+ Plus

Eerste Test Kawasaki Z1000SX

Met de 1290 Super Duke GT en de GSX-S1000F lanceerden KTM en Suzuki de afgelopen anderhalf jaar beide een op een dikke naked gebaseerde sportieve toerfiets. Slim, maar zeker niet nieuw. Kawasaki vent deze filosofie immers al sinds 2011 uit met op de Z1000 gebaseerde Z1000SX. Nagenoeg dezelfde beleving voor wat betreft motorblok en stuureigenschappen, maar dan met een flinke dosis extra comfort. En dat heeft de groenen geen windeieren gelegd, want de SX geldt sindsdien als een van de best verkochte sportieve toermotoren in Europa. Binnenkort staat er een aangescherpt model met onder andere veel extra elektronica bij dealer. We maken alvast kennis in de omgeving van het Franse Nice.

Stik, oordoppen vergeten! Normaal een reden om onmiddellijk te stoppen, maar slingerend over een uitdagende mediterrane kustweg tussen Nice en Fréjus laat ik het nog even achterwege. Reden? Die heerlijke inlaathuil die bij accelereren steeds weer via de roestbruine rotswanden richting mijn trommelvliezen wordt weerkaatst. Verslavend lekker in ongedempte vorm! Typisch een Kawasaki viercilinder. En typisch Z1000SX ook, die juist om deze specifieke reden een speciale resonantiedemper in de airbox heeft. Die heeft de SX trouwens al sinds de laatste grote update, die inmiddels alweer van 2014 dateert. En die is dus gelukkig behouden gebleven op deze derde generatie van Kawasaki’s sportieve toermachine. En ook deze nieuwste generatie van de SX is gelukkig heel erg SX gebleven met zijn zo kenmerkende scherpe gelaatstrekken.
Maar zet je deze nieuwste versie naast de voorgaande, dan zijn er wel degelijk uiterlijke verschillen waarneembaar, en dan vooral aan de voorzijde. Het neusje is net weer even wat scherper en agressiever van de tekentafel gekomen voor een grotere gelijkenis met de sportiefste Kawa-broeders. Met name het nieuwe spoilertje onder de neus doet wat dat betreft sterk aan de ZX-10R en de H2 denken. Maar de grootste aandachttrekker in die ‘gerevampte’ neus is de nieuwe koplamppartij, die gezegend is met een LED-batterij, waarmee je als het moet de gecrashte Schiaparelli Marslander had kunnen bijschijnen. Met andere woorden: een bak licht, die je in de spiegels al van ver kunt zien aankomen! De lichtopbrengst zou volgens Kawasaki trouwens tot 1,5 keer beter moeten zijn dan bij de vorige generatie. Daarnaast zijn de stroomlijndelen wat breder geworden (tot 28 millimeter) voor een betere windbescherming van de benen en ze bedekken nu ook een deel van het hoofdframe voor een meer geïntegreerde uitstraling. Daar zorgen de knipperlichten aan de voorzijde ook voor, want deze zijn nu volledig in de stroomlijn opgenomen in plaats van dat ze er ‘op’ liggen, zoals bij het oude model. À propos windprotectie: het handig in drie standen verstelbare ruitje van de Z1000SX was al verre van slecht, maar is nu in het midden iets boller van vorm en aan de bovenzijde 15 millimeter hoger dan voorheen om de windbescherming nog verder te vergroten.

