+ Plus

Nieuw circuit in Mettet

Het gebeurt tegenwoordig niet vaak dat er in onze contreien een racecircuit bij komt, maar in het Belgische Mettet ligt nu een hagelnieuwe baan binnen de driehoek die het Jules Tacheny-stratencicuit in de Waalse stad vormt. Op het eerste gezicht valt het nauwelijks op dat er in Mettet een nieuw circuit ligt. Wie het dorp uitrijdt in de richting van het stratencircuit ‘Jules Tacheny de Mettet’, waar de laatste jaren de classic races en de Superbiker werden verreden, ziet vooral het oude deel en enkele prefab gebouwtjes van de Royal Motor Union de l’Entre Sambre et Meuse Mettet (RMUESM) voor een groot vlak terrein. Maar loop naar de rand van dat terrein en je ziet daar in de kom van de heuvel een spiksplinternieuwe baan gedrapeerd. Een asfaltlint van 2,3 kilometer. Niet heel lang, maar wel gevarieerd en zowat elke vierkante meter van het terrein is gebruikt. Michel Fiévet, voorzitter van RMUESM Mettet, is tevreden over de totstandkoming van het nieuwe circuit. “Oud-coureurs als Stéphane Mertens, Richard Hubin en Didier de Radiguès hebben hun inbreng gegeven en hebben er al op gereden.” Dat zijn niet de eersten de besten: Hubin en Mertens zijn beiden ooit wereldkampioen endurance geweest en De Radiguès was in 1982 vice-wereldkampioen 350 cc. De drie oud-rijders hebben elk hun eigen raceschool en zullen vanaf 2010 gebruik gaan maken van de nieuwe accommodatie.Mettet is een naam in de motorsport, niet alleen in België maar ook daarbuiten. Tot het einde van de jaren zeventig kwamen de toppers uit de GP-wereld naar het stratencircuit tussen Charleroi en Namen om er te strijden om de Grand Throphy: John Surtees, Giacomo Agostini, Geoff Duke, Jarno Saarinen, Phil Read, Johnny Cecotto.… Maar sinds enkele jaren rijden er alleen klassieke motoren en supermoto’s op Mettet. Fiévet: “Er wordt al sinds 1927 geracet op Mettet. Het circuit was aanvankelijk een ‘acht’ van acht kilometer lengte.” Er was zelfs een ‘banking’ in het parcours opgenomen. De lussen van de acht kruisten elkaar niet maar raakten elkaar bijna. Voor de toeschouwers was dat fantastisch, want ze konden op die plek de coureurs twee maal per ronde voorbij zien snellen. “Dat stratencircuit hebben we tot in de jaren tachtig gebruikt, maar de veiligheid van een deel ervan liet te wensen over. De rijders moesten er tussen de huizenrijen door. Publiek mocht op dat deel van de baan al niet meer komen. Het was voor de club te duur om de veiligheid te verbeteren en toen is besloten om in het midden van de jaren tachtig een slechts driehoek te behouden.” “Maar we wisten dat races op stratencircuits hun beste tijd gehad hadden’’, gaat Fiévet verder. ‘’En in 2005 besliste de Belgische Motorrijdersbond BMB/FMB om alleen nog maar op permanente circuits te rijden. In België zijn dat Zolder en Francorchamps, maar die zijn zo goed als altijd door de autosport en auto-industrie ingenomen”, aldus Fiévet. De enige uitweg voor de Belgische wegracesport is dan het buitenland: Duitsland (Oschersleben), Frankrijk (Dijon) en Nederland (Assen). Maar ook daar is het aantal beschikbare data beperkt en als het lukt om een datum vast te krijgen is het een dure grap, zowel voor de organisator als voor de rijders.De club in Mettet heeft altijd geprobeerd te diversifiëren in de activiteiten. Vroeger was er nog een motorcross in Mettet en sinds het begin van de jaren negentig is de Superbiker een publiekstrekker aan het einde van het motorcross- en wegraceseizoen. “Op die manier hebben we steeds kunnen anticiperen op mogelijke problemen”, zegt Fiévet. De Superbiker was en is in ieder geval een succesnummer voor de club. Dat financiële succes liet de club toe om te investeren. De Superbiker mag dan momenteel goed draaien, maar omdat men niet uitsluitend daarvan afhankelijk wil zijn, werd het plan opgevat om een nieuw permanent circuit te bouwen. “Er is een behoefte aan een circuit. En we kunnen zo het geld dat anders in het buitenland wordt besteed in onze economie steken”, aldus de voorzitter van de club. Er wordt niet alleen op klanten uit eigen land gemikt, maar ook uit het