+ Plus

Reizen Pyreneeën

Ruim 400 kilometer graniet, twee enorme wateren, een woestijn en lege wegen. Een reis dwars door de Pyreneeën van de Middellandse Zee tot aan de Atlantische Oceaan biedt eigenlijk voldoende voer voor wel drie lange motorvakanties. Dit alles in slechts tien dagen ervaren, voelt bijna als een extra geconcentreerde bouillon met een extra rijke smaak!

Kun jij je je droom van afgelopen nacht nog herinneren? Ik kan het. Kort na het ontwaken zie ik nog steeds de wonderlijke scenes die zich uit het nachtelijke donker het schemerige daglicht in hebben gered. In die droom dragen honden tijdens het motorrijden helmen gemaakt van half opengesneden handballen, een nog-steeds-68’er laat met zijn motorfiets-disco een vuurtoren trillen en motoren vallen als dominostenen over elkaar heen. Een vreemde droom? Nee hoor, deze keer is alles echt!
Warme wind waait door onze jacks. De allroads strijken de laatste kilometers naar het startpunt van onze reis over waardig oud geworden asfalt glad. Al van ver is de witte vuurtoren te zien boven de ruwe klippen van de Cap de Creus. Er is geen twijfel, het is een gepaste start voor de rit van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan. Alleen de vuurtoren, de klippen, de golvende zee en wij drieën. Maar waar komen toch die dreunende bassen vandaan?
De parkeerplaats bij de vuurtoren is gevuld als een conservenblikje met sardientjes. Wij met z’n drieën helemaal alleen? Vergeet het maar! Over het gehele terrein klinkt het ontspannen ritme van reggaemuziek. En dan komt het geluid ook nog eens bij een motorfiets vandaan, een opgevoerde en omgebouwde Suzuki GS850 met zijspan uit Bob Marley-tijden. Twee vette speakers heeft de Bob Marley van Cap de Creus aan deze constructie gemonteerd en vult daarmee nu de ruimte rondom de vuurtoren. Met een “Yeah man!” begroet Nick ons boven de muziek uit, terwijl hij continue door zijn knieën op een neer gaat. Na een vlugge Café con Leche gooit Nick er een ‘Get up stand up!’ uit. Als dat geen vertreksignaal is!
Ik heb het al ontelbare keren gezegd: “Er is daar altijd file en buiten winkelcentra is er helemaal geen klap te zien of beleven! Allemaal tevergeefs. Mijn reisgenoten, die beiden nog nooit in Andorra zijn geweesy, willen per se naar het centrum van de hooggebergteconsumptie. Ik word getroost door de route er naar toe. Geweldige bochten tot vlak na Latour de Carol en dan wordt het eventjes een beetje krapper totdat de Col de Puymorens is bereikt. Daarachter komen de bergen boven de 2.500 meter in beeld, vooraan de Pueg d’Ascobes. En nu zou het wat verkeer betreft ook voelbaar drukker moeten worden. Maar de Port d’Envalira, met 2.407 meters de hoogste geasfalteerde bergpas van de Pyreneeën, is helemaal schoongeveegd. Eindelijk in Andorra La Vella aangekomen is er weliswaar bedrijvigheid tussen de supermarkten en de Factory-outlets, maar van een verkeersinfarct zijn we net zo ver verwijderd als van onze eigen infarct. Vanaf nu kan het alleen nog maar beter worden: offroad vertrekken vanuit Andorra!

Het verlaten skigebied van Pal heeft ons net onder een blauwe zomerhemel geleid naar een piekfijne asfaltweg boven de boomgrens, als plotseling een groep vale gieren in een perfecte parallelvlucht naast ons opduikt. De moedigste onder hen scheert vlak langs mijn helm. Het is ongelofelijk! Met een spanwijdte van 2,70 m komt zelfs mijn 1190cc ineens klein over. De overige leden van familie Gier zijn voor het middageten neergestreken bij de bedding van een beek. Op het menu staat vandaag een van de steile helling naar beneden gevallen koe. De tafelmanieren van de familie zijn overigens voor verbetering vatbaar. Tot aan de schouders steken ze hun kop en nek in het lichaam van de koe, om hem dan weer met een echte ‘plop’ uit de opening te trekken. Eet smakelijk!
De naar beneden gevallen koe ben ik al lang weer vergeten wanneer we de Col de Tourmalet voor ons hebben. Andi’s twin rochelt stevig door de laatste bochten onder het hoogste punt van de bergpas. We stoppen even kort bij het wielrenner-gedenkteken en geven onze motoren dan flink de sporen, omdat we een doel voor ogen hebben dat zich terzijde van de doorgaande weg bevindt. We hebben niet het vermoeden dat ons daar een koe-gelijkend lot wacht, integendeel zelfs, volgens diverse kenners wacht ons een uitzicht dat niet snel geëvenaard wordt. “Woahhh!” Andi’s onverwachte vreugdekreet heb ik zelfs tijdens het rijden gehoord. We zijn net het dal van Gavarnie ingereden en heel kort kunnen we een blik opvangen van het overweldigende keteldal. Dat moeten we in zijn volle glorie aanschouwen, daarvoor moeten we eerst de weg naar de uitkijkplaats vinden. Het is ‘high noon’, lunchtijd, als we het door cafés en restaurants omzoomde dorpsplein van Gavarnie op rijden. Hier splitst de weg zich. Naar rechts of naar links?
We staan midden op het kruispunt en overleggen even kort met elkaar over welke kant het op moet. De beslissing: naar rechts! Stephan start zijn Ténéré, komt een halve meter verder en dan slaat de ééncilinder plotseling af. Zo plots dat er even wat onbalans in de volgepakte eencilinder komt, Stephan het handeltje niet meer kan houden en boven op mijn 1190 valt. Het gewicht is te zwaar en ik schik me sneller dan de bliksem in het onvermijdelijke lot en laat de boel maar gewoon gaan. Andi is nu het volgende slachtoffer in de rij, krijgt de hele boel over zich heen en gaat sneller neer dan een bokser na een knock-out. De drie half over elkaar liggende motoren versieren nu het enige kruispunt dat Gavarnie rijk is. Het tafereel mag op veel enthousiasme rekenen van de volle terrassen, er valt ons zelfs een bescheiden, weliswaar sarcastisch bedoeld applausje ten deel. Maar goed, dat niemand ons hier kent!

