+ Plus

Interview Rik Smits

Hij werd groot rond Eindhoven, maar een gigant in het Amerikaanse Indiana. Figuurlijk, want toen Rik Smits naar Amerika vertrok, was hij met zijn 2.24 meter al een reus. Bij de Indiana Pacers werd “The Dunking Dutchman” een schatrijke basketballegende, maar Smits is tegenwoordig vooral een enthousiast offroad-rijder. Onlangs reed hij tijdens de ONK enduro in Veldhoven mee met een daglicentie. Een gemiste carrière? “Nee, elke race word ik er aan herinnerd dat basketbal de goede keus was!”Even wat voor de hand liggende lolligheden afwerken: ja, Rik Smits leeft op grote voet (maatje 54), hij behoort tot de groten der aarde en veel mensen kijken tegen hem op. En vooruit: hij is een groot liefhebber van motoren. En ja, hij krijgt veel te vaak de vraag waarom hij met een minibike rijdt.Rik haalt er zijn brede schouders over op. Zijn hele leven heeft hij “wise cracks” en matige grappen gehoord over zijn lengte; hij maakt er zich niet meer druk om. Zoals het lijkt alsof deze relaxte geboren Brabander zich nergens echt druk om lijkt te maken. Waarom ook, als je volgens een erkende Nederlandse topcoach in 1984 niet goed genoeg geacht wordt voor de Nederlandse top en je daarna – volgens het alwetende Wikipedia – in je basketbalcarrière in Amerika 125 miljoen dollar bij elkaar dunkt…Daarmee is hij de best verdienende Nederlandse topsporter ooit en laat hij zelfs alle huidige topvoetballers ruim achter zich. Maar Rik Smits probeert het zelf vooral “low profile” te houden en dat is nogal een uitdaging. “Als ik in Amerika op ‘swap meets’ kom en er staat een motor die ik wel wil kopen, gaat de prijs anders meteen omhoog zodra ze me herkennen. Maar ik blijf wel een Nederlander, hè. Ik wil dus nooit te veel betalen!”, grinnikt hij. Smits heeft net met een daglicentie een paar pittige ronden gereden van de ONK-enduro in Veldhoven. Een loodzware terreinwedstrijd in het diepe zand, over de tankbanen van de Oirschotse heide, een wedstrijd die zelfs de Nederlandse toppers blaren in de handen en een kletsnat bezwete voering van de helm bezorgde. Smits stopt na twee zware ronden van 60 km, heeft zijn helm afgezet en zijn speciaal geprepareerde TE450 van Husqvarna-specialist Ben van Erp op een bokje geparkeerd. Hij borstelt het zand van zijn maatje 54-laarzen, neemt een paar slokken uit zijn camelbag, veegt de zandkorrels uit zijn stoppelbaard en gaat zitten op de laadklep van de vrachtwagen. Ja, hij moet eigenlijk nog één ronde, maar zijn rug speelt hem parten. “Ik ben vorig jaar geopereerd en ik begin er nu wel last van te krijgen. Eigenlijk moet je zo veel mogelijk staan op je motor, maar door mijn lengte ben ik vooral een zittende rijder”, legt hij uit. “Het is zo wel mooi geweest. Ik moet tegenwoordig wat meer naar mijn lichaam luisteren.”Zijn toch nog ruim vallende shirt telt een paar fikse scheuren in de mouwen. “De bossen in Indiana zijn nogal dicht”, zegt de inmiddels 44-jarige oud-basketballer. “Dan blijf je wel eens aan een tak vast zitten. Hier was het heel anders. De ondergrond ook, ik ben dat zware zand echt niet gewend.”Brommers waren wel altijd al een passie, zegt Smits. “Zündapps vooral. Ik heb ook een Honda MT5 gehad. Die brommertijd begon al voordat ik met basketballen begon. Een jaar of zeven geleden heb ik het weer serieus opgepikt met motoren. Wat er zo leuk aan is? Pffff… Op een motor krijg je het gevoel dat je alleen op de wereld bent… Ik weet niet… Maar het sleutelen vind ik nu trouwens net zo leuk als het rijden.” Met een vriendje begon tiener Smits samen een handeltje in brommers en onderdelen. De paden langs de Dommel croste hij met een Berini “op en neer en op en neer”. Wedstrijden reed hij echter nooit. Toen hij bovendien tijdens een zomer een flinke groeispurt kreeg, werd het ook allemaal anders. “Eerlijk gezegd kan ik me van die brommertijd