+ Plus

Yorkshire Dales, Engeland

De Tour de France is al lang geen uitsluitend Frans tafereel meer. Dit jaar start ’s werelds belangrijkste wielerwedstrijd op 4 juli in Utrecht, vorig jaar startten de renners met drie etappes op Engels grondgebied. En iedereen die Le Tour volgt, weet dat het parcours steevast door de mooiste streken voert, het plannetje om deels de Engelse route van afgelopen jaar te volgen, is dan ook snel gesmeed. Dus op de pedalen…eh…voetsteunen!

Leeds, een bruisende studentenstad in het noorden van Engeland, die groot werd door de welig tierende wolindustrie. Die functie is echter lang en breed verruild voor dat van handels- en kenniscentrum. Deze levendige stad vormde afgelopen jaar het startpunt voor 101e editie van de Tour de France. Ruim 546 kilometers reden de renners over Brits grondgebied, waarvan de eerste pak ’m beet vierhonderd, verdeeld over twee etappes, door de magistrale Yorkshire Dales voerden.
Als uitvalsbasis hebben we gekozen voor Barden, een plaatsje in het uiterste zuiden van het Yorkshire Dales National Park. Met de start van de eerste etappe in Leeds en de aankomst in Harrogate zitten we lekker centraal gehuisvest.
Helaas verloopt niet alles altijd onder gunstig gesternte. In ons geval worden we tijdens de rit van Hull naar Barden geteisterd door massieve onweersbuien en ook de volgende dagen is Pluvius nog altijd aan zet. Een eerste poging om de eerste etappe te rijden valt dan ook letterlijk in het water, iets waaraan overigens niet alleen de regen schuld aan had. De etappe start in hartje Leeds, als motorrijder beleef je echter knap weinig plezier aan de chaos van een drukke binnenstad. Daarom besluiten we de route vlak buiten Leeds, ter hoogte van Harewood House, op te pakken. Daar aangekomen blijkt dat het landgoed van de graaf van Harewood, waarover de route voert, is afgesloten. We stellen ons tevreden met het schieten van een paar kiekjes van de prachtige voortuin en rijden vervolgens onder een gestaag vallende regen naar de A659, de openbare weg waarover de renners vanuit Harewood House in westelijke richting verder trokken.
Plaatsgenomen in het denkbeeldig peloton van de Tour passeren we de plaatsjes Otley, Burley-in-Wharfdale, Ilkley en Addingham. Een mooie streek, ondanks dat het landschappelijk gezien niet echt een hoogvlieger is. In de buurt van Skipton besluiten we, geteisterd door de nog altijd met overtuiging vallende regen, de handdoek in de ring te werpen. De rest van de etappe willen we toch echt onder betere omstandigheden rijden.

Ons geduld wordt beloond, uiteindelijk. Twee dagen later doet de zon eindelijk weer van zich spreken. Op naar Skipton, waar we de route in High Street, middenin het hart van deze oude marktstad, weer oppakken. Gedomineerd door Skipton Castle en een al even indrukwekkend kerkgebouw verraadt de stad meteen zijn vroegmiddeleeuwse oorsprong. De talrijke winkeltjes en pubs hebben een enorme aantrekkingskracht op alle toeristen, wij hebben er echter geen tijd voor. Verder richting noorden!
Direct na het verlaten van de stad komen we in een oud, uitgesproken landelijk landschap terecht. In de plooien tussen de heuvels nestelen zich mooie valleien, aangekleed met frisgroene weiden, oude bomen en her en der uitschietende bosschages. Tussen al het groen heeft de plaatselijke bevolking in de loop der tijden honderden, misschien wel duizenden kilometers aan rechtlijnige, stenen muurtjes opgetrokken. Oude bruggen, kunstig opgetrokken uit natuursteen verbinden de oevers van de talrijke riviertjes met elkaar. Plaatsjes als Kettlewell en Buckden liggen op onze route, die zich kronkelend een weg door het landschap zoekt. Op Kidstones Bank krijgen onze Triumph driecilinders de eerste hellingen van betekenis voor de kiezen en worden we meteen getrakteerd op prachtige vergezichten.
We rijden over de B6160 tot aan de A684 en draaien daar scherp af in westelijke richting. Niet veel later doemt het gehucht Aysgarth voor onze wielen op. Het plaatsje, dat nauwelijks 200 inwoners telt, is wereldberoemd vanwege zijn imposante watervallen, die onder andere als decor dienden voor een opmerkelijke scène uit de filmklassieker ‘Robin Hood, Prince of Thieves’ met Kevin Costner. Om die watervallen te bereiken moet je een behoorlijk steile helling af die leidt naar een brug waar je aan één kant een deel van de waterval ziet, terwijl de andere zijde wordt gesierd door een oud fabrieksgebouw. Industriëlen avant-la-lettre zagen brood in het woeste water, wat resulteerde in Yore Mill, een katoenfabriekje uit 1784 dat door een waterrad werd aangedreven. De installatie werd later omgebouwd tot molen, die nog tot na de Tweede Wereldoorlog in dienst bleef.
In plaats van de steile helling terug op te rijden, besluiten we de rivier te volgen tot aan Hawes om daar de etappe weer op te pakken. Hawes, door de lokalen uitgesproken als Hoghes, is een van oorsprong middeleeuws marktstadje dat zich tegenwoordig profileert als het hart van de Yorkshire Dales. Ooit vormde het een belangrijk punt bij de winning van lood, dat in de Romeinse Tijd hier in de Dales ontgonnen werd, maar nu zorgen vooral de toeristen voor brood op de plank. Bij aankomst zitten de terrasjes vol en her en der staan heel wat motoren geparkeerd. Natuurlijk ontbreken ook de Engelse oldtimer auto’s niet op het karakteristieke oud-Engelse plaatje. In het gerenoveerde treinstation heeft het Dales Countryside Museum een onderkomen gevonden. Het mag dan slechts een klein museum zijn, de collectie is zo fraai dat het zeker de moeite van een bezoek waard is.

