+ Plus

Eerste Test Benelli BN302

Het kost niet meer dan een scooter en je kunt er ongelooflijk veel lol mee trappen. Benelli’s nieuwe naked bike, de BN302, is ondanks de 300 cc cilinderinhoud een heel volwassen motorfiets en uiteraard geschikt voor het A2-rijbewijs.

Iets meer dan vierduizend euro is niet veel geld voor een hagelnieuwe motor met een tweecilinder lijnmotor, 38 frissen paardenkrachten en een geslaagd uiterlijk. Geen kunst, zullende critici bitsen, deze Benelli komt uit China, is rommel en is dus daarom zo goedkoop. Maar met rommel heeft deze nieuwe BN302 niets te gemeen, daar tekenen het vakwerkframe, de direct afsteunende schokbreker, het sportieve uitlaatje en de nette afwerking voor. De BN302 wordt gebouwd bij Benelli’s moederconcern, de Qianjiang Group (QJ) in het zuidoosten van China, dat in eigen land als technisch vooruitstrevend bekend staat en volgens ISO-gekeurde normen produceert. Maar een schoonheidsfoutje valt er wel degelijk te bespeuren, want ABS ontbreekt. Daar wordt door Benelli-technici in Pesaro hard aan gewerkt, maar voor 2016 zal het niet beschikbaar worden.
Met de lichte naked mikt Benelli vooral op beginners en heropstappers, en die krijgen waar voor hun geld. De lage zithoogte van krap 80 centimeter maakt het praktisch iedere mogelijk om de voeten stevig op de grond te zetten, terwijl de licht naar voren gebogen zithouding en het rechte stuur voor extra zekerheid zorgen. Voor langere rijders is de kniehoek door de ver naar achteren geplaatste voetsteunen misschien iets te extreem om lange ritten te maken. Maar voor wereldreizen is deze 300 ook niet op de wielen gezet, wel voor korte ritjes door de stad en het achterland, waar bij je zelfs een bergachtige omgeving niet hoeft te schuwen. Dat laatste wordt tijdens onze rit onderstreept op de Panoramica, een prachtige weg met de nodige hoogtemeters, die vanuit Benelli’s hoofdkwartier in Pesaro langs de Adriatische kust naar het noorden voert.

Ondanks het aanzienlijke gewicht van 196 rijklare kilo’s slingert de BN302 makkelijk en wendbaar door het zeer afwisselende bochtenwerk op de testroute. Dat dankt de tweecilinder voor een deel aan de goed met de machine harmoniërende Pirelli Angels om de wielen, maar vooral aan de lekker elastisch aanvoelende prestaties van het blok. Dat levert weliswaar maar 38 pk, maar door de 360°-ontstekingsinterval voelt het bijzonder levendig aan. Je moet wel van hoge toerentallen houden, want het blok laat zich vanaf ongeveer 7.000 toeren pas van zijn beste kant zien. Dan loop het heerlijk door en doe het volle geluid zelfs wat denken aan Benelli’s dikke driepitter. De remmen zijn goed te doseren en de remkracht is niet te overweldigend, ideaal voor beginnende motorrijders. Dat geldt ook voor het relatief zacht afgestelde rijwielgedeelte, waarbij de nadruk duidelijk op comfort ligt. Puntje van kritiek is er voor de laaggeplaatste uitlaat, die onder hellingshoek op hobbelige wegen nog wel eens met het asfalt in aanraking wil komen. Maar onder de streep lijkt ons de prijs van € 4.250,- een faire. De ABS-versie zal uiteraard iets duurder gaan worden.

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...