+ Plus

Eerste Test Yamaha XJR1300 / Racer

Retro, volgens Wikipedia slaat het op het teruggrijpen op producten en ontwerpen uit het verleden bij het ontwerpen van diverse zaken of producten. Yamaha’s XJR1300 lacht er om. En met een goede reden, want Yamaha’s Big Bike was al retro voor het woord retro was uitgevonden. Al 20 jaar zit deze luchtgekoelde ‘old school’ naked in het Yamaha-gamma, in 1995 begonnen als XJR1200 en geëvolueerd tot een 1.300. Rond het Australische Sydney rijden we met de laatste, licht aangepaste variant en met de opvallende nieuwe Racer-uitvoering.

Hipsters, ineens waren ze er. Mannen met hippe baarden, een strakke scheiding in de haardos, een nonchalante dresscode en bij voorkeur voorzien van rijkelijk getatoeëerde armen. Quasi-nonchalant uiteraard, maar zoals altijd bij trends dienen in dit geval baard en kapsel bij een designkapper in model te worden gebracht, hangt de bijpassende kleding niet bepaald in het uitverkooprek en laat je je armen uiteraard niet door de eerste de beste onder kalken. Trends, pff, je kunt er maar druk mee zijn. Maar bijkomend voordeel van dit snel groeiende subcultuurtje, dat graag koketteert met stijlelementen uit diverse decennia van de afgelopen eeuw, was dat het ook de motorfiets omarmde. Bekende en minder bekende specialbouwers, maar ook handige doe-het-zelvers kwamen met grondig verbouwde en doorgaans zeer charmante motoren op de proppen, die ontegenzeggelijk waren voorzien van sprekende stijlelementen uit de vooroorlogse decennia of uit de jaren vijftig, zestig en zeventig. Booming was het, en dan is het uiteraard wachten tot de grote motormerken die trend oppikken.
BMW sprong er afgelopen jaar met de R nine T op in, terwijl Ducati momenteel op grote schaal haar eigen hype creëert rond de nieuwe Scrambler. En Yamaha? Dat haakte er ook al snel op in met haar ‘Yard Built’-programma, waarin het samenwerkt met bekende custombouwers als Deus Ex Machina, Wrenchmonkees, Jens vom Brauck, Marcus Walz en Keino, die hun creativiteit veelal loslaten op modellen uit Yamaha’s Sport Heritage-lijn. Dat leidde een aantal mooie specials op basis van de SR400, de Vmax en de XV950, maar ook de ‘good old’ XJR1300 ontkwam niet aan de slijptol. De Japanse bouwer Keino bouwde op basis van de viercilinder de beeldschone ‘Rhapsody in Blue’, die op zijn beurt voor Yamaha weer ter inspiratie diende voor de 2015-versie van de XJR1300 op deze pagina’s. Zo kan het gaan….

