+ Plus

Motards van Alpe d’Huzes

Joop Zoetemelk, Peter Winnen, Hennie Kuiper, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse. Klinkende wielernamen van weleer met één gemeenschappelijke deler: allemaal wonnen ze een keer de Alpe d’Huez tijdens de Tour de France. Op 5 en 6 juni jongstleden bracht de illustere alp tijdens de achtste editie van de Alpe d’Huzes echter achtduizend winnaars voort, die nagenoeg allemaal de berg meerdere keren bedwongen. Een monsterevenement waarvan iedere cent naar KWF Kanker Bestrijding gaat en waarbij motorrijders een belangrijke spil vormen. Wij reden mee! Franse Alpen, 6 juni 2013, 02.30 uur ’s morgens – Normaal gesproken is Alpe d’Huez, een wintersportplaatsje pur sang op 1.860 meter hoogte, in dit zomerse jaargetijde volledig uitgestorven. De skiërs en snowboarders verkeren weer in de dagelijkse sleur van hun negen tot vijf baan, de hotels en appartementencomplexen volledig desolaat achterlatend. Nu hangt er, ondanks het nog belachelijk vroege tijdstip, echter duidelijk iets in de lucht. Een zekere spanning, van de goede soort, dat wel. Op en rond de rotonde, waarop ettelijke honderden kaarsjes de duisternis deels doorbreken, heers een koortsachtige bedrijvigheid. Groepjes mensen hebben zich verzameld langs de dranghekken, onder de grote finishboog staat een grote groep wielrenners opgesteld. Het is de tweede dag van de achtste editie van Alpe d’Huzes, een groots evenement waarbij verdeeld over twee dagen in totaal achtduizend deelnemers de beruchte Alpe d’Huez zo vaak mogelijk gaan beklimmen. Sommigen te voet, de meeste per fiets. Straks om half vijf valt het startschot, daarvoor moet het groepje van zo’n veertig renners echter wel eerst naar de voet van de berg in het centrum Le Bourg d’Oisans, waar de officiële start plaatsvindt. En daarmee begint de werkdag van motard Bert Zieleman, die het clubje in het donker de berg af loodst. Aangekomen in het dal lossen de renners één voor één op in de kluwen renners die zich heeft gevormd in de straten van het nog geen drieduizend zielen tellende dorp. Een opmerkelijk schouwspel, vijfduizend fietsers, die als popelende renpaarden achter het starthek staan om tussen half vijf ’s ochtends en acht uur ’s avonds zo vaak mogelijk de bijna veertien kilometer lange klim naar Alpe d’Huez af te leggen. Sommige op en top getraind, anderen hebben tot vier weken geleden nog nooit op een racefiets gezeten en weten eigenlijk niet eens wat ze precies te wachten. Maar unaniem super gemotiveerd. Nadat Joop Zoetemelk en Dries van Agt om half vijf het startsein hebben gegeven, vertrekken de deelnemers in groepen van zes- à zevenhonderd renners, telkens begeleidt door meerdere motards. In een kleine 45 minuten stroomt het hele dorp leeg en verplaatst het evenement zich naar de berg. Het is goed zes uur wanneer ik in de vroege ochtendschemering voor het eerst omhoog ga. De eerste renners komen alweer naar beneden, minder dan anderhalf uur hebben ze nodig gehad, net iets meer dan de kleine 38 minuten die Marco Pantani in 1997 voor de klim nodig had. Duidelijk deelnemers met redelijk wat ervaring, wat alleen al blijkt uit de duizelingwekkende snelheid waarmee sommigen zich naar beneden torpederen. Tot soms 70 km/uur, gehuld in niets meer dan een wielertenue, wel met een verplichte helm overigens. De – met het allerdiepste respect – mindere goden zijn nog lang niet toe aan hun eerste afdaling. Als een eindeloos lint kruipen ze, tot soms zes rijen dik, tergend langzaam de hoogte in. Veertien kilometer lang afzien, slechts af en toe een momentje van bezinning wanneer het stijgingspercentage net iets minder extreem is. Dan nog, op adem komen is er niet bij, hooguit iets minder hard hoeven trappen, enkel de top brengt die ultieme verlossing. Om vervolgens na een afdaling van een minuut