buitenland.De nieuwe baan is geschikt voor nationale en internationale wedstrijden, maar in verband met de geringe lengte komt het niet in aanmerking voor WK-races. “Wil je een circuit hebben dat voor GP’s kan worden gebruikt, dan moet de breedte ervan minstens tien meter zijn. Voor autosport is de eis zelfs twaalf meter. We hebben dan ook meteen een breedte van twaalf meter genomen en op het lange rechte eind bij start en finish zijn we naar een breedte van veertien meter gegaan”, licht Fiévet toe. De club heeft voor het project ook financiële hulp van het Waalse gewest gekregen. De Waalse overheid heeft er 2,5 miljoen euro ingestoken en RMUESM Mettet zou 3,65 miljoen euro bijdragen. Zou, want daarvoor moest men bij banken aankloppen en door de crisis werden de kredietkranen uiteraard dichtgedraaid. Fiévet: “We hebben daarom een aantal zaken uitgesteld, zoals tribunes en de asfaltering van het rennerskwartier waar nu gravel ligt. Maar we zijn toch heel tevreden dat we in de huidige omstandigheden zover zijn gekomen. Zonder het Waalse gewest zou dat niet zijn gelukt. De prijs zou voor ons anders veel te hoog geweest zijn, waardoor we het circuit niet rendabel zouden krijgen.”Het circuit is nog niet helemaal klaar, maar toch is de agenda al redelijk gevuld. Er zijn zeven weekends voor wedstrijden en daarvan heeft de Belgische Motorrijdersbond er al drie ingepland. De overige weekends en doordeweekse dagen is het circuit beschikbaar voor onder andere racescholen. Er is voor 2010 echter één uitzondering op de regel: de Grand Old Throphy, de races voor klassieke motoren, zal nog op het oude circuit worden verreden. Of die traditie in 2011 gehandhaafd kan blijven, is nog de vraag.[Kader alleen als er plek is][Kader + beeld jules_tacheny__64_]JULES TACHENYHet oude en nieuwe circuit in Mettet draagt de naam ‘Jules Tacheny’. Tacheny (1907 – 1984) was een groot figuur in de Belgische motorwereld en was als twintigjarige één van de oprichters van de club van Mettet, l’Union Motor de l’Entre Sambre et Meuse. Hij was monteur van beroep en bouwde zijn 350 cc FN om tot racemotor. In 1928 startte hij zijn carrière als motorcoureur. Niet zonder succes, want Tacheny werd in 1930 opgenomen in het fabrieksteam van FN. Op 26 oktober 1931 deed FN een gooi naar het wereldsnelheidsrecord en het wereldduurrecord op Monthélery in Frankrijk. De rijders waren Jules Tacheny en René Milhoux. FN kwam met een reeks records terug naar België, 41 in totaal. Tot in 1938 was Jules Tacheny fabriekscoureur en testrijder voor FN. Na de Tweede Wereldoorlog zette Tacheny zijn racercarrière voort op FN. Hij was in die tijd niet alleen rijder, maar ook voorzitter van de motorclub in Mettet. In 1948 – hij was toen 41 jaar – stapte hij over op een Norton Manx en werd in 1952 importeur van het Britse merk. Zeven jaar later kwam daar de import van Honda bij. Van 1950 tot het midden van de jaren zeventig organiseerde hij op ‘zijn’ circuit in Mettet jaarlijks internationale wegraces, de Grand Throphy. Momenteel is er nog altijd een ‘Garage Tacheny’ in de hoofdstraat van Mettet, een Honda-dealer.[Lay-out en beelden][Groot als opener: P8227415 + Projet 2D]Alhoewel het nieuwe circuit met een lengte van 2,3 kilometer niet heel lang is, is het met twaalf meter lekker breed en zit er een aantal uitdagende bochtcombinaties in. [DSC_1242]Als voorzitter van de RMUESM Mettet is Michel Fiévet nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het nieuwe circuit. [DSC_4263]De classic races werden tot dusverre op het stratencircuit van Mettet verreden.

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Compacttest Honda CB750 A2

Compacttest Honda CB750 A2

25 april, 2024

Honda’s CB 750 Hornet met 48 pk. De budgetkraker in de middenklasse veroverde afgelopen jaar zelfs de harten van ...
Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Eerste Test Honda Fireblade

Eerste Test Honda Fireblade

28 maart, 2024

Eind jaren 90 omvatte de elektronica op superbikes zoals de Fireblade amper meer dan een paar sensoren en kabeltjes ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-