+ Plus

Interview Max Middelbosch

Max Middelbosch heeft een passie voor Amerikaanse motorfietsen. Daarvan getuigt zijn collectie in het American Motorcycle Museum te Raalte. Om die verzameling te vergaren reisde hij de hele wereld over en kwam terug met onderdelen, complete motoren en veel sterke verhalen. Op de eerste verdieping van het museum staat een grote houten tafel. Eromheen zitten motorliefhebbers van divers pluimage. Vrienden, bekenden, familie. Dochter Kim komt de trap op en wordt enthousiast begroet door de meute. En door hond Bella, die integraal deel uitmaakt van het gezin Middelbosch. Zus Eva en broer Jarno komen even later op hun Sportster en Buell aangereden en nemen ook plaats aan de tafel, waarop moeder Ans ondertussen een pan oerhollandse erwtensoep heeft gezet. Aan het hoofdeinde zit Max Middelbosch, een man wiens naam onlosmakelijk verbonden is met Amerikaanse motorfietsen en met zijn museum dat sinds 2004 in het Overijsselse Raalte is gevestigd. Met hetzelfde genoegen waarmee hij de menselijke warmte aan tafel overziet, aanschouwt de markante persoonlijkheid zijn collectie van ongeveer 150 motoren. De zestigjarige staat middenin een leven dat gekenmerkt wordt door avontuurlijke reizen en ontmoetingen met bijzondere mensen en motorfietsen. Een ABC-tje van Middelbosch.AMERIKA“Daar ben ik al ontelbare malen geweest, voor zaken, maar ook om er te rijden. Ik heb er zelfs al een keer een BMW in een container met antieke meubels naartoe gesmokkeld. Zo’n zijspan uit de Tweede Wereldoorlog. Mijn kameraad Bob had er z’n Liberator naast gezet. We hadden geen zin om de motorfietsen officieel te versturen, dat gaf te veel papieren rompslomp. Eenmaal in Amerika sprong die BMW met eerste trap al aan en liep direct als een zonnetje. Toen bekroop me één keer de gedachte dat ik niet snapte waarom mensen zo verliefd konden zijn op een Harley. Tot ergens aan de kust de BMW ermee ophield. De klepzitting was gebroken en natuurlijk waren er toen nergens reserve onderdelen te krijgen. We belden de koper van onze antieke meubels en die wilde ons wel ophalen. Hij kwam vervolgens aanzetten met een Ford Bronco en een sleepkabel, en wij daarmee de Interstate op, met auto’s vier rijen dik naast elkaar. Er zaten nauwelijks remmen op die oude BMW en de Bronco spoot er met zo’n 120 kilometer per uur vandoor. Het begon ook nog te regenen en overal om ons heen waren er kettingbotsingen. We gingen een spoorweg over toen de slagbomen dichtgingen. En alsof dat nog niet genoeg was bleek ook de balanspijp van mijn uitlaten in de rails steken, terwijl de trein eraan kwam. Het is gelukkig allemaal goed afgelopen, maar dat was zo’n beetje de enige keer dat ik me op de motor niet zo lekker voelde.”BUELL“Mijn zoon Jarno rijdt daar tegenwoordig op. Vroeger wilde hij niks van Amerikanen weten, dat waren volgens hem oude motoren voor ouwe mannen. Hij racete liever Supersport op Yamaha’s, maar dat werd op een gegeven moment te duur. Toen is hij op uitnodiging van Harley-Davidson Benelux op een Buell gaan racen en dat ging hem helemaal niet slecht af. Bij een Ducati race eindigde hij zelfs een keer bij de eerste tien. Nu heeft hij er zelf een voor op de straat.” CIRCUIT“Niet alleen Jarno is gek op het circuit, zelf mag ik er ook graag rondjakkeren. Dat is ooit begonnen na een paar stevige borrels en de nodige praatjes met een paar maten. Het leek ons wel een goed idee om met oude Harleys te gaan racen, iets dat volgens ons in Nederland nog nooit was vertoond. We bouwden vier identieke motoren met onderdelen van oude Indians, Harleys en BSA’s en doopten onszelf tot het Harley Davidson Vintage Racing Team. Hiermee hebben we heel wat circuits in binnen- en buitenland onveilig gemaakt.”DAYTONA“Mooi circuit, daar bewaar ik een van mijn mooiste race ervaringen aan. De eerste keer dat Ans en ik naar Daytona gingen, vlogen we met de allereerste Boeing 747 die daar is geland. Jaren