Nieuws

Interview Aleix Espargaro

Aleix Espargaro noemt zichzelf een romanticus. Hij stond in 2011 als Moto2-coureur voor het eerst op een Grand Prix-podium, maar tweetakten laten zijn hart pas echt sneller kloppen. Hij zou graag de Acht Uren van Suzuka winnen – al was het alleen maar omdat broer Pol hem vol vuur had verteld over zijn overwinning daar. Inmiddels is Espargaro bezig aan zijn zevende seizoen als Aprilia-coureur en het is geen gekke gedachte om aan te nemen dat het project zonder hem niet zo ver zou zijn gekomen. “Dat ze me de ‘captain’ noemen, geeft me een grote verantwoordelijkheid.”

Fietsfanaat Espargaro is een gevoelsmens. Emotioneel, betrokken, uitgesproken in zijn meningen en bovenal authentiek. Hij houdt net zo veel van zijn honden als van zijn tweeling Max en Mia. Toen de deur voor hem dicht ging bij Suzuki geloofde Aprilia nog in hem en soms leek het alsof de twee partijen tot elkaar veroordeeld waren. Nog maar enkele jaren geleden dacht de door de talrijke technische problemen murw gebeukte Espargaro aan stoppen of een toekomst in het WK Superbike. Maar de in Andorra woonachtige Catalaan is de onbetwiste stimulator en aanjager van het project. Vanwege zijn temperament moet zijn ervaren crewchief Antonio Jimenez hem af en toe kalmeren, in de wetenschap dat zijn coureur altijd het beste voor zichzelf maar ook voor zijn mensen wil. Het duurde exact tweehonderd MotoGP-races voordat Espargaro eindelijk zijn eerste wedstrijd won en zo in Argentinië ook geschiedenis schreef voor de fabrikant in Noale, die in het verleden zo succesvol was in de 125 cc en 250 cc-klassen met 294 GP-zeges en negentien wereldtitels. Het was ook Espargaro die zich in 2021 hard maakte voor de komst van zijn voormalige Suzuki-maatje Maverick Viñales, toen die zich bij Yamaha onmogelijk had gemaakt. Begin september vierde hij in Barcelona met diezelfde Viñales met een 1-2 een nieuwe mijlpaal voor Aprilia.

Een paar jaar geleden vroeg ik je of je liever de Aleix van 15 jaar oud was of die van 32. Je koos voor het laatste. Hoe denk je dat de Aleix van 15 zou kijken naar de Aleix van nu, die van 34?
“Als ik me blijf verbeteren, heb ik straks tien titels! Ik denk dat hij trots zou zijn op zichzelf, want op dit niveau is het in deze sport niet makkelijk om je te blijven verbeteren als je de 30 gepasseerd bent. Afgezien van de resultaten ben ik ook trots op het feit dat ik mijn stijl heb kunnen verbeteren, om op alle circuits snel te zijn, om een betere set-up te vinden. Ik ontdek nog steeds nieuwe dingen en dat is fantastisch op mijn leeftijd.”

In het parc fermé na je gewonnen race in Barcelona stond je vader huilend in de hoek. Zag je dat?
“Ja, dat zag ik…. Hij was, eh… Hij huilde en toen ik hem een zoen gaf, zei hij ‘twintig jaar… twintig jaar tussen het moment dat je hier voor het eerst reed en het moment dat je hier wint in de belangrijkste klasse… Je hebt nooit opgegeven. Ik ben heel trots op je’. Ik denk dat hij nog trotser was op de weg die ik er naar toe heb afgelegd dan trots op de overwinning daar. Mijn broer, bijvoorbeeld, die vocht in zijn tweede jaar al voor overwinningen. Bij mij was het anders. Het heeft heel lang geduurd. Ik heb moeilijke momenten gekend en om dan te blijven geloven… dat was niet makkelijk. Daarom was hij heel blij. Ik snap hem wel. Ik ben min of meer hetzelfde. Toen ik op het podium stond en m’n kinderen kwamen naar me toe. Ik was heel blij. Ik ben een familiemens, dus ook voor mij was dat een heel mooi beeld.”