ook niet meer zo heel veel herinneren. Wel dat ik groter was dan de gemiddelde jongen, ja.” Smits komt nog ongeveer één keer per jaar naar Nederland “voor familiebezoek”, en spreekt zijn Nederlands nog met een zware Brabantse tongval, zegt “ge” in plaats van “je” en zijn “so” geeft aan dat hij inmiddels 27 jaar in Amerika woont. “Maar als bij de Motocross of Nations de Amerikanen of het Nederlandse team kunnen winnen, ben ik voor Nederland. Natuurlijk!” Van 1988 tot 2000 speelde Smits voor de Indiana Pacers in de beste basketbalcompetitie ter wereld. Het was ook een tijd waarin hij zich niet veel met motoren bezig hield. “Ik had nog wel een KTM GS250, waarmee ik rond reed in de tuin en zo. Maar je moest voorzichtig zijn van mijn basketbalploeg, hè. Als je geblesseerd raakte op een motor of door parachutespringen kreeg je niet betaald!” Oldtimers op vier wielen waren destijds Smits’ grote interesse, maar toen hij op zijn 34e besloot te stoppen met basketballen omdat zijn voeten hem steeds meer plaagden, kwamen de motoren terug in zijn leven. “Ik had een Harley-Davidson tweetakt pitbike gekocht die ik weer wilde verkopen. Toen werd ik gebeld door iemand die zei dat hij ook een Harley-Davidson crosser had. Hij vroeg of ik misschien ook onderdelen had. En hij had een aantal ‘vintage motocross bikes’. Ik ben bij hem wezen kijken en toen zei hij dat hij wel een reservemotor voor me had: of ik misschien ook zelf wilde rijden. Ik heb toen een body protector geleend en zo, de vingertoppen uit een paar handschoenen geknipt en met mijn ’tennis shoes’ op die motor gestapt. Dat heb ik zo’n acht jaar gedaan, dat rijden met die ‘vintage crossers’, en ik heb er leren rijden. Maar met 1968 BSA’s een steile berg op zien te komen, dat is soms net een beetje ’too much’ voor die motoren. Ik wilde wat meer uitdaging en ben toen mee gaan doen aan Grand National Cross Country-wedstrijden op een KTM 300 enduro bij de 40-plussers. Als B-rijder ben ik toen tweede geworden en in 2010 was ik A-rijder, maar door problemen met mijn rug heb ik toen maar vier wedstrijden gereden.”Inmiddels had Smits, tot grote vreugde van zijn vader Ad, een indrukwekkende collectie offroad-motoren opgebouwd die hij kocht op zogenaamde “swap meets”, op shows en via internet. “Op een gegeven moment had ik dus een stuk of veertien Maico 490’s, omdat die mij goed pasten. Nu heb ik er nog tien. Ik had ook Zündapp crossers en offroad-bikes, zo’n twintig Hercules-motoren en verder DKW’s, Husqvarna’s, Garelli’s, Gilera’s, Villa’s, KTM’s… Hoeveel? Véél te veel, haha! Ik heb geen favoriet merk, ik vind gewoon alles mooi. Soms vind ik een tweetakt mooi, een andere keer een viertakt. Weet je, zo’n ‘vintage wedstrijd’ is als een rijdend museum. Elk weekend is dan een feest. Maar het zijn nog steeds serieuze wedstrijden. Nog heel intens. En ik wil nog altijd winnen. De circuits hebben wel ’table tops’, maar geen ‘doubles’. Iedereen wil ook wat laten zien. En ik ook.”De tijd van “tennis shoes” is echter wel voorbij, lacht Smits. “Dat kon ook eigenlijk niet, hè. Maar ik kwam Roger De Coster eens tegen en die zei dat ik maar een tekening van mijn voeten moest opsturen en dan zou hij wel een paar crosslaarzen laten maken voor mij. Dus ik zet mijn voeten op een stuk papier en teken er met een stift voor de zekerheid voor en achter maar een centimeter bij. Een paar maanden later worden die laarzen bij me thuisbezorgd en wat denk je: véél te groot, haha! Later sprak ik iemand van Gaerne en die hebben toen dat eerste jaar vijf paar op maat gemaakt voor me. Ik heb er nu net weer vijf paar bijbesteld.”Smits schat dat zijn verzameling op dit moment nog zo’n honderd motoren telt, sommige “beter dan nieuw” gerestaureerd, anderen getekend door de tijd. Een geboren monteur is hij niet, maar “Ik sleutel erg graag en kan ook wel een blok demonteren en