+ Plus

Rij-impressie Louis VFR1200F Lemmy

Een motor kan van alles voor iemand betekenen: object van begeerte, vluchtvoertuig, vijand of vriend. Of alles in één. Zoals deze Louis VFR1200, een rollende tweewielerhommage aan de eind 2015 gestorven cultrocker Lemmy Kilmister, zanger en bassist van Motörhead!

Het is dinsdag 8 november 2016, niet echt een fijne dag. De Amerikanen hebben het voor elkaar weten te krijgen om uit de meer dan 320 miljoen inwoners Donald Trump voor het hoogste ambt ter wereld te kiezen. Een prestatie op zich. Echter niet eentje waar ik heel vrolijk van word, ik moet er daarom even uit. Gelukkig heb ik voor die ‘uitwaai sessie’ het ultieme apparaat in huis, dat nogal wat lawaai maakt trouwens. Maar goed, de wereld heeft momenteel even grotere problemen dan een motor met een wat grote mond. Bovendien past het ook prima bij de achtergrond van de machine. De Louis-sleutelcrew rond frontman Kay Blanke (die in zijn dagelijkse leven verantwoordelijk is voor de PR van het Duitse verzendhuis) bouwde deze machine immers als ode aan Ian Fraser Kilmister, beter bekend als Lemmy Kilmister. De man die tot aan zijn dood eind 2015 het gezicht was van de band Motörhead.
De openingszin tijdens ieder van de ontelbaar vele concerten was altijd een understatement van jewelste: “We are Motörhead, and we play Rock ’n Roll!” Met hun zo herkenbare ‘proto metal’ geluid sloeg deze best wel ruige band een brug van heavy metal en hardrock naar punk en zelfs blues. En zo rechtlijnig als Motörhead te werk ging, zo rechtlijnig is ook deze special, die alle stijlkenmerken van een rasechte café racer in zich heeft, zoals onder meer de omhoog lopende uitlaten, clip-ons en het solo-zitje. De vuige V4 heeft echter veel meer te bieden.
Vermogen bijvoorbeeld: door onder meer een power commander, aangepaste software en een precieze afstelling op de vermogensbank, werd een flink dikkere vermogen- en koppelkromme gerealiseerd. De V4 met 76° blokhoek ademt ook veel vrijer in en uit bovendien. Iets dat zich niet alleen laat merken, maar ook zien. Letterlijk! De prachtige aluminium tank, die de benen aardig ver uit elkaar dwint, is namelijk zowel links als rechts voorzien van kijkgaten, die je een vrije blik in de radicale airbox gunnen, direct op de vier gepolijste aluminium aanzuigtrechters. Een peepshow voor petrol heads! Ooit tijdens het rijden de gaskleppen open en dicht zien gaan? Alstublieft!
In het drukke stedelijke verkeer, en later ook op de secundaire wegen, openen die zich echter enkel in behoudende homeopathische doses. Meer is bij dit overschot aan vermogen, de bouwers beloven 175 pk, niet nodig.

Tank, front en zitje zijn van handgeklopt aluminium en waar de open trechters de ziel van de motor vormen, vormen deze geraffineerde delen het gezicht van de motor. Geïnspireerd door de klassieke halve topkuip uit de jaren ’60 van de vorige eeuw oogt het geheel rank, slank en ronduit chique. Zo ziet een motor eruit, die regelrecht je hart in stuurt.
De meeste onderdelen van deze mechanische exercitie zijn unieke, speciaal voor de ‘Lemmy’ vervaardigde fabricaten. Zo ook de gefreesde Kineo spaakwielen, waarvan het exquise exemplaar achter zich in de kijker speelt met een vrijliggende naaf en decentraal op de velgrand gemonteerde spaken. Enig nadeel, in combinatie met het fijnzinnige achterwiel oogt de originele cardan ronduit plomp. Iets dat nog eens extra wordt aangezet door het nieuwe, uiterst elegante vakframe, dat werd opgetrokken uit onbehandeld staal. Het oogt bijna als een maatpak, die de machtige V4 volledig in een houdgreep lijkt te hebben. Deze kruislings van het balhoofd naar achteren doorlopende ruggengraat is niet meer of minder dan een meesterwerk, dat het hele aanzien van de motor naar een bijna onwerkelijk hoog plan tilt. Wat een verschil met het origineel!

