeen: heel veel motorplezier op mooie wegen in een fascinerend berglandschap.
Het concept van de test is eenvoudig: de best verkopende motor in Europa en meervoudig winnaar van eerdere Alpenmasters, de BMW R1200GS in Adventure-jas, neemt het op tegen een vijftal concurrenten uit vijf verschillende motorsegmenten. Machines die het daarin stuk voor stuk goed tot zeer goed doen. De zes testrijders bepalen in dit geval geheel subjectief de einduitslag. Winst en verlies kunnen dus worden bepaald door individuele voorkeuren of behoeften.
We hebben de betrokken motorfabrikanten de vrijheid gegeven om de afgevaardigde machines zoveel mogelijk in toertrim af te leveren, aangezien we in krap zes dagen tijd bijna 3.000 testkilometers op het programma hebben staan. Voor BMW was dat aanleiding om een GS in Adventure-trim te laten opdraven. Geen gek idee, want vergeleken met de standaard GS heeft de Adventure een paar voordelen: een extreme actieradius door dertig liter tankinhoud, enorm veel rijcomfort door de langere veerwegen en betere draai-eigenschappen van het blok door meer draaiende massa en een transmissiedemper in de aandrijflijn. Een oppermachtige tegenstander?

Niet als het aan de Yamaha FJR1300AE ligt, die in deze Alpenmasters de fractie der toermachines vertegenwoordigt.  Het Duitse Stuttgart is het begin- en eindpunt van onze reis. Aangezien deze grote Duitse stad niet aan de rand van de Alpen ligt, begint de trip met een stuk snelweg richting de Fernpass in het Duits/Oostenrijkse grensgebied. Vervolgens gaat het via de Brenner-Autobahn naar de Sellajoch en naar Canazei in Val di Fassa. Op de eerste dag staan reiskwaliteiten van ons sextet motoren dus centraal. Een perfect traject voor een toerfiets als de FJR1300 om eens lekker uit te blinken. Veel comfort, ruim plek voor een passagier en bagage, uitstekende windbescherming en een stabiel en vertrouwenwekkend rijwielgedeelte. Zo werk je zonder enige moeite lange etappes af. De beide grote allroads in dit gezelschap, naast de R1200GS Adventure is dat de KTM 1190 Adventure, bieden een vergelijkbare hoge mate van rijcomfort en eveneens veel bergruimte in de aluminium zijkoffers. Maar het ontbreekt de KTM met volle bepakking en bij snelheden boven de 160 km/uur wat aan stabiliteit, de rijwind wervelt ondanks de hogere toerruit onaangenaam rond de helm. Het drukke weekendverkeer verhindert het helaas om langdurig op hoge snelheid te rijden, waardoor zelfs de Honda NC750X met slechts 55 pk vermogen geen moment de aansluiting met de groep verliest. Met wat extra’s oogt deze ‘crossover’ bijna als een kleine allroad, waarbij de hogere ruit uitstekende windbescherming biedt. Jammer dat het zadel op de lange duur wat oncomfortabel begint aan te voelen. De beide nakeds in de test, de BMW S1000R en de Yamaha MT-09, hebben een keurige rechtuitstabiliteit, maar kruissnelheden boven de 130 km/uur worden zonder windbescherming uiteindelijk een pittige kluif. En heel veel bagage gaat er nu ook weer niet in de meegeleverde zadeltassen.
