+ Plus

Oude Liefde: Laverda 750GT

Groningers zijn rustige mensen. Ze kiezen hun woorden zorgvuldig en doen niet snel overdreven enthousiast. Dat geldt ook voor de 46-jarige Ludy Menger. Totdat hij over zijn Laverda 750 GT begint. “Man, dat geluid! Die motor maakt een beest in je wakker.” Geboren als boerenzoon in Groningen lijkt zijn leven ook voorbestemd als agrariër. Alles gaat ook gewoon zoals het hoort te gaan: rustig en vooral geen gekke dingen. Maar als de 11-jarige Ludy in 1972 een motorfiets voorbij hoort denderen met een geweld dat hem kippenvel bezorgt, ontdekt hij dat er meer op aarde is dan alleen maar trekkers en landbouwmachines. “Simon Werkman heette de eigenaar van dat monster,” zegt Ludy “En ik wist het toen al bijna zeker. Later zou ik ook zo’n geweldenaar bezitten.” De jaren totaan het motorrijbewijs verliepen te traag naar de zin van Ludy en terwijl Simon met de hels brullende machine steeds maar langs bleef rijden, smachtte Ludy steeds meer naar het stukje geweld op twee wielen: “Die naam op de tank alleen al, Laverda! Een naam die je alleen met respect kunt uitspreken. Ik moest en zou ook ooit zo’n machine berijden.” Wanneer het moment daar is dat eigenaar Simon de bewuste machine wil verkopen, blijkt de dan net 18-jarige Ludy de gevraagde 2000 ouderwetse Nederlandse guldens niet in de knip te hebben. “Dat was een moeilijk moment hoor. Een echte teleurstelling. En dat werd alleen nog maar erger nadat ik ontdekte dat degene die hem wel kon betalen – en dus ook kocht – niet erg netjes met de motor omging. Hij besteedde er heel weinig aandacht aan. Gelijk hard wegrijden deed hij bijvoorbeeld. Dat deed toen gewoon zeer. In zo’n Laverda zit 3 liter motorolie en die moet echt op temperatuur komen!” Gelukkig leerde de nieuwe Laverda-eigenaar een vrouw kennen die niets om motoren gaf en zo kreeg Ludy enkele jaren later, in 1982, een tweede kans om de machine te kopen. “En toen kon ik, zij het met moeite, de gevraagde 1700 gulden wel betalen. Eindelijk kon ik dus kippenvel krijgen van mijn eigen motor.” Toen kon het feest dus echt beginnen: “Ik had een vriend hier in het dorp die ook een Laverda had en samen gingen we regelmatig een eind rijden. Altijd hard natuurlijk, langzaam rijden deden we nooit. We kwamen een keer aangestoven in Dorkwerd, toen de kerk net uitging. De hele menigte vloog uiteen omdat wij er in volle vaart aan kwamen vliegen. En ook mijn buurman was niet blij met me toen ik Laverda ging rijden. De vogels in zijn volière raakten van schrik van de leg en de jaarlijkse leg veranderde dat jaar voor hem in de jaarlijkse pech. Zelfs nu moet ik dat nog wel eens aanhoren!” Was Laverda in Italië vooral bekend om zijn landbouwwerktuigen, dat veranderde drastisch toen de fabriek zich direct na de tweede wereldoorlog inzette om het naar betaalbaar vervoer smachtende Italië van vervoersmiddelen te voorzien. Begin jaren vijftig kwam de fabriek met een 75 cc viertakt-motorfiets en daarna volgden nog diverse lichte modellen, waarbij vooral de in 1964 geïntroduceerde brommer met schijfremmen voor en achter een noviteit was. Maar het grote nieuws kwam in 1966, tijdens de destijds trendsettende Londen Motorshow. Laverda bracht een door Massimo Laverda ontwikkelde 650 cc twin op de markt met een bovenliggende nokkenas die 55 pk sterk was. De 55 pk leverende motor was voorzien van een enkele bovenliggende nokkenas en had een aantal bijzondere kenmerken zoals een vijfversnellingsbak en een elektrische starter. Dat was zeker in die jaren absoluut nog geen gemeengoed. Een ander opvallend detail was de gelijkenis met de Honda CB72 en de CB77. Niet het rijwielgedeelte, maar vooral het blok leek duidelijk een grote kopie van de 305 cc zware Japanner; de kopieerder werd dus gekopieerd! Van die Laverda 650 werden slechts 100 exemplaren gebouwd en het duurde ook nog tot 1968 voordat de Italiaanse twin echt leverbaar was. In die jaren stond de techniek echter ook niet stil en gaandeweg de ontwikkeling van de 650 werd door de fabriek al besloten om de cilinderinhoud op te boren naar 750 cc. Waarschijnlijk werd dit gedaan om direct te concurreren met de nieuwe generatie 750 cc-ers van Honda, BMW, Triumph en Norton. Laverda weet hun GT750 toch iets magisch mee te geven. Niet in de laatste plaats door de sportieve uitstraling van het merk in die jaren. Deze 750 weegt inclusief olie en benzine 231 kilo en als je bedenkt dat er alleen al een krukas van 28 kilo(!) in het motorblok zit, moet je concluderen dat de Italiaanse fabriek toen al behoorlijk lichtgewicht motorfietsen wist te bouwen, waarbij erg kritisch naar alle onderdelen was gekeken. Deze 750 was ook de voorbode van een serie succesvolle twee- en later ook driecilinders. De Laverdas hadden ook de naam één van de best