Nieuws

Interview MotoGP-coureur Pecco Bagnaia

Drie dagen voor een gedenkwaardige Grand Prix van Spanje nestelt Pecco Bagnaia zich op een bank in de Ducati- hospitality. Op de muur achter hem prijkt het nummer 1 dat ook op zijn GP24 te zien is. Bagnaia oogt relaxed en is vriendelijk en sympathiek als altijd. Of het een drukke donderdag is voor de tweevoudige MotoGP-wereldkampioen? Hij begint te glimlachen. “Niet echt. Ik ben maar de nummer 5 in de tussenstand, hè.” Drie dagen later is hij de nummer 2.

Die promotie realiseert Bagnaia dankzij een fenomenale overwinning na een fascinerend duel met Marc Marquez. Zijn achterstand op leider Jorge Martin krimpt van 42 punten krimpt naar nog maar zeventien. De Grand Prix van Spanje markeerde ook de vijftigste race op rij met minimaal één Ducati-coureur in de top 3. Bagnaia begon die cyclus in Aragon 2021 met zijn eerste MotoGPzege. Hij stond in die serie van vijftig wedstrijden 32 maal op het podium, twintig maal als winnaar. Figuurlijk is Bagnaia een grootheid, zijn fysiek verschilt echter van die van de gespierde Martin of ook van de pezige Marquez. De 27-jarige Italiaan is één van de meest tengere MotoGP-rijders van het veld; hoewel hij het slungelige mist van Valentino Rossi, doet hij met zijn tengere voorkomen enigszins denken aan zijn grote vriend, mentor en inspirator.

En ondanks zijn prestaties van de afgelopen drie seizoenen mist Bagnaia ook het charisma van de levende legende uit Tavullia. De stoere tattoeage om zijn linker bovenarm en die van het TT Circuit van Assen aan de achterkant van zijn rechterarm doen daar niets aan af. Een intrigerende persoonlijkheid is deze on-Italiaanse Italiaan die onwaarschijnlijk hard kan rijden echter zeker. Net als Rossi is Bagnaia niet wars van rituelen. Waar Rossi op de grid vaak naast zijn Yamaha ging zitten, de ogen gesloten of verscholen achter een zonnebril, strijkt Bagnaia op de grid voor de start van een wedstrijd liefkozend met beide handen zijn tank. Hij kust zijn vingers en tikt met zijn handschoen op de tank.

“Dat is iets wat ik lang doe”, herkent hij het tafereel. “Ik vind het prettig om te doen, omdat ik er rustig van word. Het is een ritueel, een routine. Je doet altijd dezelfde dingen, omdat je weet dat het voor jou werkt . ik ben een beetje bijgelovig, maar niet heel erg. Ik doe het als een manier om me voor te bereiden op de race.” Dat de schijnwerpers hem niet als vanzelf opzoeken, lijkt wel het minste van zijn zorgen. “Ik ben heel happy met wie ik ben, eerlijk gezegd”, zegt hij, en zet zijn woorden kracht bij door weer een glimlach. “Ik ben kalm, ik maak nooit ruzie, omdat ik denk dat het beter is om dat niet niet te doen. Hier in de paddock ben ik precies dezelfde persoon als in mijn privé-leven ben.” En dan: “Ik denk dat veel rijders zich voordoen als iemand die ze niet echt zijn. Daar hou ik niet van.”

Af en toe toont Bagnaia een verfijnd gevoel voor humor. Toen Marc Marquez vorig jaar na zijn derde plaats in een nat Motegi ‘een romantisch podium’ noemde, reageerde Bagnaia gevat: “Bye bye Honda.” Het bleek een juiste inschatting van wat ging komen. Bagnaia mag dan niet de man van de harde woorden zijn, het wil niet zeggen dat hij bang is om zijn mening te geven. De woorden die hij daarvoor gebruikt, zijn echter vrijwel altijd zorgvuldig gekozen en nuance ontbreekt zelden. Op zaterdagmiddag wordt hij in Jerez als een willoos slachtoffer in de tang genomen door Marco Bezzecchi links naast hem en de binnendoor duikende Brad Binder. De Zuid-Afrikaan zit vrijwel op de kerbstones en Bagnaia crasht, terwijl Martin weer een Sprintzege op zijn conto bijschrijft. De Stewards onder leiding van voormalig 500 cc-wereldkampioen Freddie Spencer oordelen echter dat de clash een race incident, geen reden voor een straf. Die zaterdagmiddag verraadt slechts Bagnaia’s lichaamstaal woede en frustratie. Ook daar verandert een dunne glimlach niets aan.

