+ Plus

Toeren Teutoburger Wald

Eigenlijk waren we in het Teutoburger Wald op zoek naar stille getuigen van een grijs verleden. Door de natuur overwoekerde ruïnes in een streek zonder mensenleven, iets in die trend. Dat pakte anders uit. Buiten eeuwenoude rotsen stuitten we namelijk langs de weg ook voortdurend op machines uit een minder ver verleden. En ontmoetten we bijzondere mensen.Dit is het plan: we gaan met motor naar het Teutoburger Wald, een streek niet ver achter de Nederlandse grens en bovendien bomvol Duitse geschiedenis. Germaanse barbaren tegen Romeinen en meer van dat fijne spul, een aangename manier om ons daar al rijdend eens in verdiepen. We rijden uit Ibbenbüren naar het westen door glooiend land, onderweg passeren we borden die richting Uffelner Berg wijzen, maar dat blijkt ietwat overdreven. In Uffeln ligt achter het kerkje een stuk bos met onder de eikenbomen prehistorische offerstenen, zo heb ik ergens gelezen. Het kerkje is snel gevonden, het heidense bos daarachter niet. De GPS weet raad. Die kent nóg een Uffeln, ongeveer honderd kilometer verder naar het oosten. En daarmee hebben we meteen een doel voor ogen om met de motoren heen te walsen.Aan de andere kant van Ibbenbüren passeren we het Kraftwerk, gigantische bouwwerken met schoorstenen langs de weg, die mijntorens ernaast als speelgoed doen verschrompelen. Dat roept herinneringen op aan de protesten tegen kernenergie en atoombommen in mijn jeugd.Wie kent hem nog? De neutronenbom, waarvoor Nederland in de jaren tachtig massaal de straat op ging om tegen te protesteren. Een bom die al het menselijk leven zou wegvagen, maar de infrastructuur intact liet. Een helse uitvinding, die gelukkig nooit is gebruikt. Als we door het drukke Nederlandse verkeer naar de Duitse grens ploeteren, stellen we ons echter toch graag eventjes voor dat het bos- en heuvelgebied van het Teutoburger Wald iets van het neutronen-effect heeft meegekregen: een goede infrastructuur en weinig tot geen mensen. Gewoon om eens een weekend ongestoord van natuur en rustige wegen te kunnen genieten.Nederland is nog dichtbij en onze verzonnen ‘teutonenbom’ heeft nog geen zichtbaar effect. Het is druk op de weg, verkeersdrempels en stoplichten remmen onze voortgang. En rotondes. Die zijn versierd met grote steenbrokken, net als de aardwallen hier achtergelaten door de gletsjers uit de ijstijd. Die geschiedenis is voor ons iets te abstract, want te lang geleden en daarom moeilijk voor te stellen.Via Höveringhausen komen we over mooie bochtige wegen, die ons brengen op de B68. ‘Get a date on Route 68’, dat soort klassiekers spreken ons meer aan. Op een zijweg hiervan komen we langs een verlaten treinstation, een paar honderd meter verder zien we oude locomotieven en spoorwagons tussen het onkruid wegroesten. Voor dat soort geschiedenis willen we graag even uit het zadel wippen om wat foto’s te maken. Ten noorden van Osnabrück vinden we uiteindelijk het door ons gewenste land waarin we geen mensen op de weg tegenkomen, maar wel allerlei interessante overblijfselen uit het verleden. De Piesberg is uitgegraven door de mijnbouw, maar dat ligt nu stil. Als een hedendaagse versie van Pompeï getuigen alleen stille machines van de activiteiten van weleer. We zijn de enige bezoekers van het Museum Industriekultur. Om de illusie niet te verstoren laten we de expositie binnen de muren voor wat hij is en stellen we ons tevreden met de enorme roestklomp naast de parking. Ooit vervaardigd door de firma Krupp als machine voor de staalproductie, nu een romantische achtergrond tussen het groen voor een idyllisch telefoontje naar huis. Want zo hélemaal zonder mensen is er aan de wereld ook maar weinig plezier te