+ Plus

Toeren Franse Alpen

Het is een bekend verhaal: word je hier nog geteisterd door kou, regen en sneeuw, dan baadt het zuiden van Frankrijk nog of alweer in een zacht zonnetje. En dat ook nog in het bijzijn van de mooiste motorwegen door de Franse Alpen. Wat is het soms toch oneerlijk verdeeld in het leven.Het lijkt wel alsof de wereld enkel nog uit weerberichten bestaat. Boven Midden-Europa ligt een lagedrukgebied zo groot als Siberië, dat geheel in tegenstelling tot het deprimerende weer dat het met zich meebrengt, de lieflijke naam Wilma heeft gekregen van de dienstdoende meteorologen. Het heeft er alle schijn van dat het hele westen op het punt staat doorgespoeld te worden. Dat kan toch niet waar zijn? Alleen boven Zwitserland laat de regenradar een paar lichte plekken in het wolkendek zien. Maar Zwitserland als passage gebruiken en 26 euro aftikken voor een vignet dat we in feite maar drie uur nodig hebben? Daar hebben we nu even geen zin in, dus rijden we tegen beter weten in richting het Franse Mulhouse, om daar via de A36 naar Besançon te rijden. Vanaf die stad wordt onze eigenwijsheid bestraft: net voorbij de Peugeot-fabriek bij Belford begint het te stortregenen en tot aan de horizon is er geen enkel teken dat wijst op een eventuele weersverbetering. Rest me niets anders dan diep achter de kuip van de CBF weg te duiken.Met de motor op pad gaan in het late najaar of het vroege voorjaar blijft altijd een beetje als het trekken van een kanskaart. In feite is het weer dan te instabiel voor langere droge ritten. Maar ja, je wilt rijden nietwaar. En op zoek naar zon en warmte, naar droog asfalt, naar bochten en naar een fijn glas rode wijn op een terrasje ergens aan de Middellandse zee. En daarvoor ben je bereid om wat extra risico te nemen. Dus regenpak aan en goed de weersberichten bekijken om een zo droog mogelijke route naar het zuiden te kiezen.Met lijf en leden gehuld in alles wat maar waterdicht en warm is, rijden we op de tast door dikke mistsluiers. Aan de rechterkant hebben we Besançon, Dole, Bourg-en-Bresse, ergens links van ons verschuilen de toppen van de Jura zich in de wolken. Wij koersen af op het raakpunt tussen bergen en steden, waar we de saaie vlakte achter ons laten en de bergen induiken. Ter hoogte van Ambérieu wagen we het er op en niet veel verder op de A504 komt de zon al aardig in de buurt. Tussen de rotsranden van de Jura vinden we de “Cluse de Hopitaux” en begint in alle voorzichtigheid het genieten van de omgeving. In Belley staan de stoeltjes al op de terrassen en aan de toog van de Bar Central heffen de mannen reeds hun eerste glas bier om het weekend in te luiden. Een kleine ‘chambre d’hôtes’, de Franse uitvoering van een pension, heeft nog precies ruimte voor ons. Ondanks het late uur zorgt de waardin nog voor een uitgebreide maaltijd en legt ons met een heerlijk accent alle bezienswaardigheden in de wijde regio uit. Maar met meer dan duizend snelwegkilometers achter de rug zinken de zo waardevolle tips weg in onze loodzware vermoeidheid, die we langzaam op voelen komen nu we in de warme gelagkamer zitten. Maakt ook niet uit, het draait tenslotte om de goede bedoelingen van deze alleraardigste Madame Christiane, die zich welgemeend over ons bekommert. Een warm welkom die het zure weer van vandaag direct doet vergeten.De volgende ochtend zitten er blauwe plekken in de lucht. Het zijn er nog niet veel, maar het is een begin. De dag begint met een ritje over de bergkam naar Aix-les-Bains, dat in het schilderachtige tegenlicht van de ochtendzon voor het Lac de Bourget en de besneeuwde flanken van de westelijke Alpen ligt. Daarna pakken we wat grotere wegen om via Echelles richting Grenoble te rijden, maar al snel wordt de verleiding toch te groot. We krijgen spontaan een blinde vlek voor dreigende wolken en draaien bij St. Laurent het hart van het schitterende Massiv de Chartreuse in. Daar hebben we het geluk meteen in de Gorges du Guiers Mort te