+ Plus

Interview Cal Crutchlow

Ondanks dat hij bij een satellietteam rijdt, doet Cal Crutchlow bij Honda het meeste testwerk. Het leverde hem zijn zo gewenste fabriekscontract op en tegelijkertijd kan hij toch gewoon bij LCR blijven, waar de Brit het erg naar zijn zin heeft en waar hij zijn tot nu grootste successen boekte. “Ik moet nu leren om niet ten koste van alles voor de bloemen te gaan.”

Op de tafel waaraan Cal Crutchlow interviews geeft en zijn media-debriefs houdt, slingert nog een fopspeen. De hoek in de hospitality van LCR Honda heeft meer weg van een kinderopvang dan van een vergaderruimte. Baby Willow heeft haar speelhoek net verlaten voor een schone luier en een fruithapje. “Er kan veel, maar luiers verschonen in de hospitality met journalisten erbij gaat net te ver”, grinnikt Crutchlow (31). “Pas op dat je niet op een blokje gaat staan.” Het heeft zo zijn voordelen om de enige rijder in een satellietteam te zijn, bevestigt Crutchlow. “Ik weet niet of dit bij een ander team mogelijk zou zijn. Hoewel, Willow windt nu al iedereen om haar vinger. Dat wordt nog wat als ze groter is.”
De geboorte van zijn dochter was vorig jaar augustus de gebeurtenis van het jaar voor Cal Crutchlow, naast natuurlijk de twee Grand Prix-zeges die hij boekte. “Maar die veranderen je leven niet. Bij mij niet tenminste. Vader worden wel. Ik sluit niet uit dat de geboorte van mijn dochter heeft bijgedragen aan die overwinningen. Hoe gaat dat bij kersverse vaders? Je bent in de wolken en kunt de hele wereld aan. En voor zo’n guppie doe je nog harder je best dan anders.”
Zijn best doen was nooit een probleem bij Crutchlow, maar opvallend is het wel: sinds Willow in zijn leven is, gaat het beter dan ooit met de Brit. “Voordat ze werd geboren, ging het ook al goed hoor. Alleen won ik niet. Ik heb niet het idee dat ik anders ben gaan racen. Misschien is het gewoon de fase in mijn leven en in mijn carrière. Ik heb goed materiaal tot mijn beschikking, ik rijd goed, ik heb de ervaring en ik ben inmiddels zo ver dat ik niet meer te egoïstisch ben om me in te zetten voor de verbetering van de machine. Lucy – mijn vrouw – en ik hebben er bewust voor gekozen aan kinderen te beginnen. Dat kan alleen maar als je je eigen ego opzij kunt zetten en je jezelf dienstbaar kunt opstellen. De meeste andere coureurs op de paddock zijn zo ver nog niet. Ik heb die bereidheid wel en dat is ook een van de redenen dat ik zoveel testwerk voor Honda kan doen.”
Crutchlow is degene die voor Honda het meeste testwerk doet. Veel meer dan de fabrieksrijders Marc Marquez en Dani Pedrosa. Die krijgen nieuw materiaal pas als Crutchlow het heeft geprobeerd. “Iemand moet het doen”, zegt hij. “Ik ben er ook de aangewezen persoon voor: ik ken de machine, ik ken de onderdelen én ik heb ervaring met andere motorfietsen, dankzij de Supersport en de Superbikes en mijn jaren op Yamaha en Ducati. Marc en Dani hebben nooit op iets anders gereden dan de Honda.”

? Het lijkt een beetje een ondankbare taak. Jij doet het werk en zij gaan met de eer strijken. Vind je het wel leuk, al dat testen?
! “Ik vind het wel een voorrecht eerlijk gezegd. Het is een blijk van waardering en vertrouwen dat Honda mij zo nauw betrekt bij de ontwikkeling van de motor – en dat ze me nu daarom een fabriekscontract hebben gegeven. Het is niet altijd leuk. We testen namelijk door het seizoen heen best veel. Ik ben meer van huis dan me lief is en niet zelden is het zonde van de tijd, bijvoorbeeld omdat het slecht weer is. In een raceweekend testen is ook niet altijd even prettig, omdat het ten koste kan gaan van mijn eigen afstelling en resultaat. Maar ik hoef dat niet te doen. Ik kan ook nee zeggen. Maar dat doe ik niet, want het is nodig dat we testen. En we profiteren er allemaal van. Niet alleen Marc en Dani, maar ikzelf ook. De Honda is geen eenvoudige machine, ook al lijkt dat misschien wel zo doordat Marc en Dani – en heel soms ik – ermee winnen. Dat zegt veel over hun kwaliteiten. Om met de Honda overweg te kunnen, moet je echt van goeden huize komen.”

? Zeg je nu dat zij veel beter zijn dan jij, omdat zij meer winnen?
! “Als ik soms zie wat Marc met die machine doet: dat kan ik niet. Die is echt van een andere planeet. Die gast verricht bij tijd en wijle wonderen. Als ik dat zou kunnen, zou ik niet zo vaak crashen en al veel meer hebben gewonnen. Ik denk ook dat als Dani op een vriendelijkere machine had gereden, zoals de Yamaha, dat hij dan al minstens één keer wereldkampioen zou zijn geweest. Maar dat wil niet zeggen dat ik het niet probeer. Er is geen reden waarom ik níet altijd 100 procent zou geven. Alleen: mijn 100 procent is niet hetzelfde als de 100 procent van iemand anders. En de 100 procent van de ene week pakt anders uit dan de 100 procent van de andere week, op een ander circuit, onder andere omstandigheden. Ik kan ze verslaan, maar niet altijd en overal.”

