+ Plus

Binnendoor naar de Noordkaap

Luister de volgende keer gewoon niet naar ze als ze zeggen dat de lange rit naar de Noordkaap niet loont. Luister niet naar ze, ga gewoon je gang. Rij langs de Noorse Fjordenkust omhoog, de midzomernachtzon tegemoet. Onverstoorbaar zitten ze in de miezerige regen onder een wrakkige, scheefgewaaide parasol. Ze kijken geamuseerd naar het gehannes waarmee wij proberen onze tent op te zetten, terwijl we onze spullen zo droog mogelijk proberen te houden. De camping is zo groot als twee voetbalvelden. Op het ene voetbalveld zitten de Zweden onder de parasol te kijken, op het andere veld staan wij. Bijna althans. Tussen ons ligt een niemandsland. Luxe reizigers hebben vandaag al lang onderdak gezocht in een trekkershut, blokhut of een ander stevig onderkomen. Bij ons kruipt de eerste nattigheid langs onze kragen omlaag. Nog maar drie haringen te gaan en van de met sneeuw bedekte, steile hellingen van de Romsdalberg is niets te zien. De wolken hangen loodzwaar over het zuiden van Noorwegen alsof ieder moment de god van het hemelwater de sluizen open kan zetten. We moeten de tent zo strak mogelijk opzetten voor een optimale afwatering. ‘Maak je niet druk! Dit is zomer!’, roept de lachende massieve vrouw onder de parasol tegenover ons en wenkt uitnodigend naar de glazen en mokken op de tafel naast haar. ‘Willen jullie koffie of bier?’ Eigenlijk willen we koffie én bier, koffie voor de warmte en bier tegen de dorst. ‘Tot aan de Noordkaap…wauw!’ Carina zet haar glas met een dreun op de klaptafel. ’Dat is me een trip!’. Op de motor de middernachtzon tegemoet. Dat lijkt haar wel wat. Of zij en haar vriend Torsten niet achterop mee kunnen? Laten ze de kinders wel hier. Water genoeg voor ze om in te spelen. Glimlachend strijkt ze een van de kinders over zijn kletsnatte haar. Scandinaviërs schijnen blind te zijn voor het feit dat het regent. Dat hebben ze allemaal. Het bier hebben ze van huis meegenomen. ‘Die verdraaide Noren bestelen de zaak gewoon, en dat doen ze niet alleen als het op alcoholische versnaperingen aankomt. Een keer met de kinderen naar een hotdog-kraam gaan, maakt je helemaal arm!’ Maar toch houdt Torsten van dit waanzinnige land met zijn dramatisch overweldigende natuur. En dan willen ze alles over ons weten. Over onze reis tot aan hier bij de beruchte ‘Trollstigen’, die in verbijsterend krappe haarspeldbochten vanaf de Norddalsfjord naar de Romdalsfjord slingert. Voorbij geweldige watervallen en velden die met eeuwige sneeuw bedekt zijn. We vertellen over onze vliegende start via Duitsland, waarbij we de tellers tot aan Kiel vaak op de 200 hadden staan. Over de waanzinnige sensatie om met een met 180 kilo bepakte sportfiets plat door de bochten te vegen, terwijl de horizon net boven de toerentellernaald van rechts naar links kiept. We vertellen over de nachtelijke rit naar Oslo, waar we op een stralende ochtend aankwamen en waar we met de vroege werkers en een enkele rugzaktoerist ontbeten in een dagcafé. Eindelijk zomer! Om het kleurenspel in de vrolijke dalen naar het Noordwesten te omschrijven schieten woorden te kort. We dansten in Zweden over de eenzame hoogte van de Hemsedalfjelsss. De stilte daarboven was bijna tastbaar. Er was niets levends te zien. We waren helemaal alleen op de door het weer geteisterde toendra. Aan de Sognefjord maakten we weer kennis met de intensiteit van de korte, noordelijke zomer. Zwemmen, vissen, bootje varen en pootje baden. Bijna het hele etmaal lang. Alles indirect belicht door de zich bijna tot aan de waterrand uitstrekkende ijstongen van de Jostelasbreem gletsjer. Als we in het verhaal Fjǽrland bereiken, het boekenplaatsje waar elk huis zijn eigen ‘Antiqvariat’ is, stort de parasol