duiken. Daar laveert de petieterige D520 inclusief perfecte uitzichten tussen de wildstromende beek en de eerste rotsige uitlopers van de tweeduizend meter hoge bergen. Precies op het moment dat de eerste stortbui losbreekt, komen we aan bij het dorpsplein van St. Pierre. Samen met een stel doorweekte fietsers zoeken we beschutting onder het dichte gebladerte van de platanen voor het lokale cafeetje. Scheelt niet veel, maar we hebben het gehaald!Na Grenoble blijven de neuzen strak richting het zuiden gericht. We worden vergezelt door de met hoog water kampende rivier de Drac, wiens nevels een wolkendek vormt waar wij ons doorheen moeten zien te worstelen. Pas voorbij Gap verdwijnen de rivier en daarmee ook de wolken. Bovendien is stijgt het kwik hier boven de 20 graden, waarmee we nu officieel in het zuiden zijn aanbeland! In de verte glanst het meer van Serre Ponçon in een onwaarschijnlijke groene tint als voorbode van de Côte d’Azur. Maar zover zijn we nog even niet. Net voor Barcelonnet en de afgesloten toegang tot het massieve hart van de Alpen, pakken we een zijweggetje. Op de haardik op de kaart aangegeven Col d’Allos wringen we ons langs de westkant verder zuidwaarts. Eerst nog tussen zachtgroene weidevelden, maar al snel door minder herbergzame rotsgebieden. Net onder de sneeuwgrens is er een leuke schuilhut op de 2.247 meter hoge pas. Een punt dat het begint vormt van de vrolijk klaterende Verdon, de rivier die hier ontspringt, en ons verder het dal in begeleidt. In Colmar pakken we een zo nog onbeduidender zijweg naar de al even krap bemeten Col de Champs. Die ligt een paar kilometer lager dan de machtige en onder een dikke sneeuwlaag sluimerende westelijke Alpenpassen ‘Cayolle’ en de ‘Col de la Bonette’. Hier wordt het even echt heftig. Zelfs op de Honda, waar je rondjes mee om een soepbord kunt rijden, is het hard werken om hem op de maar net één auto brede straat door de haarspelden te trekken. Met elke meter die we klimmen, raken we verder van de sappige weilanden en rijkgroene dennenbomen verwijderd. We rijden nu door een ontoegankelijk, grijsrood geërodeerd landschap, waar dikke sneeuwplakken aan de rand van de weg liggen te smelten in de zon. De altijd toch weer onverwacht grote bergmarmotten flitsen over de weg en het is er doodstil, op het schrille waarschuwingsgefluit van de marmotten na dan. Bijna surrealistisch en schijnbaar eindeloos slingert de strook door de vorst aangevroten asfalt zich over de berg. Aan de oostelijke horizon schemeren de toppen van de alpenreuzen. Wat dichterbij liggen de tweeëneenhalf duizenders: de voorlopers van de grote jongens, die nu op hun best zijn. Na een afdaling in een bijna vrije val, treffen we nabij St.Martin in de voorlaatste van honderd haarspeldbochten een barretje. De terrastafeltjes staan ter hoogte van de apex links en rechts van de weg. Drie aan de buitenbocht, vier in de binnenbocht. In de binnenbocht zitten de lokale dorpsvrouwen tussen de gietijzeren bloempotten op een bankje te breien. Ze worden bijgestaan door hun mannen die iets verderop zitten te kaarten. We voegen ons in hun gezelschap en niet veel later komt de bestelling door: “Twee koffie voor de buitenbocht!”Een paar kilometer voorbij Guillaumes verandert het landschap drastisch. Nu gaat de rit eigenlijk door in plaats van over de rotsen. Door de vlammend rode Daluiskloof slingert de D902 zich via een hele serie tunnels en rotsuitlopers dwars door het zachte gesteente. Honderden meters lager raast de groene Var met wit schuimende golftoppen. Opeens wordt de kloof breder maakt de gekwelde rivier zich direct wel twintig keer zo breed op een enorm kiezelbed, ook de rotspartijen wijken en worden rustiger. Het spiegelglanzende Lac de Castillion vangt de directe omgeving in zijn rustige, blauwe kleur. Het meer krijgt toevoer van een rivier die nauwelijks dertig kilometer hier vandaan ontspruit in een gebied dat wel het mooiste stuk Europa zou kunnen zijn: de Verdon waar