Toch dacht ik aan het begin van het jaar dat je niet blij was. Bij de eerste race in Portugal baalde je van de beslissingen van de Stewards, van het agressieve rijden van sommigen… Ik dacht ‘als het zo blijft, is dit misschien wel z’n laatste jaar’. Klopt het dat je het niet naar je zin had?
“Dat klopt wel, ja. Maar ik moet zeggen dat dat een beetje mijn eigen fout was. Ik zette mezelf te zwaar onder druk. Dat is oké, ik kan daar wel mee omgaan. Dat heb ik ook in Barcelona laten zien. Maar soms vergeet je wel eens te genieten en dat was zo in mijn geval. Niets was goed genoeg voor me. Ik was de snelste op vrijdag en ik was niet blij. Ik werd vijfde in een race, ik was niet blij. Maar soms moet je genieten. Ik hád de snelheid. Ik ben nu niet sneller dan aan het begin van het seizoen. Ik zette de snelste ronde in Portugal, ik reed een recordronde in Argentinië op vrijdag. Maar om meerdere redenen lukte het me niet om het naar m’n zin te hebben. En juist dat is heel belangrijk.”

Je had het over die reis die je hebt afgelegd: je eerste GP in 2005, je eerste MotoGP-race in 2009, toen een stap terug naar de Moto2, vervolgens weer naar de MotoGP. Er is zoveel veranderd. Wat was voor jou de beste en de slechtste verandering in al die jaren?
“M’n slechtste ervaring was toen ik in 2008 geen 250 cc-team had om door te kunnen gaan in de GP’s. Toen had ik het heel moeilijk. Héél moeilijk. Ik sloot me op in m’n eigen kamer, ging niet naar buiten, wilde niemand zien. Maar het meest magische moment, misschien nog wel mooier dan m’n eerste overwinning in Argentinië (2022, red.) was de maandag na de laatste race in Valencia 2014, ‘s ochtends om 10 uur. Toen ik van een seizoen op de Forward Yamaha op de fabrieks-Suzuki stapte. Man, ik ben nog nooit nerveuzer geweest dan toen. Toen ik al die engineers zag… de Japanners, de fabrieksmachines…. Alles wat nieuw was… Geweldig! Toen ik met die machine wegreed, dat was één van de beste momenten in m’n carrière.”

Is je benadering van de racerij veranderd?
“Ik begrijp vooral de laatste drie, vier jaar beter wanneer je risico’s moet nemen. Dat is dus niet altijd. In het verleden, toen de machine niet zo competitief was, riskeerde ik alles, van de eerste tot en met de race. Dat is nu anders. Het niveau is hoog. Maar ik weet dat je in een seizoen niet alle sessies alle risico’s moet nemen, want dat gaat je veel blessures opleveren. Wat ik in die jaren ook geleerd heb, is om niet helemaal van streek te zijn als het tegenzit of als je crasht, en niet helemaal met je hoofd in de wolken als het fantastisch gaat. Dat is met mijn karakter niet eenvoudig, maar om meer gebalanceerd te reageren, daar ben ik zo veel beter in geworden.”

Eén van je vorige teamgenoten, Sam Lowes, zei onlangs namelijk dat je meer negativiteit gaat voelen als je ouder wordt. Dat je niet meer alles slikt, terwijl je sneller dingen accepteert als je jonger bent. Kun je je daar in vinden?
“Ik hou van Sam, maar die mening deel ik niet. Ik moet zeggen dat ik nederig genoeg ben om twee uur achter de computer te zitten, zoals in Oostenrijk. Je kunt je niet voorstellen hoe lang ik daar met de engineers heb gezeten om Maverick (Viñales, zijn teamgenoot, red.) te kopiëren. Dat ik van hem kon leren. Ik hoorde wel een miljoen keren ‘dit doet hij beter dan jij, hier is hij sneller dan jij’. Dat is prima zo, want ik wil leren en ik wil me verbeteren. Die positiviteit krijg ik ook van mijn kinderen en van mijn familie. Zij helpen me zo fantastisch om alles positief te benaderen. Om me te laten inzien dat een slecht resultaat echt niet zo heel belangrijk is. Dat je dingen soms moet accepteren. Dus wat mij betreft is het juist het tegenovergestelde van wat Sam zegt.”

Iedereen weet hoe belangrijk Marc Marquez is voor Honda, maar jij hebt misschien nog wel een grotere verantwoordelijkheid bij Aprilia. Voel je die druk?
“Die voel ik zeker. Het klinkt misschien als een geintje, dat ze me de ‘captain’ noemen, maar voor mij is dat geen grap. Het geeft me een grote verantwoordelijkheid. We vormen met heel veel mensen samen Aprilia, daar horen veel families bij, veel werknemers in Noale (de standplaats van Aprilia, red.) hebben gezinnen. Ik heb zelf een groot team, met een manager en de mensen om me heen. Dus ja, het is een verantwoordelijkheid. Het gaat er niet alleen maar om dat je snel bent, maar ook dat je met de druk om kunt gaan. Soms zien de mensen dat we op vakantie zijn, lekker op een boot zitten en mooie auto’s hebben. Dat is allemaal hartstikke leuk. Maar dat hebben we verdiend omdat we met deze druk om moeten gaan en dat is niet makkelijk.”