De grootste wijzigingen bevinden zich evenwel wat meer buiten het blikveld. Niet in het motorblok, want dat is nog steeds dezelfde vloeistofgekoelde 1.043 cc metende en 142 pk sterke vier-in-lijn als in de voorgaande generatie, alleen nu wel met Euro4-homologatie. Daartoe is onder andere de ECU aangepast, waardoor en passant ook de vermogensafgifte nog weer wat soepeler is geworden, en daar schortte het al niet aan…. De grootste winst is echter op elektronisch gebied geboekt. De voorgaande versie had al tractiecontrole en twee verschillende mappings, maar door de komst van een zesassige IMU (Inertial Measurement Unit) van Bosch is het scala aan mogelijkheden flink uitgebreid. Zo is de tractiecontrole uitgebreid met wheelie-controle en werkt het voorheen toch al zo puike ABS-remsysteem nu ook hellingshoekafhankelijk, net als bij Kawasaki’s sportieve vlaggenschip, de ZX-10R. In bochten zorgt deze combinatie er nu bijvoorbeeld voor dat er gedurende de hele bocht – vanaf het moment van insturen en via de apex naar de bochtuitgang – diverse motorblok- en chassis-parameters worden gecontroleerd, waarbij remkracht en vermogen voortdurend aan de omstandigheden worden aangepast voor een zo soepel mogelijke omschakeling van accelereren naar remmen en opnieuw accelereren. Alles dus om het rijden van de gewenste lijn zo aangenaam mogelijk te maken. Je zou haast vergeten dat je toch echt zelf moet sturen….

Daar is gelukkig rekening mee gehouden, want we krijgen een testroute voorgeschoteld waar een deel van de beroemde Route Napoleon in is opgenomen en een flink deel van de Gorges du Verdon. Ergo, bochten in overvloed dus en om het nieuwe elektronicapakket goed op waarde te kunnen schatten, hebben ze bij Kawasaki op de eerste van twee testdagen meteen ook het bijpassende weer besteld. Met andere woorden: het komt met bakken uit de lucht, en dat op wegdek van wisselende kwaliteit en hier en daar rijkelijk bezaaid met reparatiestroken. Brrr….
Maar daar weet de tractiecontrole van de Z1000SX gelukkig uitstekend raad mee. Je hebt de keuze uit drie standen, waarvan de derde het meest behoudend is en dus het snelst ingrijpt. Dat ingrijpen gebeurt heel subtiel en verre van abrupt. Slechts een oplichtend waarschuwingslampje in het dashboard attendeert je op activiteit van het systeem. De standen 1 en 2 staan beide nog een bepaalde mate van achterwielslip toe (en lichte wheelies) en ook in stand 2 kun je op dit natte wegdek nog behoorlijk onbevreesd aan het gas draaien voor er een onomkeerbare zijwaartse expeditie wordt ingezet. Echte die-hards kunnen het systeem ook nog uitschakelen, maar waarom zou je met zo’n voortreffelijk vangnet? Vergeten dat je het hebt uitgeschakeld, is trouwens niet mogelijk. Daar denkt het systeem zelf aan, want de tractiecontrole wordt altijd standaard ingeschakeld als de motor na het uitschakelen van het contact weer wordt gestart. In principe in dezelfde stand als voorheen en anders in stand 1 als de tractiecontrole was uitgeschakeld.
Daarnaast kun je er bij nat wegdek ook nog voor kiezen om in plaats van de ‘Full Power’-rijmodus de ‘Low Power’-variant te selecteren. Het vermogen wordt dan met 30 procent beknot tot pakweg 100 pk, terwijl ook de gasrespons wat milder is. Het ‘gat’ tussen beide modi is dus vrij groot, waardoor je je af kunt vragen of er in de praktijk veel gebruik gemaakt worden van die mildere vermogensvariant. Zeker gezien het feit dat de 142 pk vermogen zich met de mogelijkheden van de voortreffelijke tractiecontrole keurig laat controleren. Maar goed, het is dan hoe dan ook een prettige gedachte dat de mogelijkheid voor ‘een tandje minder’ bestaat, mocht er behoefte aan zijn.
Het ABS van de Z1000SX werkt nu dus ook onder hellingshoek, wat het toch al uitmuntende rempakket van de Kawasaki nog eens een extra boost geeft. De remmen leveren een fantastische vertraging, laten zich probleemloos met twee vingers bedienen en zijn tot op de millimeter nauwkeurig te doseren. Toppers dus!