onder zijn lading regenwater in. Carina en Torsten zijn er niet van onder de indruk. Ze willen meer weten over de gletsjers in het zuiden. Over de Sauphellebreen die dagelijks anderhalve meter de Fjǽrlandsfjord binnenschuift, over de Boyabreen waar ijsschotsen voor de eeuwigheid ronddrijven, klotsen en botsen in het water van de groenblauw schemerende lagune. We dromen weer weg bij het vertellen over onze eerste bergrit over de kleine 258, hoog boven de stralend groene Strynsvatn. Die 258 is een kleine, deels niet onderhouden pas tussen de rotsen en de zomer skigebieden doorvoert. Daarna kwam de echte uitdaging voor de lage stuurhelften van de R1: de steenslagweg naar Dalsnibba. Daarvandaan weer omlaag naar Geirangerfjord. In een waanzinnige bochtenorgie ga je zo 1500 meter omlaag, alsof je vliegt. Torsten haalt meer bier uit de auto. ‘Is dat Fjord echt zo te gek?’ ‘JA!’. Dat intense diepblauwe vlak tussen de verticale rotsen is onvergetelijk. Dan begint Torsten over zijn eigen lthuishaven Lapland te vertellen. Waar de natuur op het spaarvlammetje brandt, de zon zomers niet ondergaat en waar je tussen november en januari je neus beter niet buiten de deur kunt steken. De winters zijn er zo onmetelijk koud en eenzaam, op een dag trok hij het niet meer. En als je dan toch zonder werk zit, ben je helemaal vrij om te gaan. ‘En nu leeft hij in het oog van de orkaan,’ proest Carina. ‘Samen met mij in mijn souvenirwinkeltje aan de N45 bij Östersund.’ Welke souveniers dat zouden moeten zijn, kunnen we ons niet voorstellen, gelukkig blijkt Carina onze vragende blikken te hebben begrepen. ‘Nou ja, originele elandmest bijvoorbeeld. Toeristen zijn er gek op. En als we even geen elandmest hebben verkopen we ze gewoon andere mest. Merken ze niets van.‘ Als we opbreken om naar Trondheim te gaan, slapen onze Zweedse gastheren van de vorige avond nog. Nu staan we aan het begin van ons experiment. We willen door Noorwegen, maar niet over de E6. Deze troosteloze, meer dan 2000 kilometer lange, verbindingsweg tussen Oslo en Olderfjord, is een wanhopige transportband waarover iedere zomer weer een eindeloos lint caravans, campers, bussen en motoren naar de Noordkaap rijdt. Één van de grootste ergernissen in de noordelijke regio en tevens een sluimerend gevaar voor elke motorrijder met maar een druppel olie in zijn bloed! Heel even je geduld verliezen, gas geven en voor je het weet heb je dankzij de talloze radarcontroles een paar weken later de duurste foto uit je carrière in de brievenbus liggen, met dank aan de Noorse verkeerspolitie. Tellernaald steevast op tachtig houden, sneller mag je hier niet. Met elf landkaarten willen we ons tegen de E6 beschermen. Tot nu toe gaat dat via alternatieve routes prima. Vanaf Ǻndalsnes wordt het moeilijker. De weg over Langfjorden, Tingvollung en Stangvikfjorden ziet er uitzichtloos uit. Met een beetje geluk kunnen we wel via de tolweg bij Bomveign van Istfjorden naar Sundalsøra toe. Als we een uur, drie wildroosters en twee doorwadingen later op een drassig weiland voor een steile rotswand uitkomen, bekruipt ons het gevoel dat dit waarschijnlijk geen sluitroute naar de Noordkaap is. Terug. Tijd voor een nieuw plan. Aan de pier van de veerboot naar Ǻfarnes beginnen we aan een nieuwe uitdaging: het fabriceren van een roadbook om strak en zeker van hier naar Trondheimfjord te komen. De maar de lijndikke 660 tot aan Eidsvag, daar rechts en in Sundalsøra de RV 70 op. Nog vóór Vognill naar links, en vervolgens via Ǻ over de 700, de 701 en de 65 tot Orkanger. Op dat moment hebben we zo’n 350 kilometer afgelegd tegenover een hemelsbrede afstand van 140 kilometer. Maar wie zegt dat het hoe dan ook verstandig moet zijn om naar de Noordkaap te gaan? Het is