Je hebt je in het verleden ook uitgelaten over de veranderingen in de MotoGP. Maak je je zorgen over de toekomst van de MotoGP?
“Eerlijk gezegd, wil ik daar niet over nadenken. Ik heb het momenteel enorm naar mijn zin en ik zou de wereld wel stil willen zetten en dit momentum vasthouden! Maar het is wel duidelijk dat ik geen tien of vijf jaar meer race. Het laatste deel van vorig jaar en het begin van dit jaar zagen we een verbetering. Het was waanzinnig om te zien hoeveel publiek er was in Le Mans en in Jerez. Ook in Barcelona. Ik hoop dat die populariteit blijft groeien.”

Maar we zagen ook een race als op de Red Bull Ring, die niet heel spannend was…
“Maar met de huidige technologie, waar alles en iedereen zó dicht bij elkaar zit, is het moeilijk om alle races interessant te houden. Ik vind dat de engineers en de mensen van Dorna elkaar ergens moeten kunnen vinden als het gaat om de technologie, maar ook als het gaat om de show. Dan heb ik het over de elektronica, de wings, de aerodynamica. Maar de technologie ontwikkelt zich zo snel, dat het niet makkelijk zal zijn om dat stil te zetten. En op een bepaald punt kan de technologie de show tegenhouden. De invloed van dingen als holeshot devices, Rear Height Devices en de aero zou wat mij betreft kleiner moeten worden. Maar ik geloof ook dat iemand als Carlos Ezpeleta (Dorna’s Chief Sporting Officer, red.) slim genoeg is om ergens die balans te vinden.”

En om Honda en Yamaha ‘concessions’ toe te staan…
“Absoluut. Dat moéten ze doen. Zij stemden er in toe om Aprilia ‘concessions’ te geven en daarom zijn we nu waar we staan. Dat is de werkelijkheid. We hadden een paar voordelen (meer blokken, meer testdagen, ontwikkeling gedurende het seizoen, red.) en daar hebben we van geprofiteerd. En nu winnen we met dezelfde wapens. Wat mij betreft is het dan ook duidelijk: wij moeten accepteren dat zij nu ook voordelen krijgen. Het zal niet makkelijk zijn om te bepalen hoe dat wordt ingevuld, maar ik denk dat we binnen Aprilia met Massimo (Rivola, Racing CEO, red.) een hele goeie hebben om daar over mee te denken. We hebben Yamaha en Honda nodig in de strijd om overwinningen.”

Nu kent het hele paddock je tweeling Max en Mia. Hoe zou je reageren, met al je ervaring en je hoogte- en dieptepunten, als één van hen zou zeggen, ‘pap, ik wil MotoGP-coureur worden’?
“Dat zou een heel moeilijk moment zijn… Wat ze ook willen gaan doen, ik zal ze in alles steunen, maar motorcoureur worden…. dat wordt moeilijk voor me. Ik hou van de MotoGP, maar het is zo gevaarlijk. Ze hebben thuis wel motortjes, maar ze zijn niet echt gek van de sport. Ze willen mij graag zien winnen, maar ik geloof niet dat ze het zo heel bijzonder vinden dat ik met een motor wedstrijden win. Als ik nu als tennisser wedstrijden zou winnen, waren ze ook trots op me. Ik zou liever zien dat ze gaan tennissen, gaan golfen of architect gaan worden, zoals hun moeder.”

slot, als iemand ooit besluit dat jij een standbeeld verdient vanwege je verdiensten voor Aprilia, hoe moet dat standbeeld er uit komen te zienMoet het het beeld zijn van jou na je eerste podium in Silverstone 2021Of dat beeld dat je je vrouw belt na de winst in ArgentiniëHet bijzondere beeld van jou en Maverick in de ereronde in BarcelonaHet hele team in het parc fermé na die overwinningOf die foto van jou en Jorge Martin, feestend, met op jouw shirt ‘Fuck you, one, two’?
“Ha! Dat is een mooie, hè. We hadden enorm veel lol. En dat T-shirt vond ik geweldig, ha! Het was de goede dag om het te dragen! Maar ik kies het beeld van Maverick en mij. Dat geeft mijn waarde ook op een goede manier weer: geen makkelijke carrière, maar nooit opgeven en dan je thuis-GP winnen. Maar zónder dat het allemaal om jou moet draaien. Dat ik het succes deel met mijn teamgenoot, met m’n team en met Aprilia. Dat het laat zien dat ik probeer om een ‘familiemens’ en teamspeler te zijn. Zo zie ik mijn overwinning in Barcelona en het geeft mooi weer hoe ik me voelde.”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-