+ Plus

Reizen Thailand

Land van extremen, verwonderend op vele vlakken. Religieus, eenvoudig ook, of is arm een beter woord. Maar vooral een land gezegend met waanzinnig mooie landschappen, lekker exotisch eten altijd binnen bereik en onbeschrijflijk mooie motorwegen. Daar moeten we heen!

‘Daar moeten we heen!’ inderdaad, besloten we met een negenkoppig gezelschap afgelopen jaar. Jan kent de Thaise contreien al redelijk goed en wordt daarom tot reisleider gebombardeerd. Zeven dagen door het noorden van Thailand is het plan, met als startpunt Chiang Mai, een provinciestad in het noorden van dit Aziatische land.
Het Thaise verkeer vereist een zekere dosis relativerend vermogen van de buitenlandse motorrijder. De chaos is aanzienlijk en iedereen zwalkt wat door elkaar om maar door de lokale files heen te laveren. Hectiek alom, maar toch is het vooral een kwestie van go with the flow. Je hoort geen claxon of gefoeter van de locals, zolang je je maar een beetje aan hun rijstijl aanpast. Het schijnt dat het verkeer in Thailand tot de meest dodelijke ter wereld behoort, maar het valt eigenlijk allemaal best mee.
Wat ook opvalt, de Thaise automobilist is niet bepaald bescheiden qua voertuigkeuze. Met name reuze SUV’s, doorgaans van Japanse makelij, bepalen het straatbeeld. Dieseldampen, roet en fijnstof zorgen daarbij voor het allesoverheersende geurenpallet boven het wegdek. Honda Super Cub’s en allerhande andere kleine scootertjes, niet zelden met een volledig gezin met drie kinderen aan boord, vullen braaf de gaatjes in de files. Waarbij het er alle schijn van heeft dat de scooters op ethanol of kerosine rijden, zoveel snelheid weten ze uit de kleine blokjes te persen. De zeldzame motorrijders die we tegenkomen betreft vaak een stedeling die de stadsdrukte ontvlucht om te genieten van de relatieve rust op de kronkelende bergwegen, of een ‘farang’ als wij, toeristen op een gehuurde machine. Weinig verbazingwekkend als je weet dat een motor hier nagenoeg even veel kost als in Europa, terwijl de gemiddelde Thai slechts tussen vier- en vijftienduizend Baht per maand verdient, omgerekend tussen de 100 en 375 euro.

Onze eerste dagrit zou oorspronkelijke flirten met de grens met Myanmar (Birma), maar vanwege een vertraagde start kiezen we nu een kortere 186 kilometer lang traject. De route over secundaire en relatief verkeersluwe wegen, voorzien van een voortreffelijke laag asfalt, blijken een goede keus. De bochtige weg leidt ons door een zacht glooiend landschap met lage vegetatie en de alomtegenwoordige rode aarde. Boeren telen hier aardbeien, die naar onze normen erg groen worden geoogst. De afgelopen jaren stortte de marktprijs van rijst volledig in, daarom zochten veel boeren hun heil in het verbouwen van deze geïmporteerde lekkernij.
Net voor de stad Pai stoppen we bij een bescheiden warmwaterbron. Het noorden van Thailand ligt bezaaid met soortgelijke bronnen, die her en der in het bergachtige landschap opwellen. Velen daarvan worden als een kuuroord uitgebaat, maar deze vrolijke spuiter heeft geen weldadige of geneeskrachtige werking klaarblijkelijk. De lokale bewoners gebruiken de bron enkel om er verse eitjes in te koken.
Pai is de enige echt grote stad in de regio tussen Mae Hong Son en Chiang Mai. Toen de stad op het wegennet werd aangesloten, werd het een toevluchtsoord voor hippies, muzikanten en kunstenaars. Waarschijnlijk door de nabijheid van de ‘golden triangle’, het beruchte drielandenpunt tussen Thailand, Myanmar (Birma) en Laos, ex-epicentrum van de opiumteelt. Toen de media de stad omarmde, en het drugsbeleid drastisch werd teruggeschroefd, werd het een toevluchtsoord voor rugzaktoeristen, en neo-hippies, die je in de vele gezellige winkeltjes en talloze eetkraampjes tegenkomt. We gaan hier overnachten, maar voor we het bed induiken is het eerst nog tijd voor een echte Thaise massage. Massagesalons vind je door het hele land en het aanbod is overweldigend. Vandaag wordt het een relaxerende oliemassage van een uur. Een betere afsluiting van een dagje intensief rijden dan deze spierontspannende therapie is er niet!