“Ik vind inhalen over de kerbs niet de correcte lijn maar ik ga hier niemand straffen. Het incident werd duidelijk veroorzaakt door de rijder aan de binnenkant. Ik zag in de eerste twee ronden zo’n vijf keer contact. In de Sprint lijkt het soms wel alsof rijders geen plan hebben, gewoon inhalen en als je de ander raakt… dan maakt het niet uit.” Een dag na die crash vechten hij en Marc Marquez een spetterend lijf-aan-lijfgevecht uit, waarbij Bagnaia met zijn voorband zwarte strepen schildert op Marquez’ bovenarm en been. Beide mannen lachen er na afloop om – anders dan een eerdere confrontatie in Portimao die voor beiden op het asfalt eindigt. Na die clash is Bagnaia nog boos. Vooral op zichzelf. “Want ons doel was om zo constant mogelijk punten te behalen. En nu staan we al in het tweede weekend met een nulscore”, zegt hij na de Portugese Grand Prix. Het is dat hij zelf zegt boos te zijn; zijn uiterlijke kalmte verhult de kwaadheid. Dat hij en Marquez op zondag een epische race aan de geschiedenisboeken toevoegen, weet Bagnaia op donderdag nog niet als hij praat over de Spaanse Grand Prix van een jaar eerder, een race die zijn crewchief Cristiano Gabbarini omschrijft als één van Bagnaia’s beste wedstrijden.

“Die race was fantastisch”, herinnert de coureur zich de race waarin hij zware tegenstand ondervond van de KTM-mannen Brad Binder en Jack Miller. “Makkelijk was het niet, want we begonnen met problemen op vrijdag. Dat wisten we om te draaien gedurende de trainingssessies en na een mooi gevecht met de KTM’s won ik.” In dat rijtje ‘beste races ooit’ zou ook zijn dominante optreden tijdens de GP van Qatar een plek verdienen. Telkens reageert hij op versnellingen achter hem. “Was ‘nice’”, knikt Bagnaia, schijnbaar nagenietend van die eerste winst in 2024. Maar: alleen maar ‘nice’? “De eerste race van het jaar is altijd een beetje bijzonder. We begonnen het jaar zoals we 2023 hadden afgesloten. Het was een erg sterke wedstrijd. We hadden elke bocht, elke ronde de controle en het gevoel was ongelooflijk. Ik had het wel min of meer verwacht. Wat ik niet verwacht had, was hoe het daarna in Portimao en Austin liep. Daar hadden we het op de zondag heel moeilijk.” Velen verbaasden zich over de ernstige vibraties waarover daar Bagnaia klaagde, zoals eerder teamgenoot Enea Bastianini en ook Jorge Martin onaangenaam verrast werden door chatter en trillingen met hun GP24.

“Tijdens de testen hadden we die problemen niet, ook niet met oude banden”, aldus Bagnaia, tijdens de wintertesten in Sepang en Qatar soeverein de snelste. “In de Sprint in Qatar was die vibratie verschrikkelijk. Het was de eerste keer dat ik het voelde. In de lange race had ik nergens last van. Daarom dachten we dat we misschien begrepen hoe we snel moesten zijn met deze machine. Toen gingen we naar Portimao en de vibraties waren ongelooflijk. In Austin had ik tijdens de Sprint last van vibraties in rechter bochten in tijdens de GP in linker bochten! We snapten het niet, omdat het moeilijk te voorspellen was wat de machine zou doen. Ik denk dat het potentieel van de GP24 heel hoog is. We moeten ‘m alleen nog wat beter begrijpen.” De situatie binnen Ducati doet terugdenken aan 2022 toen Bagnaia en zijn toenmalige teamgenoot Jack Miller tijdens de wintertesten aanvankelijk de nieuwe machine ophemelden, om vervolgens het seizoen te beginnen met een soort hybride-motor; een niet volledig 2022-blok, maar een aangepaste 2021-krachtbron.

Het Pramac Ducati-duo Jorge Martin en Johann Zarco moet noodgedwongen het nieuwe, agressievere 2022-blok gebruiken. Martin wordt er nooit vrienden mee. “De situatie is vergelijkbaar”, knikt Bagnaia. “Intussen hebben we wel meer data vergaard en dat zou ons moeten helpen om een oplossing te vinden. Maar het is moeilijk te voorspellen.” Eén ding heeft hij echter wel gemerkt. “Op vrijdag hebben we zelden last van vibraties. Pas op zaterdag voelen we ze.” Na het behalen van zijn eerste MotoGP-wereldtitel vertelde Bagnaia over de middagen die hij als kleine jongen door had gebracht in de tuin van zijn grootouders. Steeds weer probeerde hij zijn knie tegen de grond te drukken, in zijn hoofd de droom om zichzelf ooit een kampioen te mogen noemen. “Daar droomde ik wel over, maar ik had me nog geen voorstelling gemaakt van wat voor kampioen ik wilde zijn.” Twee jaar later kan hij de opvolger worden van Giacomo Agostini, die laatste Italiaan die drie jaar op rij op een Italiaanse machine de titel in de koningsklasse veroverde – ‘Il Maestro’ regeerde op zijn loeiende MV Agusta de 500 cc-klasse zelfs van 1966 tot en met 1972. “Als je meedoet voor een wereldtitel en je finisht in de top 3, is dat nog altijd heel goed”, zegt Bagnaia ietwat terughoudend. “Maar natuurlijk is ons doel om weer te winnen. En nog eens en nog eens. Maar de weg is nog heel lang. In de eerste drie races maakte Martin het verschil en hij kon een voorsprong van dertig punten opbouwen. Maar in die eerste drie races had ik maar drie punten minder dan vorig jaar.”

