Dakar Rally 2022
In de analyse van heel wat deelnemers van de 44e Dakar waren de woorden ‘gemengde gevoelens’ te horen. Dat was begrijpelijk, omdat complexe navigatie na elke etappe voor grillige dagresultaten zorgde. De man die daar het beste mee om bleek te kunnen gaan was Sam Sunderland. De GasGas-rijder won de rally voor de tweede maal, vijf jaar na zijn eerste zege op KTM. Pablo Quintanilla en Matthias Walkner finishten binnen 7 minuten van Sunderland als tweede en derde. Debutant Wiljan van Wikselaar en Mirjam Pol haalden ook de finish.
Voor aanvang van de rally beloofde wedstrijdleider David Castera een Dakar met meer duinen, meer zand en een prominentere rol voor de navigatie. En hoewel de rally in haar derde editie in Saudi-Arabië nieuw terrein ontdekte, leek het alsof Castera’s creativiteit hem enigszins in de steek had gelaten met vijf lussen, waarbij de startplaats ook de finishplaats van de etappe was. De bijna 4.000 geklokte kilometers tussen start- en finishplaats Djedda werden echter ook meer dan eens omschreven als zeer snel, gevaarlijk en zwaar. Het hoge aantal finishers, 124 van 144 starters, duidde daar nauwelijks op, maar de nieuwe FIM Rally-reglementen maakten het voor deelnemers nu wel mogelijk om na een etappe zonder finish toch de volgende dag weer aan de start te verschijnen, zij het met veel straftijd. Dat was dus even wennen, en hield het aantal echte uitvallers beperkt, maar niettemin bleef de rally door de vaak lastige navigatie erg spannend tot het eind. Sunderlands voorsprong ten opzichte van tweede man Pablo Quintanilla bleek de kleinste marge in meer dan twintig edities Tien jaar na zijn Dakar-debuut in Argentinië was Sunderland echter een terechte winnaar. De bijna 33-jarige Brit presenteerde zich in zijn beginjaren als een zeer snelle rijder, die echter ook zelden zonder grote fouten bleef: zijn eerste vijf deelnames viel hij telkens uit door blessures, en pas in 2017 zag Sunderland in Buenos Aires de finish, en meteen zelfs als winnaar. Zijn tweede Dakar-overwinning schatte hijzelf hoger in. “Omdat het allesbehalve makkelijk was”, aldus uitgelaten Sunderland. In 2017 hield hij tweede man Matthias Walkner op ruim 32 minuten, nu naderde Pablo Quintanilla hem door een eindsprint nog tot op 3.27 minuten. “De tijden waren dit jaar zó close dat je geen moment van het gas kon gaan. Het zat héél dicht bij elkaar, tot het eind.” Na de tiende etappe vroeg Sunderland zich hardop af of het verstandiger was om met minder dan negen minuten tussen de top 5-rijders te consolideren, of om juist aan te vallen. Gaandeweg de rally bleek dat mede vanwege de verraderlijke navigatie tactiek in deze 44e editie belangrijker was dan een etappeoverwinning. Yamaha-rijder Adrien van Beveren ‘beschuldigde’ KTM, GasGas en Husqvarna er na de tiende etappe van dat ze als één groot team samenwerkten. Price ontkende dat met klem, maar Van Beveren – op dat moment overall klassementsleider – zag zich als een eenzame strijder, want hij werd ook nog eens geconfronteerd met vier sterke Honda’s pal achter zich. Sunderland zelf gaf toe dat hij – ‘maar niet alleen ik’ – het in die tiende special min of meer kalm aan hadden gedaan, om een goede startpositie te krijgen voor de cruciale voorlaatste etappe. De uitslag van een dagetappe bepaald immers meteen de startvolgorde voor de dag later. “En die voorlaatste etapope was het ‘let’s go’”, aldus Sunderland, die dan ook toesloeg in die elfde etappe, nadat hij een dag eerder dus bewust ruim elf minuten had prijs gegeven op de dagwinnaar.
De Brit speelde het spelletje het slimste, maar was ook de hele rally in topvorm: al na de tweede etappe prijkte Sunderlands naam vijf dagen op rij op kop in het klassement. Eén dag verloor hij de kop, weer een dag later heroverde hij dankzij zijn enige dagzege de eerste plaats, om vervolgens twee dagen beheersbare tijd en plekken in te leveren. Waarna hij in die voorlaatste etappe de basis legde voor zijn totaaloverwinning. Na het uitvallen van zijn supersnelle maar nog te onbesuisde teamgenoot Daniel Sanders kon GasGas zo haar eerste Dakar-zege noteren, de negentiende van de KTM AG Company, zo vermelde het officiële persbericht.