De vierpitter zelf voelt ook in Euro4-trim heerlijk vertrouwd aan. Tikje rauwe motorloop en een behoorlijk lineaire vermogensontplooiing. Op de tweede en droge testdag kan er ongegeneerd aan gas worden gedraaid. Dat beantwoord het blok met een steeds lekker resoluut in toeren klimmen, waarbij het in het middengebied voelbaar het meest enthousiast met zijn spierballen rolt. De maximale 142 pk is bij 10.000 toeren voorhanden, maar in de praktijk schiet de SX daar net even voorbij 9.000 toeren net iets minder enthousiast naar toe dan voor dat punt. De vermogensafgifte vlakt dan duidelijk iets af. Geeft niet, want een fiets als deze Z1000SX, waar de toereigenschappen voor het gros van de klandizie ongetwijfeld van groter belang zijn dan de puur sportieve capaciteiten, moet het vooral hebben van wat zich in dat middengebied en bij lagere toerentallen afspeelt. En daar is de viercilinder zo lenig als een Olympisch gymnast aan de rekstok. Wat heet, je kunt hem in de zesde versnelling moeiteloos afknijpen tot net iets boven het stationair toerental om aansluitend als aan een langgerekt elastiek naar een snelheid dik boven de 200 km/uur te worden gesleurd. En dat zonder enige vorm van tegensputteren en met een subliem fijne gasrespons. Die gasreactie is bij het betere pookwerk trouwens ook superscherp, echt ‘spot-on’. Keurig!
Wel merk je al snel dat het blok niet helemaal trillingsvrij draait, net als voorheen trouwens. Bij rustig toerwerk onder de pakweg 5.000 toeren valt het nog niet zo op, maar als je even doortrekt naar 7.000, 8.000 toeren, dan zijn er met name in de voetsteunen en rond de tank fijne trillingen bespeurbaar, die door de gemonteerde balansas en de montagerubbers van de voetsteunen dus niet volledig worden geëlimineerd. Een bepaalde mate van vibratie is door Kawasaki ook bewust gekozen als onderdeel van het motorkarakter en kenmerkt dit blok ook eigenlijk al sinds de eerste Z1000, maar heel iets minder zou ook mogen, al valt er zeker mee te leven.
Ook kenmerkend voor de Z1000SX is de relatief korte gearing. Dat maakt hem uitermate levendig en sportief om te rijden, maar heeft als nadeel dat het blok bij bijvoorbeeld een snelwegsnelheid van 120 km/uur al aardig toeren draait en de linkervoet onbewust nog al eens naar de al ingeschakelde zesde versnelling zoekt. Gelukkig heeft het vernieuwde dashboard nu wel een handige versnellingsindicator om je daar op te attenderen. Daarnaast heeft de cockpit nu ook een schakellamp. Deze is tussen 5.000 en 11.000 toeren instelbaar in stapjes van 250 toeren. Een leuke gimmick is dat deze wordt geassisteerd door een van kleur veranderende toerentellernaald. Zodra je binnen de 500 toeren van het ingestelde opschakelmoment komt, begint de schakellamp te knipperen en kleur de toerentellernaald roze. Als het gekozen toerental is bereikt, knippert de schakellamp nog sneller en kleurt de naald rood. Nieuw in het dashboard is ook de weergave van de buitentemperatuur.
De versnellingsbak, sinds afgelopen modeljaar voorzien van slipper clutch, schakelt bijzonder soepel en zo precies als een Zwitsers uurwerk. Prijzenswaardig daarbij is dat de vrijstand zich uiterst gemakkelijk laat vinden, ook stilstaand voor een verkeerslicht. Echt een feestje die bak! Bovendien werkt de kabelbediende koppeling lekker licht en is het hendel nu, net als het remhendel, ook verstelbaar.
Naast het vijfvoudig instelbare koppelingshendel en de iets forsere en prima functionerende ruit is er nog meer gedaan om het leven aan boord van de SX verder te veraangenamen. De zit is net als voorheen comfortabel en een tikje sportief met relatief veel beenruimte en een lekker in de hand liggend stuur. Het zadel is heel iets breder voor een betere ondersteuning van het zitvlak en zowel voor als achter is het zadel voorzien van nieuw materiaal, dat elastischer is dan voorheen en ook bij extreem lage temperaturen lekker soepel blijft. Voor een passagier is het toch al beter toeven achterop, want het duozadel is niet alleen 25 millimeter langer en 3 millimeter dikker, maar het loopt naar voren toe ook nog eens 25 millimeter op, waardoor je als passagier niet meer naar voren glijdt. Ook hebben de spiegels iets langere pootjes voor een beter zicht naar achteren.