Het stalen kunstwerk is overigens niet alleen een lust voor het oog, het werkt ook nog eens bijzonder goed. De ‘Lemmy’ laat zich in ieder geval uiterst lichtvoetig door het drukke stadsverkeer aan de hand nemen. Wat deels ook op het conto van het gewicht komt, de met dubbele koppeling uitgeruste motor weegt namelijk nog maar 237 kilo. Oftewel, 41 kilo minder dan de serieproductie machine.
Eveneens een monsterlijke klus: onder het kuipwerk van de VFR gingen ooit duizenden kabels en leidingen schuil. Relais, hydraulische eenheid van het ABS, accu en nog veel meer, alles kreeg een andere plaats. Waar? Zekeringen en de microscopisch kleine lithium-ion (meer precies voor de liefhebber, een lithium-ijzer-fosfaat) accu van Fuchs modelbouw zitten in het kleine kontje. En de hydraulische ABS-unit dan? Die is eruit gehaald. Het oog wil ook wat, om het maar even kort-door-de-bocht uit te drukken. Hetzelfde verhaal is trouwens ook van toepassing op de clip-ons. Je moet diep, bijna devoot buigen om de Gilles Tooling stuureinden te omvatten. Die hadden best iets hoger geplaatst kunnen worden, maar de playmate van de maand hoeft niet het wereldrecord aardappels schillen te verbreken of iets anders van praktische aard, hier tellen alleen de looks.
De voeten vinden prima houvast op de relatief hoog gepositioneerde voetsteunen, eveneens van Gilles Tooling trouwens. Het zorgt voor een lekker sportieve houding, een lijn die wordt doorgetrokken door het remsysteem. De nieuwe, radiale Gale Speed rempomp stuurt voor de standaard zeszuiger remklauwen van Nissin aan, die zich lekker direct en gretig in de Ø 320 mm schijven vastbijten. Prima!
Eveneens een staaltje ambachtelijk vakwerk is het spuitwerk. Het ziet eruit alsof een apocalyptische ruiter door een verfatelier is geraasd waarbij alle verfpotten zijn omgedonderd. Hoewel het resultaat er naar verwachting ongeveer hetzelfde uitziet, ging de spuiter net even iets subtieler te werk. Alle aluminium delen zijn simpelweg opgehangen, waarna er van bovenaf verf op werd gelekt, een beetje à la Jackson Pollock. ‘Action Painting’ schijnt de juiste term te zijn, wat een bepaalde statische dynamiek doet vermoeden die je ook daadwerkelijk in het eindresultaat terug ziet. Dynamisch ogen trouwens ook de projectiel-achtige deksels van de oliepompen voor de dubbele koppeling. Dat waren ooit clip-ons uit Louis’ accessoiresprogramma, maar na een beetje bewerken lijken het net een paar lawinepijlen. Treffend gekozen design wel, want godnondeju, ‘Lemmy’ gaat werkelijk als een raket, zo blijkt wanneer het wijdse achterland zich eindelijk aandient. Even de haan spannen, en dan gebeurt er ook echt wat. Het 1.237 cc blok lijkt schier oneindig vermogen en koppel paraat te hebben, een draai aan het gas betekent acute acceleratie in optima forma. Ook omdat de DCT schijnbaar zonder krachtonderbreking opschakelt, met passende schakelalgoritmes. Lemmy lijkt wat dat betreft maar één missie te hebben: power en sound!

Het is eindelijk gedaan met therapeutisch gas geven, eindelijk staan de gaskleppen 90 graden verticaal . Vollast! Lemmy speelt luide rock ’n roll zoals we dat gewend zijn: moddervette gitaarriffs, beetje rokerig rauw en voorzien van een mild agressief randje. Steil als een granaatwerper richten de beide Shark-dempers zich richting hemel, als een dubbelloops herriekanon. En dan is er ook nog die diepe roffel uit de airbox die het akoestische feest helemaal compleet maakt.
Toch is het niet alleen de muziek waarmee Lemmy zich in de schijnwerpers rijdt, de VFR stuurt domweg enorm goed. Zelfs ondanks dat het slechts een graad of vier Celcius is en het wegdek vochtig. Dat is mede te danken aan de Bridgestone Battlax W01 regenbanden, die zijn weliswaar uitsluitend voor het circuit bedoeld en hebben ook geen straathomologatie, de grip die het rubber zelfs onder deze omstandigheden weet te vinden is ronduit verbluffend.
Komt bij dat de V4 veel strakker en preciezer stuurt dan de standaard VFR, hij houdt uiterst secuur zijn lijn en rond bochten met de precisie van nanometer.
Het is verslavender dan LSD, rijden op dit mechanische wonder. Je glijdt langzaam weg in een motorische trip waarbij de werkelijkheid langzaam vervaagt. Zo zie ik een politiecontrole, die toch van heel ver af duidelijk als zodanig te herkennen is, over het hoofd. Opvallend genoeg mag ik als één van de weinigen gewoon passeren. Opvallend door de duidelijk aanwezige geluidscoulisse, de niet te missen banden en niet te vergeten het ontbreken van spiegels. Om over de vijf LED’s aan de voorzijde nog maar te zwijgen. Die zijn weliswaar CE-gecertificeerd, maar mogen niet als koplamp dienst doen. Maar het zit gelukkig mee vandaag, klaarblijkelijk zijn ook de agenten het erover eens dat er vandaag belangrijker zaken zijn dan een tweewielerjuweeltje dat enigszins buiten de wettelijke lijntjes kleurt. Belangrijker zaken, die ik gelukkig voor heel even vergeten ben. Lemmy liet me even vluchten in een alternatief universum. Hij kan het nog steeds!

Lees meer over

Honda VFR1200F

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...