+ Plus

Vergelijkingstest Ducati XDiavel S – Harley-Davidson V-Rod Muscle – Yamaha Vmax

Machtig en gespierd zijn ze, deze power cruisers. De Harley-Davidson V-Rod Muscle en de Yamaha Vmax ontmoeten de nieuwe Ducati XDiavel S. Stuk voor stuk houden deze krachtpatsers van het grote gebaar, zowel op de kwart- als op de showmijl. Een leven tussen burnouts en stoplichtsprints, tussen de stenen uit de straat trekken en flaneren op de boulevard.

Het lijkt wel een scene uit de film ‘From Dusk Till Dawn’. Bundels felle zonnestralen breken door de door de tand des tijds aangetaste gemetselde muur. Zuilen van licht in het binnenste van de immense hal zetten de drie motorfietsen in een spookachtig sfeertje. Een bijtende walm van rook rondom. Alsof het eind der tijden is aangebroken, net als in de cultfilm. Twintig jaar terug was dit de film, die George Clooney op de kaart zette en een wereldster van hem maakte. En bovendien was het een film waarin regisseur Quentin Tarantino ook eens vóór de camera te zien was. Samen moesten ze een armada aan vampiers bestrijden en daarbij was het bij zonsopgang binnenvallende licht meer dan welkom.
Daarentegen laten onze drie tweewielige protagonisten onder deze omstandigheden juist graag hun duivels donkere kant zien: pure kracht en power! Hun banden kennen een uitdagend bestaan, ondanks een staalgordel als ruggengraat. Geruld rubber probeert zich vertwijfeld in het asfalt vast te bijten. Wild roterende versnellingsbakassen en rokende koppelingsplaten. Burnouts zijn economisch en ecologisch gezien misschien niet heel verantwoord, maar zijn ook onlosmakelijk verbonden aan deze torpedo’s op wielen. Motoren gloeien, banden smelten, harten branden. Voor een zuurstofmolecuul kan er toch geen groter doel zijn dan opgeslokt te worden door het inlaattraject van een dikke V-twin om vervolgens in de grote verbrandingskamers benzine te verbranden?

Het is als het ontwaken van de macht. Alles staat in het teken om zo snel mogelijk van de plek te komen, om de maximale afstand in zo min mogelijk tijd af te leggen. Drie karakteristieke motorfietsen uit drie continenten: Ducati’s nieuwe XDiavel S is de eerste officiële cruiser uit Bologna. De Harley-Davidson V-Rod was in 2002 het eerste vloeistofgekoelde model van de Amerikanen. In 2009 volgde deze Muscle-uitvoering. In hetzelfde jaar verscheen de Yamaha Vmax als de metaal geworden visie van eindeloze kracht. Power Cruiser, Dragster en Muscle-Bike – of van alles wat.
Wie het nog nooit zelf heeft gedaan, haalt bij het zien van een sprint op de dragstrip hoogstwaarschijnlijk zijn neus op. Is dat een sport? Zeker! Want het vergt opperste concentratie om bij het vallen van het licht op exact het juiste moment bij een licht slepende koppeling en met de toerentellernaald halverwege het toerenbereik de koppeling los te laten, terwijl de achterband zuchtend en kreunend tractie zoekt. Van de plek, opschakelen en vervolgens is het na amper tien tellen alweer gedaan met de pret en zit de kwart mijl er op. Amerikanen zijn verzot op dit spektakel over exact 402,34 meter.
Een pittige uitdaging, ook met een gewone productiemotor en wachtend voor een gewoon stoplicht: rood – groen – gaan! Goed, iets te bewijzen heb je niet in het zadel van één van deze machines, maar het kan wel als het moet. Voor mensen met een burnout-syndroom is het eren van de god der acceleratie nu eenmaal het zout in de soep. Dan wordt dr. Jekyll ineens mister Hyde en wordt de poser-bike een monster. Wie de neus voor heeft? Dat lees je verderop in deze test.

