Nieuws

Reizen Bosnië

Het is zeker niet de meest voor de hand liggende bestemming voor een motorreis, Bosnië. Waarschijnlijk een typisch gevalletje ‘onbekend maakt onbemind’. Maar juist het onbekende heeft vaak grote verrassingen in petto en dus trekken we gedrieën naar de Balkan voor een echte offroad ontdekkingsreis door deze regio. Tijd om verbaasd te raken!

Niemand rijdt graag in het pikkedonker zonder te weten waar hij of zij de nacht gaat doorbrengen. En precies dat is wat ons, zijnde Thorsten, Ferdi en ik, ons momenteel overkomt. En prettig is dat inderdaad bepaald niet. Bij Bihac zijn we de grens naar met Bosnië overgestoken, hebben een paar kilometer afgelegd op de hoofdroute naar Sarajevo en zijn toen, meer instinctief dan behept met kennis van zaken, bij Petrovac naar het zuiden afgebogen. Daar ergens zou namelijk een dijk van een offroadpiste zijn. Al wat ons let deze onder de bandjes door te laten rollen is het vinden van de juiste afslag. Maar vandaag gaat ‘m dat zeker niet meer worden. Een bijna tastbare, zware duisternis hangt over de beboste bochten, waarin de wangen van het rubber zich fervent vastbijten. Ineens, na een serie slingers die zo in de ‘Grote encyclopedie der motorbochten’ zou kunnen, stopt Thorsten plotseling: “Heb je dat bord gezien?”

De waarschuwing dat we in de buurt zijn van iets dat op een accommodatie voor de nacht duidt, is net zo welkom als de waarschuwing voor de maximaal toegestane snelheid op het bospad dat hier begint. De koplampen dwalen tussen de boomstammen door, maar de rode cirkel met de 130 km/uur is niemand van ons ontgaan. Best opmerkelijk, de teller tikt nog niet eens 50 km/uur aan en zelfs dat is op deze ondergrond al aan de knap snelle kant. Ferdi maant zijn KTM tot stoppen en kan een flinke grijns onder de helmen niet onderdrukken: “Blijkbaar zijn er hier mensen met een uiterst goed ontwikkeld gevoel voor humor. Maar belangrijker, waar is die beloofde herberg nu precies?”

Ineens doemt er een verzameling gezellige, houten hutjes op. Warm licht stroomt ons vanuit een soort taverne tegemoet. Dit moet wel de bedoelde plek zijn. En dat is het inderdaad ook. Nog mooier is dat Etno Selo met zijn hutten blijkbaar een zeer bekende plek onder motorreizigers op de Balkan is. We zijn niet de enigen van wie de motor voor een van de hutten geparkeerd staat. Over toevalstreffer gesproken. In de taverne wordt aan de gasten een stevige, maar heerlijke maaltijd geserveerd. Een luxe die we de daaropvolgende avond helaas moeten missen. En dat is niet geheel vrijwillig!

Wat geweldig! De piste door het karstlandschap zou zo als decor in de nieuwste Avatar film dienst kunnen doen. Rechts en links van de weg lijkt de aarde ingestort in trechtervormige valleien. Zesde versnelling. Ferdi en Thorsten werpen zeer kundig lange stofpluimen achter zich op. We zijn op de route die we zochten. Ineens draait de weg bijna haaks in oostelijke richting, een prachtig heuvelachtig bosgebied in. Ontelbare bochten slingeren langs en over de heuvelflanken, gaten en hobbels sieren de ondergrond. Zelfs na weken rijden verveelt dit niet. Toch wordt het stilaan tijd om weer terug te keren, want het begint al iets te schemeren. Vanuit het niets zet Ferdi ineens zijn twin aan de kant, en dat op zo’n beetje de minst logische plek denkbaar. “Wat is er aan de hand?”, wil ik weten. Hij wijst naar het voorwiel: “Lekke band.” Thorsten voegt zich bij ons tweetal en relativeert de boel meteen: “Dat hebben we zo gefikst.” De praktijk blijkt echter heel wat weerbarstiger.

Het overkomt je altijd wanneer je met een motor op pad gaat, die niet van jezelf is. Dan mis je wel eens net precies die zaken, die je nodig hebt in een uitzonderlijke situatie. In dit geval is dat de juiste inbussleutel voor de voorwielas van de KTM. Drie gereedschapssetjes hebben we bij ons, in geen zit de juiste maat. Zonder die inbus is repareren onmogelijk, verder rijden daarmee ook. Gelukkig biedt tegenwoordig de mobiele telefoon uitkomst. Mits je bereik hebt tenminste, wat hier dus net niet het geval is. De volgende plaats ligt op een flinke twintig kilometer rijden. “Als één van ons daar nu naar toe rijdt en hulp of het juiste gereedschap regelt?”, oppert Thorsten. Dat is geen verkeerde gedachte, maar ik heb een betere. “We kunnen ook hier kamperen en onze ideeën de vrije loop laten.” Ferdi: “Heb ik niet ergens gelezen dat hier beren leven?” Toch zetten we de tenten op.