weer in elkaar zetten,”aldus Smits. “En ik pas alles zo veel mogelijk aan, aan mijn lijf. Want ik wil er ook mee kunnen rijden. Ik zit graag in mijn garage en mijn vader komt ook vaak over om me te helpen met sleutelen. Hij doet dan vaak het vuile werk zoals het polijsten en het zandstralen. Ik knap de motoren op en ik wil er ook zelf mee racen. Een heerlijke hobby, de dagen zijn me vaak niet eens lang genoeg. Dan zit ik lekker te sleutelen in mijn werkplaats en dan vergeet ik bijna dat het alweer tijd is om de kids op te halen van school.” Zijn teamgenoten wisten vroeger weinig van Smits’ voorliefde voor motoren. “Ze wisten dat ik oude auto’s had, maar niet dat ik ook gek was op motoren. Eigenlijk speelde dat kopen van motoren ook pas in de laatste jaren. Man, als ik toch denk wat voor moois ik in al die jaren al had kunnen kopen voor 200 tot 400 dollar… Ik had er gewoon veel eerder mee moeten beginnen.”Toch blijft het voor Smits niet alleen bij sleutelen, hij wil ook graag rijden. De geboren Eindhovenaar rijdt ook allang niet alleen maar de classic crossen en enduro’s, maar start in Amerika ook regelmatig met een Husky 310 – aangepast aan zijn lengte – in Grand National Cross Country-wedstrijden. “Dit jaar denk ik dat ik op een 450 stap. Mijn lange benen zitten me wel eens in de weg op de motor. Dan ben ik wel eens jaloers op kleinere rijders. Maar dan denk ik toch ook maar weer aan mijn basketbalcarrière: als ik die niet gehad had, zou ik niet zo veel motoren hebben kunnen kopen. In de ‘vintage races’ rij ik nu ook nog op een Husky 510 uit 1983, een luchtgekoelde viertakt met twee uitlaten. Vorig jaar ben ik nog naar de AMA Nationals (het Amerikaanse crosskampioenschap, FW) geweest op Unadilla. Daar reden wij zelf ook, wel heel speciaal om op zo’n beroemde baan te rijden. Als mijn rug weer goed is, zou het fijn zijn als ik weer een heel seizoen uit kan rijden. Als ik alles dan zo op tel, kom ik wel aan zo’n dertien Grand National Cross Countries, twaalf of dertien Enduro’s en in de buurt van Indiana zijn er nog wel een stuk of twintig wedstrijden. De ondergrond is er wel meer klei-achtig en harder. Hier in Nederland is het veel meer zand. En wordt er trouwens ook sneller gereden. Rijden hier is ook erg leuk, maar wel wennen. Ik mag trouwnes ook graag in de bergen rijden, met flink wat hoogteverschillen. Dan weet je niet wat er achter de heuvel komt, hè.”Tijdens zijn “vintage” wedstrijden ontmoette hij ook veel oude toppers als Brad Lackey, Jeff Smith, Jim Pomeroy en Chuck Sun. “Die mannen rijden in Amerika nu allemaal die ‘vintage races’. Maar nee, ik heb vroeger nooit echt helden gehad in de cross. Ik geloof ook niet dat ik een crosscarrière ben misgelopen. Oh no! Elke race word ik er weer aan herinnerd dat basketbal de juiste keus was.”Smits is echter wel degelijk een motorsport “watcher”. “Ik kijk graag naar AMA Supercross-wedstrijden. Dan tape ik de uitzendingen en kijk ik ze terug terwijl ik op de hometrainer aan het fietsen ben om in conditie te blijven. De National Enduro Series komen ook bij ons op TV.” Vorig jaar werd Smits tijdens de MotoGP in Indianapolis gestrikt voor een basketbalpartijtje met onder meer Ben Spies, Andrea Dovizioso en Dani Pedrosa. Die ontmoeting leverde voorspelbare, maar mooie beelden op van de #45 met drie tevergeefs graaiende MotoGP-coureurs. Smits grijnst. Toch is hij geen fanatieke MotoGP-volger . “Die motoren zijn niets voor mij, daar pas ik toch niet op.” Zijn oud-collega Michael Jordan reed echter enkele jaren geleden in Valencia op de Ducati Desmosedici en heeft bovendien in Amerika zijn eigen wegraceteam. “Ik heb ook al wel eens over een eigen team gedacht”, zegt Smits. “Maar dan wel offroad. Als mijn kids op ‘college’ zitten, is dat wel een mogelijkheid. Een vriend van mij heeft een dealership met onder meer Beta en GasGas, ‘so’ wie