Ducati XDiavel S
Ducati ging niet over een nachtje ijs bij het ontwikkelen van de XDiavel, die slanker, sierlijker en peziger is dan zijn voorbeeld, de Diavel. Voor een laag en gestrekt silhouet daalde de zithoogte naar 75,5 centimeter en werd 18-liter-tank vlakker. De wielbasis werd langer, terwijl de voorvork vlakker is komen te staan (60° balhoofdhoek). Laag en gespierd. De nieuwe, driedelige aluminium swingarm is net als het stalen vakwerkframe korter uitgevoerd; de XDiavel rukt voor het eerst bij een Ducati aan een tandriem. Het subframe is net als het voorste deel van het frame direct op de cilinderkoppen geschroefd. Het Testastretta-blok uit de Multistrada heeft een langere slag en daardoor nu een longinhoud van 1.262 cc in plaats van 1.198. Cruisers hebben nu eenmaal inhoud nodig.
En een stevige punch van onderuit. Daar moeten een hogere compressie (13 : 1) en variabele kleptiming (DVT) met een steeds optimale mate van klepoverlap voor zorgen. Door de gigantische radiateur voor de voorste cilinder is er vrij zicht op de in het middelpunt staande V-twin. Waterpomp en leidingen zijn naar binnen verlegd, waardoor het motorblok heel clean en dominant oogt. Italiaanse elegantie en een uitgesproken coole uitstraling bepalen de looks van de XDiavel S. Zelfs als het volledig donker is, zorgt de Ducati nog voor een schaduw. Het 8 inch achterwiel is een waar kunstwerk, met aan de buitenzijde van de velg geplaatste spaken.
Stationair draaiend klinkt de 90° V-twin nog wat tam en onder de 3.000 toeren hakt hij in de hogere versnellingen nog op de ketting in. Maar 1.000 toeren verder levert het blok al 120 newtonmeter koppel. Daarboven is het trouwens ook gedaan met de akoestische terughoudendheid en stormt het meest toerengretige blok van deze drie flink door tot vlak voor de 10.000 toeren, waar het zijn maximale 156 pk vermogen levert, en niet veel later de begrenzer ingrijpt. Hier zorgen twee machtige 106 millimeter grote zuigers voor een opwindende hartslag. Ongelooflijk hoe dit blok vanuit het middengebied vooruit hamert. Vet! Alleen de Ducati is al Euro4 gehomologeerd en beschikt over drie rijmodi en uitschakelbare tractiecontrole.
De duivel uit Bologna gaat daadkrachtig te werk, wil flink vooruit en doet dat met – voor Ducati – opvallend soepele draai-eigenschappen (riemaandrijving!). Wat sportief ingestelde rijders missen? Een quickshifter. De linkervoet heeft meer te doen dan op de Vmax en niet alleen vanwege de zes versnellingen. Hoe dan ook: wie bij het stoplicht kennis wil maken met maximale aandrijving, moet zondermeer de wegrij-assistent, Ducati Power Launch (DPL), proberen. Hoe het werkt? Simpel, (veel) gas geven en de licht werkende, hydraulische koppeling op laten komen. De wheelie-neiging en de mate van achterwielslip worden door de elektronica met drie verschillende interventie-modi gecontroleerd. Gentleman en bastard – deze beauty is een beest.

Behendig, wendbaar en bochtenhongerig laat de XDiavel S zich leiden. Insturen gaat licht. De voor de standaard Diavel ontwikkelde Diablo Rosso II met zijn uitgesproken ronde contour betaalt zich uit. Op ruime secundaire wegen kun je nog behoorlijk stevig sturen. Pas bij een hellingshoek van 40 graden krassen de voetsteunen in het asfalt. Van dit trio heeft de Ducati de kortste wielbasis, steilste balhoofdhoek en kortste naloop. En, kenmerkend voor Ducati, het laagste gewicht: 250 kilo. Het zwarte wezen uit een ander sterrenstelsel trekt heel harmonisch zijn baan. Alleen op slecht wegdek zorgt de brede achterband voor een oprichtmoment.
De upside-down voorvork spreekt uitermate fijn aan, terwijl de achterschokdemper ook grote klappen goed opvangt. Alleen op erg slecht asfalt of op kasseien reageert de achtervering nukkiger. De zit in de grote, sterk geaccentueerde zitkuil is comfortabel, waarbij het 90 centimeter brede stuur prima in de handen ligt. Omarm de rijwind! Ondanks de ver naar voren geplaatste voetsteunen, drievoudig instelbaar, is het een even actieve als ontspannen houding. Niet voor een passagier: bij een ritje op deze kanonskogel ontbreekt het aan houvast. Eventueel zijn een rugsteun en een ruimer zadel voor de passagier leverbaar.
Hongerig als een alligator bijten de beide Brembo Monoblocks M50’s toe. Enerzijds zijn dit de beste remmen van de drie, anderzijds vergt de juiste dosering het nodige van je concentratievermogen. Het moderne bochten-ABS verdient lof en ook de LED-dagrijverlichting op deze S-versie is helemaal van deze tijd. De XDiavel S heeft een prijskaartje van € 26.690,- om de nek hangen, maar desondanks zal deze Ducati als power cruiser van de 21e eeuw ongetwijfeld vele duivelaanbidders vinden.

