+ Plus

Supersport 300-race op Assen

In het ‘support program’ van de TT rijdt de Supersport 300 klasse. Maar die categorie hoort toch bij dat andere wereldkampioenschap, het WK Superbike? Inderdaad, daar debuteert het World Supersport 300 dit jaar met volle startvelden en explosieve strijd. In Nederland rijdt sinds 2015 de KTM RC390 Cup en dit jaar startte de Yamaha R3 Cup. Om af te tasten of in Nederland een Supersport 300 kampioenschap levensvatbaar is, werd tijdens de TT een supersport 300-wedstrijd verreden. Aangezien MotoPlus de R3-Cup van dichtbij volgt, racen we op een R3 mee om te ervaren of en hoe opwindend het racen met een supersport 300 is.

Met 36 inschrijvingen is het startveld lekker gevuld en bovendien goed divers, want naast de R3’s mogen ook alle gehomologeerde machines uit het WSS300 meerijden, plus de KTM RC390. Helaas rijdt die KTM niet mee in het WK, omdat KTM de 390 niet heeft aangeboden ter homologatie. Wellicht vermoedt KTM dat hun ééncilinder niet voldoende ‘ready-to-race’ is tegen alle andere twins of er zijn andere politieke redenen. Gelukkig rijden ze hier wel, net als Kawasaki Ninja 300’s. De namen op de startlijst geven een eerste indicatie dat dit geen rustig boemelritje wordt. Diverse rijders rijden in het WK om het podium, zoals Robert Schotman, Ruben Doorakkers (de zoon van…), Glenn van Straalen en Finn de Bruin. Finn behaalde in 2016 de titel in de KTM RC390 World Final, wat een ferme aanbeveling is. Dan rijden er in Nederland coureurs als Dennis Koopman (zoon van 125cc kampioen Hans Koopman) die momenteel het R3-kampioenschap leidt. De minimumleeftijd in het WK is 15 jaar en hier is dat 14 jaar, zodat toptalenten na een jaar al kunnen doorstromen naar dat WK. Als gastrijders zijn er de herintredende Joey Litjens en Hugo van den Berg, beide voormalig 125cc GP coureurs. WK-leider Scott Derou ontbreekt op de startlijst, de reden daarvoor is dat deelname aan dit evenement hem een testdag zou kosten.
Ik heb nog helemaal geen testdagen gehad en daarom rijd ik enkele dagen voor de TT een paar sessies met een R3 op Zandvoort. Die bleek kort daarvoor zo hard gecrasht dat de voorvork krom staat en ook was de achterveer bijzonder zacht, waardoor ik niet bepaald de grenzen kon aftasten. Bovendien blijkt het niet de machine waarmee ik zou gaan racen, dus chassisafstellingen zoals rijhoogte hadden ook niet heel veel zin. Toch helpt dit om enigszins een gevoel voor de R3 te ontwikkelen. Drie dagen later tref ik op het TT Circuit ‘mijn’ R3, beschikbaar gesteld door Benro Racing. De R3 staat in de grote tent, die het middelpunt is van het prachtige Yamaha R3-dorp. Dit ziet er professioneel uit, vooral in combinatie met de eigen tribune! Het Yamaha-gevoel wordt fraai opgebouwd op deze manier. Alle coureurs lopen in de Yamaha-teamkleding, die bij het startpakket van de R3-Cup hoort.
In Motoplus 7/2017 is de R3-Cup uitgebreid geïntroduceerd en in het kort komt het erop neer dat voor de prijs van € 12.616 een R3 zonder kenteken (en BPM) wordt geleverd, klaar voor circuitgebruik middels een racekuip en -zit, verstelbare rem/schakelset, beschermers voor remhendel en achterkettingwiel, SBS gesinterde remblokken, staalomvlochten remleidingen, Öhlins STX46 achtervering en een NIX22 cartridge kit voor de voorvork, set regenwielen, set Pirelli Supercorsa’s en regenbanden en een Akrapovic uitlaatsysteem. De R3 wordt compleet opgebouwd geleverd, samen met dat kleding- en een onderhoudspakket en ook het inschrijfgeld voor 9 raceweekends en de KNMV racelicentie behoren tot het pakket. Best wat geld, maar dan staat er wel een serieus geprepareerde racer en er is veel rijtijd op een breed pallet aan serieuze circuits zoals Assen, Oscherseben en Nürburgring.

