+ Plus

Interview Chris Vermeulen

Zijn WK Superbike-comeback had Chris Vermeulen zich heel anders voorgesteld. Een crash al bij zijn eerste race in 2010 op zijn geliefde Phillip Island achtervolgt de Australiër nog steeds. “Het was een mechanisch probleem, maar dat maakt het niet minder vervelend.” Na een ingrijpende knieoperatie is Vermeulen nog steeds niet fit. Zijn artsen verzekeren hem dat het goed komt, zegt hij. Hij gelooft in zijn artsen. In het leven van Chris Vermeulen is geen plaats voor twijfel. In de racerij ben je zo goed als je laatste race, is een kreet die in de paddock nogal eens wordt gebezigd. Als teammanagers en racebazen in die zwaar overtrokken wijsheid zouden geloven, was het met de carrière van Chris Vermeulen droevig gesteld. De 28-jarige Australiër finishte vorig jaar eind juni voor het laatst een race: zijn vijftiende plaats in Misano betekende zijn tiende en laatste WK-punt van een dramatisch verlopen seizoen. De “no worries” Aussie die in 2003 met het Ten Kate Team Supersport-wereldkampioen werd en twee jaar later vice-wereldkampioen Superbike was, koos voor de verleiding van de MotoGP en staat sinds de Grand Prix van Le Mans 2007 in de boeken als de enige coureur die in dienst van Suzuki een MotoGP-race heeft gewonnen. Maar in een paar jaar kan veel veranderen, weet ook Chris Vermeulen. Naar de buitenwereld is hij nauwelijks veranderd; Vermeulen is nog steeds vriendelijk en “easy going”, zijn GP-carrière raakte echter op een dood spoor. De geplande doorstart bij Kawasaki in het WK Superbike kwam al op 28 februari 2010 tot een abrupt einde toen hij in de tweede race op zijn geliefde Phillip Island ongelukkig ten val kwam. “Ik crashte in de eerste race en dat was eigenlijk een heel knullige val”, vertelt Vermeulen zijn verhaal. “Het ging ook niet hard. Maar het blok was onbruikbaar geworden. Voor de tweede race moesten we dus het blok vervangen en na een aardige start zat ik rond de vierde, vijfde plaats. Ik wist dat ik niet snel genoeg zou zijn voor het podium, maar ik kon er aardig bijzitten. Toen kreeg ik een probleem met het terugschakelen en het gevoel met de koppeling. Een paar keer zat ik tussen de versnellingen in en dat was gewoon erg irritant (afgezakt naar achtste positie). Over Lukey Heights, vol in vier, schakelde ik terug, maar de bak kwam in de vrijstand. De motor begon te slingeren en ik probeerde te corrigeren, maar ik ging hard rechtdoor. Ik kwam naast de baan terecht en om de botsing met de bandenmuur te voorkomen, sprong ik van de motor. Maar omdat ik met zoveel snelheid door rolde, kwam ik toch nog tegen de banden aan. Het was dus een mechanisch probleem, maar dat maakte het niet minder vervelend.”Het was het begin van een lijdensweg die nu, ruim veertien maanden later, nog steeds niet volledig ten einde is. Vermeulen moest vanwege met een pijnlijke rechterknie de races in Portimao en Valencia laten schieten en bij de wedstrijden in Assen, Monza, Kyalami, Salt Lake City en Misano reed hij met letterlijk pijn en moeite in de onderste puntenregionen. Toen Max Neukirchner hem tijdens de eerste race in Brno onderuit reed, kreeg Vermeulens knie andermaal een gevoelige tik. In samenspraak met het teammanagement zette Vermeulen een streep onder een traumatisch verlopen seizoen. “Ik tekende eind 2009 een deal met Kawasaki voor twee jaar en ‘part of the deal’ was dat ik de motor voor 2011 mee zou ontwikkelen”, zegt Vermeulen. “Ik heb wel iets gedaan, maar vanwege de blessure heb ik maar weinig kunnen doen en de ontwikkeling is ook langzamer gegaan dan we hadden gehoopt. Eén blessure heeft grote gevolgen gehad.”Aanvankelijk had de geplaagde coureur een ander scenario voor ogen. Tegen beter weten in, realiseerde hij zich later ook. “Ik voelde dat bij de crash al wel dat er iets mis was”, geeft hij toe. “Ik ben in Australië naar een specialist geweest die zei dat het er slecht uit zag en dat ik er lang uit zou liggen als ik me zou laten opereren. Hij zei dat ik zou kunnen proberen om toch te rijden en dan te hopen dat het vanzelf beter zou worden. Dat hebben we geprobeerd na een eerste kleine ingreep aan de meniscus eind maart, zo’n vier weken na de crash. Daarna voelde het wel wat beter, maar het was toch wel duidelijk dat die grote operatie nodig was. Ik had twee kapotte kniebanden, waardoor mijn knie te veel