allemaal de moeite waard om de E6 te vermijden. Het loopt tegen achten als we het plaatsnaambordje ‘Ǻ’ zien. Erg kort en krachtig, maar toch echt de naam van dit plaatsje ter grootte van een koffievlek. We moeten nog inkopen ook! Dat zijn we door het rijden helemaal vergeten en de zon die bleef maar op half acht staan! Gelukkig heeft Ǻ een prima uitgerust tankstation. En laat er nu net een visnet voor beginners in de aanbieding zijn! Voor maar 199 Noorse Kronen, nog geen € 26,-, zijn wij de gelukkige eigenaar, inclusief aas. Maar we besluiten dat we er dan ook nog iemand bij zouden moeten hebben om de arme beesten dood te maken. Dan maar weer gewoon spaghetti met tomatensaus en tonijn uit blik. Vrolijk vol beladen gaan we richting kust. Alleen vanaf daar is mogelijk om richting het noorden de E6 te ontwijken. Voor zolang het goed gaat. Als een tijdje later ook de laatste campers, caravans, tenten en nachtvissers zijn verdwenen maakt er zich een lichte twijfel meester van ons. En hier in de buurt zou dan een veerboot naar Brekstad moeten liggen? Jawel! Samen met een paar terminaal gebutste Chrysler Vans en een brullende Kawa Z1000 wachten we op de laatste boot van vandaag. In Brekstad, de laatste grote halteplaats voor de westkust heerst een loodzware eenzaamheid. Gesloten tankstations, troosteloze kroegjes. We vinden ergens nog een schimmige slaapplek. De bank in de slaapkamer is een afgeleefd monster uit de zestiger jaren met een doorleefde skai huid. Maar de verwarming loeit en daar zijn we blij mee, want het is intussen verdomde koud geworden. Tijd om alle kaarten op tafel te gooien. Nu is de vraag is of het mogelijk is om een rijdbare route tussen de talloze fjorden te vinden. Dat gaat. De kleine 715 mag dan hoogstens meespelen in de dorpsstraatjes klassement, het weggetje wikkelt zich wel dapper om alle waterige inhammen heen. Dat is onze weg, pal naast het water van de onwezenlijk blauwe Atlantische oceaan gelegen. Het heldere kustlicht zet alles neer met messcherpe contouren. Beelden, kleuren en vormen als uit een andere wereld. De natuur als hallucinerend middel. Mooi. Osen, Namsos, Lund. De kustweg 715 is ondertussen overgegaan in de 769. In Holm komen we dan vervolgens weer op de RV17 terecht. Helemaal zonder ander verkeer en radarvallen, lekker doorrijden dus. En waar even helemaal geen weg is, daar rookt altijd wel een tevreden veerboot. Vennesund, Horn, Brønnøysund, Sandnessjøen. Het klinkt allemaal als een luie vakantie in Zweden. Alleen laat de meridiaan in Melfjord zien dat we al een heel stuk verder noordwaarts zitten. We gaan de 66ste breedtegraad over, het begin van de poolcirkel. Als om dat te bevestigen stijgen de bergen hier weer boven de 1500 meter, zodat de Svartisen, Noord Noorwegen’s hoogste gletsjer, de kans krijgt zich aan het publiek te tonen. Vanaf de parkeerplaats aan het Hollandsfjord kun je de gletsjer bijna met de hand aanraken. Tot aan Bodø is er geen plek meer voor toeristische stops, maar gaat de 17 zijn eigen weg. Wat moeten we doen? Tentje opzetten misschien? Tentje opzetten inderdaad, de hemel zij dank voor legaal wildkamperen. Door gras en groeisels modderen we met de motoren door de natuur, totdat we bij een schilderachtige bossage terechtkomen. Ondanks het feit dat het middernacht is warmt de milde zon de wereld om ons heen nog op tot een prettige twintig graden. Tegen enen wordt het eindelijk wat schemerig. Een uur later kruipt de zon echter alweer richting de hemel. Dan maar gewoon niet slapen, maar in plaats daarvan genieten van de nacht die geen nacht is, koffie drinken en kijken naar het rustig veranderende getij. Vanaf hier hebben we twee mogelijkheden. We kunnen de postboot pakken of op eigen kracht over de