WK Superbike Phillip Island, Australië

Michael van der Mark is met twee bescheiden resultaten aan het WK Superbike-seizoen begonnen. Op het circuit waar hij vorig jaar nog twee maal op het podium stond, moest de Yamaha-coureur nu genoegen nemen met een negende en zevende plaats. Een gebrek aan ‘drive’ speelde Van der Mark parten. Wereldkampioen Jonathan Rea won op grootse wijze beide wedstrijden.

Alle optimisme ten spijt moet Michael van der Mark voorlopig voorrang verlenen aan zijn nieuwe teamgenoot Alex Lowes. De Brit, begonnen aan zijn tweede seizoen op Yamaha, toonde zich niet alleen tijdens testen maar ook in beide races in Australië sneller dan Van der Mark. In de test op Phillip Island voorafgaand aan de seizoenstart crashte de Rotterdammer zwaar en meer dan een dertiende tijd – 1,4 seconde achter snelste man Rea – zat er niet in. Op de eerste verregende dag klokte de Yamaha-coureur de vierde tijd. Enkele etmalen later sloot Van der Mark de openingsdag van het WK-weekend sloot van der Mark af als twaalfde. “Ik was constant, maar niet snel genoeg”, vond de nummer 4 van vorig jaar zelf. Met het insturen van de razendsnelle bochten op Phillip Island verloor Van der Mark tijd, maar dankzij een tweede tijd in Superpole 1 verzekerde hij zich wel van een plek bij de beste twaalf starters. In Superpole 2 claimde Van der Mark de tiende startpositie. Rea veroverde de pole met een nieuwe recordtijd.
Vanaf de tiende startplaats vertrok Van der Mark uitstekend en drie ronden kwam hij voorbij als zevende. Het tempo van de zes man sterke kopgroep lag echter voor Van der Mark, die zich vervolgens moest verdedigen tegen onder meer Jordi Torres, Eugene Laverty en WSB-rookie Randy Krummenacher. In een bloedstollende sprint naar de finish kwam Van der Mark net te kort om Laverty van de achtste plaats te verdringen. “In Superpole 1 konden we gelukkig een grote stap zetten”, aldus Van der Mark. “Ik startte goed in de race en kwam in een groep terecht. In het begin pushte ik bewust niet te hard om de achterband te sparen. Mijn bochtensnelheid was goed, maar toch had ik uiteindelijk te weinig drive uit de bochten. Een paar ronden kon ik dat wel volhouden, maar niet de hele race en daarom moest ik de kopgroep laten gaan.”
Vanwege de nieuwe reglementen omtrent de startopstelling voor de tweede race, stond Van der Mark op zondag als zesde op de grid, terwijl zijn teamgenoot Lowes vanwege zijn keurige vierde plaats in de openingswedstrijd vanaf pole mocht starten. Na de eerste ronde bezette Van der Mark de zevende plaats en na 22 ronden werd hij ook op die plek afgevlagd. Van der Mark ontdeed zich van Laverty en Leon Camier, maar kon niet aanhaken toen de als zevende gestarte Tom Sykes hem voorbij kwam. Van der Marks beste ronde was 0,3 sneller, zijn racetijd was 5 seconden sneller dan de openingswedstrijd op zaterdag en het gat met dubbelwinnaar Rea slonk van 12,1 naar 7,3 seconden. “Het was een veel betere dag”, vond Van der Mark dan ook. “We hadden een paar dingen drastisch veranderd, maar in de warm-up bleken die niet zo goed uit te pakken en daarom moesten we weer zaken wijzigen. Maar ik merkte na de start meteen dat het beter was. Ik startte goed, maar ik kwam een beetje vast te zitten in een groepje en het kostte me tijd om langs Laverty te komen. Sykes kon ik daarna een paar ronden bijhouden. Ik zat in ieder geval een stuk dichter bij de kop en het voelt alsof we eindelijk vonden waarnaar we zochten. De bochtenexits waren nu beter. Ik moet gewoon tevreden zijn met twee top 10-klasseringen.”

Als de twee races op Phillip Island een voorbode waren van wat in 2017 gaat komen, dan staat er veel spanning op het programma. Jonathan Rea begon zijn jacht op een derde opeenvolgende titel – iets wat nog nooit een Superbike-coureur lukte – op fenomenale wijze. In de eerste wedstrijd bevond hij zich vanaf het begin in de voorste gelederen, maar pas in de laatste paar cruciale ronden gooide de Kawasaki-kopman er een beslissend schepje bovenop. Tot die tijd had hij zich grotendeels verstopt in een groep met teamgenoot Sykes, Chaz Davies, Alex Lowes, Camier en Xavi Forés, die voorlopig op identiek materiaal zit als de Ducati-fabrieksmannen Davies en Marco Melandri. Ook WSB-herintreder Melandri behoorde aanvankelijk tot de kopgroep en de Italiaan voerde zelfs vijf ronden het veld aan. Maar in de vijftiende ronde ging Melandri onderuit; de schuld voor de val legde hij bij Lowes die hem de pas zou hebben afgesneden. In een geweldig spannende slotfase behield Rea net 0,042 over op Davies, terwijl Sykes Lowes net achter zich wist te houden. “Wat een rare wedstrijd”, verbaasde Rea zich. “Niemand wilde leiden of pushen, iedereen leek wel in het tweede wiel te willen zitten. De race had veel sneller kunnen zijn.”
In de top 10 waren zes fabrikanten vertegenwoordigd. De zevende was op de elfde plaats te vinden: Ten Kate’s Nicky Hayden was veroordeeld tot een bijrol. Teamgenoot Stefan Bradl slot zijn WK Superbike-debuut af als vijftiende. Sinds de komst van de nieuwe Honda Fireblade worstelen Hayden en Bradl met hardnekkige tractie- en elektronicaproblemen.
De tweede wedstrijd van het weekend was een halve seconde langzamer dan de race op zaterdag. Maar andermaal was de winst voor Rea. Dat hij ten gevolge van de nieuwe regels als winnaar van de eerste race vanaf de negende plaats moest starten – met naast hem op de derde rij Davies en Sykes – bleek geen beletsel te vormen. Makkelijk kreeg Rea het echter bepaald niet. Samen met Lowes, Forés, Davies en Melandri vormde hij een kopgroep, die op haren en snaren reed. Alle rijders voerden één of meerdere ronden het veld aan. In de voorlaatste ronde verdrong Davies Rea van de leiding, maar in de laatste kilometers vond de wereldkampioen toch weer een manier om de kop te heroveren. Rea won zijn veertigste WSB-race (en zijn vierde op rij op Phillip Island) met een minimale marge van 0,025 op Davies. De als tiende gestarte Melandri volgde in diens slipstream voor Lowes. “Twee keer een race in de laatste ronde winnen, met een heel andere tactiek, is niet makkelijk”, zuchtte Rea. “We hebben in de winter goed werk gedaan met de banden, want aan het eind had ik nog genoeg grip over.”
Voor het Ten Kate Honda Team viel er ook dit keer weinig te vieren. Hayden crashte terwijl hij op een elfde plaats koerste en Bradl restte als vijftiende andermaal het laatste puntje.