weet.” Zelf heeft Smits ook nog stevige ambities: hij heeft zijn zinnen gezet op deelname aan de ISDE, de internationale Zesdaagse-enduro die dit jaar in augustus in Finland wordt verreden. “Dat zou ik graag willen, maar we weten niet of het lukt. Ik zou dan ook naar de EK in Polen moeten om me te kwalificeren.” Voor opvolging binnen de familie is ook al gezorgd. “Ik heb een dochter van 17 en een zoon van 14. Die rijdt een KTM 250. En hij heeft best talent, maar hij mist toch het ‘killerinstinct’ op de motor. Maar getalenteerd is hij zeker. Net als zijn zus.” Smits grinnikt. “Ze zijn beide goede basketballers!”(kader)DE SMITS SPECIAL HUSQVARNAVoor zijn eenmalige Nederlandse optreden prepareerde Husqvarna-goeroe Ben van Erp een speciale TE450 voor Rik Smits. Van Erp leerde de oud-basketballer kennen via relaties. “Ik kreeg te horen dat hij ook offroad-motoren verzamelde”, aldus Van Erp. “En vorig jaar was ik in Ohio bij een classic-meeting waar Husqvarna ‘Brand of the Year’ was, daar heb ik Rik toen ontmoet.” Het klikte goed tussen de twee. “We zijn van oorsprong beide Brabanders, hè. Maar Rik is een hele vriendelijke vent zonder kapsones. Heel prettig in de omgang. Hij is ook behoorlijk technisch en hij weet veel van motoren. Hij heeft veel KTM’s en luchtgekoelde Huskies in zijn grote verzameling.” Terug in Nederland stuurde Van Erp Smits ook informatie over zijn eigen Huskie-verzameling. “Nee, hij heeft niks uit mijn verzameling gekocht, maar ik heb hem wel wat speciale onderdelen geleverd waar hij heel tevreden over is.” Vervolgens groeide ook het plan om Smits in Veldhoven te laten starten in de enduro, niet ver van de plaats waar hij opgroeide. Van Erp maakte daarop een machine klaar voor de uitzonderlijke maten van Smits. “We hebben de vering aangepast voor zijn gewicht van 140 kilo en onder meer drie stuurverhogers en bredere voetsteunen gemonteerd. Die voetsteunen zijn ook nog twee centimeter lager gemonteerd. Daarnaast is de buddy tien centimeter dikker gemaakt.”Van Smits’ plannen om deel te nemen aan de Zesdaagse in Finland is Van Erp op de hoogte. “Hij heeft nog een Nederlands paspoort en dan moet een startbewijs via de KNMV geregeld worden. Ik weet niet of alles gaat lukken, maar als het rond komt, maken wij hier een motor voor hem klaar, dat staat!”Bijschriften foto’s kaderstukKees van Emmen, Benny Braakhekke en Ben van Erp prepareerden een Husqvarna voor Rik Smits. Helemaal rechts diens vader Ad.Voor een normale rijder is een standaard-Huskie al hoog, voor Smnits werd de buddy nog 10 cm verhoogd.[[streamers]]Maar ik blijf wel een Nederlander, hè. Ik wil dus nooit te veel betalen!Wat er zo leuk aan is? Op een motor krijg je het gevoel dat je alleen op de wereld bent!Zo’n vintage wedstrijd is een rijdend museum, elk weekend is een feest. Maar het zijn nog steeds serieuze wedstrijden en ik wil nog altijd winnen.Het sleutelen is een heerlijke hobby, dan vergeet ik bijna dat het alweer tijd is om de kids van school te halen.Bijschriften1[geen bijs]2Behendig wipt Smits de TE450 over de obstakels in de enduroproef.3“Dus Frank, ik kom op die bocht af…”4Bij zo’n reus lijkt elke motor een minibike.5Rik en zijn vader Ad beleven enorm veel plezier aan het rijden en restuareren van offroad-motoren.6“Mijn lange benen zitten me wel eens in de weg op de motor.”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Honda CB750 A2

Compacttest Honda CB750 A2

25 april, 2024

Honda’s CB 750 Hornet met 48 pk. De budgetkraker in de middenklasse veroverde afgelopen jaar zelfs de harten van ...
Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Eerste Test Honda Fireblade

Eerste Test Honda Fireblade

28 maart, 2024

Eind jaren 90 omvatte de elektronica op superbikes zoals de Fireblade amper meer dan een paar sensoren en kabeltjes ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-