beleven. “Hallo schat, alles goed thuis? Ik dacht ik bel even. Nee we hebben het hier prima naar ons zin, de A1 zat vol met files, maar hier in het Teutoburger Wald hebben we het rijk voor ons alleen.”Verderop in Mettingen is de geschiedenis gegoten in brons (de fontein voor de kerk) en uitgebeeld middels kinderkopjes voor het Tüöttenmuseum. Tüötten? Wat zijn dat nou weer? Was er een mens op straat geweest, dan hadden we het kunnen vragen. Best saai eigenlijk, er mag best wat meer leven in de brouwerij zijn. T’is niet anders, ook niet in Wallendorf, waar we dan ook maar in het zadel blijven zitten. Ook niet zo’n slechte keus, want later hebben noch de verzameling IJstijdstrooisel Hollager Steine, noch de met de aarde gelijkgemaakte resten van de Widukindburcht een grotere aantrekkingskracht op ons dan de fantastische asfaltbaan die naar de kimme loopt. Daarbij is het tijdens het rijden leuk filosoferen over Widukind, ook Wittekind genoemd, wiens sporen over het Teutoburger Wald verstrooid liggen. Widukind was een Saksische hertog die zich in de achtste eeuw verzette tegen Karel de Grote, die in het Teutoburger Wald het christendom kwam brengen. Dat deed hij met zoveel verve, dat hij uitgroeide tot een meest bekende symbolen in de Duitse strijd voor vrijheid.Eenzelfde rol krijgt ook de Germaanse legerleider Arminius toegedicht. In goed Duits heet hij Hermann, de leden van zijn Cheruskerstam noemden hem echter waarschijnlijk Siegried. Inderdaad, een en dezelfde figuur die we kennen uit de oer-Duitse Nibelungensage. Tegenwoordig zou een druk op de knop afdoende zijn om tienduizenden mensen een enkeltje hiernamaals te bezorgen, tweeduizend jaar geleden kwam daar heel wat meer bij kijken. Volgens geschiedkundigen zouden er bij de Varusschlacht in het Teutoburger Wald tussen 15.000 en 20.000 Romeinse soldaten zijn gesneuveld, en daar hadden de ‘wilde barbaren met woestblauwe ogen’ toch een dag of drie voor nodig. De Varusschlacht heeft in Duitsland bijna mythische proporties, ook al omdat lange tijd onzeker was waar het slagveld zich bevond, waar het Romeinse leger onder aanvoering van Varus dusdanig klop kreeg, dat het zich ijlings terugtrok achter de Rijn, om die nooit meer over te steken. Afgelopen eeuw kwam aan alle speculaties een eind, toen onderzoek onmiskenbaar vaststelde dat de matpartij in de buurt van Kalkriese had plaatsgevonden. Niet veel verkeersborden tonen je de weg naar een veldslag, maar Varusschlacht staat prominent op de gele Duitse borden aangegeven. Boven de bomen steekt een roestbruine toren uit, waarin het moderne museum is gevestigd met informatie over het hoe, wat en wanneer van deze historische gebeurtenis. Aangezien er ook een cafetaria is gevestigd, wippen we energiek uit het zadel. Eerst maar een hapje eten, in stijl, want we kunnen kiezen uit Romeinse en Germaanse afdeling op de menukaart.Nadat in de maagstreek vrede heerst, bekijken we het krijgsgebeuren wat nader. De lift brengt ons snel naar boven in de toren, en ook weer snel naar beneden, want er blijkt weinig meer te zien dan wat wolken boven en bomen onder de horizon. De archeologische vindplaats die we er dachten te kunnen zien, blijkt een eindje verderop te liggen zo blijkt. Beneden in het museum zelf loopt een aantal thema’s door elkaar, waardoor we niet helemaal wijs worden uit wat we hier nu eigenlijk moeten opsteken. Het donker, als gevolg van een multimediaal filmpje dat keer op keer wordt afgedraaid, maakt het er niet veel beter op. Dan toch liever de buitenlucht, hoe grijs die vandaag ook is. Snel de Bundesstrasse 218 op, en die brengt ons vlot en zwierig naar het oosten. Al snel dicteren zowel Tom Tom als Zumo dat we moeten afslaan op