of twintig weer helemaal opnieuw te moeten beginnen, ga d’r maar aan staan. Een onophoudelijke, bijna chaotische stroom, die door de ochtendploeg van de in totaal bijna 120 motards op verantwoorde wijze gekanaliseerd moet worden, zonder dat deelnemers elkaar daarbij, letterlijk, in de wielen rijden. Bijkomende uitdaging daarbij is het overige verkeer, dat ook gewoon de berg op en neer gaat. Hoewel de Alpe is afgesloten voor Nederlandse voertuigen, mogen Franse wel gewoon door. Onder begeleiding van motorrijders worstelen auto’s, bussen en zelfs vrachtwagens zich een weg omhoog langs de eindeloze colonne fietsers, terwijl motorrijders, auto’s en ja, ook weer vrachtwagens komend van bovenaf, hetzelfde pogen te doen. Het aantal vervoersbewegingen grenst vandaag wat dat betreft bijna aan het waanzinnige. Gisteren op dag één van Alpe d’Huzes was het met drieduizend fietsers al absurd, maar peanuts vergeleken met vandaag. Toch verloopt het geheel verbazingwekkend genoeg allesbehalve chaotisch. Opvallend, zeker gezien het best wel uitgebreide takenpakket van de motards. Het is niet alleen maar de berg op en neer rijden om voertuigen te begeleiden en de fietserstromen uit elkaar te houden, maar ook moeten er mensen van de organisatie (vlaggers die de bochten staan bijvoorbeeld) worden vervoerd, evenals cameramensen, medici en goederen. En dan is er nog het stukje dat heel professioneel tot ‘incidentmanagement’ is gedoopt. Gevallen deelnemers bijstaan bijvoorbeeld, frappant genoeg gebeurt dat namelijk wel eens wanneer vijfduizend, veelal onervaren fietsers uit het vlakke Nederland zich in ene en masse van een Alpentop storten. Maar ook voor minder dringende zaken als het helpen plakken van een bandje, zet menig motard zijn machine even op de jiffy. De zaak waarvoor zo hard wordt gefietst, mag dan een serieuze zijn, aan de stemming rond het parcours is dat allesbehalve te merken. In alle bochten moedigt het rijendikke publiek de deelnemers luidkeels aan en her en der staan er dikke geluidsinstallaties van waaruit zo’n beetje alle denkbare deuntjes de renners opjutten nog een tandje bij te schakelen. Meerdere DJ’s laten zich daarbij overigens ook van hun thematische kant zien: ‘Bicycle’ van Queen doet het goed vandaag, net als ‘Op fietse’ van Skik, de prijs voor meest gedraaide plaatje gaat echter naar…taadaaa…‘Ain’t No Mountain High Enough’ van Marvin Gaye and Tammi Terrell. De sfeer zit er kortom goed in. In een oogwenk is het half zes ’s avonds en start een enorme groep renners in het dal aan hun laatste beklimming van deze enerverende dag tijdens de zogenaamde saamhorigheidsrit. Rond kwart voor acht bereiken ze het motards verzamelpunt La Marmotte aan de rand van Alpe d’Huez. Aangemoedigd door alle motorrijders beginnen ze aan de laatste, zowel fysiek als mentaal zwaarste kilometers van de dag. Na meer dan vijftien uur afzien komt op de top eindelijk de allesverlossende ontlading. De grote glimlach van de hele dag maakt plaats voor een traan wanneer alle emoties loskomen. Als om acht uur de laatste motard over de finishlijn rolt, is Alpe d’Huzes 2013 alweer ten einde. De opbrengst? Een voorlopige (!?) 25,2 miljoen euro! En daar heeft iedereen, zowel deelnemers als vrijwillers, het uiteindelijk voor gedaan. Alles conform het motto: alleen een dwaas blaast tegen de wind in, maar met zijn allen veranderen we zijn richting! ________________________________________ [KASTEN CIJFERS] ALPE D’HUEZ IN CIJFERS Hoogte: 1.860 meter Lengte: 13,8 kilometer Totaal aantal hoogtemeters: 1.061 meter Begin klim: Le Bourg d’Oisans Einde klim: Alpe d’Huez Aantal (haarspeld)bochten: 21 Gemiddeld stijgingspercentage: 7,9% Hoogste stijgingspercentage: 11,5% ALPE D’HUZES IN CIJFERS (2012) Aantal deelnemers: 7.708 Totaal aantal beklimmingen: 25.607 Oudste deelnemer: 78 