Harley-Davidson V-Rod Muscle
Born to be mild? Vergeet het maar! Ook de dragster-achtige V-Rod Muscle is niet voor watjes. Samen met zustermodel Night Rod Special deelt deze Muscle het sterkste motorblok van de Amerikanen. Desondanks zijn de gemeten 126 pk’s in dit gezelschap slechts goed voor het brons. Ja, en? Het ‘Revolution’-motorblok met zijn korte slag komt oorspronkelijk uit de VR1000-racer en werd door Porsche voor straatgebruik aangepast. Belangrijkste wapenfeiten: vloeistofkoeling, dubbele bovenliggende nokkenassen, vier kleppen per cilinder, 60° blokhoek en het rode gebied bij 9.000 toeren. Modern voor een Amerikaanse motor, niet klassiek genoeg voor veel luchtgekoelde Harley’s met lange slag.
Bijna fluisterend wordt de V-twin met de mooie koelribben wakker. De 1.246 cc metende V-twin hangt verfijnd, elastisch en vrij van lastwisselreacties aan het gas en geeft zijn vermogen mooi soepel en gelijkmatig af. Maar een doetje is deze rijklaar 307 kilo wegende brok metaal zeker niet. Alleen het in stilstand rechtop zetten, vraagt al een flinke krachtsinspanning. Tot 8.000 toeren laat de Muscle zijn spierballen rollen en gaat pas vanaf 7.000 toeren echt definitief onder de krommes van de Ducati door. Long en low is het design van deze Harley-sprinter met modelcode VRSCF. Het spatbord voor is kort, achter wulps, beide in dragstyle. Een hoekig, 70 centimeter laag zadel geeft dankzij het rugsteuntje prima ondersteuning bij een sprint op de kwart mijl.
De zithouding is een beetje als een klapmes. Benen en armen moeten flink worden gestrekt om bij de voetsteunen en het stuur te komen. Rhythm & Blues, zullen we maar zeggen. De liefde voor detail is haast overdadig: veel geborsteld aluminium in contrast met glanzend chroom en verfijnd ogende gefreesde onderdelen. Kleine kunstwerkjes zijn de mooi in de spiegelhouders geïntegreerde LED-knipperlichten en het smalle LED-achterlicht boven het spatbord.
De geometrie van het rijwielgedeelte is behoorlijk extreem: de vork ligt, pardon: staat, 56° vlak, de naloop is met 142 millimeter ultralang en de wielbasis van 1.70 meter is ook niet mis. Als je nog in Amsterdam rijdt, draait het voorwiel al in Haarlem. Rechtuit gaat het allemaal prima met de Harley, maar als er bochten opdoemen, wordt het lastiger. De Amerikaan heeft in het korte bochtenwerk last van onderstuur. Niet zo gek, want de Harley rolt op een 19 inch voorwiel en 245-achterband met de hoogte van een autoband. De V-Rod Muscle lijkt zich naar iedere hobbel en spoortje in het wegdek te plooien en zoekt zijn eigen lijn, richt zich op.
Als je de V-Rod eenmaal op koers hebt gedwongen, zijn het al snel de schrapende voetsteunen die je tot enige kalmte manen. Wat dat betreft moet de Harley de beide andere power cruisers laten gaan. De korte 74 millimeter veerweg van de erg schuin gepositioneerde stereo-achterschokdempers tikt op slecht wegdek al snel tegen de grenzen aan. De upside-down voorvork en de Brembo-remmen doen hun werk daarentegen goed. De wereld op zijn kop: de Harley is de voordeligste machine in dit triovergelijk. De onconventionele V-Rod Muscle is in ieder geval ook alles behalve gewoon.

