+ Plus

Toeren Maredsous

De abdij van Maredsous is voor veel motorrijders de eerste pleisterplaats op weg naar de Ardennen. Vanaf Maredsous wordt het immers pas leuk. De abdij is als het ware de poort naar de Ardennen.Maredsous (op veel landkaarten te vinden bij Maredret, onder Denée) staat voor de meeste mensen voor kaas en voor bier. Abdijbier wel te verstaan, gemaakt door monniken in de abdij van Maredsous, ten zuiden van Charleroi en Namen. De twee torens van de abdij bovenop een heuvel in de vallei van de Molignée zijn al van ver te zien. Het klooster is in de negentiende eeuw door Benedictijner monniken gebouwd. Zij leven volgens ‘de Regel’ die Sint Benedictus in de zesde eeuw neerschreef: “Man of vrouw, eender wie God zoekt, kan er een evenwichtig levensprogramma vinden: gebed, werk, broederlijke gemeenschap en zorg voor de anderen.” En wat dat laatste betreft: de monniken zijn gastvrij, getuige hun internetsite: ‘Wij verwelkomen graag gasten, bedevaarders, leerlingen, voorbijgangers, die het hunne willen bijdragen om van dit oord een gastvrije en boeiende ontmoetingsplaats te maken.’Voor Sint-Benedictus is de gastvrije ontvangst van gasten een van de voornaamste opdrachten voor de monniken. Die gastvrijheid gebeurt nog steeds in de geest van de Heilige Benedictus: “Een authentiek contact leggen tussen degene die in het klooster aankomt en de monniken die er wonen.”Ook motorrijders zijn welkome gasten in de abdij van Maredsous. Meer zelfs: op het parkeerterrein vlak tegenover het ontvangstcentrum Saint-Joseph is een deel gereserveerd voor motorfietsen. Volgens ons is dit één van de weinige speciale motorparkings in België! Maar komen de motorrijders hier voor contemplatie, gebed of een gesprek met de monniken? Misschien, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de meesten de abdij met twee imposante torens letterlijk links laten liggen, om aan de overkant bij het cafetaria koffie en een boterham met rauwe ham of Maredsouskaas. De warme koffie in een grote mok, de boterhammen op een houten bord. Het cafetaria voorziet duidelijk in een behoefte, want het merendeel van de motorrijders heeft dan al een leuk aantal kilometer achter de rug.Maredsous is namelijk populair bij motorrijders, vooral in het weekend en als het zonnetje zich laat zien. Dan is het er zelfs druk en staat de parkeerplaats vol glimmende machines. Op het terras zijn tanktassen, rugzakken, helmen en motorjassen netjes bij elkaar gelegd. De eigenaars ervan genieten van het weer, de rust en de versnaperingen.Maar waarom juist Maredsous en niet – pakweg – de trappistenabdij in Westmalle? Een blik op de kaart verklaart dat direct: in deze streek vind je bochten, heel veel bochten. En Maredsous is als het ware de poort naar de Ardennen.Vooral de weg door de vallei van de Molignée is kicken: 12 kilometer bochten langs de Molignée en onder bruggetjes door waarover een oude spoorweg loopt waar je tegenwoordig met een door spierkracht aangedreven karretje kunt rijden. Een motorrijder op het parkeerterrein zegt regelmatig naar Maredsous te komen. Steeds via een andere weg om telkens weer uit te komen op de route langs het stroompje. “Echt prachtig,” is zijn oordeel. Samen met zijn partner (hij op een Suzuki, zij op een Yamaha) komt hij uit Sint Truiden en heeft hij een binnenweg naar Maredsous genomen. Niet iedereen neemt echter de kleine weggetjes naar de abdij. Op het terras heeft een grote groep een aantal tafels ingepalmd. De groep is afkomstig uit de regio Brugge en heeft tot aan Charleroi de autoweg genomen. Waar de reis verder heen gaat, weet slechts één van de groepsleden: hij heeft een weekendtrip uitgestippeld en de rest laat zich verrassen en volgt. “Van hieraf wordt het tof,” zegt degene die de route heeft uitgedokterd. “Nu komen er vooral bochten. In Vlaanderen is het allemaal rechtdoor.” Ze hebben de weg in de vallei van de Molignée nog voor de boeg: “Als