GP Wegrace Indianapolis en Brno
Na drie Grands Prix had Jorge Lorenzo een achterstand van 29 punten op WK-leider en teamgenoot Valentino Rossi. Acht races later heeft de tweevoudig MotoGP-wereldkampioen evenveel punten als Rossi en is hij de nieuwe leider. Een tweede plaats in Indianapolis liet Lorenzo volgen door een zeer indrukwekkende zege in Brno. Het was Lorenzo’s vijfde overwinning van het seizoen, inmiddels twee meer dan Rossi. Toch lijkt de strijd om de wereldtitel een gevecht tussen drie man te worden, want ook Indianapolis-winnaar Marc Marquez geeft zich nog niet gewonnen.
Dat Marc Marquez nauwelijks te verslaan is in Amerika en zeker ook in Indianapolis, bewees hij ook dit jaar weer. Marquez vertrok vanaf pole-position, maar zag vanaf de derde startplaats meteen Jorge Lorenzo voorbij komen. In de warm-up was Lorenzo voor de eerste keer in 2015 onderuit gegaan. De als tweede gestarte Dani Pedrosa leek even mee te kunnen komen met de twee kopmannen, maar na een ronde of acht keek Pedrosa tegen een achterstand van anderhalve seconde aan. Vanaf dat moment was duidelijk dat de race een gevecht zou worden tussen twee duo’s. Lorenzo en Marquez – ook hij was gevallen in de warm-up – bepaalden het tempo, terwijl Pedrosa de strijd om de derde plaats aan moest gaan met Valentino Rossi. Voor de zesde keer in tien GP’s startte de lijstvoerder vanaf de derde startrij en Rossi moest in de openingsfase agressief rijden om plekken te winnen. Vanaf de tweede ronde bezette de Italiaan de vierde plaats – nadat hij Andrea Iannone was gepasseerd – en halverwege de race kon Rossi daadwerkelijk het duel aan gaan met de Repsol Honda-coureur. Tien ronden voor het einde – toen ook kortstondig de regenvlag werd getoond – verdrong hij Pedrosa van de derde positie. Anderhalve ronde voor het einde strafte Pedrosa een foutje van Rossi af, maar in de slotronde perste de Italiaan zich toch definitief voorbij de Spanjaard.
De beslissing om de overwinning viel drie ronden voor het einde. Vierentwintig ronden schaduwde Marquez de foutloos sturende Lorenzo, toen remde de Honda-kopman zich langs Lorenzo en liet zich niet meer verrassen door de moegestreden Lorenzo. Zo claimde Marquez zijn derde zege van het seizoen en zijn vijfde in Indianapolis. Het was bovendien Honda’s 700e Grand Prix-zege; de Australische 125 cc-coureur Tom Phillis schonk op het beruchte circuit van Monjuich in 1961 Honda de eerste overwinning. Zijn achterstand op Rossi verkleinde Marquez van 65 naar 56 punten. Het had hem echter meer moeite gekost dan verwacht, gaf Marquez toe. “In de trainingen leek ik sneller te zijn dan Jorge, maar in de race bleek hij zich veel te hebben verbeterd”, merkte Marquez. “In het begin kon ik hem bijhouden, maar halverwege kreeg ik het moeilijk. Tegen het eind realiseerde ik me dat mijn enige kans was om aan te vallen en om hem te verrassen. Dat lukte en de laatste ronden heb ik zo hard mogelijk gepusht.”
Toen Marquez hem voorbij was gestoken, maakte Lorenzo enkele foutjes die hem de directe aansluiting kostten. “Na de schuiver in de warm-up moest ik even moeite doen om mijn zelfvertrouwen te hervinden”, vertelde Lorenzo. “Toch ging het beter dan verwacht en in de warm-up hadden we ook meer grip gevonden. Hoewel het dus veel beter liep dan in de training was het niet genoeg. Ik had veel energie verbruikt en dat was aan het einde te merken. Toen ik fouten begon te maken, kon ik ze niet meer goedmaken.”
Met zijn tweede plaats – de eerste keer in drie races dat hij beter finishte dan Rossi – maakte Lorenzo vier punten goed op teammaat Rossi. “Vergeleken met de training was een vierde plaats nog niet eens zo slecht geweest”, vond Rossi. “Maar ik voelde me goed en ik wist dat voor mij die drie extra punten (een derde in plaats van een vierde plaats, FW) veel belangrijker waren dan voor Dani. Jorge en Marc waren het hele weekend al beter dan ik en het puntverlies valt nog mee. We moeten proberen om ons te verbeteren in de trainingen. Dat is mijn zwakke punt.”
Op het circuit waar hij in 1996 zijn allereerste Grand Prix-zege boekte, leek Rossi op zaterdag inderdaad werk te maken van dat ‘zwakke punt’. De als computergestuurd rond gaande Lorenzo klokte een magnifiek nieuw polerecord voor Marquez, maar Rossi kwalificeerde zich na zijn pole in Assen weer eens op de eerste rij. Nadat hij zelf zijn snelle ronde had gezet, volgde Marquez Rossi. “Ik wist dat hij achter me zat”, gaf Rossi toe. “Psychologisch is dat niet heel fijn, maar van zijn kant was het slim om te doen. Hij wist dat ik in mijn snelle ronde zat en me niet kon veroorloven van het gas te gaan. Het is altijd goed om te zien waar je tegenstanders sterk zijn.”