In 2019 maakt Pecco Bagnaia zijn entree in de MotoGP, al een soort natuurlijke promotie na het behalen van de Moto2-wereldtitel voor Valentino Rossi’s Sky Racing Team VR46. Ondanks hoopgevende wintertesten op de Pramac Ducati loopt Baganai tijdens het GP-seizoen meerdere malen met zijn hoofd tegen de muur. Dat jaar sluit hij af als vijftiende, met vijf racecrashes. Een vierde plaats in Phillip Island is zijn beste resultaat. Het contrast met Pedro Acosta, de spectaculaire MotoGP-rookie in 2024, lijkt groot. De Spanjaard klokt al in zijn debuutrace de snelste rondetijd en in de daaropvolgende GP’s in Portugal en Amerika scoort hij podiums. In de Sprint in Spanje finisht hij als tweede. Bagnaia geeft graag toe dat hij onder de indruk is van de 20-jarige sensatie. “Ik probeer altijd te leren van nieuwe jongens, want zij brengen vaak ook wat nieuws in de klasse”, meent Bagnaia. “Het is heel interessant om te bestuderen hoe Pedro de bochten induikt. Dat is nieuw, het is een nieuwe benadering. Hij doet het geweldig, hij h

eeft geen angst en voelt geen druk. Hij heeft niks te verliezen en kan vooral proberen te genieten. Dat werkt goed voor hem. De KTM is ook goed, ook op circuits waar hij dat eerder niet was. Van zo’n jongen kun je alleen maar leren. Dat was ook zo toen Martin (in 2021, red.) de overstap maakte. Hij was ook meteen erg sterk (Martin pakte pole en een derde plaats in zijn tweede race, red.), maar hij had de pech dat hij voor zijn derde race zwaar crashte. Maar je moet altijd open staan om te leren van jonge rijders.” Net als Acosta begon Bagnaia zijn MotoGP-carrière in een satellietteam, maar in tegenstelling tot Acosta beschikte Bagnaia niet over actueel fabrieksmateriaal. “Dat kreeg ik in 2020 en toen stond ik in de tweede race op het podium in Jerez. En Jerez was een circuit waar Ducati zelden competitief was geweest. Maar wij lieten zien dat het mogelijk was door radicaal te breken met de manier waarop tot toen werd gedacht over het remmen, door Andrea Dovizioso. Mijn manier van denken was compleet tegenovergesteld. De manier waarop ik de bochten in ging, is wat ik de MotoGP heb gebracht, geloof ik. Net als mijn bochtensnelheid, tot op dat moment ook altijd een minpunt van de Ducati. Ik denk dat jonge rijders met een nieuwe rijstijl een nieuw tijdperk kunnen inluiden. Ze hebben ook geen referentie. Om een voorbeeld te geven: Michelin kwam dit jaar met een nieuwe band. Mij bevallen ze, maar ze zijn ook de reden waarom wij last hebben van die vibratie. Voor Pedro is dat anders. Hij heeft de oude banden nooit geprobeerd en weet niet hoe ze voelden. Hij heeft aangetoond al heel snel te begrijpen hoe hij het beste met die nieuwe banden om kon gaan. Hij heeft een perfecte job gedaan.”

In 2027 treedt een nieuw MotoGP-reglement in werking, waarbij onder meer de cilinderinhoud teruggaat van 1.000 naar 850 cc en waar holeshot- en ‘Rear Height’-devices worden verboden. Bagnaia geeft aan nog weinig over de toekomst te hebben nagedacht. “Ik wil alleen graag de snelste motor”, zegt hij. “De enige reden om te genieten van de MotoGP is weten dat je een machine hebt waarmee je kunt winnen. Kunnen winnen is de grootste motivatie.” Hij wil niet klagen over het feit dat MotoGP-coureurs met een grote verzameling aan knoppen en hendels op hun stuurhelften tegenwoordig over meer moeten nadenken dan over gasgeven, remmen en sturen. “Ik snap niet waarom sommige rijders zeggen dat het moeilijk is. Het is iets waar je aan moet wennen. Voor mij hoort het spelen met de knoppen gewoon bij het racen. Voor mij is het normaal geworden, het hoort bij je werk. Als je snel wilt zijn, moet je er mee om weten te gaan. Misschien klagen sommige jongens omdat hun machine niet op hetzelfde niveau staat als de onze. Daarom zien ze graag bepaalde dingen verdwijnen waardoor wij ons voordeel verliezen.” Het prolongeren van zijn MotoGP-titel heeft in 2024 prioriteit voor Bagnaia, toch belooft dit jaar ook om een andere reden memorabel te worden, omdat hij in het huwelijk treedt met zijn vriendin Domizia. En wat is spannender: vechten voor die derde titel op rij of eindelijk de ring om de vinger van zijn Domizia te schuiven? Bagnaia gaat verzitten en er verschijnt weer een glimlach op zijn gezicht. “Drievoudig wereldkampioen worden als getrouwd man, dat lijkt me wel spannend.” Pecco Bagnaia is gelukkig met wie hij is. Maar het kan nog gelukkiger.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...