+ Plus

Interview Marc Marquez

In vier jaar MotoGP werd Marc Marquez (24) drie keer wereldkampioen. Met de laatste titel, die van vorig jaar, bracht hij zijn totaal op vijf. Alle vijf zijn ze hem even dierbaar. “De eerste was niet gemakkelijker dan de vijfde, maar voor de laatste had ik wel alle ervaring van de voorgaande nodig.”

Het enthousiasme waarmee Marc Marquez praat, druk gebarend, is aanstekelijk. Zijn manier van praten is als zijn manier van rijden: vol vuur. Zijn ogen schitteren als hij vertelt hoe hij het toch voor elkaar krijgt de motor overeind te houden waar een ander op zijn kokosnoot zou gaan. Het geheim? Hij doet het erom in zijn training.
“Ik zoek expres de limiet op. Altijd, en net zo lang tot ik erover heen ga. Op de crossmotor, op de supermoto, zelfs op de mountainbike. Ik probeer expres te crashen en dan natuurlijk te voorkomen dat ik ook echt crash”, vertelt hij met een grote lach.
“Bij alles wat ik doe probeer ik zo hard mogelijk te gaan. Langzamer rijden, ook op de fiets, is niet leuk. Ik heb die adrenaline nodig, die spanning, de kick van iets doen wat eigenlijk niet kan. Als iemand tegen me zegt ‘dat kan niet’, dan doe ik het toch. Zeg niet tegen mij dat ik niet op de rode knop mag drukken, want het is het eerste wat ik doe. Ik wil het altijd proberen om te zien wat er gebeurt. En als het niet lukt, probeer ik het nóg een keer om zeker te weten dat het écht niet kan. Als het dan toch blijkt te kunnen, iets onmogelijks, dan is dat de grootste kick.”
Het uitproberen, het zoeken naar grenzen en er overheen gaan, zijn Marquez’ manier van rijden en van leren. Harde lessen soms, want crashen doet pijn. “Dat ik in de tweede race van het seizoen, in Argentinië, crashte terwijl ik aan de leiding ging, was uiteraard niet leuk, maar het was wel goed voor mij. Goed voor mijn ‘mindset’, want het vertrouwen was te groot. Vertrouwen kan met je op de loop gaan en als regerend wereldkampioen heb je net iets meer vertrouwen dan wanneer je op jacht bent. Je voelt je onoverwinnelijk en daardoor voelt het alsof de limiet verder weg ligt dan in werkelijkheid het geval is. Dat is het gevaar van wereldkampioen zijn.”
Zonder de vele crashes van 2015 was Marquez in 2016 geen kampioen geworden, is zijn overtuiging. Juist door te crashen leerde hij dat het beter was genoegen te nemen met minder dan de winst. “Mijn natuurlijke manier is om voluit te gaan en op de limiet te rijden. Dat is het allerleukste. Dat is ook de kick. Het risico om te vallen is niet wat me tegenhoudt. Wat me tegenhoudt, is het kampioenschap. Alleen daarvoor ben ik bereid iets van de ‘funfactor’ in te leveren. Zonder dat zou ik altijd op de limiet rijden. Maar daarmee word je geen kampioen en kampioen worden is toch leuker dan op je bek gaan. Dus ja, door te crashen heb ik geleerd dat het soms beter is om met de handrem erop te rijden. Minder leuk, maar wel beter. Je zag het vorig jaar: toen ik de titel binnen had, mocht ik van mezelf de handrem eraf halen en weer voluit gaan. En prompt ging ik op mijn bek.”

Als Marc Marquez zijn wereldtitels bijnamen zou moeten geven, dan zou die van afgelopen jaar – de derde in de MotoGP, de vijfde in totaal – De Gecompliceerde heten. “Ik was altijd gewend om vanaf het begin er vol voor te gaan, 100 procent pushen vanaf de start, en dan kwamen de resultaten vanzelf wel. Maar vorig jaar kon dat niet. Dit jaar ook niet trouwens.”
Het was een ‘on-Marqueziaanse’ titel, die van 2016. De Honda over de streep brengen, punten pakken, constant blijven en vooral niet te gek doen. Er was geen andere manier, besefte Marquez al voor het begin van het seizoen. “We hadden niet de motor om iedere wedstrijd voor de winst te gaan”, vertelt hij. “We liepen met alles achter op de concurrentie. Het was moeilijk te accepteren dat vierde of vijfde worden in een race gewoon een goed resultaat was. Het was heel onnatuurlijk voor mij om tevreden te zijn met finishen en de punten pakken. Drie jaar geleden kon ik dat nog niet begrijpen. Dat is het belangrijkste verschil met bijvoorbeeld de eerste MotoGP-titel.”

