+ Plus

Reizen Cyprus

Cyprus, het laatste verdeelde land van Europa. Maar daarnaast is het ook de perfecte plek om het motorrijseizoen kunstmatig wat te verlengen. Stoffige offroad wegen, fantastische bergweggetjes en de mediterrane levensstijl garanderen een prikkelende, boeiende en spannende vakantie.

De tijden zijn veranderd, ook op Cyprus. 2700 jaar lang beheerste één naam het leven op het eiland: Aphrodite, de godin van de liefde. Vandaag de dag domineert een andere naam de krantenkoppen en de discussies tussen de eilandbewoners: de Trojka. De Europese bureaucraten-drie-eenheid in nette pakken wordt alles in de schoenen geschoven dat ook maar een beetje fout gaat in dit land. Soms lijkt het wel of de bewoners liever met rust gelaten worden, dan dat ze hun zo geliefde land willen behoeden voor een bankroet.
Van dit alles krijgen we maar weinig of niets mee, als we ’s avonds in Larnaca landen en met de huurauto op weg gaan naar ‘ons’ landhuis meteen de verkeerde weghelft op schieten. We waren even vergeten dat het eiland ooit een Britse kolonie was. Cyprus is voornamelijk ingesteld op grote groepen toeristen, iets dat een spontane zoektocht naar een onderkomen lastig maakt. Dus hebben we vooraf een ‘origineel Cypriotisch landhuis’ geboekt, dat een fantastische keuze blijkt: een oude rustieke stenen villa hoog boven de baai van Chrysochou, op het noordwesten van het eiland.
De volgende ochtend vroeg zijn we in Paphos, waar we bij Costas, de eigenaar van ‘TT Isle of Man Rental’ de gereserveerde allroads ophalen: een Kawasaki KLR650 en een Suzuki DR 350. Betrouwbare en robuuste machines, die hun jarenlange dienst als huurmotoren maar moeilijk weten te verbergen. Helemaal niet eigenlijk. Voor ons is het belangrijkste dat ze technisch in orde zijn, en daar heeft het alle schijn van.

Het plan voor onze korte ontsnapping aan de druilerige herfst en met rasse schreden naderende winter is simpel: tien dagen lang genieten van de zon en daarnaast op zoek gaan naar de spannendste wegen van het eiland. Na één blik op de kaart is al wel duidelijk waar die zich ophouden: in het bijna tweeduizend meter hoge Troödosgebergte. Dat heeft zich echter op dit moment achter dikke, donkere wolken geïnstalleerd, en het ziet er niet naar uit dat ze snel weer vertrokken zullen zijn. “Morgen wordt het beter”, orakelt Costas. “Rij vandaag maar naar Akamas, daar is het altijd mooi weer en de wegen zijn er gewoon fantastisch!”
Het onbewoonde schiereiland in het noordwesten was tot de eeuwwisseling het speelterrein van het Britse leger. Sinds de Engelsen vertrokken zijn, is er evenwel niet veel veranderd, het vechten gaat gewoon door. Tegenwoordig ruziën natuurbeschermers en projectontwikkelaars over wat er van Akamas moet worden. Wordt dit het eerste natuurpark van het eiland? Of wordt de kust weer volgestort met betonnen hotels? De toekomst zal het leren. Nu is het met macchia overwoekerde droge land vooral een paradijs voor offroad rijders. Er is nergens asfalt, in plaats daarvan een labyrint-achtig netwerk van offroad paden van de meest uiteenlopende gradaties. Een gebied, kortom, dat gemaakt is om ontdekt te worden.
We roffelen met onze éénpitters over een ruwe gravelweg naar het noorden, met niets anders dan weids land om ons heen. De weg schuurt een tijdje dicht langs de rotsachtige kust, stijgt dan voorzichtig omhoog de bergen in. Diepe geulen vergen nogal wat van de motoren. Overal waar we rijden zien we rechts en links zijwegen die verdwijnen achter een heuvel of gewoon plotseling in de bosjes eindigen. Zo wild en eenzaam hadden we ons Cyprus nooit voorgesteld.
Links van ons licht de turquoise zee op aan de westkust, rechts glinstert de baai van Polis. In één woord fantastisch. En het wordt zelfs nog beter. Langzaam waggelt de weg omhoog naar de noordkust. De beklimmingen en afdalingen zijn steil en rotsachtig, soms gegarneerd met bruine plassen vol stenen. Dit is zeker geen gebied voor beginnende offroadrijders. Het is hard werken. Voor ons blijft de zee steeds onbereikbaar, daarvoor is de kust veel te steil. Jammer, een frisse duik in het nog warme water zou nu een erg welkome afwisseling zijn. Offroadrijden mag dan avontuurlijk zijn, inspannend is het ook. En zeker met de behoorlijke uitdagende pistes hier is het kwik in de helm inmiddels tot ongekende hoogte gestegen. Pfoe…