? Was het anders geweest als je andere keuzes had gemaakt? Als je op de Yamaha van Tech3 was blijven rijden bijvoorbeeld?
! “Misschien. Ik dacht toen dat ik met die machine kon winnen, maar het gebeurde niet. En ik wilde graag eens meemaken wat het was om fabrieksrijder te zijn. Die mogelijkheid kreeg ik bij Ducati. Het was een heel leerzaam jaar, waarin ik als rijder zeker gegroeid ben. Toch ben ik er na een jaar weer vertrokken. Dat lag niet aan de machine, niet aan het team, niet aan de mensen, maar ik was daar gewoon niet gelukkig. Ik wilde het nog steeds wel graag, in een fabrieksteam rijden. Deze constructie, met een fabriekscontract bij LCR rijden, is ook heel mooi.”

? Wat is nou eigenlijk het verschil? Waarom wil je per se fabrieksrijder zijn?
! “Als ik dat nou gewoon een interessante uitdaging vind!? Tuurlijk, feitelijk rijd ik nu ook op een fabrieksmachine. En ik heb het goed naar mijn zin bij LCR. Het enige verschil is dat ik de volgende twee jaar onder contract sta bij Honda en niet bij Lucio (Cecchinello, NK). Honda wil dat ook graag. Kijk, ik hóef niet meer per se te rijden. Ik heb mijn geld goed belegd en geïnvesteerd. Ik hoef de rest van mijn leven niet meer te werken. Ik kan op ieder gewenst moment zeggen: ‘De groeten allemaal, ik kap ermee’. Dat geeft me ook de keuzevrijheid om te doen wat ik wil. Ik weet heel goed dat een tweejarig contract niet veel zegt. Als je niet presteert als fabrieksrijder, vlieg je er net zo gemakkelijk na een jaar uit. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Is dat een spannende nieuwe uitdaging: mooi. Is dat hier bij Lucio blijven, misschien nog wel vijf jaar: ook goed.”

? Misschien ben jij wel gewoon meer het type voor een satellietteam.
! “Haha! Omdat ik een grote bek heb en zeg wat ik vind? Daar zijn fabrieksteams inderdaad niet altijd zo blij mee. Maar ik ken wel voorbeelden van fabriekscoureurs die zich onmogelijk gedragen en niet eens de helft presteren van wat ik doe. Of omdat ik altijd alles in de strijd gooi en niet tevreden ben met de punten van – ik noem maar wat – de zesde plaats? Daar zijn zij ook niet tevreden mee hoor, maar ze moeten wel vanwege het kampioenschap. Het zal nu belangrijker worden waar ik eindig in het kampioenschap en dat is een nieuwe dimensie voor mij. Ik moet nu leren om niet ten koste van alles voor de bloemen te gaan. Dat is een uitdaging, want ik wil races winnen, of toch minimaal op het podium staan, en ik lig er niet van wakker als ik crash terwijl ik knok om er het maximale uit te halen. Of het moet zijn omdat het pijn doet en ik daardoor niet kan slapen. Maar wat boeit het om een race uit te rijden en tien punten bij te schrijven? Geen hond die nu nog weet waar ik vorig jaar ben geëindigd in het kampioenschap, maar die twee overwinningen vergeet niemand.”

? De tweede, in Australië, wordt hoger aangeslagen omdat het in droge omstandigheden was. Maar is winnen in de regen of in wisselende omstandigheden, zoals in Tsjechië, niet veel moeilijker?
! “Het is anders. Ik snap wel dat mensen, vooral buitenstaanders, een overwinning in het droge knapper vinden, maar de omstandigheden zijn hoe dan ook voor iedereen hetzelfde. Alleen zijn veel coureurs in de regen veel voorzichtiger, omdat de kans dat je crasht groter is – denken ze. Ik denk dat het meer een kwestie is van heel goed begrijpen wat de motor doet in die omstandigheden. Dat is nou precies een van mijn kwaliteiten. En je moet ballen hebben, dat ook. Je moet het wel durven. Maar dat geldt eigenlijk altijd. Dat is de kick van het racen. Wat doen we hier anders? Dit is geen sport voor watjes. In Tsjechië nam ik op het juiste moment de juiste beslissing voor de juiste banden. Het was een gok, maar dat kon, omdat ik toch niets te verliezen had. Dat is wel een voordeel van satellietrijder zijn: de belangen zijn minder groot. Anyway, mij maakt het niet zo heel veel uit. Ik heb zowel op droge als natte banen al goed gereden en podiumplaatsen gehaald. Maar Australië was wel echt een heel goede race en een bevestiging dat ik geen ‘one-hit-wonder’ ben, die alleen in de regen kan winnen.”

? Als het niet lukt wat je wilt of wat je in je hoofd hebt, vreet dat dan aan je?
! “Oh, zeker! Ik kan een week chagrijnig zijn van een gemiste kans. Dan ben ik echt niet te genieten.”

? Dat wordt niet minder naarmate je ouder wordt?
! “Nee, juist niet. Het wordt erger. Ik ben nog kwader op mezelf, juist omdat ik op mijn leeftijd, met al mijn ervaring, zulke fouten niet meer zou moeten maken. Wat wel veel scheelt is Willow. Als ik haar naar bed heb gebracht en heel zachtjes op mijn tenen loop om haar niet wakker te maken, neem ik die rust mee in mijn hoofd. Als je een kind hebt, is al het andere niet meer zo belangrijk. Het relativeert enorm. Dat is wel goed voor mij. Er ligt een wereld van verschil tussen bloed en bloemen.”

Lees meer over

Ducati Honda Yamaha

Gerelateerde artikelen

Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-