Lofoten. Over land kunnen we de E6 echter niet meer ontlopen. De reis over zee heeft het voordeel dat je de ogen eens kan sluiten en kennis kunt maken met een van de meest historische manieren van transport in deze regio. Want sinds 1893 verzorgen de schepen van de Hurtig rederij alle transport tussen de havens van vanaf Bergen tot aan Kirkenes. Om 12.30 uur loopt de MS Nordkap de haven van Bodø binnen. We rangeren onze motoren het ruim in en zetten ze vast tussen waterboilers voor Hammerfest, kabelhaspels voor Tromsø en dakbedekking voor Honnigsvåg. Tot hoever we meevaren? Tot aan het eindpunt Kirkenes. Aan boord is het een aan de fantasie prikkelende mengeling van rugzaktoeristen, lokale bewoners, zakenreizigers en enthousiaste cruise-vaarders. Zwitsers, Amerikanen, Duitsers en Italianen. En allemaal vol ontzag als de wand van de Lofoten pal voor de boeg van de Nordkap opduikt. De rots klimt vanuit het water 1000 meter steil omhoog. Voorzichtig manoeuvreert de boot het minieme havenbekkentje van Stamsund in. Daar staan de vrachtwagens en taxi’s al te wachten. De losdeuren gaan open. Coca Cola kisten worden aan boord gebracht en vuil beddengoed gaat van boord. Ook twee auto’s, twee pallets met gevelverf en de kajuit van een bootje verlaten het schip. Het in- en uitladen gaat in een hoog tempo en na dertig minuten ranselen de machtige scheepschroeven het water weer heftig tegen de kademuren. Aan boord keert de rust tijdelijk weer tot het etenstijd is. En dat is een dagelijks wederkerend hoogtepunt voor de cruise-vaarders, die een hoop geld hebben neergelegd voor hun retourtje Bergen-Kirkenes-Bergen. Later zie je ze weer in de panorama lounge met Martini in hun handen. De heren in stemmig zwart, de dames in het chique met ontblote ruggen. We blazen voorzichtig de aftocht. Gaan met blikjes bier en biscuitjes naar het bovendek en denken nog eens na over Kirkenes. Misschien toch beter wanneer we maar tot Hammerfest meevaren. Achter Tromsø begint de Finnmark. Bijna zonder begroeiing overgoten met grove rotspartijen. Het land is getekend door de strijd met de elementen. Dit is Poolgebied. Een massieve wolkenbank drukt hard tegen de kust. Witte schuimkoppen waarschuwen voor een opkomende storm. Om vijf uur ’s ochtends worstelt de Nordkap zich de haven van Hammerfest binnen, het laatste bolwerk voor het hoge noorden. Vroeger ook de thuishaven van Hitlers Noordzeevloot, die Noorwegen in de Tweede Wereldoorlog in een ijzeren greep hield. Vanuit hier werd het noorden van de Atlantische oceaan door ‘U-Boote’ gecontroleerd. Hammerfest en heel veel andere plaatsjes in de buurt werden hierdoor bijna totaal vernietigd. Een ijzige regen daalt neer op de grauwe stad, waar rendieren door verlaten straten sjokken. Dan maar liever door naar Honningsvåg. Precies om 11.45 uur legt de boot aan in het plaatsje dat opgewarmd wordt door een stralend zonnetje. We halen de motoren direct uit het ruim en gaan als een speer op weg naar de Kaap. De bewolking kan elk moment weer opkomen. Fietsers hangen gebogen slingerend tegen de straffe wind in. We hebben nog twintig kilometer te gaan. Alleen een groene waas en een paar verkrampte struiken kunnen hier op de rotsen overleven. Rendieren lopen gewoon over de weg. Dichter bij de Noordpool komen op twee wielen is niet mogelijk. En we weten maar een reden waarom het gerucht gaat dat de reis de moeite niet waard is: dat is die verdraaid saaie E6. Die rit is zo erg dat je na afloop ervan minstens ijsbergen, ijsberen, draken en pinguïns verwacht te zien. In elk geval dingen die opvallender zijn dan deze steile rotsval die bijna 300 meter de diepte in duikt, om zich daar te verliezen in het groene, witschuimende Poolzeewater. Voor ons is het fantastisch. Voor vier Italiaanse motorrijders uit Treviso ook. Enthousiast gillen ze in hun GSM’s: “Mamma! Het is ons gelukt!”