De volgende dag is het weer niet veranderd, de bergen schitteren door afwezigheid als gevolg van wederom laaghangende onweerswolken, die zich vanuit het zuidwesten op het eiland hebben gestort. Maar hier aan zee schijnt de zon, de temperatuur is een aangename 21 graden. Na een initiële korte stop om van het uitzicht over het water te genieten, volgen we de E704 langs de kust en doen daarna het Turkse deel van Cyprus aan. De absurde situatie van een in tweeën gedeeld eiland ervaren we voor het eerst echt in Kokkina, een klein, door Turken bezet dorpje aan de zee. De directe weg naar de grens is verboden terrein. Daarom moeten we met een grote bocht over een hoge bergweg omrijden en zien zo beneden in Kokkina de Turkse legerposities liggen, evenals een bufferzone in het dennenbos, compleet met prikkeldraad en wachttorens. Hier staan verveelde Argentijnse VN-soldaten, die op hun beurt weer bewaakt worden door Cypriotische soldaten, die in een halve cirkel om de Argentijnen heen staan opgesteld. Wat een absurde situatie.
Het oversteken van de grens naar het Turkse noorden van het eiland is snel en vriendelijk. Twintig euro kost de verzekering voor de motor. De papieren worden afgestempeld en aansluitend kunnen we weer verder, een totaal ander land in. In plaats van kerken zien we moskeeën. Een muezzin roept zingend op tot het gebed, in het café hurken alleen mannen en overal waar we kijken wappert fier de Turkse vlag. En ook hier geldt weer: links rijden! De lelijke hoofdstraat in het pittoreske kustplaatsje Kyreneia – de Turken zelf noemen het Girne – ligt vol met auto showrooms, werkplaatsen, ongedefinieerde winkels en opvallend veel casino’s en nachtclubs. Die laatste worden goed bezocht door Turkse zakenmensen. Voor hen is dit het paradijs: dit soort zaakjes zijn op het strenggelovige vasteland verboden, maar hier zal Allah wel een oogje dichtknijpen. Toch…?