Bergcontouren zijn nog steeds niet aan de horizon te zien. Pas voorbij Ulm, bij ‘Rasthof Allgauer Tor’, tekenen zich heel in de verte de eerste Alpentoppen vaagjes af. Bergen, dalen, passen en bochten komen er aan, de stemming stijgt! In totaal staan er de komende dagen 19 passen, waaronder de hoogste van de Alpen, op het programma. Okay, de eerste – de Fernpass achter de Oostenrijkse grens – is niet een heel hoge pas, eerder een verbindingspas. Maar het is wel een lekker opwarmertje voor dat wat ons nog te wachten staat.
Een verkeersongeluk dwingt ons tot een ongeplande stop. Een traumahelikopter is op het asfalt geland om een gewonde motorrijder af te voeren. Misschien is het een teken dat de Alpen niet alleen maar fascinerend zijn, maar door de uitdagende wegen ook een vergroot risico voor motorrijders vormen. Met name hier op de Fernpass, waar de verkeersdichtheid hoog is. De Brenner-Autobahn brengt ons aansluitend naar het zuiden van Tirol, waar met de Sellajoch de eerste gerenommeerde Alpenpas wacht.
Ook al ben je hier vaker geweest en meen je iedere meter asfalt te kennen, dan nog kun je worden verrast. Wegen zijn in de Alpen namelijk geen constante factor. Bergen bewegen, vorst doet de rest, waardoor een weg bijna permanent aan verandering onderhevig is. En daar komen uiteraard de gebruikelijke onvoorspelbare zake bij, zoals die bus die altijd op het meest ongunstige moment achter een onoverzichtelijke haarspeldbocht tevoorschijn komt of dat Murmeltier dat zich aan het asfalt warmt en altijd naar de verkeerde kant weghuppelt. Dat het inmiddels langzaam maar zeker avond wordt, heeft één voordeel: op de Sellajoch is het dan heerlijk rustig. Vroeg in het seizoen is het overdag – zeker op de beroemde Sella-ronde – altijd zeer druk met verkeer. Maar nu kunnen we optimaal genieten van het onbetaalbare en unieke Dolomieten-panorama. In de zomermaanden is alles heerlijk sappig groen en vormen de weidebloemen een kleurrijk en eindeloos lijkend meer. Voor de motorfietsen is dit de eerste proeve van bergbekwaamheid. De Yamaha MT-09 kan zich als afgevaardigde van de funbikes in motorische zin goed meten met de sterkere concurrentie. De driecilinder levert altijd en overal genoeg punch en is altijd direct bij de les. Bovendien hoeft de linkervoet door de brede vermogensband niet voortdurend in de slag met het schakelpedaal. Wel blijft het met name in de haarspeldbochten wennen aan de harde lastwisselreacties. In de B-modus reageert de MT09 wat softer, maar die modus moet na iedere start opnieuw geselecteerd worden. Ook de hier overigens zelden noodzakelijke schakelbewegingen zijn niet van het aller soepelste soort.  Het rijwielgedeelte heeft wat meer moeite met de alpiene omstandigheden. Met name bovenop de Sellajoch. Op plekken waar het wegdek na de winterse vorstschade slechts in beperkte mate is opgelapt, ontwikkelt het wat wiebelig aanvoelende rijwielgedeelte een soort van eigen wil, die zich maar lastig laat beteugelen. De vering mist op het hobbelige wegdek demping en dat heeft zo zijn uitwerking op het stuurgedrag. Op dit aangetaste wegdek ben je voortdurend bezig met stuurcorrecties. Als het asfalt mooi vlak is, doet zich dat niet voor, maar dat is hier in het hooggebergte een zeldzaamheid.

