Mario Janssen – 7 Uur van Assen
De gemiddelde directeur draagt krijtstreeppakken, golft en vreet Excel-bestanden. Toch? Niet als je Mario Janssen heet en country manager bent van Yamaha Motor Benelux. Hemel en aarde werden vooraf bewogen, maar Janssen eindigt in de Expert-klasse wel op het podium tijdens de 7 uur van Assen.
Maandagmorgen 11.00 uur; de telefoon rinkelt: “He Ad, Mario hier. Raad eens op welke positie we zijn geëindigd? Nou, nou? Negentiende overall man, en derde in onze klasse!” In de stem van de volwassen meneer aan de andere kant van de lijn klinkt 36 uur na de huldiging nog altijd intense blijdschap door. Als een kleine ADHD’er die op Sinterklaasavond uitzicht heeft op een enorme berg cadeaus hoor je hem stuiteren aan de andere kant van de lijn. Gelukkig heeft Janssen geen kinderen. Het blijft hoogst onduidelijk of hij hun geboortedag als mooiste dag in zijn leven zou beschouwen of toch de 7-uur van Assen.
Een paar maanden eerder treffen we een kalmere Janssen in zijn kantoor van Yamaha Benelux in Schiphol-Rijk. Hij vervult er de rol van country manager, bij andere bedrijven kennen we dat als algemeen directeur. Het vooruitzicht om te gaan deelnemen aan de 7-uur van Assen maakt hem bij voorbaat – zonder de adrenalinestoot van de race zelf – enthousiast. Al laat hij er op dat moment veel voor: “Dit zijn geen tijden voor een Bourgondiër als ik. Om fitter te worden heb ik een personal coach in de hand genomen. Die Mitch is een echte beul en dat is wat ik nodig heb. Als ik alleen al een menukaart zie kom ik al aan. En er moeten nog behoorlijk wat kilo’s af.”
De man die ik op de vrijdag voor de wedstrijd in de pitbox van zijn ‘Bad Toro Racing Team’ zie, is inderdaad weer een stuk slanker. De beul heeft goed werk geleverd. Diens lange arm rijkt zelfs tot in de pitbox want als Janssen een hamburger voorgeschoteld krijgt – iets anders is op het circuit amper te vinden – klinkt het schuldbewust: “Mijn personal coach maakt me af als hij dit ziet.”
Pas in de pitbox is de schaal van de hele operatie duidelijk. Acht volledig geprepareerde R1‘en staan keurig in een rij tegenover elkaar. Mijn oorspronkelijke idee van het team kan direct bij het oud vuil. Eventjes leefde ik in de waan dat Janssen als pure liefhebber ergens vanuit een voortent van een gammel caravannetje een afgeleefde R1 deelde met zijn broer Jacques. Het is dus totaal anders; telt u even mee?
Je hebt Bad Toro Racing Team 2 (# 64, staat voor geboortejaar 1964 van Jacques) en team 1 (#72, is dat van Mario). Ieder team bestaat uit vier rijders. Die beschikken elk over een eigen Yamaha R1. Die zijn per stuk rijkelijk bedeeld met GYTR-onderdelen (Genuine Yamaha Technology Racing, Performance Products) en hebben ieder een eigen kleurstelling. Handig dat coureur Eddy Speelman in het dagelijks leven alles wrapt waar wielen onder zitten.
De teamsamenstelling van Team 1 is sowieso handig. Laten we er niet omheen draaien: het is als raceteam niet verkeerd om de country manager van Yamaha Benelux in de gelederen te hebben. Speelmans wrapkunsten werpen ook zichtbaar hun vruchten af. Derde rijder Rob Juwett is in het dagelijks leven mister GYTR. Hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en testen van de Yamaha Racing Parts. Geloof het of niet; maar deze ‘amateurs’ met #72 testten in Assen spullen die nog in de ontwikkelingsfase zitten. De laatste rijder is de benjamin: Matthijs List is mede-eigenaar van JG Metaal en hoofdsponsor van het gehele team.
Is dat alles? Zijn we er met twee keer vier rijders en acht gepersonaliseerde R1’s? Natuurlijk niet. Een team van vrienden en collega’s helpt bij de zevenuurs-exercitie. Dat brengt het totaal – inclusief rijders – op veertien mensen. Een bijzondere rol is daarbij weggelegd voor Frank Brouwer. Normaal is hij teammanager van team SWPN in het IDM, nu gelegenheids teammanager van het Bad Toro Racing Team. Janssen roemt zijn rol: “Frank geeft ons de broodnodige no-nonsense aansturing en hij zorgt voor structuur in de pitbox. Normaal werkt hij met veel snellere rijders, maar hij is toch tevreden over ons. Of zoals hij het zelf altijd zegt: ‘Zolang ik jullie rondetijden niet hoef te klokken aan de hand van de stand van de zon, gaat het helemaal goed komen.’”