Dat Pablo Quintanilla zich na zes jaar Husqvarna goed voelde op de Honda, bewees hij al met winst in de Rally van Marokko. Achteraf bleek zijn 25 minuten tijdsverlies ten opzichte van Sunderland in de derde etappe cruciaal geweest te zijn. Als leider op de route koos de 35-jarige Chileen toen het verkeerde pad, en op de rustdag keek de eerstejaars Honda-rijder tegen 17.44 minuten achterstand aan; in de zes resterende etappes reed hij daar – exclusief een strafminuut – ruim een kwartier van af, maar op de finish kwam hij dus bijna drie minuten tekort. Toch was hij er zelf erg tevreden mee. En dat was ook derde man Matthias Walkner. Voorafgaand aan de rally waren er twijfels over de compleet nieuwe, lichtere en kortere KTM, die meer enduro-trekjes vertoond. Walkner was na zijn vierde Dakar-podium in zes jaar echter zeer te spreken over de machine, en ook vanwege Sunderlands zege leek alle die twijfel ongegrond. Walkner was snel en presteerde degelijk, maar hij realiseerde zich ook dat zijn navigatiemissers in de tiende special hem de kop hadden gekost.
Voor het eerst sinds 2017 haalde Adrien van Beveren eindelijk weer eens de finish. Toen werd de snelle Yamaha-rijder vierde, en die prestatie evenaarde de Fransman – een zwager van winnaar Sunderland – dit jaar. Hoewel hij twee dagen het klassement aanvoerde en een derde plaats in de tiende etappe als beste dagresultaat liet noteren, maakte Van Beveren toch niet de indruk dat hij voor Yamaha’s eerste Dakar-overwinning sinds 1998 kon zorgen. Daarvoor maakte hij enkele te kostbare foute navigatiekeuzes in de rally, en had in de achtste etappe de pech dat zijn elektronische bediening van het roadbook het liet afweten, waardoor hij de routerol handmatig moest bedienen; geen sinecure in de zware zandduinen die juist toen op het programma stonden.
Joan Barreda brak in de vijfde etappe zijn linker sleutelbeen en stapte sindsdien als een mummy ingezwachteld op zijn Honda. Barreda’s achterstand op de winnaar was met ruim 25 minuten kleiner dan ooit; zijn val in die vijfde special kostte hem ruim een kwartier. Bovendien toonde de 38-jarige Spanjaard zich ook in zijn twaalfde Dakar weer geen topnavigator, maar hij voelde zich wel in zijn element in de snelle specials: daarvan won hij er twee. Net als zijn teammaat Nacho Cornejo, de nummer 6 in het eindklassement. De Chileen was één van de toprijders die al in de eerste etappe grote achterstand opliep, en vervolgens verwoed probeerde die achterstand te verkleinen. Zijn teamgenoten Joan Barreda en Ricky Brabec kenden exact dezelfde problemen. Brabec was daarbij de enige van de vier Honda-rijders die zonder etappeoverwinning bleef en verzuchtte achteraf dat die verkeerde navigatekeuzes in de eerste etappes hem lelijk waren opgebroken. Brabec was wel de eerste van drie Amerikanen op rij in de top-10. Andrew Short (vier seconden (!) langzamer dan Brabec) reed als tweede Yamaha-finisher achter Brabec onopvallend naar de achtste plaats, maar het meest indrukwekkend van dit drietal Amerikanen was Mason Klein, die negende werd. Niet alleen was hij met zijn 20 jaar de enige rijder jonger dan 25 in de top 15 en ook de eerste niet-fabrieksrijder: de debutant verblufte velen met drie vijfde plaatsen en een derde plaats in de etappes. In de tiende etappe kwam de rijder van het Nederlandse Bas World Dakar nog wel hard ten val, maar hij kon na hulp van Sam Sunderland zijn weg vervolgen. “Hij is via zijn vriend Skyler Howes bij ons terecht gekomen”, vertelde teammanager Bart van der Velden. “Hij is een uitzonderlijk talent. Een hele rustige jongen, een beetje een nerd, maar ik heb nog nooit iemand gezien die op die leeftijd al zo hard kon rijden en zo goed kon navigeren. Hij maakt op zijn twaalfde als roadbooks als hobby.”
De top-10 van de 2022-Dakar werd volgemaakt door Toby Price, die echter een zeer teleurstellende Dakar reed en dertien seconden achter Klein finishte.