we het al eerder over hadden. Tot aan hier heeft de rivier blijkbaar heel wat aan kracht, snelheid en volume gewonnen. Het dorpje Castellane, een schilderachtige plek onder de platanen dat wordt overschaduwd door de indrukwekkende ‘Le Roc’, vormt onze laatste stop voor we de Gorges du Verdon inrijden. Een prachtig plaatsje bovendien waar toerisme en eigen historie op een charmante manier hand in hand samengaan. Direct na de kleine nederzetting begint het feest echter pas echt! De rivier graaft zich dieper en dieper in de bodem, de rotsen worden hoger en hoger. In het glashelder groene water spelen kakelbont gekleurde kajaks hun spel en her en der staat er aan de oever een camper geparkeerd. Uiteindelijk moet de weg om hoogte te winnen afscheid nemen van de rivier. Aan de zuidelijke kloofzijde treffen ze elkaar echter weer onverwacht. Alleen loopt de weg nu een losse 450 meter hoger dan de rivier en kijk je loodrecht de diepte in waar de Verdon zich nog slechts als een blauw lijntje tegen de omliggende rotswanden afschildert. Over een afstand van maar twintig kilometer heeft de rivier zich gedurende miljoenen jaren een weg gevreten door het harde sedimentgesteente. Met een bijna buitenaardse schoonheid en dramatiek volgt de weg over de top van de Corniche Sublime de windingen van de rivier daar ver onder. Dat gaat door tot de bergen meer naar het westen langzaam lager worden en in brede slingers uitlopen naar het Lac de Croix. De grote finale voor de Verdon die daarna, een paar kilometer verder, vermoeid uitloopt in de Durance. Was een rivier! Wat een rit!En eindelijk zijn alle zintuigen helemaal doordrongen van het Provence-gevoel. We rijden door de geur van de etherische oliën uit de lichte naaldwouden, we ruiken allerlei soorten kruiden en gewassen. En natuurlijk lavendel, violetkleurige eilanden in de zee van grijsgroen gesteente en perfect passend in deze, zo sobere omgeving waar elk gehucht een oase lijkt te zijn. Oases als Aups en Salernes op een afstand van een kilometer of twintig van het meer en echte klassiekers van de Provence. De stenen van de huizen hebben dezelfde grijsgroene kleur als het landschap, waarmee de groene houten luiken voor de ramen een prachtig contrast vormen. Buiten in de middagwarmte slingeren verlaten kinderfietsen in een steegje en vind je op een erf doorleefde Renault ‘viertjes’ of dromerige Deux Chevauxtjes. En overal zijn er de breed uitwaaiende bladerkronen van de platanen, die ook het dorpsplein in een groen schemerende schaduw dompelen. Schoolvoorbeelden van het rijke Zuid-Franse leven, die je doen bedenken waarom je toch niet vaker deze kant optrekt. Op een terras diep verzonken in een heerlijke rieten korfstoel met een ‘pastis’ en ijswater voor de neus, maken dergelijke gedachten zich nu eenmaal snel meester van je. Zeker met de stemmen van spelende kinderen en snorrende mobylettes en scootertjes op de achtergrond. Je ziet een dorpeling zijn Renaultje achteloos inparkeren, de koeling van de ijsvitrine bromt en dieselhoestend rangeert een lokale leverancier zijn vrachtwagen voor een magazijndeur. Zo is het goed. Helemaal goed. Enigszins tegen onze zin, omdat we tegen de drukte opzien, gaan we aan het eind van de middag toch verder richting Middellandse zee. Ondanks het feit dat het daar nauwelijks mooier kan zijn dan in deze contreien. Dan nog, een trip naar Zuid-Frankrijk zonder de Côtes d’Azur te hebben bezocht valt nu eenmaal niet goed te praten? Het idee om via het Massif des Maure naar St. Tropez te rijden, komt planningtechnisch niet goed uit. Daarom cirkelen we via Draguignan naar Fréjus en St. Raphael. Per kilometer wordt het voller en drukker. Overal waar je kijkt ontsieren industriegebieden en bedrijventerreinen de omgeving. Tussen het veel te drukke weekendverkeer worstelen we ons er doorheen. Wie hier naar het strand wil, moet knap volhardend zijn.Dan dienen de eerste masten zich boven de daken heen en weer schommelend aan. Nog een bocht