kleinere wegen die naar het onbekende binnenland voeren.Een fijne weg met bochten door het bos ligt voor ons. Willen we echt het ritme van het rijden onderbreken voor de volgende bezienswaardigheid op de kaart? Voor sporen van dinosauriërs? Als we vanaf de weg het gebeuren rond de parkeerplaats zien, is het antwoord kraakhelder, nee dus. Liever trekken we onze eigen sporen door het Glanetal naar Büscherheide, en schrijven we daarmee zelf geschiedenis. De Triumph is duidelijk in zijn element tussen de heggen, aardwallen en deinende wegen. Langs de weg staan zwartwitte vakwerkhuizen in Westfaalse stijl. Een losstaand geval willen we nader bekijken en zo raken we in gesprek met een oudere dame achter haar tuinmuur.Waar we vandaan komen? En of we in Veendam en Amsterdam dan niet van zulke gebouwen hebben? Wacht, ze komt even dichterbij, dan kunnen we elkaar beter verstaan. Ze klautert behendig op de muur en komt op handen en knieën naar ons toe. Wat een souplesse, en dat ondanks haar duidelijk zichtbare respectabele leeftijd. Om jaloers op te zijn, daar kunnen onze door rijwind en langdurig zitten geteisterde lichamen niet aan tippen. Wijzend op een oud vakwerk gebouw vervolgt ze haar relaas, dat is een zogenaamde Backspeicher, een gebouw waarin het brood werd gebakken. Iets verderop staat een ander vakwerkgebouw: een Wehrspeicher. Benedenverdieping uit solide stenen, bovenetage uit vakwerk. Direct na de Dertigjarige Oorlog werden die dingen gebouwd, toen kregen de mensen weer hoop voor de toekomst en trokken veel jongemannen uit het Teutoburger Wald naar de Nederlanden. Om daar linnen te verkopen, maar ook om te werken, bijvoorbeeld als turfsteker of als matroos op de haringvloot.Of we wel eens van Tüötten hebben gehoord? Maar natuurlijk mevrouw, daar weten wij nu juist alles van! We waren namelijk eerder vandaag in het dorp Mettingen moet u weten, en daar is een deel van de straten versierd met van die aardige standbeelden. Aha, dan weten we dus ook dat Tüötten te voet reizende marskramers waren, die eerst naar Deventer en omstreken liepen, maar later ook tot Amsterdam en Riga in Letland aan toe. Inderdaad mevrouw, dat weten wij allemaal.En weten wij dan ook dat uit het door ons genoemde Mettingen handelshuizen zijn ontstaan die nog steeds in Nederland bekend zijn? Of zeggen ons de namen Peek&Kloppenburg, C&A Brenninkmeyer soms niets?Leuk gesprek, we zijn maar wat blij eens een keer een levende ziel te ontmoeten. Het door de snelwegstress veroorzaakte verlangen naar een Teutonenbom kieperen we overboord. We rijden ontspannen verder op naar de volgende bezienswaardigheid, in Effeln nummer twee om precies te zijn. Ook hier blijkt trouwens de gewenste offersteen wederom onvindbaar. Aan kassa en koffietafel van het plaatselijke benzinestation weet men ook niets meer van. Heel eventjes dreigt het humeur onder nul te zakken, zijn we dan helemaal voor noppes hier heen komen rijden? Ja en nee, de offerstenen lijken dan wel in het niets te zijn opgelost, een bord langs de weg dirigeert ons richting het Automuseum. Deze is vanwege een verbouwing tot voorjaar 2009 gesloten, maar ook langs de weg blijkt er genoeg te bekijken. Dankzij de vliegmachines, bulldozers, tanks en een prachtige Engelse dubbeldekker is het bezoek aan Uffeln numero twee toch nog de moeite waard.Na alle wegen door de natuur wagen we ons in Enger in het stadsverkeer. In het Widukindmuseum willen we namelijk nader kennis maken met de man die het tegen Frankenkeizer Karel de Grote op durfde te nemen. Niet dat het uiteindelijk veel uithaalde, want de Saksen werden toch door de Franken overwonnen, met als gevolg dat Widukind niets anders restte zich te laten dopen. Liever een natte