Om het feest goed van start te laten gaan, heeft de organisatie mijn R3 voorzien van startnummer 46, dus daar kan het niet aan liggen. Zeker niet in deze TT, zoals Rossi later zou laten zien. Overigens zou Rossi zich ook daadwerkelijk laten zien, want de R3-coureurs hadden een ‘Meet&Greet’ met hem in de Yamaha VIP-box en de spanning was voelbaar. Hier worden de coureurs duidelijk gretig van en dat is precies de doelstelling van deze Cup, want het is een stap in het proces van het klaarstomen van jonge coureurs voor het wereldpodium, precies zoals past in Yamaha’s bLU cRU programma. Dat is namelijk een platform om de volgende generatie coureurs een traject naar de top te bieden.
Mijn traject naar deelname aan deze race omvat één vrije training en een kwalificatie, dus ik moet de rijtijd maximaliseren. Ik zorg ervoor om bij de vrije training helemaal vooraan te staan, waarbij direct opvalt dat de voorrem amper wat doet als deze koud is, weer eens een lesje dat raceremblokken nooit op de openbare weg gebruikt moeten worden. Eenmaal warm blijkt de enkele schijf juist boven verwachting goed te vertragen. Ondertussen warm ik de R3 op, waarbij deze niet stationair blijft draaien en de gasrespons wat hikt. Eenmaal op de baan valt dit gelukkig totaal niet meer op.
Wat wel opvalt is dat ik Assen opnieuw moet leren kennen. De belangrijkste verschillen zijn de rempunten, of juist helemaal niet moeten remmen! Ook zijn de schakelpunten compleet anders dan ik ken, zo gaat de GT-chicane meestal in de tweede versnelling en nu in de vierde. Stekkenwal gaat vrijwel altijd in drie en nu in vijf. De eerste paar ronden schakel ik regelmatig (veel) te ver terug. Na enkele ronden kom ik aan bij de Ramshoek, rem niet maar tik wel terug naar vijf en een concurrent schiet aan de buitenkant langs me heen en raakt mijn knie en vooral elleboog stevig. Later spreken we hier even over en het blijkt dat ze totaal niet verwachten dat iemand het gas dichtdoet voor de Ramshoek! Aardig leermomentje en later zal dit inderdaad gewoon prima in zes gaan.
Zodra ik wat harder ga, lijkt de achterkant veel beweging te geven. Anders dan in Zandvoort, want nu is een hardere achterveer gemonteerd, maar het is niet strak. Ik kom binnen en stel de ingaande demping van de achtervering 5 klikken harder. De beweging wordt erger, dus het moet de andere kant op. Het sturen voelt dermate onprecies dat het rijden nog niet lijkt op racen. Ik ben eigenlijk verbaasd dat ik rijders achter me heb gehouden. Hierna blijkt dat de achterband zo’n 0,4 bar te zacht staat en dat is onacceptabel als je in een dusdanig sterk veld wilt meestrijden. De kwalificatie gaan we in met de banden vol met wind, dus wie kan me dan wat maken?