Het rijwielgedeelte van de Z1000SX is nagenoeg intact gebleven. Alleen de wielbasis is marginaal korter en het linksysteem van de achterschokdemper is licht aangepast voor een iets soepeler veergedrag en een beter absorberend vermogen op korte hobbels. Ook de zithoogte is daardoor trouwens iets lager, 815 in plaats van 820 millimeter. Het veercomfort aan de achterzijde is in ieder geval erg aangenaam, en ook de voorvork biedt meer dan voldoende comfort. Daar heeft het ook nooit aan gelegen bij de SX, maar ook het 2017-model heeft dat latent aanwezige gevoel dat er veel krachten op het balhoofd lijken te werken. Niet zo nadrukkelijk als de eerste serie dat had, maar merkbaar is het wel, zowel op de natte eerste als de droge tweede testdag. De Z1000SX heeft bij insturen eerst een lichte neiging om wat onder je weg te vallen, trekt vervolgens wat in het stuur, waardoor je hem wat moet op de juiste lijn moet dwingen, en heeft bij het uitkomen van bochten een lichte voorkeur voor de wijde lijn. Daarnaast heeft hij bij remmen in bochten de neiging zich wat op te richten en is er op slecht wegdek met langsrichels en reparatiestroken geen kraakheldere feedback van de voorzijde, waardoor het blinde vertrouwen wat ontbreekt. Veel daarvan is waarschijnlijk al te ondervangen met de bandenkeuze, want de standaard gemonteerde Bridgestone S20’s lijken net als voorheen niet optimaal met de Z1000SX te harmoniëren. Daarnaast is het deels op te vangen door zowel voor als achter de uitgaande demping wat te verhogen vanuit de standaard positie en voor iets meer veervoorspanning te geven. Dat maakt dat het geheel al iets neutraler aanvoelt, waarmee bij een gematigd toertempo prima mee te leven valt. Zoek je de randjes liever op, dan kan een wat meer fysieke rijstijl en aanpak ook geen kwaad om de Z1000SX de lijn te laten rijden die jij voor ogen hebt. Wel blijft bij het betere veegwerk, waar het potente blok van de SX nu eenmaal wel toe uitnodigt, met name de comfortabel geveerde voorpartij dan een factor om rekening mee te houden. Met name als je flink doorremt in het bochtenwerk heeft de voorvork na het lossen van de rem de neiging om snel omhoog te komen en nog wat na te deinen. Maar ook dat valt met nog wat extra stelwerk aan de voorvork ongetwijfeld nog wel te verbeteren.

En laten we wel wezen, echte hardgaanders en andersoortige die-hards geven toch eerder de voorkeur aan een sportfiets of een power naked. En aan de andere kant zoekt een echte groottoerist zijn heil ook in een ander segment. De Z1000SX staat er precies tussenin, is een prettige mix van beide en in die zin een echte bruggenbouwer, een alleskunner. Je pakt hem net zo makkelijk voor je dagelijkse woon/werk-rit als voor een rondje ‘rund um Hause’ of voor een lange weekendtrip met partner en bagage en daarbij zal de Z1000SX je niet snel teleurstellen. Met name die uitgebreide gebruiksmogelijkheden en het flink opgewaardeerde elektronicapakket maken dat Kawasaki’s sportieve toermachine ook de komende jaren ongetwijfeld een hoofdrol blijft spelen in dit marktsegment. De nieuwe Z1000SX staat waarschijnlijk in december bij de dealer. Een prijs is nog niet bekend, maar Kawasaki’s prijspolitiek kennende gaat die ongetwijfeld scherp zijn.

Lees meer over

Kawasaki Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

11 april, 2024

Kawasaki en Ninja zijn net zo’n onlosmakelijke combinatie als de Dikke en de Dunne, Johan Cruijff en nummer 14 en ...
Eerste Test Kawasaki Z500

Eerste Test Kawasaki Z500

28 maart, 2024

Voor Kawasaki staat 2024 in het teken van een halveliter-offensief. Liefst drie nieuwe modellen zien het daglicht. ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-