Toch is de XJR1300 anno 2015 vooral heel erg XJR. En da’s maar goed ook, want de XJR is in feite niets anders dan het origineel en heeft die polonaise aan zijn lijf eigenlijk ook niet nodig. Wat dat betekent? Nou, je zou de XJR rustig kunnen beschouwen als de laatste der Mohikanen, de laatste vertegenwoordiger van een uitstervend ras van Big Bikes uit de jaren negentig. Bijna 1.300 cc longinhoud uit vier luchtgekoelde cilinders in lijn, verpakt in een haast ambachtelijk aandoend frame van stalen buis; de XJR belichaamt al jaren precies datgene wat veel mensen in hun hoofd hebben bij het horen van het woord ‘motorfiets’. Een motorblok, een frame, een stuur en twee wielen, zo puur mogelijk. Daarbij is de aankleding een uiterst smaakvol geheel van traditionele elementen uit verschillende tijdperken.
Neem alleen al die likkebaardend mooie Öhlins stereo schokbrekers, chique en tijdloos klassiek tegelijkertijd. Dat geldt ook voor de chroom omrande klokken van het dashboard en uiteraard voor het haast gebeeldhouwde massieve motorblok met zijn prachtige koelribben. Allemaal al beeldbepalend sinds de eerste verschijning van de XJR, en ook allemaal gehandhaafd op het 2015-model. Wat er dan nieuw is? Gelukkig niet al te veel. Dat klinkt misschien gek in een wereld waarin we doorgaans worden overspoeld met noviteiten en recentelijk vooral van elektronische aard, maar in het geval van de XJR zouden dat soort toevoegingen toch een serieuze vorm van stijlbreuk zijn. De vierpitter is dus nog net zo ‘old school’ als voorheen en bij een snelle blik zou je de verschillen met het voorgaande model ook makkelijk over het hoofd zien.
Toch zijn ze er wel degelijk. Meest in het oog springende noviteiten op het 2015-model zijn de gepolijste aluminium nummerplaten aan weerszijden van het zadel en het stemmig matzwart gespoten uitlaatsysteem. Maar er is meer, al is dat deels subtieler van aard. Zo is het aluminium stuur breder en hoger gepositioneerd voor een rechtere zit en meer gevoel van controle en is de koplamp een aanzienlijk stuk kleiner geworden. Zet je het nieuwe en voorgaande model naast elkaar, dan vallen er direct nog twee andere zaken op. Het kontje van de 2015-uitvoering, waar net als voorheen wat DNA van de eerste generatie R1 in valt te herkennen, is maar liefst tien centimeter korter door een aangepast subframe en de benzinetank is een flink stuk korter en smaller dan voorheen. Beide ingrepen om het voorkomen van de XJR wat compacter en gespierder te maken, waarbij de kleinere tank het dikke luchtgekoelde blok net even nadrukkelijker accentueert. Mooi, maar ieder voordeel heeft zijn nadeel, zoals Cruijff zou zeggen, en in het geval van de nieuwe XJR1300 betekent dit dat de tankinhoud is afgenomen van 21 naar 14,5 liter. Dat scheelt een slok op een borrel en ook een aanzienlijk stukje actieradius.
Jammer voor de echte kilometervreters, maar zo’n extra tankstop onderweg biedt wel weer de gelegenheid om nog een keer extra te luisteren naar het luide knisperen en tikken van de afkoelende vierpitter. Een prachtig concert, en ja, ieder nadeel heeft toch weer zijn voordeel. Bovendien is zo’n extra stopje zo verkeerd nog niet om even op adem te komen, want als je de XJR flink de sporen geeft, moet je stevig aan de bak om de hem in snel opeenvolgende bochtcombinaties van het ene op het andere oor te gooien. Ook wat dat betreft is de rijklaar 240 kilo wegende Yamaha een heerlijke ‘old school’ machine, en een prima alternatief voor de sportschool. Maar over de hele linie is het stuurgedrag van deze big bike heel goedmoedig. De XJR laat zich heerlijk neutraal door het meest uiteenlopende bochtenwerk sturen, waarbij de rechte zit en het brede stuur vanuit het 829 millimeter hoge ‘solo-look’zadel voor een groot gevoel van controle zorgen. Dat doen ook de nu diepere uitsparingen in de (kunststof) tank, waardoor je de dikke 1.300 in het bochtenwerk net even wat nadrukkelijker vanuit je benen kunt helpen in het bochtenwerk. Zowel voor- als achtervering zijn volledig instelbaar en zijn soepel van karakter. Goed voor het comfort en het sluit mooi aan bij het gemoedelijke oerkarakter van deze motorfiets. Bovendien harmonieert het Dunlop D252-rubber uitstekend met de XJR. Heldere feedback en een uitstekend gripgevoel.

Op schakelen hoef je je onderweg nauwelijks te concentreren. In het zadel van de XJR is het domweg een kwestie van weg rijden, de uitstekend schakelende vijfbak naar de hoogste versnelling tikken en dan vooral lekker laten rollen. Zo makkelijk kan het zijn. Het maximum vermogen is met 98 pk bij 8.000 toeren niet wereldschokkend, maar met 108 Nm bij 6.000 krukasomwentelingen heb je wel de beschikking over een meer dan modaal koppel, dat bovendien heerlijk breed is uitgesmeerd. Bij werkelijk ieder toerental is er meer dan voldoende smeuïg vermogen voorhanden om je als aan een dik elastiek door het landschap te sleuren. Vanaf een lage 2.000 toeren beschikt de vierpitter al over een lekkere punch, waarna het  – begeleid door licht kriebelende voetsteunen en de kenmerkende sound van een luchtgekoelde vier-in-lijn – aangenaam prettig door het middengebied verder gaat. Doorhalen tot de maximale 9.500 toeren kan, maar door die royale koppelgolf kom je eigenlijk nooit in de verleiding dat te doen.
En hoe enthousiast je ook aan het gas draait, in het dashboard zal nimmer een controlelampje van de tractiecontrole oplichten, simpelweg omdat het er niet op zit. De XJR is in alle opzichten een pure motorfiets, wars van moderniteiten als elektronische hulpsystemen en dus ook van ABS. Jammer van dat laatste, dat wel, maar ook zonder weet de XJR zich prima te redden. Zowel voor als achter hebben de remmen een puike bite, zijn ze goed te doseren en leveren ze prima feedback.
Ook wat dat betreft is de Yamaha XJR1300 niet alleen de laatste vertegenwoordiger van dat geweldige ‘big bike’-tijdperk uit de jaren negentig, maar misschien ook wel een van de laatste vertegenwoordigers van het pure motorrijden, met een blok, frame, tank, stuur en twee wielen. Een traditionalist pur sang, aan zijn lijf geen polonaise. Voor € 11.699,- kun je dat verleden levend houden.

Lees meer over

BMW Ducati Yamaha XJR1300

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...
Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...