om en dan rollen we tussen de zonneschermen en ijsstalletjes over de strandpromenade van Fréjus. De zee strekt zich vanaf hier, omzoomd door vuurrode rotsen en zandstrandjes, ontspannen diepblauw en wonderschoon tot aan de horizon. We zien villa’s, dure jachten en souvenirwinkels: dit is de Côte d’Azur.Bij het binnenrijden van Cannes branden op de Croisette de eerste lichtjes al. De horeca heeft de kaarsjes op de tafels al aangestoken. Dat alleen arme mensen hun energieverbruik binnen de perken moeten zien te houden, blijkt uit de batterij schijnwerpers die de gevels van de imposante hotels en restaurants in het kunstmatige zonnetje zetten. Zo ook bij het Carlton-hotel, waar het een gedrang van fotograven en de duurste limo’s is. Schijnt een exclusieve en toonaangevende modeshow te zijn, extra opgeluisterd door de finale van een jetski-wedstrijd aan het strand. Alles is hier net weer iets chiquer, eleganter en duurder dan elders. En de edelboetiques van Armani tot Yves St.Laurant verdingen zich schouder aan schouder op de eerste rij. Pas een paar straten verder van het strand wordt alles wat menselijker. We vinden er zelfs een hotel bijna passen binnen ons budget. We drentelen een luxe bar met live muziek binnen en bestellen een ‘pression’ (tapbier) aan de bar. Dat is hier het goedkoopste drinken, want de prijzen lopen op via ‘bediening aan tafel’ en ‘bediening op het terras’. Maar zelfs op ons ‘inferieure’ plaatsje aan de tap, kost het biertje nog vier euro. Maar soms moet je de budgettaire planning gewoon even loslaten, en dit is één van die momenten. Wanneer we ver na middernacht onder zeil gaan, zindert het stadsleven nog steeds. Nooit gedacht dat de Côte zo leuk kon zijn!De volgende ochtend begint de laatste etappe, we gaan richting noorden. De zee is nog maar nauwelijks uit onze achteruitkijkspiegels verdwenen, of de eerste bergen dienen zich al aan. Net voorbij de uit alle poriën geurende parfumstad Grasse liggen de eerste uitlopers van de Franse Alpen. Het is nog koel en er zijn alleen maar wat trainende wielrenners onderweg, de smalle canyons van de Loup en de Vesubie hebben we dan ook nagenoeg voor ons alleen. Vanaf daar gaat de weg richting Col de Turini, de klassiekerklim uit dit gebied. Zomers voor de pedaleurs, ’s winters het metier van deelnemers aan de Rally de Monte Carlo en zo tussen beide seizoenen in gaan wij op de motor de beproeving aan. En wat voor één, we genieten van elke beroemde helling en befaamde bocht. We sturen, remmen, vegen over bergen en door dalen en geven nog één keer alles wat we in huis hebben. Totdat we achter de Col de Brouis in Saorge aan het eind van het Royatal komen. Een massieve kluit vakantieverkeer blokkeert de weg en we staan weer met twee benen op de grond. Het is gelukkig nog maar een paar kilometer tot de Italiaanse grens, enkel. Nog een laatste stop in Tende, tussen de stoffige 4WD’s en off-roads die naast het asfalt hebben gespeeld en de supersports en supermotards die de haarspelden hebben overwonnen. We praten nog even na bij een laatste bak koffie voor we aan de twaalfhonderd kilometer terug naar huis beginnen. Als de maan een paar uur later glashelder omhoog klimt, hebben we de helft van die rit er alweer opzitten. Wie had dat een paar dagen geleden kunnen denken?________________________________________INFOHet doel van deze reis is om via een prachtige route door de Franse Alpen naar de Côte d’Azur te rijden. Dat kan natuurlijk het hele jaar door, al moet je er wel rekening mee houden dat gedurende het grootste deel van de winter met name de hoge en meest bekende passen zijn afgesloten voor verkeer. Zelfs dan zijn de alternatieve reismogelijkheden zo groot en gevarieerd, dat je tijd tekort komt.AANRIJDENOm een deel van de Franse tolwegen te omzeilen en vlotjes het eerste deel van de reis over de Duitse autosnelwegen te kunnen doen, pakten we de A5 van Karlruhe naar Basel. Vlak voor Zwitserland namen we de A36 van Mulhouse, via