het maar niet te druk is, want de weg is toch wat onoverzichtelijk met al die bruggen. Je moet goed op je hoede blijven. Bovendien zijn er plaatsen waar de weg smal is en het tegemoetkomend verkeer voorrang heeft.”De weg is ook niet helemaal zonder gevaar, dat bevestigt ook een motorrijder uit het dichtbijgelegen Charleroi. Hij meldt dat er elk jaar wel ongelukken gebeuren. Voor hem is Maredsous een logisch startpunt voor een tripje door het Ardennerheuvelland: “Ik kwam hier vroeger al met mijn ouders,” zegt hij, “Voor veel Belgen is een familietrip of een schoolreisje de eerste kennismaking geweest met deze abdij. En later, als je dan eenmaal een motor hebt, kom je hier zeker terug.” Een koppel uit de omgeving van Leuven stelt dat de rit naar Maredsous voor hen zelfs een soort traditie is: “Elk jaar komen we hier wel een paar keer. De wegen zijn mooi, de omgeving prachtig. Hoe we erachter gekomen zijn dat het hier leuk is? Zoals heel veel Belgen: van vroeger, toen we hier al vaak kwamen met onze ouders.”Het klassieke startpunt voor een rit door de vallei van de Molignée is de rotonde in Anhée, op de weg langs de Maas van Namen naar Dinant. Daar neem je de richting Maredsous. Eerst is er een aantal snellere bochten, maar dan kom je in de lommerrijke omgeving langs de Molignée en krijg je een reeks bochtencombinaties voorgeschoteld: rechts-links-links-rechts-rechts-links…. Na bij 12 kilometer wijst een bord naar links naar de abdij, nog een paar bochten heuvel op en je komt op het ruime parkeerterrein bij het imposante klooster.Vanuit Maredsous kun je vervolgens diverse kanten op. Bijvoorbeeld binnendoor terug naar Namen. Bij Maredsous neem je de weg terug en gaat dan linksaf richting St. Gérard, Les Fosses, Bois-de Villiers, Gros Buisson met onderweg een paar heerlijke haarspeldbochten.Een andere mogelijkheid is om bij Maredsous opnieuw de weg terug te nemen, linksaf te slaan en direct de eerste weg links richting Ermeton-sur-Biert te nemen. Wederom een garantie voor veel bochtenplezier.Voor veel motorrijders, zeker voor Nederlanders, staan de Ardennen gelijk met de streek ten zuiden van Luik met Spa, Francorchamps, Bastogne. Dat zijn de woeste, eerder bosrijke Ardennen, met name in de provincie Luxemburg. De omgeving van Maredsous is net iets anders. Het is het begin van het Belgische heuvelland met een meer open landschap. Dat biedt goede overzichtelijke bochten. Maredsous is een goede plek om dit deel van de Ardennen te verkennen. Voor Nederlanders is het vanwege d elangere heen- en terugreis interessant om de autoweg tot aan Namen te nemen. Eventueel kan al vanaf Leuven, waar de E40 en de E314 samenkomen, de secundaire weg genomen worden om binnendoor richting Namen te trekken. Voor Vlamingen is Maredsous een ideale dagtrip, Nederlanders kunnen er beter een weekend voor uittrekken om de geneugten van deze streek te ontdekken. Niet alleen de wegen zijn er namelijk fijn, ook het eten en drinken (‘s avonds…) is er erg goed![Kader]TOERTIPS MAREDSOUSVanuit Brussel:Neem de E411 Brussel – Namen, verlaat de snelweg bij Sint-Jezus Eik – Overijse. Richting Overijse, vervolgens Wavre, Chaumont-Gistoux, Perwez, Eghezée, Leuze, Namêche, Wierde, Lustin, Godinne (Maas oversteken), Annevois; Anhée, Maredsous.Vanuit Leuven:Verlaat de snelweg E314 bij Leuven (afslag 15), neem bij de richting Egenhoven, Huldenberg, Overijse. Vandaar naar Wavre en dan dezelfde route als boven.Vanuit Maredsous naar de rest van de Ardennen zijn er legio mogelijkheden:- Maredsous, Ermeton-sur-Biert, Stave, Corenne, Flavion, Hastière, Heer, Flamignoul, Dinant.- Maredsous, Ermeton-sur-Biert, Florennes, Philippeville en dan binnendoor de omgeving van Chimay.- Maredsous, richting Dinant en dan de Condroz in met veel kleine weggetjes (dit is ook een deel van de route van de Belgian Dark Dog Tour motorrally).

Lees meer over

Suzuki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...