later, in 1989, nam ik op hetzelfde vliegveld nog een keer deel aan een classic race. Op het moment dat de schemering inviel, landde er weer zo’n dikke 747 en die wierp in het avondlicht zijn schaduw over mij heen. Echt een onvergetelijk moment.” EVOLUTION“Het Harley Evolution blok? Dan heb ik het liever over de E van Excelsior, dat was rond 1912 een heel moderne motorfiets, die toen al standaard honderd mijl per uur reed. Dan is er ook nog de Engelse Excelsior, daarmee heb ik ooit een rally in Ierland gereden. We zaten op de boot aan de whisky toen er een oude doorleefde man bij kwam zitten in een versleten vetpak. Hij vroeg of onze Excelsior Manxman te koop was en bood er meteen vijftigduizend dollar voor. Dat bleek Bud Ekins te zijn, de stuntman van Steve McQueen en de man achter een van de bekendste motorsprongen uit de filmgeschiedenis, die in The Great Escape. Zat ik daar met een van mijn helden aan de whisky!”FAMILIE“Als je familie niet achter je staat kun je zo’n extreme hobby als die van mij wel vergeten. Ans heeft mij gelukkig in alles gestimuleerd. En ik was de strubbelingen rond het museum en de taveerne hier in Raalte nooit te boven gekomen zonder de steun en inzet van vrouw en kinderen. Misschien is familie nog wel belangrijker voor me dan de hobby. Soms denk ik ook wel eens ‘sodemieter op met die motorfietsen!’ Maar niet lang hoor.”GELUK“Kom ik zijdelings toch weer bij mijn gezin terecht. Vaak gaat de motorfiets weg als er kinderen komen, maar ik heb het geluk gehad om vanaf mijn jeugd in Assen tot aan nu alles met motoren te kunnen doen wat ik leuk vind. Voor mij werkt motorrijden ook therapeutisch, kan ik tenminste even rustig nadenken en dat is belangrijk als je een druk leven hebt.”HENDERSON“Het merk komt net als Excelsior van de firma Schwinn. Prachtige viercilinders, die destijds al tweehonderd kilometer per uur reden. In het rijtje viercilinders uit de fabriek van Schwinn hoort buiten Henderson en Excelsior ook Ace thuis, dat door William Henderson werd gebouwd nadat hij de fabriek van Schwinn in 1919 had verlaten. En Super X natuurlijk, ook een heel moderne motorfiets voor die tijd. Waarbij motorblok en versnellingsbak één geheel vormden. Dat patent is eigenlijk de voorloper geweest van de latere Sportsters en Buells.”INDIAN“Hoe gek het ook klinkt, voor mij is Indian eigenlijk een interessanter motormerk dan Harley. Eind jaren twintig, begin jaren dertig was Indian met de viercilinders – eigenlijk voortzetting van het merk Ace – en het model 101 de concurrentie ver voor. Harley bouwde in die tijd naast de zijklepper ook een ééncilinder kopklepper, maar dat was een regelrechte ramp. Een van de slechtste motorfietsen ooit gemaakt. De Indian 101 daarentegen is zelfs nu nog een fantastisch goede en betrouwbare motorfiets.”JACK DANIELS“De letter ‘J’ staat voor mij niet alleen voor Jack Daniels, maar ook voor het Harley J-model, één van de mooiste motorfietsen ooit gemaakt. Enorm ondergewaardeerd, ook in veteranenkringen. Het was samen met het JD-model de voorloper van de Knucklehead, die samen met de Panhead veel gewilder zijn. We hebben net een J-blok uit 1925 gerestaureerd, daarmee wil ik in 2008 naar de Superrally in Denemarken.”KOSEWO“In het Poolse dorp Kosewo hebben we een hotel en ‘n werkplaats waar houten meubelen worden gemaakt. Ik ben daar door een lekke band eigenlijk bij toeval met Ans blijven hangen, dat was ergens in 1975 geloof ik. We raakten in de ban van de schitterende natuur, het groene gras en de vriendelijke mensen. Ik ben daarna nog vaak op de Harley naar Polen gegaan, met en zonder Ans. Na de val van de Muur nam ik ook de kinderen een keer mee en toen we in Kosewo aankwamen zeiden ze: “Papa, hier moet je een huis kopen.” Dat hebben we dus gedaan.”LIBERATOR“In Polen reden ten tijde van het communisme ook veel mensen rond op gerestaureerde Liberators. Best bijzonder, want onafhankelijk van elkaar gaven zowel Nederlanders