Via de Burnt Acres Road rijden we in noordelijke richting vanuit Hawes naar Muker. We komen daarbij langs de befaamde steile Buttertubs Pass, die zich vol overtuiging de hoogte in kronkelt. Bovenop de pas krijgen we adembenemende vergezichten voorgeschoteld en de afdaling die volgt, is al even indrukwekkend. Met hellingen tot 25% en ettelijke scherpe bochten is het een mooie uitdaging voor iedere motorrijder.
Met de afdaling achter de rug komen we via de B6270, een kronkelend smal weggetje, in Muker aan. De nederzetting stamt uit de Bronstijd, het gezellige plaatsje ligt op het punt waar de rivieren de Swale en StrawBeck elkaar ontmoeten. Noorse immigranten vonden het landschap klaarblijkelijk ook indrukwekkend, de naam Muker is namelijk een verbastering van het Noorse Mjor-aker, wat smal veld betekent. Tegenwoordig telt de plaats iets meer dan 300 inwoners, die naast de landbouw voornamelijk actief zijn in het toerisme.
We volgen vanuit Muker in grote lijnen de loop van de Swale rivier, kruisen deze en komen zo in Reeth terecht. Een groot marktplein bepaalt grotendeels het gezicht van dit stadje, dat ooit een zeer belangrijke speler was bij de winning van lood. Op een bepaald moment leverde Reeth maar liefst tien procent van de totale Britse vraag. Een tijd die al ettelijke eeuwen achter ons ligt, in de tijd dat lood nog voor tal van toepassingen, zowel in de bouw als de industrie, gebruikt werd.
Het landschap heeft ondertussen een volledig ander gezicht gekregen. Praktisch elke vierkante meter is voor veeteelt benut. Omdat we onderweg veel te vaak zijn gestopt voor het schieten van mooie plaatjes, valt de avond al in wanneer we Leyburn binnen rollen. De invallende schemering is blijkbaar voor konijntjes en fazanten hét teken om in ontelbare aantallen de vrije natuur te kiezen. Echt oog voor het verkeer hebben ze niet, het is alle hens aan dek om ze maar niet onder de wielen te krijgen.
Over Leyburn hangt, wanneer we de Triples voor ‘The Bolton Arms’ parkeren, een rustige sfeer. De grote markt en de oude winkels en huizen doen wat ontheemd aan, ondanks het feit dat er duidelijk heel wat volk woont. In de Bolton Arms doen we ons tegoed aan een schappelijk geprijsde, maar piekfijn verzorgde barmaaltijd. Na zowel een blik op de klok als op de snel ondergaande zon besluiten we de route in Leyburn af te breken. Hopen dat het weer zich morgen weer van net zo’n optimistische kant als vandaag laat zien. De weg terug naar Barden voert over totaal verlaten wegen, het leven van een motorrijder kan op zo’n moment zo mooi zijn…

