+ Plus

Vergelijkingstest Honda Rebel 1100 DCT – Harley-Davidson Nightster

Tegen stress helpt vaak alleen een flinke time out. En die breng je bij dan voorkeur door op afgelegen weggetjes, ver weg van het drukke verkeer. Hier laten de Harley-Davidson Nightster en de Honda Rebel 1100 DCT het stresslevel en de polsslag dalen.

Op sommige motorfietsen zijn we op zoek naar de ultieme adrenalinekick, op andere verkennen we juist de wereld, en dan is er een categorie motorfietsen waarop we domweg het gevoel van vrijheid op geasfalteerde wegen willen ervaren. Even de sores van alledag vergeten, de wind om de neus voelen spelen en de ziel laten masseren door het motorgeluid – een beproefde methode om stress verminderen. Al decennialang hebben sportieve cruisers, in de regel voorzien van een luchtgekoelde en koppelrijke V-twin, vele stresspatiënten op deze wijze geholpen. Maar het medicijn is in de loop der jaren doorontwikkeld en dus zetten zowel de Harley-Davidson Nightster als de Honda CMX1100 Rebel DCT vol in op moderne snufjes. Maar is dat een ontwikkeling die de patiënten ook weet te bekoren?

Het nieuwste toegelaten medicijn in deze categorie komt uit Milwaukee. De Harley-Davidson Nightster treedt met een optisch langgerekt silhouet, smalle dummy-tank en naar voren gebogen zitpositie in de voetsporen van de Sportster 883-modellen, maar heeft er in technische zin niet veel meer mee gemeen. De 975 cc metende 60 graden V-twin van de Amerikaan is gebaseerd op het 1250 Revolution Max-blok, dat dienst doet in de huidige Sportster en de Pan America. Deze vloeistofgekoelde, Euro5-gehomologeerde krachtbron produceert stationair draaiend een bescheiden geluid, en daar verandert eenmaal aan de rol weinig aan. Met een niet echt van andere moderne V-twins verschillende sound rolt de Nightster over de kleine weggetjes. Niet heel bijzonder, wel heel ontspannend. Al na een paar kilometer voel je al dat de stress langzaam maar zeker van je afglijdt. Wil je even snel inhalen, dan stijg het stressniveau weer een beetje, want dat gaat nauwelijks zonder eerste twee keer terug te schakelen. Bij lagere toerentallen mist de Harley-krachtbron wat koppel en ontpopt het zich eerder als een sportiever blok dat graag toeren draait om zijn 90 pk vermogen te laten zien. Schakellui cruisen is niet helemaal zijn ding en de wat zwaar, maar nauwkeurig schakelende versnellingsbak moet dan ook vaak in actie komen. Bovendien volgt de Nighster gasbevelen weliswaar relatief soepel op, maar daarbij vraagt hij wel steeds korte bedenktijd. Aansluitend geeft de Harley, onafhankelijk van de gekozen rijmodus trouwens, pas bij ver opengedraaid gas bruikbaar vermogen vrij.

Volledig anders is het gesteld bij de Honda CMX1100 Rebel DCT. Het blok van deze Honda kun je in het sportieve cruisersegment gerust als experimenteel bestempelen. Om meerdere redenen. In plaats van een echte V-twin is deze Rebel voorzien van een 1.084 cc metende paralleltwin, die 87 pk topvermogen levert bij 7.000 toeren. Door 270 graden verzette kruktappen benadert dit blok wat geluid betreft dan weer wel een V-twin. En het zet een Harley met gemak in de schaduw. Vanuit lage toeren schiet de Honda heel volwassen vooruit, zoals je ook van een cruiser van dit kaliber mag verwachten.

Welke versnelling je daarbij kiest is van ondergeschikt belang, net als schakelen zelf trouwens. Deze Rebel heeft namelijk een DCT-versnellingsbak (Dual Clutch Transmission), simpel gezegd een automaat met zes versnellingen. Naar een koppeling en schakelpedaal zoek je tevergeefs op deze Honda. Om weg te rijden druk je op de rechter armatuur op ‘D’ en vervolgens is het gas geven. Zo makkelijk kan het zijn. Het DCT wisselt automatisch van versnelling en doet dat uiterst soepel, al naar gelang de geselecteerde rijmodus (Sport, Standard of Rain) vroeger of juist later. In de User-modus is de DCT-werking vrij te kiezen. Als je lekker toeristisch rondlummelt, mis je het zelf schakelen eigenlijk niet, maar de zeggenschap over de gekozen versnelling dan weer wel. Als je met een lage polsslag op een bocht af rolt, kan het gebeuren dat het DCT tijdens het insturen of zelfs nog daarna onverwacht een versnelling terugschakelt en de hartslag daardoor flink verhoogt. En ook beoogde lijn in een bocht kan er onder te lijden hebben. Manueel schakelen met de flippers op de linker stuurhelft biedt dan uitkomst en de met de Nightster vergeleken veel soepelere gasaanname zorgt er daarbij eveneens voor dat je ook het heel krappe bochtenwerk soepel en relaxt kunt nemen.