Een land vol tegenstellingen en contrasten, die ons vooral opvallen in de hoofdstad Nicosia. Aan de noordzijde worden we verrast door de pittoreske oude stad, een deel is gerestaureerd, een deel is domweg prijsgegeven aan verval. Het mooiste gebouw van het eiland is het 450 jaar oude karavanserai Büyük Han. Deze overnachtingsplek voor karavanen, met zijn door arkaden omringde binnenplaats, is zorgvuldig onderhouden en inmiddels weer tot leven gewekt. In de talrijke kleine winkeltjes proeven we de sfeer van het Midden-Oosten. Ten zuiden van de zwaar beveiligde grens, de zogenaamde Groene Lijn, die dwars door het hart van Nicosia snijdt, worden we door de bruisende hoofdstad ontvangen met hoge torens, de bekende ketens van warenhuizen en vervelende files. We zijn blij wanneer we eindelijk de snelweg bereiken en de motoren terug naar Polis kunnen rijden. Twee uur de tijd om even na te denken over de gewelddadige tweedeling van dit eiland, een verscheuring die nu al veertig jaar duurt.
Maar dan zijn we ook wel klaar met de depressieve gedachten, we zijn hier immers niet heen gekomen om verstrikt te raken in de ingewikkelde Cypriotische geschiedenis. Motorrijden, dat is wat we willen! Dus op naar de bergen, die de volgende dag eindelijk ontdaan zijn van die vervelende dikke wolken. Welke van de talrijke straatjes leiden ons uiteindelijk naar de top van het Troödosgebergte? Wij kiezen vandaag voor de F723, de andere opties bewaren we voor een volgende dag.
In dit jaargetijde is het komkommertijd op Cyprus, dus wij hebben de bergwegen helemaal voor onszelf. Mooi. De 723 is een fantastisch. Op perfect asfalt, door bochten zonder einde, roffelen we de berg op. Dit is het ultieme terrein voor de krachtige Kawa. Kameraad Werner heeft met zijn Suzuki het nakijken. Niet veel later is juist hij degene met een brede grijns op zijn gezicht, op de kleine bospaden die door de regen van de afgelopen dagen lekker zacht en sompig zijn geworden, is het de veel zwaardere Kawa die in de problemen komt. Met zijn Sava offroadbanden probeert hij uit alle macht en al slingerend een rechte koers te houden.
Bocht na bocht klimmen we langzaam omhoog, we tikken al snel de duizend meter grens aan. Als tussendoortje nemen we een kopje sterke koffie in het mooie bergdorp Pedoulas, en dan gaat het weer verder, al dansend omhoog. Hoe verder we omhoog swingen, des te dunner wordt het bos om ons heen, totdat rondom ons skiliften en radioantennes de 1.950 meter hoge Olympos ontsieren. Hier staan ook de monumentale, soms 500 jaar oude zwarte dennen met hun knoestige takken in de lucht. Vaak zijn ze zwart door talrijke blikseminslagen.
Het uitzicht vanaf de Olympos is grandioos. Tientallen bergketens strekken zich in het warme licht van de namiddag uit tot aan de horizon. Ver in het noorden glinstert de zee. Rondom de hoogste berg van het eiland kronkelen de allermooiste wegen door de wouden. Om ze allemaal uit te proberen, heb je zeker een paar dagen nodig. Dan hebben we het nog niet over de wirwar van bospaden en leuke onverharde wegen die bijna allemaal legaal te berijden zijn.
Een goede kaart meenemen is een pré, maar is niet altijd voldoende. Niet zelden proberen we een paadje dat plotseling midden in het bos eindigt. Omdraaien maar weer, op zoek naar nieuwe routes. Af en toe stuiten we op verlaten dorpjes, zoals Vretsia, waar nu nog slechts ruïnes staan. Hier woonden ooit Turkse Cyprioten, die in de burgeroorlog van de jaren ’60 en ’70 op een gewelddadige manier werden verdreven. Hun verwoeste dorpen zijn trieste getuigen van dit donkere tijdperk.
Ergens tijdens het rijden stuiten we op een geasfalteerde weg, maar we hebben werkelijk geen idee waar we zijn. We besluiten het asfaltspoor gewoon bergaf te volgen, dat zal ongetwijfeld wel weer ergens bij de zee uitkomen. We bereiken de zuidkust, door stom toeval precies aan het strand van Petra Tou Romiou, een van de mooiste stukken van de hele kust. Het zou precies hier zijn dat de mooie Aphrodite, godin van de liefde, 2.700 jaar geleden spiernaakt uit de zee oprees. Hardnekkig is sindsdien de legende dat de zee de belofte van schoonheid en een eeuwige jeugd houdt. Het recept daarvoor is kinderlijk eenvoudig: zwem gewoon tijdens volle maan op zondag in je eentje om een bepaalde rots in de baai. Wel naakt natuurlijk. Jammer hoor, dat het nu woensdag is en een volle maan nog even op zich laat wachten. Ach, komen we over tien weken gewoon weer even een weekje terug…

Lees meer over

Kawasaki Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

11 april, 2024

Kawasaki en Ninja zijn net zo’n onlosmakelijke combinatie als de Dikke en de Dunne, Johan Cruijff en nummer 14 en ...
Eerste Test Kawasaki Z500

Eerste Test Kawasaki Z500

28 maart, 2024

Voor Kawasaki staat 2024 in het teken van een halveliter-offensief. Liefst drie nieuwe modellen zien het daglicht. ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-