als Polen deze Harleys dezelfde naam. De vrijheid van het motorrijden heeft toch altijd al veel voor mij betekend. Zeker in Polen, waar ik wel heen kon, maar andersom mochten mijn Poolse vrienden niet de grens over.Er zijn in totaal zo’n 80.000 Liberators gebouwd, en daarnaast nog eens 30.000 in onderdelen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn die hier allemaal blijven staan. Ze werden toen als schroot verkocht en waren daardoor nog goedkoper dan een bromfiets of een treinabonnement. In de jaren zestig kocht ik er eentje voor 175 gulden. Moet ik wel zeggen dat ik ook maar twintig gulden per week verdiende.”MUSEUM“Het souterrain van ons huis in Zwolle stond helemaal vol met motorfietsen. Elke avond kreeg ik wel bezoek van mensen die op zoek waren naar onderdelen of iets wilden bekijken om het vervolgens zelf na te maken. Dat eindigde altijd diep in de nacht met een fles whisky. Toen dacht ik ‘weet je wat, ik zet mijn collectie op de zaak neer, dan hou ik ook eens tijd over’. Dat was eigenlijk het begin van het museum.”NESS“Al sinds de introductie van de Evo bouwt Arlen Ness de mooie choppers. Hij is echt een van de grondleggers van de Amerikaanse custom wereld. Al moet ik wel eerlijk bekennen dat ik me er qua modellen niet zo heel veel bij voor kan stellen, veel schermpjes, plastic en polyester.”ONDERDELEN“Tsja, het rijden van oude motoren heeft natuurlijk ook tot gevolg dat je veelvuldig op zoek moet naar onderdelen. Daarvoor ben ik de hele wereld over gereisd: Europa, Zuid Amerika, Afrika, Japan. Ik heb het geluk dat ik tientallen jaren geleden al ben begonnen met verzamelen, daardoor zit ik nu in de positie dat ik ook zaken kan ruilen. Moet ook wel, want originele onderdelen zijn zo’n beetje onbetaalbaar geworden.”PECH ONDERWEG“Eigenlijk is dat het mooiste wat je kan overkomen. Als ik niet zo veel pech had gehad, had ik ook nooit zoveel mensen leren kennen. Achter het IJzeren Gordijn was het helemaal altijd feest. Wegens gebrek aan onderdelen was improviseren daar het sleutelwoord. Dan werden er bijvoorbeeld remvoeringen uit een Lada gezaagd, om nieuwe remschoenen voor mij te maken. Polen waren meesters in dat soort constructies.“McQUEEN“Ik heb hem leren kennen via zijn stuntman Bob Ekins en zie hem in feite meer als gepassioneerd verzamelaar dan als acteur. We hebben veelvuldig onderdelen uitgewisseld en er staat hier ook nog ergens een benzinetankje dat van hem is geweest. Toen hij overleed werd zijn hele verzameling geveild door de familie. Afschuwelijk vond ik dat, ik heb toen meteen mijn hele verzameling bij de notaris laten vastleggen. Dat was trouwens de eerste keer dat in motorbladen de prijzen stonden van wat delen uit zijn verzameling hadden opgebracht. Daarna zijn de prijzen van antieke en oude motorfietsen enorm gestegen.” REIZEN“Toch wel een beetje een droom die is uitgekomen. Toen ik nog op school zat was het al een van mijn doelstellingen om met motorfietsen te reizen en inmiddels heb ik niet alleen met, maar ook dankzij de motor heel wat van de wereld mogen zien. Daar ben ik wel dankbaar voor ja.”SLEUTELEN"Het leukste aan sleutelen is wat wij ‘grutten’ noemen. Uit bakken vol onderdelen een motorfiets samenstellen. Motoren moeten helemaal origineel zijn, is het bouwjaar 1927 dan moeten ook alle onderdelen uit datzelfde jaar komen. De laatste jaren wordt het restaureren wel gemakkelijker, de prijzen van originele onderdelen rijzen de pan uit en dus kiezen velen voor namaak. Het gevolg is dat een roestige oldtimer in originele staat nu meer waard is dan een glimmend exemplaar vol gekopieerde delen.”TT“Ah, onze Taveerne Tivoli! Ik heb vijf jaar strijd moeten leveren met de plaatselijke horeca om de zaak rond te krijgen. Ik hoorde dat er in Raalte een oud theehuis te koop stond, dat misschien gesloopt zou worden. Ik ben natuurlijk gek op ouwe zooi, dus heb ik honderdduizend gulden méér geboden dan het waard was. Het is ook