In de race zou Rossi al heel snel merken: de twee tegenstanders die op de grid voor hem stonden, waren in Brno te sterk. Lorenzo produceerde weer een raketstart voor Marquez, terwijl Rossi achter Bradley Smith en Andrea Dovizioso pas als vijfde de eerste bocht in dook. Bij de eerste doorkomst keek de Italiaan al tegen een achterstand van anderhalve seconde aan op kopman Lorenzo en dat gat werd alleen maar groter, ook toen Rossi in de tweede ronde als derde voorbij kwam. Opvallend was dat de drie mannen op de eerste rij allen een andere bandenkeus maakten: Lorenzo koos voor en achter de medium compound, Marquez liet voor een medium en achter een harde band monteren, terwijl Rossi voor en achter vertrouwde op de harde compound. Het theoretische voordeel aan het einde van de wedstrijd zat er voor Rossi echter niet in. Lorenzo wist zich te ontdoen van Marquez en die had op zijn beurt weinig te vrezen van Rossi. De gehoopte spannende race tussen de drie beste rijders van het kampioenschap bleef derhalve uit. Lorenzo won zijn vijfde race van het jaar zoals hij ook de vorige vier op zijn naam had geschreven – leidend van start tot finish – en voert nu dankzij zijn 59e Grand Prix-overwinning voor het eerst sinds Qatar 2013 de tussenstand aan. Voor Lorenzo was de eerste Yamaha-zege in Brno sinds 2010 – toen hij zelf wist te winnen – een flinke boost voor zijn zelfvertrouwen. “Het hele weekend had ik al een erg goede set-up en ik reed zelf ook sterk”, vond hij terecht. “Als ik vanaf pole start, is mijn race ook vaak goed. Dat het wat warmer was dan eerder, baarde me wel wat zorgen, omdat ik voor en achter de medium compound had gekozen. Marc zat een ronde of zes vlak achter me, maar daarna kon ik later remmen en wat meer bochtensnelheid aanhouden. Ik denk dat dat de sleutel van de race was. Het gat naar Marc werd iets groter en ik kon wat meer gerust zijn. Ik had verwacht dat Marc meer risico zou nemen en tot het einde er bij zou blijven, maar gelukkig voor mij was dat niet zo. Het was belangrijk om hier weer punten terug te pakken op Valentino en ook voor Marc te eindigen. Zijn kansen zijn nu wat kleiner, omdat er weer een race minder is. Maar ik ga er vanuit dat hij zal blijven vechten tot de laatste race. En met Vale…. We beginnen weer vanaf nul. Valentino is dit jaar ongelooflijk regelmatig. Ondanks mijn vijf overwinningen hebben we evenveel punten. Dat betekent dus ook dat ik steeds op het podium moet proberen te finishen. Ik moet winnen wanneer het kan en tweede en derde worden als een eerste plaats er niet in zit. Als dat lukt, kan ik in Valencia de titel winnen. En misschien al wel eerder.”
Marquez maakte vier punten goed op Rossi, maar leverde er vijf in op Lorenzo. “Jorge was gewoon te snel”, gaf de nummer 3 in het WK toe. “De eerste ronden heb ik op de grens gereden, maar toen de achterband minder werd, had ik problemen met het uitkomen van de bochten. De achterkant begon te veel te bewegen. Daarom heb ik besloten om me te concentreren op Valentino, want ik moest te veel risico’s nemen. Ik moet hier tevreden mee zijn, want ik wist van tevoren dat dit één van de moeilijkste circuits voor mij zou zijn. 52 punten achterstand op één rijder is al moeilijk te overbruggen, 52 punten op twee rijders is nog lastiger… Maar er komen nog circuits die mij meer liggen dan Brno.”
Rossi hield de weer goed rijdende Andrea Iannone op afstand, mede omdat diens Ducati kampte met een vermogensprobleem dat hem volgend Ducati Corse-baas Gigi Dall’Igna ‘enkele tienden per ronde’ had gekost. Maar terwijl Rossi de derde plaats in Indianapolis nog met tevredenheid begroette, waren de zestien punten in Brno minder dan gehoopt. “Ik ben wel enigszins teleurgesteld, want ik had een betere pace verwacht”, vertelde Rossi na zijn vijftiende podium op rij sinds de race in Japan van vorig jaar. “Ik wist dat Jorge erg sterk zou zijn, maar ik had gehoopt dichterbij Jorge en zeker ook bij Marc te kunnen zitten. De start was niet super, maar erger was dat ik niet het ritme van de trainingen had. Het was ook een leukere race geweest als we dichter bij elkaar hadden gezeten, maar het is niet anders. Jorge is in een grootse vorm uit de zomerstop gekomen en het zal een hard gevecht worden. Op papier komen er meer banen die Jorge beter liggen dan mij, maar zo moet je niet denken. We moeten nu gewoon kijken hoe ik me op elk circuit kan verbeteren.”
De volgende race is de Britse Grand Prix op Silverstone, een baan waar Marquez (2014) en Lorenzo (2013) de afgelopen jaren wonnen.