kop dan niks meer op de romp moet hij hebben gedacht. Na transformatie tot Christuskind is er van de man ook maar weinig meer bekend, zijn zwijgende gestalte uit zandsteen in het museum maakt ons ook niet veel wijzer. Toch is het museum de omweg waard, al is het maar omdat we bij het verder rijden stuiten op een collectie antieke tractoren die liefdevol zijn opgeknapt en langs de weg aardig wat bekijks trekken.Eveneens een omweg waard is het park in het centrum van Bad Rothenfelde. Hier flaneren we tussen kuurgasten langs de hoge takkenbossen wand, waar zoutwater overheen druppelt. Dat resulteert in een gezonde lucht, waar Duitsers anders massaal voor naar de Hollandse en Zeeuwse kusten moeten reizen. Het zogenaamde gradeerwerk ziet er een beetje uit als het wild west fort, en past alleen daarom al naadloos in onze Teutoonse toer. De gebroeders Grimm verzamelden er immers sprookjes, Karel de Grote bouwde er kloosters en kathedralen en Duitse schoolkinderen leren over de volkshelden en veldslagen die door de eeuwen heen plaatsvonden. In dit oerduitse gebied ontkom je onmogelijk aan confrontaties met het verleden, maar ook diegenen die niet geïnteresseerd zijn in geschiedenis, komen in het Teutoburger Wald ruimschoots aan hun trekken. Voor een heleboel bezienswaardigheden hoeven we niet eens uit het zadel te stappen. Onderweg ontvouwt het Teutoburger Wald zich in al zijn pracht en praal. Het is er heerlijk rijden geblazen. Bochten, bossen, bloemenpracht, schilderachtige dorpjes, vakwerkhuizen en imposante vergezichten over zachte glooiingen in het landschap vullen elkaar harmonieus aan. Dat het Teutoburger Wald nog niet in veel bredere kringen motorrijders bekend is, verbaast ons hooglijk.De Dörenschlucht was vroeger de enige pasweg uit het zuiden naar het Teutoburger Wald. Dit dal werd tijdens de laatste ijstijd in het landschap geslepen. Vanwege de romantische ligging was dit een van de plaatsen waar historici graag de Varusslacht lieten plaatsvinden, totdat de wetenschap het tegendeel bewees. Zo hielp de archeologie mooie mythes om zeep. Vanaf de Dörenberg schijn je met mooi weer een prachtig uitzicht te hebben over het Teutoburger Wald en het Münsterland. En het Wiehengebergte in het oosten, waar we naar een heidens altaar zochten, maar in plaats daarvan een bonte verzameling voer- en vliegtuigen langs de weg vonden. Vandaag is dat uitzicht er helaas niet, enkel mistflarden en woud. Eigenlijk het geijkte plaatje waarmee de plaatselijke VVV het Teutobutger Wald mee onder de aandacht brengt. Romantisch, geheimzinnig en vol ongerepte natuur. Na de eerste haarspeldbochten de Liener Berg omhoog, wrijven we onze ogen uit. Zijn we hier werkelijk zo dichtbij Nederland? We pauzeren bij een herberg middenin het woud. Waldgasthaus Malepartus werft met een knipoog klandizie die een alpiene sfeer goed op waarde weten te schatten. Het in Beierse stijl opgetrokken etablissement ligt op slechts 225 meter boven zeespiegel, maar wie maalt daarom? Na Uffelner Berg, verdwenen heidense offerstenen, ouwe meuk in de berm en interessante musea op onze Teutonenbomse toer, lusten we wel een hapje. Direct naast de authentiek Beierse tegelkachel grijpen we naar het blauwwitte menu. Het is even schrikken van de zware gerechten op de kaart, met Eisbein en verschillende soorten knoedels, maar gelukkig is er ook gewoon koffie met appeltaart verkrijgbaar. En als toetje krijgen we aan het einde van onze dagtocht op de weg over de Liener Berg alweer een paar echte haarspeldbochten voor de wielen gesmeten.Terug in Ibbenbüren sluiten we onze geslaagde toerrit af met een bezoek aan het motormuseum van Robert Stockmann. Meer dan 180 motoren staan er in de voormalige