Twee dagen later worden we op weg naar Guethary aan de Atlantische Oceaan door heftige regen overspoeld. De zonovergoten momenten boven de machtige afgronden en watervallen van Gavarnie zijn verleden tijd. Door het weer kunnen we nu onze regenkleding langdurig testen. Steeds weer nieuwe regenbuien dalen op ons neer. We nemen een pauze in Café Madrid totdat een eerste zonnestraal het wolkendek boven de Atlantische Oceaan open scheurt en diep boven de horizon een zilver gepolijste streep blootlegt. Hier hebben we op gewacht, we rijden naar daar waar het niet regent.
Bardenas Reales is een van de weinige Europese woestijnen. Van de koelte van de kust van de Atlantische Oceaan is niets meer over. Daarvoor in de plaats prikt ons een fonkelende middagzon in de tranende ogen. Aan de noordelijke kant van de broedoven van Bardenas heeft Fernando Barrena de wijnbouwerij Azul y Garanza opgericht. Hij zweert bij het klimaat en zijn Desierto, de woestijnwijn. We proberen eventjes en zijn er zeker van dat we de proeverij direct moeten beëindigen als we straks niet heen en weer willen zwieren over de pistes van de Bardenas. Fernando belooft ons enkele flessen naar ons huisadres te sturen en geeft ons bij vertrek nog een tip mee voor de route door de woestijn.
De stofwolken verdwijnen langzaam, terwijl Andi’s enthousiasme juist stijgt. Enkele maanden geleden was hij in Utah en Arizona en Bardenas Reales komt hem voor als de Europese tegenhanger. De rimpelige huid van de aarde is hier dieprood geoxideerd en overal vormen de wind en de sporadische regenval nieuwe gedaanten uit de fragiele bodem. Hier een Bryce-Canyon, daar een Monument Valley. En dat allemaal slechts honderd kilometer verwijderd van de Pyreneeën. Absoluut fantastisch!
Op de pistes in Bardenas Reales hebben we heel veel stof opgepakt en daarom kiezen we voor de terugreis naar de Middellandse Zee wat vaker over een ietwat vaster grindwegdek. De eerste etappe vanaf Torla naar Nerín vervalt. In de zomermaanden is de route alleen maar voor wandelaars toegankelijk. Geen probleem, want de Canyon d’Anisclo maakt alles weer helemaal goed vanwege het schitterende landschap. En voor de offroadliefhebber komt het mooiste nog: vanaf Salinas naar Castejon de Sos vliegen de eerste steentjes door de lucht. Dan moeten we op de route naar Montgarri ook nog eens heel vaak door het water rijden. Enduro in optima forma, inclusief natte sokken. Als die aan het drogen zijn doet de nachtelijke hemel ons versteld staan en geraken we in een ware sterrenextase.
‘35 kilometer lang bochtig traject’. Het verkeersbord is bedoeld als waarschuwing, maar klinkt voor ons als een uitnodiging. Voor ons is het feest vanaf Sort naar Adrall en eigenlijk zouden er steeds weer nieuwe borden moeten worden geplaatst, die uitnodigen voor de volgende bochtrijke kilometers. Het doet er niet toe waar je naartoe stuurt, nergens kun je rechtdoor rijden. Kan het nog beter?
Het is niet meer zo ver tot aan de Middellandse Zee als we in Villa du Parc een laatste tussenstop inlassen. Samen met ons gaat net een groep bikers op pad, die twee bijzondere passagiers meeneemt. Twee honden, die tot de vreugde van hun eigenaren niet groter zijn dan een tankrugzak, springen op hun plek bovenop de tank en in de open topkoffer. Mogen zij zonder beschermende kleding meerijden? Natuurlijk niet, het tweetal laat zich uiterst gewillig een skibril en een eigenhandig van een halve bal gefabriceerd pothelmpje opzetten. Wow! Dat verzin je in je stoutste dromen niet.
À propos droom: voor een fantastische finale rijden we nog een keer naar zee. Over enkele van de uitgestrekte stranden mag je met de motor rijden. Die mogelijkheid laten we natuurlijk niet aan ons voorbij gaan. We driften door het fijne zand, vliegen parallel aan de waterlijn en doen een wedstrijdje met de windsurfers. Soms denk ik dat je van zo’n reis met al die heerlijke, vreemde, belachelijke en nooit meer terugkerende momenten een mooie film zou moeten maken. Ik weet het eigenlijk wel zeker!

Lees meer over

Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

Eerste Test Suzuki V-Strom 800

14 maart, 2024

Het moet wel heel raar lopen als de V-Strom 800DE (dé Alpenmaster van 2023!) door kleinere wielen plotseling ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-