Een kort ritje brengt ons de volgende dag van Pai naar Chiang Dao. Wanneer we de motoren bepakken vallen de eerste bescheiden regendruppels. Voor de zekerheid maar een regenpak aantrekken, een beslissing waar we geen spijt van krijgen. De hele dag regent het, alsof het moessonseizoen op uitbarsten staat. De wegen zijn nat en her en der stroomt een fijn rood modderlaagje over het asfalt. We rijden uitermate voorzichtig over de bochtige, spekgladde bergwegen. Regelmatig breekt er een achterwiel uit, gelukkig zonder ernstige gevolgen. De gutsende regen belemmert bovendien het zicht over de prachtige valleien waar we doorheen rijden. Alle aandacht is vereist voor het rijden, en dan nog is een uiterst behouden rijstijl het devies.
Op de agenda stond een bezoek aan het olifantenresort in het nationaal park van Chiang Dao, maar een kletsnat ritje op een olifant zien we op dit moment niet echt zitten. Een droge plaats om onze natte spullen te verruilen voor een verse droge outfit echter des te meer. Die vinden we in het Nest Resort in Chiang Dao, een dorp gelegen in het nationaal park. De weg erheen kronkelt zachtjes door een ondicht oerwoudlandschap. Hij is afgezoomd met teakbomen en eeuwenoude, statige oerwoudreuzen, waarin lianen zich een weg naar de aarde banen. We verblijven in het Nest Resort, en wat is er beter dan een droog nest voor een verdronken motorrijder? De ietwat doorleefde hutjes bieden een adembenemend zicht op het omringende oerwoud en de bergketens. Een setje droge kleren doet wonderen voor het humeur. Dat onze olifantensafari niet doorgaat, komt ergens ook wel goed uit. De V-strom 1000 van Marnik en Angélique maakte vandaag nogal onheilspellende geluiden ter hoogte van de ketting. Bij een lokale autogarage annex bandencentrale wordt geprobeerd de ketting te spannen, maar die blijkt, samen het voorste kettingtandwiel die een paar tanden mist, duidelijk aan vervanging toe. De verhuurder wordt gebeld en die nacht al wordt de V-strom vervangen door een veel nieuwe Africa Twin. Een upgrade die Marnik wel weet te waarderen.

De volgende ochtend is het gelukkig gestopt met regenen. Over het oerwoud hangt een dikke laag mist. De luchtvochtigheid is zeer hoog en dikke waterdruppels rollen over de bananenboombladeren, voor ze zich ter aarde storten richting de zompige bodem. Na een kleine fotosessie bij een oud tempelcomplex in het oerwoud vroeg in de ochtend, rij ik terug naar het dorp. Boeddhistische monniken in oranje en saffraangele gewaden komen net aanlopen, op zoek naar vrijgevige schenkers. Plaatselijke handelaars en venters openen hun kraampjes en vanuit de door vrouwen gerunde eetstalletjes streelt de geur van rijst en kip de neusvleugels. Kip is is het favoriete stukje vlees in de Thaise keuken, doet het ook als ontbijt prima. De monniken zamelen voedsel in voor het klooster en de dorpsvrouwen doen hun gaven in een bedelnap. Danken de monnik daarbij dat hij hen in staat stelt om deze dienst te verlenen voor een volgend leven.
Om acht uur vertrekt ons gezelschap richting Chiang Rai. Het blijft voorlopig droog en alleen al daarom is de sfeer opperbest. We genieten met volle teugen van de landschappen en verwelkomen zelfs een weldadig zonnetje, die de temperatuur tot een bijzonder aangename 27° Celsius stuwt. Zorgeloos gas geven zit er desondanks niet in, want de weg is nog altijd bezaaid met verraderlijke moddervlekken. We stoppen onderweg bij een stalletje voor een kop koffie. De waard van dit op het oog bescheiden etablissement heeft de beschikking over een fonkelnieuw espressoapparaat. De Thai is blijkbaar gesteld op goede koffie en thee, wij ook.
Chiang Rai verwelkomt ons met zijn stralend witte tempelcomplex, de Wat Rong Khun. Deze tempel is een eigenlijk nog niet voltooid kunstwerk van Chalermchai Kositpipat, die sinds 1998 aan de bouw werkt. Mythische figuren en draken sieren het complex, binnenin is er zelfs een muur waarop hedendaagse taferelen als 9/11 en onze afhankelijk van aardolie afgebeeld staan. Een soort van Thaise Sagrada Familia lijkt het haast. De stad Chiang Rai in zijn huidige vorm, is nog relatief jong. Het grootste deel van de stad is pas na 1980 opgetrokken. Het is moeilijk om tussen de eigentijdse kantorencomplexen nog iets van het authentieke Chiang Rai te bespeuren, dat terwijl de stad oorspronkelijk in 1262 werd gesticht. De plaats heeft een gezellige avondmarkt, met talloze eetstalletjes rondom een groot rechthoekig plein. Geur- en smaakpapillen draaien overuren, het is bijna onmogelijk om je niet te laten verleiden door al het lekkers dat hier wordt aangeboden!