jaar Jongste deelnemer: 7 jaar Aantal vrijwilligers: 5.123 Aantal Motards: 100 Opbrengst: 32,2 miljoen Totaalopbrengst 7 edities: 74,9 miljoen ________________________________________ [KASTEN INTERVIEW RICHARD ROMVIEL] INTERVIEW MOTARD RICHARD ROMVIEL De Amsterdamse Richard Romviel (47) is tweedejaars motard. Net als veel andere vrijwilligers heeft hij heel persoonlijke beweegredenen om zijn steentje aan Alpe d’Huzes bij te dragen. “Het begon allemaal toen een maat van me, Alcide Klomp, een jaar of twee geleden vroeg of het me niet wat leek om als motard mee te gaan met Alpe d’Huzes. Mijn vader streed op dat moment tegen kanker, dus heel lang heb ik daar niet over na hoeven denken, het was direct ja. Mijn vader is inmiddels overleden en drie maand na zijn dood werd bij mijn vrouw borstkanker geconstateerd. Na een heel zwaar jaar ziet dat er nu gelukkig allemaal erg positief uit. Ze, of we, zitten momenteel in het laatste stadium van het genezingsproces en de vooruitzichten zijn erg goed. Door hier als motard te zijn, probeer ik zo mijn steentje bij te dragen aan Alpe d’Huzes, maar daarnaast heeft het ook iets ontladend. Lotgenoten vind ik een wat zwaar woord, maar veel mensen hier hebben hetzelfde meegemaakt en onder elkaar heb je dan aan een half woord genoeg. Dat zorgt voor een heel bijzondere sfeer. En natuurlijk voelt het ook goed om mensen te helpen, zelfs al doe je dat enkel door het uitoefenen van je hobby. Maar eerlijk is eerlijk, de echte helden zijn gewoon die mensen die kapot gaan door zes keer die berg op en af te gaan.” [Bild Richard_Romviel] ________________________________________ [KASTEN INTERVIEW MARK VERBAKEL] INTERVIEW MARK VERBAKEL Met een kleine 120 motorfietsen die twee dagen niets anders doen dan de alp op en neer gaan, gaat er natuurlijk wel eens wat kapot. Daarbij waren de motards altijd op zichzelf aangewezen, maar sinds afgelopen jaar kunnen ze terecht bij de mobiele werkplaats van Mark Verbakel van Huybers Motoren Schijndel. “We prepareerden al langer motoren voor de Alpe d’Huzes en in 2011 kreeg één van onze klanten problemen hier op de berg met z’n remmen. Dit heeft ‘ie toen bij een lokale Honda-dealer laten maken, maar daar hingen alleen drie grasmaaiers en een buitenboordmotor in de schuur. Naderhand kwam die man daarom bij ons voor een extra controle, veel vertrouwen in de reparatie had hij namelijk niet. Toen vroeg ik hem of er überhaupt wel iets voor de motorrijders geregeld was. Dat bleek niet het geval, ze kregen enkel een A4-tje dealeradressen en voor de rest was het ‘doe je best’. En dan ga je denken: ik heb het mooiste beroep ter wereld, we hebben een leuke winkel, zijn gezond, het gaat goed en we hebben een mobiele werkplaats. Dit is precies iets voor ons, dus heel spontaan heb ik toen geroepen: ‘Zullen wij dit volgend jaar anders op ons nemen?’ En zo geschiedde, afgelopen jaar was onze eerste keer en nu al krijg je van motards te horen, ‘hoe hebben we het al die jaren zonder gekund?’. En dat vraag ik me eerlijk gezegd ook af, we sleutelen echt de klok rond. Lekke banden, remmen ontluchten, elektrische storingen, valschades, alles komt voorbij. Daarbij betalen de motards enkel de onderdelen, de uren zijn voor onze rekening We krijgen vooraf een lijst van de organisatie met alle deelnemende motoren en daarop kopen we dan onderdelen in, veelal slijtagedelen. Je moet je voorstellen, gemiddeld rijdt iedere motard alleen hier al, dus buiten de heen- en terugreis, zo’n duizend kilometer die berg op en neer. Dat is in totaal meer dan honderdduizend kilometer en dan sta je wel eens bij de dealer. We merken overigens ook dat het dit jaar drukker is, ik denk omdat men ons nu te vinden en bovendien zijn we nu een officieel rustpunt op de route. Feitelijk zijn we ook veel meer dan alleen een werkplaats, een soort