. Ze hebben er dan ook 4600 kilometer voor gereden. De Noordkaap: drie maanden achter elkaar dag, drie maanden nacht. Met een gemiddelde temperatuur van 10 graden Celsius in augustus. ’s Winters kan het er 40 graden vriezen. Wij genieten van het onverwacht goede weer. Rijden het hele Kaapse schiereiland rond, dat straalt van kleur en levenskracht. Hier worden in een korte tijd de reserves verzameld om een lange koude winter te overleven. Bijna lichtgevend rode boten, hardgroene visnetten en blauwe of gele huizen. In voortuinen slingert er overal kinderspeelgoed. Maar ook als je niet in het al dagenlang in het ‘Dagblatet’ beloofde lagedrukgebied hebt willen geloven: het komt er aan! Scandinavië laat zich van zijn zwarte zijde zien. Nevel, regen en een ijskoude, striemende wind. De boordcomputer van de VFR zegt dat het zeven graden is. We stoppen onder de houten luifel van een verlaten hut om alles aan te trekken wat we maar bij ons hebben. Pas als er een deur open gaat, beseffen we dat we voor een woonhuis staan. Een woonhuis met een souvenirwinkeltje. Een vrouw in klederdracht nodigt ons zonder woorden uit naar binnen te komen. Nee nee, we willen niets kopen! Helaas niet! Maar daar gaat het niet om. Ze had gezien hoe koud we het hebben en biedt ons thee aan. Laplandse Nomaden, de Samen, kennen het leven en de kou in de natuur. Veel van die mensen trekken immers tot op de dag van vandaag met hun rendierkuddes door het land. Mooie dieren met machtige geweien die we al vanaf de Kaap als reisgenoten zien. Als we willen betalen kruist de vrouw haar handen voor de borst en spreekt een woord: “Sameh”. Ze hoeft ons geld niet, ontroerd en dankbaar nemen we afscheid. Een striemende regen, die zonder genade elke wankelmoedige porie in de Goretex vindt en overwint, bepaalt vanaf nu wat er gebeurt. In onze poging deze ellende te ontkomen vergeten we Kirkenes en laten we de Russische grens links liggen. In plaats daarvan kruipen we weg achter onze kuipen om maar elk vleugje warmte van de motorblokken te absorberen. In Karasjok proberen we stiekem op te drogen bij het open vuur in een nomadentent, die daar is opgezet ter lering en vermaak van de toeristen. Een stel toeristen uit Haarlem is meer dan verbaasd als ze hun hoofden naar binnen steken en twee verkleumde landgenoten bij het vuur vinden. Helemaal flauw passeren we de Finse grens. Het grauw versluierde Inarimeer. Finland blijkt het brandpunt van alle rooskleurige fantasieën over het vriendelijke verre noorden, wat een frustratie. Daarbij deugt de hele atmosfeer in Finland niet. Wat een contrast met het hartelijke Noorwegen! Hotelletjes zitten opeens vol en alle trekkershutten zijn besproken. In eetgelegenheden wordt het verse gebak snel uit de vitrine gehaald, wanneer wij motorrijders binnenkomen. Kan je nagaan hoe onvriendelijk ze tegen mannelijke lotgenoten zijn! In Finland zijn we geen gasten, we zijn paria’s. Zonder ‘Hilla’ hadden we Finland ooit overleefd. ‘Hilla’ is een aanbiddelijk warme, zes vierkante meter grote trekkershut met twee houten lattenbedden en een kookplaatje. Bovendien bevindt er zich een raam met uitzicht op het einde van de wereld in een van de houten muren. We hebben deze dag nog geen 200 kilometer gereden en hebben er nog zo’n 2500 te gaan. Terwijl duidelijk wordt dat onze waterdicht geachte tassen de zondvloed niet hebben doorstaan, besluiten we vanavond niet meer aan die 2500 kilometer te denken. De volgende dag zien de zaken er buiten niet beter uit. Toch besluiten we verder te gaan. Via Kittilä en Kolari rijden we naar de Zweedse grens. Wat wij alleen niet weten is dat ‘Zweden’ in Finland ‘Ruotsi’ heet en dus ook zo op de borden staat. We krijgen de boodschap pas door nadat we al een uur verbijsterd rondsturen op steeds andere natte boswegen. De regen komt gelukkig wel wat minder fanatiek uit de hemel vallen. De huizen worden kleurrijker en we zien weer glimlachende mensen. En na een lange, uitputtende dag over doordrenkte gravelwegen ook eindelijk weer een zonnestraal. Bossen, meren, weides en oude Volvo’s met dienblad grote verstralers voor de grille geschroefd, dat is Zweden. We rijden maar door. Komen van de smalle wegen in het binnenland op de brede kustwegen en daarvandaan op nog bredere snelwegen. En andersom. Om ons heen verandert er niets. Lieflijk en onveranderlijk ligt het landschap over duizenden kilometers naar het zuiden uitgestrekt. We vervelen ons lam en oriënteren ons bewust op de zon en spoorwegen, in plaats van op kaarten en borden. Alles om de spanning er maar een beetje in te houden, maar ook dat blijkt een illusie. Bij Sundsvall kopen we een andere overzichtskaart met een schaal van 1: 1,2 miljoen. Omdat de reis minder saai lijkt en het zuiden te zien is zonder eerst zeven keer te hoeven vouwen. Opeens een wegwijzer: Trondheim 455 km. Bizar. Alsof Corsica en Venetië staan aangegeven op de blauwe borden bij Knooppunt Velperbroek! We hoeven alleen maar rechts af te slaan om het rondje nog een keer te maken. De Jostedalsbreen, het Geirangerfjord, de RV 17, de Kaap! Moeten we van te voren wel even Carina en Torsten bellen. Dan kunnen ze mee! [Kaders] [Text bei Kustweg] DE KUSTWEG Is er vanaf Trondheim geen alternatief voor de E6? Gelukkig wel! Je kunt langs de kust via de RV 17. Op zijn best ga je al ten westen van Trondheim de provinciale 710 op. Die slingert zich van Orkanger tot Namsos (veerboot) naar de minieme 715. Gaat daar over in de 769 en komt bij Holm op de doorgaande RV 17, de ‘Kystrikveien’. De inhammen van de westkust worden vervolgens met talloze veerboten genomen. Dat maakt de trip nog mooier. De verschrikkelijke camperrijders lopen er financieel op leeg,maar voor motorrijders is het een absolute aanrader! Per persoon/per motor betaal je tussen de 6-15 euro voor een overvaart die tussen de twintig minuten en een uur duurt. De wachttijden zijn doorgaans kort. Maar met de motor kun je altijd mee terwijl auto’s nog wel eens een beurt moeten over slaan. Nog een voordeel: de pauzes kunnen heerlijk aan dek gehouden worden en er is koffie met koek. Op internet vindt je de afvaartschema’s op www.RV17.no . De informatie kan je ook aan boord van de schepen en bij de lokale VVV krijgen. En als je vanaf Bodø nog steeds niet de E6 op wil, dan kun je via de Lofoten en de E10 en wat parallelwegen tot aan Narvik aan toe komen. DE MOTORFIETSEN Met 172 pk voorovergebogen 7000 kilometer lang door een streng op snelheid gecontroleerd Scandinavië toeren? Wie dat hoorde verklaarde ons voor gek. Een Honda VFRkan nog, maar een R1? We hebben het toch gedaan en het ging prima, sterker nog, het was zelfs erg leuk. Rijden op de maar 195 kilo wegende, met twee centimeter opgehoogde stuurhelften, R1 ging het zelfs nog makkelijker dan op de 109 pk sterke VFR 800 van 244 kilo. Was bovendien nog leuker ook. Het gebrek aan gewicht is het grootste winstpunt van de R1. Niet alleen op de gravelwegen, maar ook bij het rijden met extra gewicht. Zelfs ergonomisch scoort de R1 – althans voor kleinere rijders – beter dan de Honda. Op die Honda zitten kleinere rijders over een lange afstand in een onaangenaam gestrekte zithouding. Nadeel van de R1: het gebrek aan een bagegarek, kan gewoonweg niet gemonteerd worden. De steeds ijler wordende achterframes en de trend om uitlaten onder de buddy uit te lijnen, zijn de nekslag voor veel koffermakers. Er