Goed; we hebben dus een opmerkelijk professioneel team, een goedgevulde pitbox, een teammanager en een achttal razendsnelle R1’s. Daarmee sta je nog niet automatisch op het podium van een wedstrijd waaraan 56 equipes (2 x 28, verdeeld over Master- en Expert-klasse) deelnemen. Daarvoor heb je toch echt een paar snelle mannen in het zadel nodig. De mannen van Bad Toro Racing Team 1 (dat van Mario Janssen dus) zijn op Assen goed voor tijden tussen de 1.50 en 1.52. Daarmee trainen ze een 34ste plek en dat levert hen een plek in de Expert-klasse op. In de nog snellere Master-klasse rijden een paar topteams die normaal deelnemen aan het EWC. “Zoals die gasten van YART je voorbij blazen is niet normaal. Zo gaaf om te zien.”
Rondetijden van zo’n 1.51 zijn best knap voor iemand die op de openbare weg weliswaar altijd op superbikes reed, maar pas in 2019 aan zijn eerste circuitdag meedeed. Twee jaar later haalt Janssen zijn racelicentie en rijdt gelijk dat jaar de 501 van Assen. De broers Jacques en Mario wijzen naar elkaar wie het initiatief nam om die wedstrijd te rijden, maar het leek ze beiden gaaf om te doen. In 2022 rijdt Bad Toro Racing Team voor het eerst de 7 uurs race, maar ligt Mario Janssen met covid en longembolie op de IC. In 2023 is hij dus terug: sneller en fitter dan ooit.
Zijn dankzij beul Mitch opgebouwde topconditie komt Janssen goed uit; tijdens de wedstrijd is het 32° Celsius. “Mijn conditie heeft geholpen, maar ook de power-gels, sportdranken en cafeïnekauwgom die Mitch voor me regelde. Bovendien bliezen een helm- en overallblower alles droog als we niet reden. En als ik niet in het zadel zat, nam het team me alles uit handen zodat ik kon herstellen.” Toch blijft het rijden ondanks alle steun zwaar. We reden stints van negentien ronden. Vanaf de twaalfde ronde begint het zwaar te worden. Ik was op het eind van een stint zo opgelucht dat ik op het pitbord las dat ik naar binnen mocht, dat ik in de laatste ronde door concentratieverlies achter elkaar de Haarbocht, Strubben en de Bult verkeerd aansneed.”
In vergelijking met de eerder gereden 501 zijn niet alleen de toegenomen longinhoud van Janssen of de dieettips verantwoordelijk voor het goede wedstrijdritme van Janssen. Hij heeft in de tussenliggende jaren serieus goede leraren gehad. “Mannen als Bob Withag, Jaimie van Sikkelerus en Rob Juwett hebben me op het circuit de juiste lijnen gewezen. Ze hebben ook confronterende videobeelden gemaakt. Je denkt dat je er als een aap helemaal naast hangt tot je jezelf terug ziet. Dan zie je op de video alleen een hoofd scheef hangen en een naar buiten gestoken knie. In vergelijking met mijn eerste race in 2021 was ik toen lichamelijk niet zo ver en dit jaar beschik ik over een duidelijk betere motorbeheersing.”
En dan zijn er nog de patronen en de onderlinge afspraken die vooraf werden gemaakt. Het team oefent op pitstops en verzint een methode om de transponder zo snel mogelijk van de ene op de andere fiets te zetten. Die is zo goed bedacht door Frank Brouwer dat zelfs de mannen van YART komen navragen. Teammanager Brouwer bepaalt ook dat rijders al tien ronden voordat hun stint begint klaar zitten in hun overall, met hun handschoenen aan en helm op. Hij bepaalt eveneens dat rijders bij het neutraliseren van de wedstrijd hun stint al afbreken als ze minder dan tien ronden te rijden hebben. “Bovendien hebben we geen gedonder gehad. In 2022 gingen we twee keer onderuit, dan kun je een goede uitslag wel shaken.”
In de slotfase wordt het met Team BSL Racing nog spannend om de laatste podiumplek. Een uurtje voor het eind zitten er slechts een paar seconden tussen de twee teams. Het is de rust en gogme van teammanager Brouwer die de doorslag geeft. Hij bepaalt direct dat rijder Eddy drie ronden langer doorrijdt en dat scheelt precies die ene pitstop die Team BSL Racing uiteindelijk nog wel moet maken. Een derde plek is het resultaat van alle teamwerk.
Wie na het lezen van dit verhaal nog altijd denkt dat managers alleen golfen, smullen van Excel-bestanden en slechts champagne drinken, moet de podiumfoto van de Expert-klasse van de 7-uurs bekijken. Terwijl drie rijders van het Bad Toro Racing Team al druk aan het spuiten zijn, worstelt Janssen nog altijd met de kurk. Het maakt hem – country manager of niet – het ideale mikpunt van zijn drie champagne spuitende mede-rijders.
Is het met de champagnebubbels nog in de natte haren geen tijd om te stoppen? Janssen heeft de zeldzame mogelijkheid om op het hoogtepunt van zijn roem te stoppen. “Volgend jaar komen we waarschijnlijk niet op het podium. De kans is groot dat we door deze prestatie promoveren naar de Master-klasse. Dan zit je bij teams als YART, Druijff en Zeelenberg Racing, die rijden rondjes om je heen. De nummer één in onze klasse eindigt tiende overall, ik bedoel maar. Toch gaan we volgend jaar weer naar de 7-uurs. Door de week heb ik het extreem druk en dan is dit zo’n gave uitlaatklep. Zo onder vrienden is de race de kers op de taart.”