bewoog en er was niets meer van de meniscus over. De botten schoven dus over elkaar heen en schuurden het kraakbeen weg als ik ook maar een kleine beweging maakte. Als ik me inspande, werd de knie dik en pijnlijk.” Op advies van zijn arts in Australië liet Vermeulen zich uiteindelijk opereren in Europa, door een kniespecialist in Barcelona die de coureur vertelde dat hij maar liefst vijf maanden lang niet mocht lopen. “Alleen maar op krukken. Erg lang…. Je meniscus groeit niet meer aan, maar er zit nu een soort plastic in mijn knie dat vast is gemaakt aan datgene wat er nog zat. De groei wordt gestimuleerd en uiteindelijk lost de plastic op. Maar dat duurt erg lang. Tussen de twaalf en vijftien maanden, zeggen ze. Ik zit nu op zo’n acht en een halve maand.” Aan het eind van vrijwel ieder antwoord lijkt het alsof Vermeulen zich bijna verplicht voelt om er een positieve draai aan toe te willen voegen. “Ik zie nu licht aan het eind van de tunnel”, zegt hij. En: “Ik kan nu de knie weer behoorlijk agressief belasten.”Desondanks geeft Vermeulen echter zonder omwegen toe moeilijke momenten te hebben gekend waarin zijn incasseringsvermogen ernstig op de proef werd gesteld. “Ik heb wel eerder botten gebroken, maar die lijken makkelijk te helen. Wat dat betreft is deze blessure heel erg zwaar geweest”, knikt hij. “Het was heel frustrerend. Ik wist dat die grote operatie onvermijdelijk was en nadat ik die had laten uitvoeren, had ik er ook alle vertrouwen in dat de knie weer zou worden als voor het ongeluk. Je moet in de artsen geloven. Ik heb sindsdien ontzettend veel fysiotherapie gedaan en mijn motivatie put ik dan ook uit het feit dat ik terug wil komen. In het begin werkte ik drie dagen per week in Barcelona met een fysiotherapeut en één dag per week met een dokter. Dat duurde zo’n drie en een halve maand, daar in Barcelona.” Allemaal voor het goede doel, glimlacht Vermeulen. “Toni (zijn vriendin, FW) zei dat ze van het balkon zou zijn gesprongen, want twintig minuten per uur dat ik wakker was, moest ik oefeningen doen voor mijn knie. Dan vijftien minuten ijs er op en vijf minuten rust. Zo ging het tijden door. Twaalf sessies per dag. Ik wilde zo snel mogelijk terugkomen. Ik moest de tijd doorkomen en ik heb vooral veel TV gekeken, eerlijk gezegd.”Na de eerste moeilijke maanden reisden Vermeulen en zijn Engelse vriendin half november naar Australië waar hij zijn therapie voortzette. “Toni heeft veel moeten opvangen, mijn ouders ook”, zegt hij. “Ik voel woon al sinds 2002 in Andorra en ik voel me daar thuis, maar het is altijd prettig om ergens te zijn waar mensen ook jouw moedertaal spreken. Vooral als het niet goed met je gaat. Normaal was ik maximaal drie weken achter elkaar in Andorra, nu drie maanden. Heel anders. Maar het beviel me niet slecht.” Veel aanloop van collega’s had hij gedurende die maanden in het dwergstaatje in de Pyreneeën niet. “Ik had weinig contact met mensen met uit de paddock. Een beetje met Broc Parkes en met (ex-coureur) Simon Crafar die beide in Andorra wonen. Ons wereldje is een ander wereldje. Je gaat niet bij elkaar op bezoek als je uitgeschakeld thuis zit. Zo zou ik ook zijn. Ik snap dat het zo werkt, ik heb daar geen moeite mee.” Een week voordat hij Kerst vierde in Australië liep Vermeulen eindelijk weer. Zijn artsen waren positief gestemd de mate. Eerder had hij al in oktober de test van het team bijgewoond op het circuit van Aragon. Vanwege de gunstige berichten omtrent zijn recuperatie besloot Vermeulen om tijdens de januari-testen in Sepang zijn pak weer aan te trekken. Hoewel hij sinds medio juli niet meer op een racer had gezeten, maakte die kennismaking met de vernieuwde ZX-10R hem niet extra zenuwachtig, zegt Vermeulen. “Ik was gewoon heel erg benieuwd hoe het zou voelen. Ik had ook niet echt verwachtingen over wat ik of de motor kon. Ik wilde alleen maar rijden en voelen wat anders was dan vorig jaar op de nieuwe motor. Maar dat punt heb ik nog steeds niet bereikt. Ik heb inmiddels wel wat ronden kunnen pushen, maar de grens heb ik nog niet gevoeld. Ik heb mijn comeback een aantal keren moeten uitstellen. Ik heb wel wat races gereden, maar door die over elkaar schurende botten was het onmogelijk om echt te racen. Ik kreeg wel injecties en tabletten, maar dan werd de knie gevoelloos. Dan kroop de pijn richting mijn