is gewoon geen mogelijkheid om iets aan vast te maken verzucht Karl Heinz Daniel van de toonaangevende bagagespecialist Hepco & Becker. Voor de VFR is dat nog geen probleem. Maar daarvan hebben we de koffers bewust thuisgelaten, omdat deze toch teveel invloed op het rijgedrag hebben. Door de positie van het uitlaatsysteem was de bagage op de Honda net zo moeilijk vast te sjorren als op de R1. Onze spanbanden werden gelukkig gered door de hitteschilden op het uitlaatsystemen. Zal niet de eerste keer zijn, dat op een dergelijke manier iemand zijn bagage is verloren of zelfs in vlammen op zag gaan ( zie MotoPlus nummer tien). Al met al bewezen onze motoren echte marathon sprinters te zijn. Ze waren ook enorm betrouwbaar en verrassend comfortabel. INFO De Reis naar de Noordkaap is onder motorrijders legendarisch. Sinds de komst van de E6 is de reis echter voornamelijk saai. De uitdaging bestaat eruit hoe lang je kunt stilzitten. Je sukkelt daar in gezelschap van campers en caravans met een gangetje van tachtig richting het noorden. De route is vergeven van de flitspalen en wordt je op de foto gezet, dan is het een hele dure! Met deze reportage hebben we willen laten zien dat de reis naar de Noordkaap nog steeds het legendarische feest van vroeger kan zijn. Je moet er alleen even voor omrijden. De reis Hier even de grens over wippen is zo gebeurd. In het Duitse Kiel met de boot naar Oslo, ’s middags inchecken en ’s morgens zet je voet aan wal in Noorwegen. Colorline verzorgt de veerdiensten op dit traject en vraagt in het hoogseizoen per persoon met motorfiets ongeveer € 350,-, afhankelijk van de hut die je kiest. Kijk voor informatie op www.colorline.com: The easiest way to Norway. Wie liever zoveel mogelijk wil rijden kan ook niet om Colorline heen. Vanuit het Deense Hirstals kun je voor 95, – euro in een paar uur naar Kristiansand aan de Noorse zuidpunt. Van en naar Zweden komen is makkelijk en er hoeft niet gereserveerd te worden. Je gaat gewoon via de Öresundbrug tussen Malmö en Kopenhagen en pakt vervolgens de korte overtocht tussen Gedser en Rostock. Overige overzetmogelijkheden kan je gewoon ter plekke uitzoeken. Liever wat meer zekerheid, kijk dan voor aanvang van de reis op een van de volgende websites: www.ocean24.de, www.ferrylines.com of www.seetour24.de. Maar ook het reisbureau om de hoek heeft alle informatie. Wanneer De aanbevolen reistijd voor Scandinavië is natuurlijk een inkoppertje: hoogzomer. Dan heb je de meeste kans op goed weer. En goed weer is van belang, want mocht het weer wat minder zijn, dan daalt de temperatuur in een oogwenk tot een graad of vijf. Op de Noordkaap is het in augustus gemiddeld tien graden. Warme en waterdichte kleding – vooral goede handschoenen – is op deze trip echt een must! Let er ook op dat de bagage waterdicht is ingepakt. Eind juli pak je de midzomernachtzon mee, maar gedurende de hele zomer blijft het wonderbaarlijke licht in de regio. De dagen lijken eindeloos en de nachten zijn niet veel meer dan korte periodes van lichte schemering. In gebieden met veel meren zijn ook veel muggen. Lichtgekleurde kleding met lange mouwen is daarom een regelrechte aanrader, evenals een muggenstift waar het middel BEET inzit. Onderdak Kamperen in Scandinavië haalt meer uit je vakantie. Het zogenaamde ‘allemansrecht op vrij kamperen’ geeft kampeerders unieke mogelijkheden om de tent op te slaan op de mooiste locaties. Bij slecht weer zijn de bijna overal aanwezige trekkershutten een uitkomst. De meestal gezellige blokhutten kosten je vanaf € 40,- per overnachting en bieden op zijn minst een dak boven je hoofd. Een dak met stapelbedden, zitgelegenheid, tafel, kookplaat en verwarming. Voor goede slaapzakken en kookgerei moet je zelf