+ Plus

WK Superbike Phillip Island, Australië

Zelden leek Michael van der Mark sterker dan tijdens de openingsrace van het WK Supersport-seizoen in Australië. Maar uiteindelijk stond de Honda-coureur teleurgesteld en boos met lege handen. Sylvain Guintoli vertrok na twee zeer enerverende Superbike-races met de meeste punten uit Phillip Island. De Fransman werd in de eerste race verrassend verslagen door Eugene Laverty, maar hield in de slotwedstrijd iedereen achter zich.

Een jaar geleden verbaasde Michael van der Mark menigeen door tijdens zijn WK Supersport-racedebuut meteen als derde te finishen in Phillip Island. Na een leerjaar dat hij met een zeer respectabele vierde plaats in de eindstand afsloot, gaf de Rotterdammer aan dat hij in 2014 voor het hoogste zou gaan. Van der Mark kon leven met het feit dat drievoudig wereldkampioen Kenan Sofuoglu tijdens de test voorafgaand aan de race sneller en constanter was, maar niet eerder kwalificeerde Van der Mark zich als op de eerste rij een WSS-race. De sterke tweede startplaats, 0.252 achter polesitter Sofuoglu, gaf aan dat de Ten Kate/Honda-coureur geen genoegen wilde nemen met een bijrol. Geheel volgens plan verliepen die trainingen echter niet, want in de tweede vrije training kwam Van der Mark ten val na een schakelfout. Agressief rijdend nam hij in de wedstrijd de leiding over van kopstarter Sofuoglu en sloeg samen met de Turk en Yamaha-coureur Kev Coghlan een gaatje. Door een foutje viel de gretige Van der Mark terug naar de derde positie, maar ogenschijnlijk moeiteloos dichtte hij middels de snelste raceronde het gat naar Sofuoglu en Coghlan. Na zeven ronden werd de race echter afgevlagd vanwege een oliespoor. De wedstrijdleiding besloot vervolgens tot een sprintrace van slechts vijf ronden. Van der Mark kwam na een doorkomst als vierde langs achter Sofuoglu, Florian Marino en Coghlan. Nadat hij de derde plaats had overgenomen van Marino gleed Van der Mark onderuit in de de eerste lange doorlopende linker bocht. Terwijl de Nederlander zijn machine weer overeind zette, crashte enkele honderden meters verder Sofuoglu uit de race. In een poging de schade beperkt te houden, vloog Van der Mark een ronde later in dezelfde bocht met een highsider van zijn Honda. Een zeer teleurstellend einde na een veelbelovende start. “Bij de eerste start was ik wel heel fanatiek, misschien wel iets té”, schatte Van der Mark zelf in. “Maar toen ik achter Kenan en Coghlan zat, voelde ik me goed. Die tweede start was niet goed. Ik zag dat Kenan op kop zat en na de trainingen en de testen wisten we toch wel dat wij de te kloppen mannen waren. Wij waren ook de enige twee die racesimulaties hadden gedaan. Je zag ook dat we aan elkaar gewaagd waren, veel meer dan vorig jaar. Daar stond ik ook wel van te kijken, eerlijk gezegd. Maar ik dacht ook ‘als ie gaat, is ie weg’. En ik denk ook dat ie mij niet in de buurt wilde hebben. Maar ik wilde te snel. Toen ik de motor binnendoor stuurde bij Marino was ik ‘m achter al kwijt. Ik was best kwaad op mezelf, het was m’n eigen schuld.” Net als Sofuoglu baalde Van der Mark van de beslissing van de racedirectie. “Als je ziet wat het kost om hier te rijden en dan geven ze je vijf ronden… Doe er dan tien. En zo’n wedstrijd over vijf rondjes is nog gevaarlijker ook. Het enig positieve is dat we verder dan vorig jaar. De machine is beter, de elektronica ook en zelf heb ik ook geleerd.”