bovenbeen en heup.”De test draaide echter uit op een teleurstelling. “Ik reed zeven ronden en ik moest stoppen. Het was vreemd: de dokter zei ‘misschien kun je een paar rustige ronden rijden’. Yoda (de technische racebaas van het team, FW) zei dat hij dacht dat ik nog niet genoeg hersteld was. Ik wilde het toch proberen en vloog naar Maleisië. Maar al na een paar ronden voelde ik dat het niet ging. Die hoek in de knie was te pijnlijk.”Niet lang voor de eerste race van 2011 werd duidelijk dat Vermeulen alleen maar zou kunnen toekijken. Racen in Australië zou immers onmogelijk zijn. “Ik probeer altijd positief te blijven. Maar het vreet aan je, heel zeker. Niet alleen als het gaat om de racerij, maar ook als het gaat om je dagelijkse leven. Slapen is bijvoorbeeld nog steeds lastig. Er zitten schroeven in de knie en die kunnen tegen de huid drukken. Er waren zó veel dingen die ik niet kon doen, weet je. Dat begint dan pijn te doen. Toni moest me overal naar toe rijden. Ik ben gek op kanoën, surfen en zeilen, maar dat kon ik allemaal niet. Heel frustrerend allemaal, maar hoe langer ik weg was van de circuits, hoe groter het verlangen werd om terug te komen. Ik ben nu heel gefocust om op mijn oude niveau terug te komen. Ik heb ook over mezelf geleerd. Ik was altijd heel ongeduldig, maar ik ben er een stuk geduldiger door geworden. Een stuk meer relaxed. In Assen ging op de eerste dag een blok kapot en ik heb maar één motor. Twee jaar geleden zou ik misschien geflipt zijn, maar nu had ik zoiets van ‘nou oké, dan is het maar zo. Niks aan te doen’. Wat heb je er aan om je op te winden? Maar er zijn zeker periodes geweest dat ik het moeilijk had om de situatie te accepteren. Vooral toen ik nog niet mocht lopen. Na twee maanden kon ik mijn knie al bijna 90 graden bewegen en de spieren werden weer sterker. Ik wilde weer wat doen, maar de dokter zei ‘no way’. Je moet naar hem luisteren. Hij weet waarover hij praat. Het team rondom mij heen bestond uit drie mensen en al hun bevindingen en adviezen waren vrijwel hetzelfde.” Vier weken later probeerde de Kawasaki-coureur het andermaal in Donington. Na moeizame trainingen trok hij zich terug voor de race. “Hoe langer je het uitstelt, hoe moeilijker het wordt”, verwoordt hij zijn dilemma. “Daarom wil ik ook terug komen. Ik kan al aardig snelle ronden rijden, maar niet lang genoeg achter elkaar, omdat ik mijn knie niet lang genoeg in die positie kan houden.” Hij voelt ook een verplichting naar het team en de fabriek toe, zegt Vermeulen. “Kawasaki heeft de hele tijd achter me heeft gestaan. Van die kant is nooit druk geweest. Zij begrijpen dat dit lang duurt.”Twijfels of hij ooit weer zijn oude niveau zal bereiken, heeft hij niet, zegt Vermeulen resoluut. Twijfel wil hij niet toelaten in zijn leven. “Rijden op een motor is voor mij altijd iets natuurlijks geweest. Ik heb er nooit over hoeven nadenken. Nu zit ik met een fysiek probleem dat me beperkt. Uiteindelijk zal dat verdwijnen, heeft de dokter me verzekerd, maar hij kan me niet zeggen of het nog twee weken, vier weken of langer duurt voordat die stijfheid en die spierpijn verdwijnt en de spieren rond mijn knie sterk genoeg zijn. Ik geloof dat ik weer gewoon zal kunnen rijden. Ik heb geen twijfels.”Het afgelopen jaar heeft Vermeulen veel tijd gehad om na te denken. Ook over een leven na de racerij. “Het was voor het eerst dat ik me bedacht dat ik dit misschien niet mijn hele leven zou kunnen doen. Ik ben behoorlijk jong begonnen, heb redelijk wat succes gekend en daardoor heb ik er nooit over nagedacht wat ik later wel eens zou kunnen gaan doen. Dat weet ik nog steeds niet. Het besef kwam wel: ‘misschien doe ik dit niet mijn hele leven’. Misschien niet, haha. Maar ik werd er niet zenuwachtig of bang door, nee, dat niet. Ik werd er alleen maar meer gedreven door om terug te komen. Financieel gezien heb ik het in mijn carrière aardig goed gedaan en ik hoef niet te werken of te racen. Maar nu weet ik dat ik hier juist wel wil zijn en dat is eigenlijk een heel goed gevoel.”Streamers“Ons wereldje is een ander wereldje. Je gaat niet bij elkaar op bezoek als je uitgeschakeld thuis zit”“Ik heb ook over mezelf geleerd. Ik was altijd heel ongeduldig, maar ik ben er een stuk geduldiger door geworden”

Lees meer over

Kawasaki Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...