De handelbaarheid van de Rebel heeft eveneens een geruststellende uitwerking op de gemoedstoestand. De Honda rondt het bochtenwerk lekker stabiel en mits tijdig ingeleid en zonder de rem aan te raken zijn stuurcorrecties ook geen probleem. Pak je de voorrem er wel bij, dan heeft de op Dunlop D428 rollende Honda de neiging om zich op te richten. De rem zelf heeft een goede werking en laat zich heel gebruiksvriendelijk doseren. Dat alles zorgt er al snel voor dat je geneigd bent om vlotter te sturen met de Japanner, maar de vroeg in het asfalt krassende voetsteunen en ook de zitpositie staan dat in de weg. Die voetsteunen staan relatief ver naar voren, terwijl de handen een hoog stuur moeten vastgrijpen en je achterste laag in het zadel zit. In een licht naar achteren hellende houding hebben met name rijders langer dan 1.70 meter last van druk op het stuitje en een beperkte bewegingsvrijheid. Vergeleken met de Nightster is de ergonomie van de Honda dus een stukje minder sportief en op den duur inspannender. Aangezien de stereo-achterschokdempers klappen behoorlijk direct doorgeven, stuur je al snel (en waar mogelijk) om grote oneffenheden in het wegdek heen. De voorvork met zijn zwarte vorkpoten ziet er daarentegen niet alleen heel stijlvol uit, maar spreekt ook goed aan.

Nog een stukje minder ontspannen gaat het er wat de vering betreft bij de Nightster aan toe. Waar de voorvork grove oneffenheden nog enigszins acceptabel verwerkt, is de afstelling van de stereo-achterschokdempers van de Harley juist extreem hard. Ieder kiezelsteentje lijk je in het zadel van de Amerikaan te voelen, terwijl een stuk uit platen opgebouwde snelweg een ware beproeving voor je onderrug kan zijn. Op biljartlakenstrak asfalt is het echter een ander verhaal en beleef je optimaal plezier aan de handelbaarheid van de Harley. De Nightster laat zich bij lage tot gemiddelde snelheden bijna gretig op een oor leggen. Het 19 inch voorwiel zorgt pas bij hogere snelheden voor een iets trager stuurgedrag. In tegenstelling tot de Rebel heeft de Nightster niet de neiging om zich bij remmen onder hellingshoek op te richten, wat ook komt door de smalle voorband. De Dunlop D401’s met Harley-logo bieden op zich prima grip, maar bij harde remacties smeekt het rubber al voor het ABS ingrijpt om genade. Dergelijke acties kun je gezien de wat tandeloze remmen dus beter vermijden. Ontspannen en op tijd beginnen met remmen is het devies! Het ABS zelf werkt goed, ook al komt het Honda-systeem met fijnere regelintervallen nog iets beter voor de dag.

Wat elektronica betreft ligt de Honda in deze klasse een straatlengte voor. Bij de Japanner zijn zaken als User-Modus Power, tractiecontrole, motorrem en DT vrij configureerbaar, De makkelijk te bedienen cruise control maakt zowel grote doorgaande wegen als snelwegen tot Rebel-terrein. Tractiecontrole en motorrem-regeling heeft ook de Nightster aan boord, maar deze beide hulpsystemen zijn bij de Amerikaan dan weer niet verder instelbaar (de tractiecontrole is trouwens uitschakelbaar). Daarentegen is het Harley-dashboard met analoge snelheidsmeter veel beter afleesbaar dan het ronde lcd-klokje van de Honda. Grappig: het rood-oranje Harley-embleem in het midden van het klokje lijkt bij een snelle blik op een motorstoringslampje en zorgt in eerste instantie voor lichte paniek. Niet nodig dus, en je went er snel aan.

Welke van deze sportieve cruisers biedt onder de street de beste stresstherapie? De verschillen zijn klein. Na een uitgebreide toer met de Nightster en Rebel is sprake van een in gelijke mate verlaagt stressniveau bij beide testrijders. Ontspannen en Euro5-conform cruisen kan met beide. Voor wie het net even sportiever mag, wordt door de Harley het beste bediend. Kleinere rijd(st)ers met een uitgesproken voorkeur voor ontspannen cruisen zonder te hoeven schakelen zijn met de Honda het beste af. Ongeacht of je met Harley of Honda op pad gaat, met beide kun je van een heerlijke time out genieten!

Conclusie Harley-Davidson Nightster
Een handelbare sportieve cruiser met klassieke flair. De Nightster swingt vrij van stress, maar niet uitgesproken comfortabel, over secundaire stuurwegen en geeft al bij gematigde snelheden een bevrijdend dynamisch gevoel. Ergonomisch combineert de Amerikaan een ontspannen cruiser-gevoel met een vleugje sportiviteit. De V-twin mist bij lage toerentallen wat punch, waardoor je bijvoorbeeld bij inhaalactie een paar keer terug moet schakelen. De afstelling van de achtervering is bovendien niet voor tere zieltjes.

Conclusie Honda CMX1100 Rebel DCT
Achterover leunen en genieten. De Rebel rolt gedegen en stoïcijns richting horizon. Waar het DCT soepel zijn werk doet, kun je optimaal genieten van de krachtige paralleltwin, het zekere stuurgevoel en de goed doseerbare remmen. Als het bochtenwerk krapper wordt, voelt de Rebel wat minder frivool aan. Door de wat achterover hellende zitpositie kunnen met name langere rijd(st)ers op langere etappes wat last van hun onderrug gaan krijgen.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...