Kleine kronkelwegen brengen ons de dag erop naar het alleraardigst bergdorpje Phu Chi Fa. We stoppen onderweg voor een obligate fotoshoot, waarna we even verderop worden verrast door een laaghangend wolkendek. We bereiken Phu Chi Fa in een dikke mist, zien amper nog een hand voor ogen. De landschappen schijnen hier magisch te zijn, maar wij zien enkel dichte mistbanken. Ons hotel, Rourmsansarng Phuchifa, bestaat uit betonnen chaletjes die als het ware tegen de bergwand zijn geplakt. Een prachtig complex, waar we de rest van de dag zouden kunnen blijven, maar we gaan een stukje cultuur snuiven in de lager gelegen stad. Daar maken we kennis met de Karen, een inheems bergvolk dat oorspronkelijk in China/Tibet woonde, maar via tal van omzwervingen nu met name in Noord-Thailand woont. Van oudsher zijn het boeren die wonen in houten paalwoningen, met daaronder plaats voor het vee en brandhout. Het volk is bijzonder gastvrij. In de eenvoudige éénkamerwoning, waarin het hele gezin, inclusief grootouders verblijft, staat op de industriële gaskookplaat een reuzekom bouillon te pruttelen. Een traditionele maaltijd bestaat uit een bouillonsoep, waarin je naar groente, kip, vlees of vis laat garen, een soort fondue kortom. Hoe eenvoudig het ook mag ogen, ze zijn hier zeker niet in de Middeleeuwen blijven hangen. Niet alleen heeft de hut Wifi, want de iPhone behoort ook in deze afgelegen gebieden tot de standaarduitrusting, ze runnen zelfs een bezorgservice. Kant-en-klare pakketjes groenten, vlees en bouillon worden vervoerd met de alomtegenwoordige Honda Super Cub met zelf gemonteerd zijspan. Thuisbezorgd.nl Thai-style!
De volgende ochtend is de mist gelukkig opgeklaard, of anders gezegd, het hangt nu dieper in het dal. Eindelijk krijgen we het beloofde en alom geroemde feeërieke landschap voorgeschoteld. Er blijkt geen woord van gelogen, wat een onbeschrijflijk mooie omgeving is het hier. We dalen de berg af en komen aan bij een waterval, waar op dat moment een Karen-volksfeest plaatsvindt. Vooral de vrouwen zijn prachtig uitgedost en getooid in erg kleurrijke, traditionele kledij. We blijven een halfuurtje hangen en dompelen ons onder in de gastvrijheid van de mensen. Niet te lang, want vandaag staat er een pittige, lange rit op de planning, die naar Nan voert. De route gaat grotendeels over de legendarische Route 1148, een knipoog naar de Amerikaanse Route 66. Er zijn wel duidelijk minder Harley-Davidsons, buitenaardse wezens en autowrakken op deze Thaise route. Wanneer we onderweg stoppen voor een verse espresso zijn we getuige van één van de meest exquise landschappen die je je kunt voorstellen. Je wordt er bijna stil en nederig van.

Nan is een bescheiden provinciestadje, het vormt slechts een tussenstop op onze tocht, voor we op dag zes aan de terugtocht naar Chiang Mai beginnen. Als alles volgens de planning verloopt, gaan we daar nieuwjaar vieren.
We tanken een laatste maal en pakken nog snel even een ontbijtje bij de plaatselijke 7 Eleven. Dit is echt een begrip in Thailand, door het hele land vind je mini-markets van deze keten, waar je de meest noodzakelijke levensmiddelen kan kopen. Je kan er zelfs instant noodles kopen en die ter plaatse met wat water in de magnetron opwarmen. Of je koopt gewoon complete kant-en-klaar maaltijden van Thaise gerechten. Kan allemaal, maar wij beperken ons vandaag tot wat boterhammen en koeken. En bestellen een alweer voortreffelijke espresso bij de koffiebar.
Na een behoorlijk lange rit komen we uiteindelijk uit op de 120, een van de grotere hoofdwegen door het Wang Nuea District richting het Khun Chae National Park, die na een tijdje van een eenbaans- overgaat in een tweebaansweg. Dat betekent overigens niet dat het gedaan is met bochten rijden, de weg blijft onwaarschijnlijk slingeren. We kunnen hier helemaal ons hart ophalen en geven de motoren flink de sporen. Met een lekker tempo dienen de bochten zich werkelijk perfect aan: niet te scherp, prachtig verkant en in een schier oneindig lijkende reeks. Dit is een droom voor elke motorrijder. Een droom die bovenop een bergtop met fantastisch uitkijkpunt alleen maar mooier wordt. Via onder meer de warmwaterbronnen van Wiang Pa Pao gaat het aansluitend terug naar Chiang Mai, waar de tafel letterlijk gedekt staat voor oudejaarsavond. Om stipt middernacht begint niet alleen het nieuwe jaar, maar eindigt ook een werkelijk weergaloze trip door het noorden van dit prachtige land. Maar niet voordat we een traditionele wensballon van zijdepapier voorzien van onze schriftelijke wensen hebben laten opstijgen. En nu maar hopen dat ze uitkomen!

Lees meer over

Harley-Davidson Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...