De in november gestopte MotoGP-coureur Danilo Petrucci kreeg van KTM-eigenaar Stefan Pierer de mogelijkheid een jongensdroom waar te maken met een Dakar-start. Nadat hij in de aanloop naar de monsterrally een gebroken botje in zijn enkel èn een positieve Covid-test overleefde, beleefde de sympathieke Italiaan in zijn allereerste woestijnrally het avontuur van zijn leven. In de eerste etappe werd hij dankzij slim navigeren dertiende, maar in de tweede special viel zijn klassement al in duigen. Petrucci’s KTM kreeg brandstofproblemen door een stakende benzinepomp, waarvan achteraf de geruchten gingen dat het slechts om een kapotte zekering ging. Maar de Tech3 KTM Factory Racing-rijder was op dat moment al zijn telefoon, paspoort en creditcards onderweg verloren en schakelde via de noodoproep de organisatie in, die zijn machine met een helikopter oppikten. Een dag later verscheen hij echter wel weer aan de start, zij het met in totaal 23 uur straftijd. “Als ik niet meer was gestart, had ik als een struisvogel mijn kop in het zand gestoken”, legde hij uit. Een sensationele derde tijd in de vierde etappe verbeterde hij een dag later nog eens: na strafminuten voor etappewinnaar Toby Price werd hij zelfs tot dagwinnaar uitgeroepen. Petrucci hoorde dat nieuws in de Italiaanse ambassade, waar hij net zijn nieuwe paspoort moest ophalen. “Toen ze het me vertelden, moest ik huilen. Ik kon het niet geloven. Ik kreeg vroeger van mijn vader videobanden van de MotoGP èn van de Dakar, en elke dag als ik van school kwam, keek ik die banden. Toen mijn lichaam te groot bleek voor de echte MotoGP-doorbraak, begon ik hier in te geloven. Maar dat ik dus meteen een etappe zou winnen, had ik nooit verwacht. Ik wilde graag iets bijzonders achterlaten in de motorsport en dat is me vandaag gelukt!”, aldus een zeer geëmotioneerde Petrucci. In de een na laatste etappe vreesde de zeer vermoeide debutant bij een val nog zijn sleutelbeen te hebben gebroken, maar hij haalde finishplaats Djedda wel. “In de MotoGP is je teamgenoot je eerste vijand, hier werk je samen.” Petrucci liet aan de finish weten volgend jaar zeker terug te komen voor een top 3-klassering.
Bram van der Wouden maakte het zichzelf erg lastig door met een zelf gebouwde Sherco-rallymotor van start te gaan in het kistklassement zonder hulp van een groot team met monteurs. Hij viel helaas uit toen zijn motor na de neutralisatie van de zevende etappe niet meer wilde starten. De overige twee Nederlanders in de rally, Wiljan van Wikselaar en Mirjam Pol, haalden de finish wel. De tijdens de rally 26 jaar geworden Van Wikselaar, die ruim een week voor zijn vertrek vader was geworden, kampte dagen lang hij met een peesontsteking in zijn linkerpols en ook zijn in Marokko gebroken rug speelde op. Bovendien kwam Van Wikselaar tijdens de achtste etappe hard ten val. “Als ze bij de medische keuring goed hadden opgelet, denk ik dat ik niet had mogen starten”, vertelde de voormalig crosser en wegracer. “Ik was serieus de weg kwijt.” Toch zat Van Wikselaar aan het eind ondanks de vermoeidheid beter in zijn vel, vertelde hij aan de finish. “Ik heb wel een paar klotedagen gehad, maar de laatste dagen ging het weer goed.” Hij eindigde overall als 44e, vijf plaatsen voor Mirjam Pol. Vorig jaar ontbrak de Twentse dame in de Dakar, dit jaar reed ze de rally voor de achtste keer in negen starts weer keurig uit. Bovendien was ze voor de tweede keer sinds 2009 met ruim drie uren voorsprong de beste dame van de 2022-Dakar. Toch sloeg ook bij de ervaren Pol de laatste dagen de vermoeidheid toe, en blesseerde ze bij een val in de voorlaatste etappe haar schouder. “Voor de schermen zag het er prima uit, achter de schermen ging het moeizaam”, verwees de 38-jarige Pol naar kiespijn, griep en ziekte in de tweede week. “Ik ben er heel blij mee en ik heb ook nog nooit zo hard gereden. Elk jaar gaat het weer harder en op die paar akkefietjes na had ik het wel allemaal onder controle.”
Pol reed met startnummer 40, het nummer dat twee jaar geleden toebehoorde aan Edwin Straver, die in de Dakar van 2020 levensgevaarlijk gewond raakte en later overleed. Pol was destijds één van de eerste rijders die bij dat ongeval arriveerde: “Dat is een stukje van mijn geschiedenis. Ik heb het meegemaakt, dat vergeet ik niet meer en wil ik ook niet vergeten. Toen ik het startnummer kreeg, heb ik wel even getwijfeld, maar op een bepaald moment dacht ik ‘ik vind het alleen maar een eer’ dat ik met dit nummer mag starten…”