De verrassende winnaar van de tumultueuze race werd Jules Cluzel. De 25-jarige Fransman, in 2012 vice-wereldkampioen in het WK Supersport en vorig jaar bescheiden tiende in het WSB, troefde brutaal Coghlan, Rafael De Rosa en Marino af. Na podiumplaatsen van Christian Iddon en Roberto Rolfo in 2013 op de MV Agusta F3 675, tekende Cluzel voor de allereerste WK Supersport-winst voor de Italianen, en MV’s eerste WK-zege sinds 1976, toen Giacomo Agostini op de Nürburgring de 500 cc-race won. Bovendien was het een spectaculaire binnenkomer voor het Russische Yakhnich team, dat vorig jaar met Sam Lowes op een Yamaha wereldkampioen werd. “Ik had Cluzel daar niet verwacht”, gaf Van der Mark grif toe. “Het is zeker iemand om rekening mee te houden, maar het zou anders zijn geweest als ik nu al 25 punten had achter gestaan op Kenan.”
Na vorig jaar al een WSS-race te hebben gereden, startte Tony Coveña in Phillip Island naast Florian Marino en de Amerikaan PJ Jacobsen als derde vaste rijder van het Tsjechische Kawasaki Ponyexpress Intermoto Team. Coveña was uitermate tevreden met zijn twaalfde plaats. De 21-jarige Hagenaar, na zijn thuiskomst op maandagavond de volgende dag al weer in de schoolbanken, plaatste echter zelf enkele kanttekeningen bij zijn weekend. “Ik had toch wat aanpassingproblemen aan de machine en aan het circuit”, aldus Coveña. “Tijdens het weekend bleek ook dat het team de bezetting had onderschat. Ik had geen vaste crewchief en die hulp had ik als nieuweling en minst ervaren rijder van ons drieën wel heel goed kunnen gebruiken. Ik moest mijn rijstijl aanpassen en ik kwam er niet goed uit met de vering. Andrew Pitt (voormalig Supersport-wereldkampioen, FW) is de crewchief van Jacobsen en hij heeft me wel geholpen, maar PJ is zijn nummer 1. Daar werd ik een beetje de dupe van. Daarom liep ik een beetje achter de feiten aan. Onderling hadden wij als rijders wel contact, maar tijden de trainingen is dat lastig.” Voor de volgende race in Aragon op 13 april hoopt de uit het EK Superstock 600 overgekomen Coveña een eigen chefmonteur naast zich te hebben. “Ik hoop weer samen te kunnen werken met Lau Wopereis. Wij kennen elkaar goed, maar het ligt ook aan hoe het team dat ziet. Ook financieel.” Met een twaalfde plaats liet Coveña niettemin een goede indruk achter. “Ik wil graag beter, maar dit was zeker niet slecht. Voor de rode vlag ging het eigenlijk nog beter. De tweede race was ook goed, maar voor mij eigenlijk te kort.”

Suzuki’s nieuwe kopman Eugene Laverty zorgde voor een daverende verrassing door vanuit schier kansloze positie de eerste Superbike-race te winnen. De Ier viel van zijn vierde startplaats terug naar de zevende positie, maar bewees erg zuinig te zijn geweest op zijn banden. Toen polesitter Sylvain Guintoli en diens nieuwe Aprilia-teamgenoot Marco Melandri het tempo moesten verlagen door bandenslijtage, sloeg Laverty toe. Het was de eerste Suzuki-overwinning sinds Leon Haslam in 2010 in Kyalami de tweede race won. Laverty won vorig jaar één race in Phillip Island in dienst van Aprilia, de andere was voor zijn toenmalige teammaat Guintoli. Die verdeling maakte het duo ook in 2014. Met vier overwinningen in de laatste zes races op de fraaie Australische baan mag je zeggen dat de Aprilia zich redelijk wel voelt op Phillip Island. Dat de tweede race slechts veertien ronden duurde na een rode vlag, was niet in het nadeel van Guintoli, die nog steeds kampt met de naweeën van zijn schouderblessure, opgelopen tijdens een val van de fiets in 2013. Guintoli pakte zo de meeste punten in twee races. Naast zich op het podium na de tweede race stond zijn landgenoot Loris Baz, in de trainingen en de testen voorafgaand aan het weekend enkele malen hard gevallen. De jonge Baz hield zijn teammaat Tom Sykes, tijdens de test in Phillip Island nog de snelste, nipt achter zich. De wereldkampioen was in de slotminuten van de Superpole – verreden volgens een nieuwe formule, met de twaalf snelste rijders samen in de baan – nog ten val gekomen. In de openingswedstrijd kwam Sykes door een gebrek aan grip niet verder dan de zevende plaats. Set up-wijzigingen zorgden voor verbetering ‘op het slechtste circuit voor Kawasaki’. “Ik had het gevoel dat het mijn race had kunnen worden als die rode vlag niet was gekomen”, meende Sykes, die en passant nog meldde dat teamgenoot Baz hem meer dan dwars had gezeten in beide races.
Melandri strandde na een remfout op de achtste plaats, terwijl Laverty een blok opblies. Een flinke tegenslag, nu het aangepaste reglement maar voorziet in acht blokken per Superbike-rijder per seizoen. Davide Giugliano deed het op de Ducati Panigale goed met twee vierde plaatsen, terwijl teamgenoot Chaz Davies – na een harde val in de trainingen – de snelste ronde van de dag klokte. In Phillip Island kreeg het Superbike-veld voor het eerst te maken met de zogenoemde EVO-machines. Het blok – zes stuks per seizoen – en de elektronica moeten voldoen aan het veel striktere Superstock 1000-reglement. Aanpassingen aan het chassis, de vering en de remmen zijn wel toegestaan. David Salom was de beste EVO-rijder met een negende en tiende plaats. Volgend jaar gelden de EVO-regels voor het volledige kampioenschap. De twee EBR 1190’s van Geoff May en Aaron Yates kwamen op Phillip Island veel topsnelheid te kort tijdens hun WSB-debuut. Marco Melandri’s Aprilia werd geklokt op 320 km/u, Geoff May’s 1190 cc-V2 kwam niet verder dan 287 km. May haalde de race overigens niet: hij brak in de trainingen een sleutelbeen. De 40-jarige Yates finishte beide races als laatste.

Lees meer over

Ducati Honda Kawasaki Suzuki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...