Een korte afsteker richting de Pordoijoch vormt de bekroning op deze dag. Puur rijgenot op een pasweg waar het wegdek prima grip biedt. De volgende dag staat onder andere de legendarische Stelviopas op het programma, Vanuit Val di Fassa in Trentino voert deze etappe ons over de Karerpass, die bij het Duitstalige Zuid-Tirol hoort. Dit is een wat onbekende, maar daardoor misschien wel opwindende pas, die door dichte bossen voert en aan de westzijde naar Bolzano leidt.
Het drukke verkeer rond deze stad valt haast niet te vermijden, maar op de nauwelijks bekende Mendelpass worden we niet veel later getrakteerd op een onverwacht hoogtepunt. Niet alleen vanwege het grandioze uitzicht, maar meer nog door de perfecte weg die zich over de slechts 1.363 meter hoge pas slingert. Zachte, gelijkmatige bochten zonder onaangename verrassingen, bijzonder veel grip en weinig verkeer – bijna een circuit in de Alpen. Een groepje BMW-rijders, dat hier ook onderweg is, voelt zich blijkbaar geprovoceerd, want hun leider geeft met zijn R1200R alles wat hij heeft. Maar opgepast: verhitte geesten matchen niet zo goed met een alpiene omgeving.
Desondanks wil een power naked als de BMW S1000R juist dat de teugels van tijd tot tijd wat worden gevierd. Het is telkens weer een bijzonder genoegen om dit viercilinder-krachtpakket weer eens goed de sporen te geven. Bij een sprinter als deze lijkt alles domweg te kloppen: een blok met beheersbaar inkomend vermogen, maar met een ongelooflijke punch bij nagenoeg alle toerentallen. Een rijwielgedeelte, zo scherp als een knipmes en zonder overdreven nerveus te zijn. Remmen als scheepsankers, maar altijd fijn te doseren. En assistentiesystemen van het fijnste soort, maar zonder onnodige tierlantijntjes.
Als het er om gaat om arrogante blaaskaakjes de mond te snoeren, dan zou de S1000R wat ons betreft eerste keuze zijn. Dat zo’n spierbundel op slecht wegdek niet het comfort van een dikke allroad heeft, okay, dat is dan de keerzijde. De veerwegen zijn immers aan de sportief korte kant. En dat de toeristische kwaliteiten niet bepaald je van het zijn, moet je maar gewoon accepteren. Pak je zo’n bergpas met de S1000R in sukkeltempo, dan wordt het al snel een marteling.
Via Trentino leidt de route ons over de verder niet noemenswaardige Passo Tonale. Bij Ponte di Legno buigen we af richting Passo di Gavia, ook al zo’n klant uit onze ‘Passen Top Tien’. De laatste paar jaar is de schilderachtige zuidzijde van de Gavia sterk aan verandering onderhevig geweest. Ondergetekende herinnert zich nog het vroegere offroad-gedeelte, maar vandaag de dag is alles strak geasfalteerd. De smalle asfaltstrook meandert net als voorheen zonder veiligheidsvoorzieningen van enige naam langs steile afgronden. Aangezien auto’s elkaar hier maar op een paar plekken kunnen passeren, zijn er maar weinig toeristen die zich hier vergissen.  Kortom, het is een buitengewoon avontuurlijke weg en daarop voelt de KTM 1190 Adventure zich als de welbekende vis in het water. De lange veerwegen slikken onregelmatigheden in het wegdek hap-slik-weg, terwijl de rechte zitpositie voor veel overzicht en een vertrouwd rijgevoel zorgt. Het blok hamert er desgewenst met zoveel geweld op los dat de tractiecontrole in de laagste drie versnellingen de handen vol heeft. Maar dat doet het wel volledig op de achtergrond, als rijder merk je alleen aan het oplichtende lampje in het dashboard dat het systeem voortdurend actief is. Bovenin levert de twin dusdanig veel vermogen, dat het op deze pas (en ook op veel andere) niet eens gebruikt kan worden. In tegenstelling tot de haast van de weg losgekoppeld aanvoelende BMW Adventure voelt de KTM preciezer en nauw met het wegdek verbonden aan. Het rijwielgedeelte geeft ook onder hellingshoek veel feedback en geeft ook meer vertrouwen. Bovendien laat de 1190 zich in snel opeenvolgende bochten makkelijker omgooien. Een beetje wisselgeld betaalt de KTM-rijder wel aan de pomp. En wat de toeristische kant betreft, dus windbescherming en zit- en rijcomfort, is de GS net een tik beter. Via Bormio bereikt het testteam laat in de avond het doel van deze dag: de Stelvio. De westzijde vanuit Bormio is minder spectaculair om te rijden, maar heeft met de waterval en de vele tunnels ook het nodige moois te bieden. Bovenop de pas treffen we een oude bekende: Bratwurst-Bruno, die onze vlag van een eerder bezoek nog heeft hangen. Vanuit de Tibethütte heb je een prachtig uitzicht op het Ortler-Massief en de zo beroemde haarspeld-zijde van de Stelvio.