De typische klank van de dieselmotor van een VW busje en het gekletter van een aanhanger buldert de volgende ochtend door de ochtendnevel. “Tsjongejonge, de hele weg ligt vol berenstront!” Albert, de chauffeur van de bus, laat zijn frustratie over de uitwerpselen de vrije loop. Op Ferdi’s voorhoofd verschijnt vervolgens een diepe frons, was het dan toch geen droom, al die vreemde geluiden vannacht? Hoe dan ook, de aanwezigheid van Albert stemt ons allen vrolijk. Slechts enkele meters van ons onvrijwillige kamp naast de offroadpiste, bleek er bereik. En dus belden we Albert, de eigenaar Enduro-Spirit Bosnië, waar we de motoren hebben gehuurd. Die kwam vervolgens meteen in actie en hier staat ‘ie. De beste man is de verpersoonlijking van hartelijkheid, rijdt zelf een behoorlijk goed potje offroad en beheerst meerdere talen vloeiend. De KTM wordt snel op de aanhanger gezet en vervolgens klinkt er uit zijn mond: “Zo, en nu gaan we eerst even wat eten in mijn restaurant!”

Met een nieuwe binnenband in de KTM en bijzonder smakelijke pizza’s in de buik, gaan we weer op weg. Niet zonder acht te hebben geslagen op een goede raad van Albert, die we natuurlijk uiterst serieus nemen. Toch slaan we deze het later in de wind. Uit arrogantie? Nee, want er is simpelweg geen weg meer terug. Dat beseffen we pas wanneer het te laat is. Maar laten we even bij het begin beginnen.

Albert noemt het ‘de chocoladepiste’. Dat klinkt heel aanlokkelijk, want wat is er in hemelsnaam mis met chocolade? Had hij het gehad over een chocolademousse, dus crèmig, zacht en zompig, dan waren we wellicht wat terughoudender geweest. Maar zoals gezegd, dat waren we niet en nu is er dus geen weg meer terug. We staan middenin die chocolademousse, die de dikke noppenbanden tot een soort van slicks dicht geplamuurd heeft. De Ténéré van Thorsten werpt hulpeloos pannenkoekgrote flarden modder de lucht in. De twin gooit kruiwagens vol aarde achteruit, maar komt geen centimeter vooruit. Ook Ferdi’s KTM staat stil, aandrijving nul komma nul. “Zal ik duwen?”, vraagt ik meer uit beleefdheid dan dat het daadwerkelijk wat brengt. Het is hier zo verschrikkelijk glad, dat zelfs je voeten er geen grip hebben. We zijn er gedrieën al snel uit, dit is dus die plek waarvoor Albert waarschuwde. Het is ons de eer te na om hem te bellen om ons uit deze narigheid te bevrijden, we zullen zelf een veilige haven moeten bereiken. En dus volgt een gevoelsmatige oneindigheid aan zwoegen, zweten, duwen, trekken, glijden, vallen en weer opstaan. Maar we redden het, uiteindelijk…

Het turquoise water van Ramsko Jezero heeft een aantrekkingskracht, die vooral ik niet kan weerstaan. Het probleem is dat een rij struiken het panoramische uitzicht op het prachtige meer in de weg staat. Gelukkig is er een kleine honderd meter verderop een klein uitzichtplatform. “Het is hier wel erg steil en ruig”, merkt Ferdi op. Ik moet toegeven dat het eerder rotsblokken dan stenen zijn, die zich op de helling hebben verzameld. Van de andere kant, het is maar een goede honderd meter, even een leuke foto maken en we rijden weer verder. Achteraf gezien is het een raadsel waarom we toen niet beseften: ‘Dít is de plek waarvoor Albert ons waarschuwde!’

Met Thorsten aan het stuur hobbelt de T7 behendig over de rotsen naar beneden. Het ziet er bijna professioneel uit en ik bekijk het tafereel met enige waardering. Ferdi komt erachteraan in een iets minder soevereine stijl, om het mild uit te drukken, en inwendig vervloekt hij me dat ik hem tot deze exercitie heb overgehaald. Zelf verbaas ik me over de stoïcijnse Africa Twin, die me zelfverzekerder doet lijken dan ik in werkelijkheid ben. Maar de piste naar beneden wordt zonder kleerscheuren afgelegd. De foto is zo gemaakt en dus kan het terug omhoog. En dan worden we ineens met het fenomeen perspectief geconfronteerd. Naar beneden leek het al wel akelig steil, omhoog kijkend lijkt het hellingspercentage ineens verdubbeld. En dan echoën daar weer die woorden van Albert: “Ga daar absoluut níet naar beneden!” Ik krijg bijna een hartverzakking. Zowel letterlijk als figuurlijk is er geen weg terug, maar we moeten wel.
Het is al laat in de avond wanneer we volledig gesloopt Albert’s pizzeria binnenkomen. “En, hoe was het?”, is het eerste dat hij vraagt. “Nou, laten we beginnen met die chocoladepiste…”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...