Die titel van 2014, in zijn eerste jaar MotoGP, zou hij ‘De Grote Verrassing’ noemen. “Een heel grote verrassing”, zegt Marquez. “Niemand verwachtte het. Ikzelf ook niet. Er was geen enkele druk, het gebeurde gewoon. Als ik op het podium kwam, was iedereen al dolgelukkig. Gebeurde dat niet, dan haalde iedereen de schouders op: ik was immers maar een rookie, die nog veel moest leren. Maar ik was wel gewend om te knokken en duels uit te vechten. In de Moto2 en 125cc deed ik dat elke wedstrijd. Ik wist niet beter. Als je ook die titels namen zou moeten geven, dan is de eerste ‘De Noodzakelijke’.”
Na twee leerjaren met heel veel fouten, crashes en blessures, moest het er in 2010 maar eens van komen. Op de Derbi van het team van Aki Ajo won Marquez tien van de zeventien wedstrijden. Toch kwam het aan op de laatste race, die Marquez begon met 17 punten voorsprong. “Toen begon het al met ‘kalm blijven, niet crashen, denk aan die titel’. Het is gelukt door als vierde te finishen in Valencia, maar ik was liever met winst kampioen geworden.”
De tweede titel, die in de Moto2 in 2012, noemt Marquez ‘De Uitgestelde’. Eigenlijk had hij meteen in 2011 al kampioen kunnen en moeten worden, maar door een zware crash in Maleisië moest hij de laatste races missen en ging de titel naar Stefan Bradl. De val in Sepang veroorzaakte gezichtsproblemen (hij zag dubbel) die bijna het einde van Marquez’ carrière betekenden. “Dat ik weer kon rijden het seizoen erna, was een nog grotere overwinning dan de titel zelf. Er wordt vaak gezegd dat bij mij alles vanzelf komt, dat het me komt aanwaaien – omdat mijn stijl van rijden er zo uitziet misschien – maar dan worden de tegenslagen die ik heb moeten overwinnen gemakshalve vergeten. Het was zeker niet vanzelfsprekend dat ik ooit nog zou racen.”

De MotoGP-titel van 2014, die Marquez omschrijft als ‘De Perfecte’, kwam nog het meest in de buurt van ‘makkelijk’. “Met tien overwinningen op rij zou je dat wel denken, maar elk kampioenschap is moeilijk. Alleen voel je je het ene jaar beter dan het andere, heb je het ene jaar beter materiaal dan het andere of heeft de concurrentie meer problemen dan het andere. 2014 was perfect, omdat ik de perfecte machine had. Soms kwam ik in de box en vroegen de monteurs wat er veranderd moest worden en zei ik: ‘Niets meer aan doen! Overal afblijven!’ Ik kon er alles mee doen wat ik wilde. Als je dat vertrouwen hebt in de machine en alles lukt, zijn er ook bijna geen grenzen. Maar dat vertrouwen kan ook met je op de loop gaan. Dat gebeurde in 2015.”
Zo soepel als 2014 verliep, zo’n worsteling was 2015. Marquez liep voortdurend tegen de limieten aan. “Daarom beschouw ik het als een leerjaar. Een heel waardevol leerjaar, want zonder dat was ik vorig jaar geen kampioen geworden op een motor waarvan we wisten dat ik er zeker geen tien wedstrijden mee kon winnen.”
Het grootste probleem was dat Honda het agressieve karakter van de motor in combinatie met de nieuwe Michelin-banden niet wist te temmen en dat de machine in de bochten aan het ‘drijven’ ging. “Ik heb vorig jaar een aantal ‘saves’ gemaakt, waarvan zelf ik niet begreep hoe het mogelijk was. Als ik ze terugkijk, snap ik het nog niet. Maar het belangrijkste was dat ik begreep dat de punten meer waard waren dan de winst.”
Niet dat dat gemakkelijk was. Immers: “Als je op de tweede plaats rijdt, denk je toch aan die vijf punten extra die een overwinning je opleveren. Die vijf punten kunnen op het einde van het seizoen doorslaggevend zijn. Dus ben je altijd geneigd om te proberen die punten te pakken. De ‘mindswitch’ die je op dat moment moet maken – tevreden zijn met twintig punten of proberen die vijf punten extra te pakken – is ontzettend lastig. Iedereen wil winnen, toch? Dat geldt niet alleen voor mij, ook Valentino Rossi met al zijn ervaring maakt die fout nog. Dat is de gretigheid van de sportman.”
Maar wat is dan het moment waarop die sportman besluit dat het te riskant om alles te geven voor die extra punten? Wat is het moment van genoegen nemen met finishen? “Voor mij is dat moment als ik een waarschuwing heb gehad. En een waarschuwing betekent ‘close to crashing’.”
Marquez haalt zijn tweede plaats in Jerez aan als voorbeeld. “Ik was heel hard aan het pushen om bij Dani (Pedrosa) te komen en bijna crashte ik. Ik probeerde nog een keer aan te zetten – pushen, pushen – en weer crashte ik bijna. Dat was het moment dat ik dacht ‘oké, ik heb nu twee keer geluk gehad, mijn belangrijkste rivalen liggen een eind achter me, laat ik maar tevreden zijn met die twintig punten’. Ik zat te dicht bij de limiet.”
Juist het bepalen van die limiet is het moeilijkste onderdeel van het vak, vindt Marquez. Soms is de grens ineens daar, zonder waarschuwing vooraf. “In Argentinië bijvoorbeeld. Ik voelde me echt goed, had geen enkel probleem, kreeg geen enkele waarschuwing en boem, daar lag ik. De grens is soms veel dichterbij dan je denkt Er zijn ook momenten, bijvoorbeeld in de kwalificatie, dat je voor je gevoel echt op de limiet rijdt en dan kijk je en zie je dat je zesde of zevende bent. Dan moet er dus nog ergens iets in zitten en moet je over je eigen grenzen om dat beetje meer te zoeken. Als je dan crasht, weet je dat je de grens hebt gevonden, alleen te laat.”

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...