gebouwde Italiaanse motoren te zijn, maar de fabriek wist die reputatie niet in klinkende munt om te zetten: In de jaren tachtig breken er roerige tijden aan en na een aantal karakterloze moderne modellen, die eigenlijk geen schim zijn van de prachtige motoren uit het verleden. De fabriek komt onder curatele en een coöperatie van oud-werknemers neemt de fabriek over en zet onder de naam Nuova Moto Laverda in 1989 een aantal nieuwe modellen op de markt tussen 50 en 668 cc. Nog in datzelfde jaar zijn de financiële problemen zo groot dat de productie nauwelijks op gang komt. Ook enkele nieuwe overname’s in de negentiger jaren weten het merk er niet bovenop te krijgen, hoe mooi de plannen met het roemruchte merk ook telkens weer zijn. Maar wie weet, want de geest van Laverda waart nog steeds door de motorwereld. We gaan op pad met de GT750 van Ludy. Eenvoud troef als we naar de Laverda kijken. Zit er op de moderne motoren met de naam GT doorgaans een enorm scala toeters en bellen, deze “Grand Tourismo” blinkt uit in soberheid. Gespaakte wielen met in het voorwiel een prachtige Grimeca trommelrem, het kleine witte stuurkuipje, de rode tank waar oorspronkelijk zelfs een klein rekje op zat, het zadel dat nauwelijks comfort lijkt te bieden. Er is zelfs geen knipperlicht op te vinden en alleen de dubbele claxon lijkt puur om te pronken aanwezig te zijn. “Maar die claxon heb je helemaal niet nodig,” zegt Ludy “de motor maakt zo’n prachtig geluid, dat iedereen je van verre hoort aankomen en ook naar je omkijkt.” De Laverda is een hele stoere machine; alles lijkt van massief ijzer gemaakt te zijn. En zelfs de kickstarter heeft een reuzenformaat alsof alleen schoenmaat 48 gerechtigd is deze toch niet overdreven grote Laverda tot leven te roepen. Ook het stuur is eenvoudig: de contactsleutel is een gewone sleutel, zonder chips of andere moderne fratsen, de choke laat zich eenvoudig via een hendel op het stuur bedienen en een flinke trap doet de Italiaanse tot leven brengen, waarbij het mannenhart van Ludy een slagje over lijkt te slaan. “Prachtig toch,” roept hij boven deze zware prima donna uit, “ik krijg er nog steeds kippenvel van. Dat geluid en de eenvoud van deze machine… Het is gewoon niet normaal meer. Mijn vader hoorde me ook altijd al van verre aan komen. Zet de aardappels maar vast op het vuur, zei hij dan tegen mijn moeder.” Er komt inderdaad een prachtige roffel uit de betrouwbare twin. “Slechts een keer heb ik een probleempje gehad: een vastloper in 1994 bij 140 km/uur. Dat zorgde voor een broodnodige motorblok-revisie. Het resultaat van dat voorvalletje bewaart Ludy nog steeds als een soort relikwie, maar zoals bij elke goede relatie wordt ook deze misstap snel met de mantel der liefde bedekt. Als we het dorp uitrijden lijken oude tijden weer te herleven. Er vluchten geen vrouwen en kinderen de berm in, maar een oudere man stopt met fietsen en kijkt de Laverda lang na. Een moeder en dochter stoppen een gesprek om glimlachend de held uit het verleden voorbij te zien komen. Als de open vlakte bereikt is, worden wolken uitlaatgassen de omgeving ingeblazen alsof het een zegening betreft. Dit is het ook helemaal: eenzaam over ’s lands wegen rijden met een stampende Italiaans ros tussen de benen. Het merk Laverda maakt bij veel motorliefhebbers nog steeds iets los. Bij terugkomst weet Ludy het in één zin samen te vatten: “Zo’n Laverda dat is gewoon een echte motor, voor echte mannen. Niet voor gevulde koeken dus!” [[kasten]] LAVERDA CLUB NEDERLAND Laverdisten noemen ze zich en misschien zijn het wel de meest pure liefhebbers wat Italiaanse motoren betreft. Ze zijn verenigd in de Laverda Club Nederland. De club heeft een mooi clubblad en besteedt veel aandacht aan de vele modellen die het merk uit Breganze heeft gemaakt. Behalve de twin zijn er veel liefhebbers van de vermaarde driecilinders onder de leden. Opgericht in 1981 heeft de club zijn 25 jarig lustrum net achter de rug en met een ledenaantal van maar liefst 650 behoort deze tot één van de grotere in den lande. Het technisch vernuft is groots aanwezig en men organiseert vele activiteiten. Voor meer informatie kun je terecht op hun bijzonder goed verzorgde website: www.laverdaclub.eu [[kasten 2]] LAVERDA-MUSEUM LISSE Wie werkelijk alles over Laverda’s aan de weet wil komen, moet eens een kijkje nemen in het Laverda-museum in Lisse. De privé-collectie van Cor Dees is uniek in de wereld en bevat meer dan zestig motoren die de hele geschiedenis van het merk uit het Italiaanse Breganze vertellen. In MotoPlus 14/2006 publiceerden we een artikel over dit museum. Het museum is op afspraak te bezoeken, kijk daarvoor op de website www.laverdamuseum.nl

Lees meer over

BMW Honda Triumph

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...