uitvalsbasis voor de motards. Ze krijgen hier koffie, koeken, frisdrank, alles eigenlijk. Ik ben er voor de motoren, mijn vrouw voor de rijders. Ze is nu al een beetje gebombardeerd tot moeder van de motards. Geweldig hè?” [Bild Mark_Verbakel] ________________________________________ [INTERVIEW MARK KÜH EN KLAAS KOS] INTERVIEW MARK KÜH EN KLAAS KOS Als instructeur rijopleidingen bij de politie raakte Klaas Kos in eerste instantie zijdelings betrokken bij Alpe d’Huzes, maar sinds een aantal jaren coördineert hij samen met Mark Küh het hele motard gebeuren. Een verantwoordelijke taak: “Wij zijn de ogen en oren van de organisatie.” Klaas Kos: “Al vanaf de tweede editie van Alpe d’Huzes wordt er gewerkt met motards. Als rijinstructeur bij de politie kreeg ik destijds de vraag of ik deze motorrijders niet wilde trainen, en dat wilde ik wel. Het verhaal klopte namelijk, deelnemers met een enorme motivatie, fietsen voor een goed doel, het antistrijkstok beleid. In 2008 ben ik voor het eerst zelf meegegaan en sinds 2009 coördineren Mark en ik samen de hele boel.” Mark Küh: “Toen was het allemaal wel veel kleinschaliger, in 2007 waren er volgens mij zo’n 180 fietsers, nu zijn het er achtduizend. Dat maakt ook dat onze kerntaak enigszins is verschoven, in het begin draaide het vooral om vervoer van kleding en personen. Zelfs supporters vervoerden we toen, dan bestuurde je ook wel eens geen motor maar een busje. Op een gegeven moment werd het echter te groot, teveel vervoersbewegingen en te lange wachttijden, er moest simpelweg een kentering komen. Sinds 2010 werken we daarom met een nieuwe opzet, waarbij onder meer het personenvervoer is losgekoppeld van het Motard gebeuren. Ons takenpakket is nu veel meer op onze kracht als motorrijders toegespitst. Naast vervoer, van goederen, maar ook van medici, organisatie en media, zijn we er vooral om de deelnemers en het overige verkeer op die berg te begeleiden met daarnaast een stukje ordehandhaving. Het belangrijkste is echter nog wel het waarborgen van de veiligheid, dat betekent naast incidentmanagement, onder meer wanneer er een fietser is gevallen, ook bijvoorbeeld dat je schapenkeutels moet van de weg moet scheppen wanneer nodig.” Klaas Kos: “Veel taken, bovenal verantwoordelijke taken en daarom stellen we ook best wel hoge eisen aan de motards, met alleen een rijbewijs en motor kom je er niet. Voor je hier de berg op mag, is er al een heel voortraject geweest. Het begint ermee dat alle nieuwe aanmelders via de site een reactie krijgen, de zogenaamde verwachtingenbrief. Aan de hand daarvan vallen er al een hoop af, bij ons word je namelijk niet gefêteerd op een duur hotel en lekker eten, maar moet je alles zelf regelen en betalen. Een kilometervergoeding kennen we niet, de beleving en ervaring is je beloning. En die is niet in geld uit te drukken.” Mark Küh: “Wil men dan alsnog doorgaan, dan vragen we ze een formulier in te vullen. Daarin wordt onder meer gevraagd naar de rijvaardigheid, maar ook bijvoorbeeld of ze EHBO, BHV of AED hebben. En daarnaast vragen we ook naar hun motivatie. Dan volgt een selectie en begin december krijg eenieder te horen of hij of zij bij de Motards groep is ingedeeld. Dat betekent nog niet dat je ook daadwerkelijk mee gaat, want iedereen volgt een trainingsdag waarbij er extra kritisch wordt gekeken naar nieuwe motorrijders. Heb je voldoende in huis om geen gevaar te vormen op de berg, dan ga je mee, is dat niet het geval, dan volgt helaas een praatje.” Klaas Kos: “En da’s niet leuk. Het zijn namelijk altijd gemotiveerde mensen en die trap je eigenlijk op hun zieltje. Maar het kan niet anders, want met achtduizend mensen onder je hoede, moet je blindelings op elkaar kunnen vertrouwen.” [Bilder Klaas_Kos en Mark_Küh]

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...