Yamaha Vmax
Martiaal en machtig: de Vmax komt groot over, intimiderend haast. De eerste productiemotor met 200 pk vermogen is een krachticoon, een oorlogsverklaring op wielen. Alles aan deze ‘Biggest Banger’ is stevig en stemmig. Balhoofd, cardan en de vier uitlaatdempers zijn stuk voor stuk lekker fors uitgevoerd. ‘Time to Ride – this is Vmax’, zo begroet de Yamaha je na het draaien van de contactsleutel. Dat de V4 315 kilo op de schaal zet, merk je al bij het rangeren. Bovendien worden de benen behoorlijk uit elkaar gedrukt door de brede luchthappers aan de zijkant van de tank. De über-Yamaha maakt meteen duidelijk met wie je van doen hebt.
De krachtbron met 1.679 cc longinhoud, speciaal voor de Vmax ontwikkelt, is een kathedraal van kracht. Zijn geloofsbelijdenis: geloofd zij de punch! Stationair draaiend klinkt het blok al zo diep als het stemgeluid van Barry White. Veelbelovend, deze krachtbron ademt brutaliteit en is tot aan het randje gevuld met pure kracht! Maar de V4 loopt diep in de toerenkelder ook zijdezacht, en reageert in de vijfde en hoogste versnelling bij 1.500 toeren ook zonder morren op het gas. Bij 2.500 toeren is er al 120 newtonmeter koppel voorhanden, maximaal zijn het er liefst 167. Het maximum vermogen ligt op 196 pk, al naar gelang de gekozen versnelling. Mad Max! De lengte van de inlaatkelken varieert al naar gelang het motortoerental.
Bij een gangetje van 110 km-uur in de vijfde versnelling galopperen er al 100 paardenkrachten richting het ´smalle´ 200-achterwiel. Bij de beide andere motoren moet je daarvoor in de hoogste versnelling tussen de 150 en 160 km/uur rijden. Opgelet: deze Yamaha serveert zijn royale koppel anders dan de Ducati volledig gevoelsecht, dus zonder tractiecontrole als elektronisch hulpje. Afhankelijk van je eigen rijkwaliteiten en de staat van het wegdek (regen!) is deze machine waanzinnig en oppermachtig. Een keer los uit de pols gas geven terwijl je in de derde versnelling door het stadsverkeer rijdt, is al voldoende om het achterwiel te laten spinnen. Oppassen dus dat je niet door een wild uitstappende achterkant wordt ingehaald. Dit is pure passie, rauw en ongefilterd. Take it or leave it.
Topsnelheid, Vmax, is bijzaak. Bij 220 km/uur is de Yamaha begrensd. Nee, het gaat hier puur om die beestachtige acceleratie, om de uit het V4-blok gedestilleerde prestaties. Tot op de dag van vandaag is de Vmax de sterkste productiemotor in de sprint van 0 naar 100 km/uur. En ook in tussensprints heeft deze macho-Yamaha nauwelijks serieuze tegenstanders. Sensationeel! Een explosie op wielen! Okay, de cardanreacties zijn voelbaar, maar het blok zelf is nagenoeg vrij van lastwisselreacties.
De Yamaha staat stevig op zijn wielen en de telescoopvork met zijn 52 millimeter vorkpoten spreekt fijn aan. Ondanks het smalle stuur volgt de Vmax de eerste stuurimpuls gewillig en volgzaam op. Maar net als bij de Harley zorgen oneffenheden in het wegdek er voor dat de Yamaha onder hellingshoek wat van de ingezette koers wil afwijken. Dan vraagt de Vmax wat nadruk aan het stuur. Ondanks de ultralange wielbasis, net zo lang als die van de V-Rod, heeft de Yamaha meer bochtenhonger. Maar een machine voor beginners is het niet, daarvoor is te veel kracht en ervaring vereist. De zeszuiger remmen ankeren met een stevige bite en zijn goed doseerbaar, zonder overdreven agressief te zijn. De Vmax neemt je mee op een onvergetelijke trip. Cruisen of knallen? Het kan beide. Als je er zelf ook toe in staat bent dan. Eenmaal in je leven moet je op deze stier op wielen gereden hebben. Als de schakellamp oplicht, wordt ook je ziel verlicht. Lieve motorgod: laat deze vuurvogel op wielen ook de komende jaren nog verder vliegen met Euro4!

Showdown in Berlijn
Na de actie in filmsferen volgt het flaneren in stadsverkeer. Mild na wild dus. Alle drie hebben ze de glamour aan hun kont hangen, en stuk voor stuk maken ze hebberig. En ze vallen op. “Is dat een V-Rod?”, vraagt de pompbediende (de Vmax moest steeds als eerste richting de pomp). Voor een stukje sightseeing en showrondje door een grote stad als Berlijn kun je best op stap met de XDiavel S, V-Rod en Vmax. Ze beheersen ook het kunstje dat cruiser zo eigen is: zien en gezien geworden. Ze hebben stuk voor stuk ontegenzeggelijk de x-factor: kracht versus cult en karakter.
MOTOPLUS-CONCLUSIE

Ducati XDiavel S
Sterk optreden! Een power cruiser van de 21e eeuw! De elegante Duc drijft niet alleen aan, maar ontroert al evenzeer. Onbeschaamd mooi, maar ook onbeschaamd duur. Maar dan heb je ook een heel exclusieve machine. Wat rijwielgedeelte, remmen en assistentiesystemen betreft, scoort de XDiavel S de meeste punten.

Harley-Davidson V-Rod Muscle
Sterk concept! Het bewijst eens temeer dat Harley’s V-Rod-lijn zijn tijd vooruit was. Ook al is de Muscle in dit veld niet het sterkst, hij heeft alles in zich om uit te groeien tot een cult-klassieker, cool en nonchalant. Een bochten-cruiser is het echter niet.

Yamaha Vmax
Sterk ding! Onnoemelijk potent en heerlijk onbezonnen is de Vmax de belichaming van de Corvette onder de motorfietsen. Beresterk en een tikkeltje dorstig, maar dankzij de halve V8 ook enorm gecultiveerd. Steeds weer een even fascinerende als unieke belevenis.

Gerelateerde artikelen

Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...