Bijna vijftig haarspeldbochten, mooi genummerd, hebben de Stelvio tot een legende gemaakt. Wat dat betreft is het bijna jammer dat er in de bovenste bochten tegenwoordig strak asfalt ligt en niet langer de restanten van de oude hobbelige oerweg van een aantal jaar terug. Dat oorspronkelijke bepaalt immers een groot deel van de charme. Maar wees niet bang, een snelweg zullen ze hier net snel aanleggen. En van de tolheffing waar al jaren over wordt gesproken, is gelukkig ook nog geen sprake. Maar dat zal de testrijders van autofabrikanten er ook niet van gaan weerhouden om hier hun prototypes uitgebreid te testen.
Voor de tweede allroad in dit gezelschap, de R1200GS Adventure, is de uitdagende zuidzijde van de Stelvio ideaal terrein. Het is machine als een pantservoertuig, dat onmiskenbaar een soort van onaantastbaarheid uitstraalt. De BMW verwent met overtuigend rijcomfort, alleen gaten in het wegdek worden wat hard doorgegeven. Hoe handelbaar deze reus daadwerkelijk is, hangt sterk van het postuur van de rijder af. Bij lange rijders past alles optimaal, terwijl de kleineren onder ons respect voor de indrukwekkende afmetingen van de GS Adventure zullen hebben. Sportievere rijders zullen de matige feedback van de Anakee-banden bekritiseren.
Het boxer-blok kan op een breder gedragen applaus rekenen. Dynamisch bovenin toeren, uitgesproken krachtig in de toerenkelder en zeer fijngevoelig controleerbaar. De GS komt met veel koppel uit de haarspeldbochten, de eerste versnelling is voor het kortere werk en rangeren al aan de korte kant. Het zo vaak bekritiseerde schakelgedrag is hier een randverschijnsel, het begeleidende geluid bij schakelen in de lagere versnellingen is acceptabel. Het totaalpakket is doordacht, de bediening perfect. En de Adventure heeft van al deze motoren het beste bagagesysteem. Enorme stortbuien ’s nachts en een miserabele weersverwachting dwingen ons de volgende dag het roer drastisch om te gooien. We besluiten de zo door het weer geplaagde Alpenkam niet langer te volgen en kiezen voor een route langs Milaan en Turijn om zo snel mogelijk in de Italiaanse streek Piemonte te komen. Pietraporzio, in de nabijheid van Cuneo. Het is avond en, belangrijker, het is droog – onze kansen lijken te keren. Dit plaats ligt tegen de voet van de populaire Col de Larche, tussen Italië en Frankrijk, en deze pas wordt door de Italianen Colle della Maddalena genoemd. Maar de passen die er omheen liggen, zijn vele malen mooier. Het hoogtepunt in dit gebied is zonder enige twijfel de Col de la Bonette. Mooier dan de meest directe weg naar de Bonette via de Larche is een omweg over de Col de la Lombarde. Deze pas is met name aan de Italiaanse kant adembenemend mooi. De pas ligt wat afgezonderd en wordt mede daardoor niet veel bereden. Met de vele afwisselende bochten en deels gladde wegdek is dit een rijtechnisch veeleisende pas. Helemaal op het moment dat wij passeren, want een de schaapskudde van een herder heeft een niet bepaald welriekende bruine en gladde brei op het wegdek gedrapeerd. Aan de Franse kant ligt net onder het hoogste punt van de pas het niet zo fraai ogende skioord Isola 2000, waar dan wel weer een mooie en perfect geasfalteerde weg naar toe loopt. Hier kunnen we de teugels gelukkig weer wat laten vieren. En dat kunnen met name de sportiefste machines, de BMW S1000R en de KTM 1190 Adventure waarderen, maar ook de in haarspeldbochten wat zwaarlijvig aanvoelende Yamaha FJT1300AE. De eindeloze bochtenslingers van de afgelopen dagen heeft de Yamaha trouwens heel dapper ondergaan. Goed, in de haarspeldbochten stuurt de FJR minder licht in dan zijn concurrenten en moet er wat harder worden gewerkt aan het stuur. Maar vergeleken met eerdere FJR-varianten is er een aantal zaken in positieve zin veranderd. De huidige AE-versie stuurt een stuk stoïcijnser en blijft onder hellingshoek steeds heel neutraal op koers. Het elektronische rijwielgedeelte veert comfortabel en spreekt verfijnd aan. Maar op de wensenlijst van ons testteam blijft wat extra koppel staan. De viercilinder voelt bij het uitaccelereren van haarspeldbochten wat tam aan. Aan de andere kant draait het blok heerlijk zacht en zijn de vroegere lastwisselreacties volledig verdwenen. De FJR slaat onder de streep een prima figuur in het hooggebergte en is een ware vertegenwoordiger van het toersegment.