zorgen. Voor wildkampeerders is een opvouwbare waterzak erg aanbevelenswaardig. Hotels en pensions vind je in de bewoonde gebieden natuurlijk ook. Deze zijn echter – net als de restaurants in Noorwegen – zo duur dat je dit eigenlijk geen passend alternatief mag noemen. Literatuur. Op www.waarheenopvakantie.nl staat een hele boekwinkel aan info. Gespecificeerd naar landen, streken en wat je waar wilt zien of doen. Bij de aanschaf van gedetailleerde kaarten wordt het moeilijker. Er zijn voor de trip al snel zeven kaarten nodig, wanneer je je heil zoekt bij uitgevers als Kümmerly & Frey. De ANWB heeft voor € 7,50,- twee wegenkaarten in de aanbieding, één van Noord- en één van Zuid-Scandinavië, zodat je de hele toer met vijf kaarten minder volbrengen. Bovendien vind je in de grotere plaatsen en onderweg bij tankstations ook de goede Capellenskarten in een schaal van 1: 800.000. Michelin levert Noorwegen aan in de schaal 1:1.250.000 (kaartnummer 752). De geografische boekhandel Jacob van Wijngaarden biedt uitkomst voor iedere wereldreiziger: www.jvw.nl Informatie De makkelijkste manier om informatie over Noorwegen in te winnen is contact opnemen met het Noors verkeersbureau (tel. 0900 8991170, tussen 11.00 – 15.00 uur). Ook het raadplegen van de volgende websites kan je een heel eind op weg helpen: www.visitnorway.com, www.zweden.org, www.norske.nl en www.visitfinland.com. Wat één fabriek allemaal maken kan: Husqvarna is bekend van zijn naaimachines, zijn motorfietsen, zijn wapenfabricage en ze maakten ooit ook ovens. Te zien in het fabrieksmuseum aan de Vätternsee. Het belangrijkste eerst: de weersverwachting in het ‘Dagbladet’. Met wat fantasie kun je nog lezen wat er staat ook. Onze talen lijken wel wat op elkaar. Daarnaast: sneeuwresten in het gebergte en de trekkershut ‘Hilla’, onze redding nadat het weer op 71 graden noorderbreedte, aan de Kaap was omgeslagen. TEKST IN KAART Tijdsduur drie weken Gereden afstand ca. 7500 kilometer FOTOBIJSCHRIFTEN VANAF HET BEGIN VERHAAL – – – KopteXt als in vertaling P4 We genieten van onze eerste bergrit. Nemen Carina en Torsten in ons verhaal mee door alle bochten en rijden op eenzame hoogte. Het is als vliegen Boven het mooiste stuk in het noorden: de 258 tussen Stryn en Grotti. ( de grote foto) Met de neus in de boeken in boekendorp Fjærland. Daaronder: de steenslagpiste naar net uitzichtspunt Dalsnibba. En bij het kamperen mag je zelf je hut uitzoeken. P5/6 Het lijken de Alpen wel! Boven zie je de pas bij de Trollstigen en de enorme waterval daar. Rechts: Noordse nettenkunst, een routeplan ( of ‘Veiguide’) van de RV 17 nabij de aanlegplaats van de veerboot en een van de vele fjorden P8 Netten aan de Kaap. Waar hoe dan ook geen weg meer te vinden is, daar vindt je in elk geval veerboten. En voor een motorfiets is er altijd wel een plekje over. Helemaal links zie je de ronde bergruggen van het noordoosten. Vis is een van de belangrijke bestaansmiddelen in het noorden. Links: we dachten dat dit een kortere weg tussen Ǻndalsnes en Sunndalsøra was. Op de foto links staat een twijfelende motorrijdster met een blik bier van vier euro in haar hand. P9 Het blijft maar licht! Bijvoorbeeld bij het wildkamperen aan de poolcirkel om middernacht. Rechts rendieren, de constante vriendelijke in de weg lopers in het hoogste noorden. Wat dappere begroeiing in de Finnmark en aan het eind een kijkje vanaf de Kaap op e schaarse momenten dat het r helder zicht was. P11 De lange weg naar het noorden: de uiterste punt van Europa is bereikt. Boven de aanlegplaats van de postboot in Bodø, daaronder een stukje van de bijna eindeloze terugweg over Finse steenslagwegen en langs Zweedse meren.

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...