In de kwalificatie stuurt de R3 niet meer eng en dat is een aardig uitgangspunt. Later remmen is mogelijk en de R3 verdraagt meer input van mij, zonder veel beweging. Helaas wordt de grip achter wezenlijk minder, doordat de achterband al oud is en flink versleten. De 321 cc twin moet tot de toerenbegrenzer bij 12.500 toeren worden doorgehaald en ik richt me op platliggen en opvouwen. Mijn rondetijd verbetert zo’n twee seconden en daarme kwalificeer ik me op de 26e positie. Voor de race op de volgende dag wordt een nieuwe achterband gemonteerd en dan is het tijd voor actie! De hele kudde stelt zich op in het parc fermé en de pubers stuiteren alsof ze teveel Haribo gesnoept hebben. Ik realiseer me dat de race tegen gastjes van tweederde van mijn lengte en gewicht en soms eenderde van mijn leeftijd een interessant experiment gaat worden.
De complete groep stelt zich supersnel op het startveld op, de rode lichten doven, ik heb een goede start en zit in de grote kopgroep. Al in de eerste ronde blijkt de versnellingsbak soms uit de vierde en vijfde versnelling te springen en daardoor verlies ik in de tweede ronde ineens de aansluiting. Gezien mijn lengte is mijn aërodynamica niet optimaal, zo krijg ik mijn ellebogen echt niet voor mijn kniën en dus zie ik de groep weglopen. De race lijkt een wat eenzame race, dus ik richt me op de R3. Zuivere lijnen rijden, later remmen voor die lastige Haarbocht en in Ossenbroeken ga ik op zoek naar helingshoeken, waarbij variëren van de druk op de binnenste en buitenste voetsteun flink verschil maakt, echt een prachtig spel. Nu pas merk ik dat in de Strubben even terug naar twee en meteen doortikken naar de derde versnelling beter werkt. Prachtig is de constatering dat ik bij het insturen van Mandeveen helemaal niet hoeft te remmen! Gas los en insturen werkt prima en juist daardoor neem je meer snelheid mee richting Duikersloot en dus in de hele sprint naar de Ramshoek en de GT. Dit is racen in optima forma, want de R3 biedt zeker voldoende snelheid (tot 180 km/uur) om het spannend te maken en geeft ook voldoende ruimte (en afstelmogelijkheden) om een betere coureur te worden. Hij nodigt er flink toe uit, want instuursnelheid en bochtsnelheid zijn cruciaal voor rondetijden.
Ik begrijp de R3 steeds beter en in de laatste ronde heb ik ineens aansluiting bij Mieke Abbink, met haar 14 jaar de jongste deelneem(st)er van het veld en komt uit de Yamaha R125 Cup. Ik rem haar voorbij in de Haarbocht en ze slaat direct terug in Madijk. Op de Veenslang kruip ik in de slipstream, maar kom er niet voorbij. Ik wacht tot de Ramshoek en GT en rem haar daar voorbij. Ik word twintigste en verbeter mijn rondetijd met nog een seconde.

Zeker zo belangrijk is dat mijn inzicht verbetert in wat de R3 Cup te bieden heeft. Het is écht racen, je wordt keihard gedwongen om hard te sturen en slipstreamen. Je wordt hier een betere coureur van. Veel rijders die nu een oude 600 kopen ‘voor weinig’ zouden moeten overwegen om één of enkele seizoenen een 300 te gaan rijden. Hopelijk ontstaat uit dit eenmalige evenement een Dutch Supersport 300 (DSS300) kampioenschap voor 2018 en dan zullen vast talenten doorstromen naar het wereldtoneel. Het niveau is nu al hoog genoeg, want de kop van de wedstrijd gaat helemaal los en noteert een snelste raceronde, die 0,7 snéller is dan in het WSS300! Een mogelijke DSS300 zou wel eens een opleving van de complete Nederlands wegrace kunnen betekenen en dat zou prachtig nieuws zijn. De KNMV-sportdirecteur vertelde in Assen dat de KNMV dit initiatief ondersteunt, maar eigenlijk hopen we dat de motorrijdersvereniging flink wat verder gaat en de kar gaat trekken om motormerken, raceorganisaties en sponsoren te verenigen. De organisatie van zowel de KTM RC390 Cup als de Yamaha R3 Cup mag trots zijn op wat ze nu al hebben neergezet. Wij kijken reikhalzend uit naar de volgende stappen, zodat we meer Hollandse Leeuwen zoals Bo Bendsneijder tegemoet kunnen zien.

Lees meer over

Kawasaki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...