We zijn niet ver meer verwijderd van een andere legendarische bergpas: de Col du Galibier. Via de Col de Vars kun je vanuit Guillestre ook snel door het dal Briançon bereiken. Wil je echt genieten, dan moet je hoe dan ook de omweg via de Col d’Izoard nemen, een bergpas die door de vele steenvelden en spitse rotspunten echt op een maanlandschap lijkt. Na Briançon volgt de Col du Lautaret, een verbindingstraject, want op de pashoogte buigt de route af richting de Galibier. De hobbelige zuidkant van deze haast mythische Tour-de-France-bergpas is misschien niet heel spannend om te rijden, maar het uitzicht op de top is adembenemend. Alsof je op het dak van de Alpen staat! Wielerfans maken hier een tussenstop bij het monument voor Tour-oprichter Henri Desgrange. Ook voormalig winnaar Marco Pantani heeft hier na zijn dood een monument gekregen. Maar de noordzijde richting Valloire, ons volgende doel, is in alle opzichten opwindender voor motorrijders. Bergaf op dit soort passages, waar vermogen niet het belangrijkste is, is vooral leuk in het zadel van de Honda NC750X. Volledig ontspannen volgt de Japanner de kleinste stuurimpulsen, zonder daarbij in negatieve zin te reageren op de vele beschadigingen in het asfalt. Als je er ook nog eens heel comfortabel op zou zitten, zou je zelf ook volledig ontspannen. Maar bovenal is deze X een machine die al snel de sympathie van iedereen krijgt. Wat dynamiek betreft moet je er alleen niet al te veel van verwachten. De twin weert zich dapper, maar als het tempo wordt opgeschroefd, speelt de begrenzer al snel de hoofdrol. Niets voor opgewonden standjes dus, eerder voor de genieters onder ons. Ons hotel ‘Relais du Galibier, ligt direct aan de pas, net buiten Valloire en heeft eenvoudige kamers, maar een uitstekende keuken.

De laatste ankerplaats is bereikt, maar op de weg terug naar Stuttgart wachten nog een paar grote en gerenommeerder bergpassen. Als eerste de Iseran, met 2.764 meter exact 7 meter hoger dan de Stelvio en daarmee de nummer twee op onze ranglijst. Vanuit Bourg-Saint-Maurice kun je voor de korte weg door de Mont-Blanc-tunnel naar Martigny kiezen, maar wij kiezen voor de omweg door het Aosta-dal en pakken daarbij de Grote en Klein St. Bernhard mee. Noemenswaardig aan die laatste is met name de mooie zuidzijde, die met eindeloze bochtenslingers en perfect asfalt een motorrijder zielsgelukkig maakt. Vijf dagen na vertrek is het testteam weer terug in Stuttgart, weliswaar wat vermoeid na 2.650 kilometer in het zadel, maar vol fantastische ervaringen. Het was in ieder geval een trip die bij alle deelnemende rijders diep in het geheugen staat gegrift.
ALPENMASTERS WINNAAR
KTM 1190 ADVENTURE
De KTM wordt gebouwd in de bergen en is gemaakt voor de bergen. Onder de streep heeft de 1190 Adventure zijn markante neus vooraan. De KTM combineert een sportieve V-twin met veel reiscomfort en een hightech uitrusting. Een waardige bergkoning!

Lees meer over

BMW Honda Yamaha

Gerelateerde artikelen

Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-