weer een deel van mijn levenswerk dat nu langzaam maar zeker een definitieve vorm krijgt.”ULTIEME MOTOR“Da’s een moeilijke! Vroeger was het de Knucklehead, maar nu denk ik ook aan het Harley J-model. Ik heb er honderdduizend kilometer mee gereden en heel veel mee beleefd. Dat geldt echter ook voor mijn Indian Roadmaster, daarmee heb ik het afgelopen jaar nog 15.000 kilometer gereden, van Noorwegen tot het Colloseum in Rome. Die fiets komt ook in het museum, met de verhalen en plaatjes erbij. En dan rij ik verder met een achtendertiger Indian Big Chief.”VERZAMELEN“Kijk maar om je heen en je ziet waar dat toe kan leiden, een heel museum vol. Niet alleen motoren, maar ook reclameborden, foto’s en reisverslagen. Zo probeer ik de rijke historie van Harley-Davidson, Indian, Ace, Henderson, Super X, Thor, Rikuo en Macebo springlevend te houden. Dat is behoorlijk uit de hand gelopen en er valt dan ook nog maar bar weinig bij te verzamelen. Dat stemt mij de laatste tijd wel eens een beetje ongelukkig.”WILLIE DAVIDSON‘Die heb ik tien jaar geleden voor het eerst ontmoet bij het Harley event in Faak am See in Oostenrijk. Willie had gehoord van twee Hollanders, eentje die racete met Harleys en een andere die ze verzamelde. Het werd snel duidelijk dat we het over één en dezelfde persoon hadden. Davidson was zijn tijd soms te ver vooruit, zijn Nighttrain was een gigantische miskleun. In het museum staat er eentje uit 1971 met zijn handtekening erop. Zijn tweede vinding, de café racer, liep zakelijk gezien ook uit op een fiasco. Die leek of teveel op een Japanner, of er zijn te weinig cafés, dat mag iedereen voor zichzelf uitmaken. Het succes kwam uiteindelijk met zijn derde ontwerp, de Wide Glide eind jaren zeventig.”X-FACTOR“Er zijn vele Harleys die daarover beschikken. Wat dat betreft zou ik mijn collectie nog graag uitbreiden met enkele zeer exclusieve machines. Een achtkleps Harley bijvoorbeeld, al denk ik dat dit een droom is die waarschijnlijk nooit verwezenlijkt zal worden. Er zijn er maar een paar van en zo’n ding kost gewoon een paar ton, iets dat ik nooit bij elkaar kan schrapen. Ik denk trouwens ook niet dat de mensen die hier komen die motorfiets zullen missen.”IJZEREN GORDIJN“Historisch gezien natuurlijk een erg belangrijke periode. Ik heb er zelfs nog een stukje van, na de val van de muur ben ik er met mijn kinderen heen geweest. Met een knipschaar heb ik er toen een stuk uitgeknipt en dat konden de kinderen daarna op school laten zien.”ZUID-AFRIKA“Ben ik net met Ans naar op vakantie geweest, om haar het land te laten zien. Ik ben er in 1995 met een stel kompanen geweest voor deelname aan de veteranenrally Durban-Johannesburg. Een legendarische tocht op ouwe motoren, die we stuk voor stuk vanuit Nederland hadden laten invliegen. Memorabele momenten meegemaakt, zo moesten we onderweg bijvoorbeeld mijn JD kopzijklepper uit 1927 van twee cilinders ombouwen naar één. Met stukken hout en veel improvisatie kregen we de fiets toch weer aan het lopen. Een reis waar ik wel een boek over kan schrijven.”Het laatste woord van Max is nog lang niet gesproken, daarvoor is hij te spraakzaam. En te ondernemend. De zestigjarige Middelbosch zit vol plannen, voor nieuwe reizen, maar ook met de uitbreiding van zijn zaak. Genoeg brandstof voor nieuwe verhalen, die we vast en zeker in de toekomst nog van hem te horen zullen krijgen.________________________________________[KASTEN mit ein Bild von das gebaude] AMERICAN MOTORCYCLE MUSEUMDecennia lang verzamelde de inmiddels zestigjarige Max Middelbosch alles wat maar met Amerikaanse motoren te maken had. Zijn complete verzameling bestaande uit onder andere honderdvijftig motoren van begin vorige eeuw tot eind jaren tachtig, kun je bekijken in het American Motorcycle Museum te Raalte. American Motorcycle Museum HollandZwolsestraat 63c8101 AB RaalteT 0572-364 187I www.ammh.nl

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-