Bensançon naar Dole, om vanaf daar via de A39door te rijden tot Bourg-en-Bresse, het begin van onze ‘echte’ reis waar we de Jura indoken. Wanneer het weer mee zit en je genoeg tijd hebt, kun je ook vanaf Montbéliard het Frans-Zwitserse grensgebergte inrijden. De dalen lopen van noord naar zuid, zodat de rit niet alleen door een mooi landschap, maar ook nog eens lekker vlot gaat. Goede vuistregel bij de te bepalen route is: hoe slechter het weer, des te meer westelijk je moet gaan rijden. Door het milde Rhône-dal (langs Lyon dus) reis je overigens bijna altijd probleemloos en sneeuwvrij. LITERATUURDe veelzijdigheid aan streken waar je doorheen komt, maakt het onmogelijk om met enkel één reisgidsje de deur uit te gaan. De ANWB Actief & Anders over de Franse Alpen (€ 10,75) of de Franse Alpen uit de ANWB Gouden Serie (€ 17,95) vormen in ieder geval een goed begin. Mag het ook in het Engels, dan bieden de French Alpes (€ 16,95) uit de Michelin Green Guides-serie of Rhone-Alpes (€ 21,90) van Cadogan wellicht uitkomst.De Michelin kaarten 523 (Rhône-Alpes) en 527 (Provence-Alpes-Côte d’Azur) zijn uiterst behulpzaam bij het plannen van je dagtrips en het zoeken naar eventuele alternatieve routes. Beide kaarten zijn in schaal 1 op 200.000 en kosten € 8,40. OVERNACHTENIn de Franse Alpen tiert het toerisme het hele jaar welig, het vinden van plekje voor de nacht is dan ook nooit een probleem. Aanrader is ondermeer Castellane aan de Canyon du Verdon, beschikt over vele hotels en restaurants in het oude centrum en is bovendien een leuke halteplaats. Ook Embrun aan het Lac de Serre-Ponçon is een prettige overnachtingsplek en biedt toegang tot een paar fijne passen. Wanneer die tenminste open zijn natuurlijk. CONTACTFrans Verkeersbureau:Maison DescartesVijzelgracht 2A1017 HR Amsterdam T 0900-112 2332E info.nl@franceguide.comI www.maisondescartes.com REISDUUR: 5 TOT 6 DAGENTOTALE AFSTAND: 3000 KILOMETER________________________________________[UNTERSCHRIFTE][MRD Seite 78]Buiten het hoogseizoen is het een sport op zich om sneeuwvrije passen en geopende terrasjes te vinden. Wij vonden ze beiden bij de Col de Champs.[MRD Seite 80-81]Charmant doorleefd: Hotel “Le Saint Hubert”aan de Route Napoleon ten noorden van Gap.De eerste groet van het zuiden: het Lac de Serre-Ponçon ten oosten van Gap.Waardin uit roeping, Christiane Borgey van het pension bij Belle.[STREAMER]NU WORDT HET DEFINITIEF MEDITERRAAN: WOLKELOOS BLAUW, STRALEND GROEN EN IDEALE TEMPERATUREN BOVEN DE TWINTIG GRADEN.[MRD SEITE 82-83]Dankzij de rust kun je in de meeste Zuid-Franse plaatsen nog vlot de bocht door. De controles buiten de bebouwde kom zijn echter wel serieus!De zorg voor de fauna bij de mooie bar in de haarspeldbocht van St.Martin aan de Col de Champs.Als in tijden van weleer, de platanen van Salernes in de Provence.[STREAMER]LOGEPLAATSEN ALS OP HET CIRCUIT VAN ZANDVOORT, DE DAMES IN DE BINNENBOCHT, DE KAARTENDE MANNEN IN DE BUITENBOCHT[MRD SEITE 84-85]De brug in de Jura, een dramatisch kijkje in de Gorges du Mort.Middagpauze op de Col d’Allos, eten met uitzicht.De laatste spurt van de tripover de Col du Turini in de Franse Alpen.Kajakken in Europa’s machtigste kloof: de Canyon du Verdon.Al bijna Italië, een gevelrij in Sospel, nog in de Franse Alpen.[STREAMER]IN DE WINTER VOOR DE LEGENDARISCHE RALLY VAN MONTE CARLO, MAAR NU IS HIJ VOOR ONS: DE COL DE TURINI[mrd seite 86-87]Een kleurenorgie in rood en blauw, de Corniche de l’Esterel.Het kleurrijke nachtleven in Cannes, zelfs de palmen worden belicht.De plek waar rijkaards voor anker gaan, de jachthaven van St.Raphael.Niet alleen cash, ook kunst: een galeriehoudster op het strand van Cannes.Dikke auto’s, dure hotels: de Côte d’Azur in een notendop.[STREAMER] WIE HAD GEDACHT DAT JE IN CANNES ZOVEEL PRET KAN HEBBEN? MAAR DE EURO’S VLIEGEN JE ZAK UIT[MRD SEITE 88]De grote finale op de Col du Turini in de buurt van de Italiaanse grens.

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...