De volgende dag gaan we vroeg op pad, al ruim voor de middag zijn we terug in Leyburn. Voor we de route weer oppakken duiken we nog even snel een antiekzaakje binnen. Prachtig spul voor weinig, het is maar goed dat we met de motor zijn, anders had het ons flink geld gekost. Het eerste deel van vandaag brengt ons in de richting van Middleham en voert door een landschap dat gedomineerd wordt door boerderijen en uitgestrekte weiden, die worden omzoomd met kilometerslange hagen en muurtjes. Zelfs een in het groen verscholen legerbasis is niet bij machte de zachte sfeer die er over het land ligt te verstoren.
Middleham ligt tussen de rivieren Ure en Cover en stamt uit de tijd dat de Romeinen Engeland beheersten. Het 9e Romeinse legioen bouwde er een wachtpost om het verkeer op de Ure te controleren. In de middeleeuwen was Middleham vooral bekend van het imposante kasteel, dat het Windsor van het noorden werd genoemd. Het kasteel was ooit het huis van koning Richard III, die een grote rol speelde in de War of the Roses, de 15e eeuwse burgeroorlog die aan vele duizenden Britten het leven kostte. Vandaag is Middleham een pittoresk stadje dat naam heeft gemaakt in de paardensport. Van het kasteel is niet over dan een ruïne, die net buiten het stadje tegen een flauwe helling ligt. In de directe omgeving van de restanten grazen glanzende paarden vredig in idyllische weiden vol veldbloemen. De tijd verzacht blijkbaar alles.
Onderweg naar Masham passeren we de schilderachtige ruïne van de Jervaulx abdij. Aan de rijkdom van die abdij kwam een einde in 1537, toen Hendrik VIII de kerk in Engeland aan zijn wil onderwierp. Adam Sedbar, de laatste abt van Jervaulx, was het hier uiteraard niet mee eens. Zijn ongehoorzaamheid werd door de toenmalige koning ‘beloond’ met achtereenvolgens ophanging, uitrekking door middel van een paard, het verwijderen van zijn penis en ingewanden en tot slot vierendeling. Halve maatregelen waren destijds aan het koninklijk gezag blijkbaar niet bepaald besteed.
Masham is een kleine gemeenschap, die op het eerste gezicht weinig te bieden heeft. Kenners weten echter de lokaal gebrouwde bieren wel op waarde te schatten, terwijl amateur archeologen er dromen van grote vondsten. Hier werd namelijk een massagraf ontdekt met daarin de lichamen van maar liefst 36 Vikingen, die omstreeks 900 het plaatsje plunderden. Ook deze inktzwarte periode kwam de bevolking uiteindelijk weer te boven, onder meer door het fokken van schapen en de verkoop van wol via de nabijgelegen abdijen. Het schaap staat in Masham nog altijd in het middelpunt van de belangstelling, in september wordt er nog jaarlijks een grote schapenmarkt georganiseerd.

Als we in West Tanfield de Ure rivier kruisen, nemen we de gelegenheid te baat voor een korte stop. In het schitterende water van de rivier spiegelen zich op schilderachtige wijze de kleurrijke oevers, de St. Nicholas Church, evenals de sombere Marmion Tower, het laatste restant van een meer dan duizend jaar oude burcht. Dit bijna historisch aandoende tafereel wordt overgoten door een zomers zonnetje, de stilte is bijna tastbaar.
Via North Stainley belanden we niet alleen weer terug in het jaar 2014, maar ook in de stad Ripon. De Tour reed hier over de ringweg, wij sturen de Triumphs dwars door het centrum van het stadje. Het zicht op schilderachtige winkelstraatjes, een gezellig marktplein en een indrukwekkende kathedraal zijn onze beloning.
Vanaf Ripon zijn de wegen licht golvend en breed. De uitgelezen mogelijkheid voor het peloton om eventuele vluchters weer binnen te hengelen, iets waar wij ons vandaag niet druk over hoeven te maken. We banen ons een weg door het alsmaar drukker wordende verkeer in de richting van Harrogate. De zwermen wielertoeristen, die net als ons ook het idee hebben opgevat om de etappe na te rijden en ons nagenoeg de hele tocht hebben vergezeld, putten blijkbaar hoop uit de nu bijna in het zicht komende finishlijn. Ondanks het vermoeiende terrein en het drukke verkeer wordt er stevig door getrapt.
Via enkele rotondes en brede lanen komt tenslotte de laatste kilometer van de rit in zicht. Een laatste klim over een met oude huizen omgeven, relatief smalle weg vormt het toneel van de laatste honderden meters van de eerste etappe. Op de plaats waar de GPS aangeeft dat de finishlijn lag, zetten we de motoren even aan de kant. Prachtige elegante huizen en hotels, de sierlijke gebouwen van de Koninklijke badhuizen van Harrogate en een mooi park vormen een prachtig decor. Waar de renners ongetwijfeld met goed gemoed de meet passeerden, heerst bij ons juist enige teleurstelling, omdat het er alweer op zit. Maar er gloort hoop aan de horizon, er immers nog een tweede etappe!

Lees meer over

Triumph

Gerelateerde artikelen