dorpsschool, van een Hochrad uit 1882, via een Indian steile wandmotor uit 1920 tot een Münch Mammut 1200 TTS, de zwaarste seriemotor ooit in Duitsland gebouwd. Volgend jaar wordt Stockmann tachtig, het racen met het BMW zijspan zit er niet meer in. Tegenwoordig vult hij z’n dagen dan ook met verhalen, gepassioneerd vertelt hij over reizen naar Noordkaap, Zwitserse Alpenpassen, over Heinrichtank en vering voor toermachines, en over de motoren in zijn museum natuurlijk. Naast de verkeersarme wegen door de natuur en de vele bezienswaardigheden langs de weg, is Stockmann ook één van de belangrijke redenen dat de trip door het Teutoburger Wald zo’n succes is. Ontmoetingen met allerlei mensen onderweg zijn immers net zo belangrijk. Ban de bom, red de mensheid blijft dus een actuele eis voor een geslaagde toer door het Teutoburgerwoud. Alleen maar hopen dat er niet meer zoveel mensen voor de straat opgaan.________________________________________[INFOKASTEN]INFOHet Teutoburger Wald ligt op korte afstand over de Nederlandse grens. De bosrijke keten loopt over smalle bergruggen ongeveer 110 kilometer in een rechte lijn vanaf Ibbenbüren over Bielfeld naar Horn bij Bad Meineberg. Daar buigen ze af richting zuiden tot aan het Diemeltal, vlak voor Warburg in Hessen. Rond het Teutoburger Wald liggen het Münsterland, Weserbergland, Lüneburger Heide en het Emsland met Hümling. De bergruggen lopen over in het Wiehen- en Eggegebergte, die eveneens allebei bijzonder geschikt zijn voor een dagje onvervalst motorrijden.KEEP ‘M ROLLINGNiet al het oude spul staat stil langs de weg of in musea. De Automobil und Motorsportclub Ibbenbüren organiseert elk jaar in het Pinksterweekend een rally voor veteranenmotoren tot bouwjaar 1939 (militaire machines tot 1945). Volgens eigen zeggen is dat het grootste oldtimer evenement in Europa, waar sinds 1979 jaarlijks zo’n vierhonderd deelnemers op af komen. Zeker een kwart van de deelnemers komt uit Nederland. Buiten deze motorenrally organiseert de AMC jaarlijks ook twee autorallies, de zichzelf toegedichte titel Oldtimerstad Nr. 1 van Duitsland mag Ibbenbüren dan ook best voeren. Info: www.amc-ibb.deGPS DAGTOCHTDe beschreven dagtoer, met een lengte van ongeveer 240 kilometer, kun je als GPS-bestand voor de Garmin of TomTom downloaden op onze site www.motoplus.nl. Deze dagtocht begint en eindigt bij: Hotel LeugermannOsnabrücker Strasse 3349477 Ibbenbüren DUITSLANDT +49 (0)54-519 350I www.hotel-leugermann.deSpeciaal voor MotoPlus-lezers heeft Hotel Leugermann een uitgebreid en aantrekkelijk arrangement in de aanbieding. Dit omvat onder meer twee overnachtingen in een tweepersoonskamers met ontbijt, een drie- en viergangendiner (met flesje wijn) en toegang tot het wellness-center, inclusief een massage. De prijs van het dit biker-arrangement bedraagt € 149,00 per persoon.BEZIENSWAARDIGHEDENMuseum Industriekultur OsnabrückSüberweg 50a49090 Osnabrück [t] +49 541 913 7845www.industriekultur-museumos.deMotor Technica Museum (gesloten tot voorjaar 2009)Weserstrasse 22532547 Bad Oeynhausen DUITSLANDT +49 (0)57-319 960Widukind Museum EngerKirchplatz 1032130 Enger DUITLANDT +49 (0)52-2491 0995I www.widukindmuseum-museum-enger.deMotorradmuseum IbbenbürenLengericher Strasse 49479 Ibbenbüren DUITSLANDT +49 (0)54 516 454E stockmannmuseum@yahoo.deGeopend van 1 april tot 31 oktoberCONTACT EN LITERATUURDuits VerkeersbureauPostbus 120511100 AB AmsterdamT 020-697 8066E duitsland@d-z-t.comI www.duitsverkeersbureau.nlDe Motorkarte Teutoburger Wald & Weserbergland is een echte aanrader. Gelamineerd, afwasbaar, vouwbaar en inclusief bezienswaardigheden, trefpunten, horecatips en routevoorstellen. De prijs bedraagt € 4,95 (Uitgeverij PublicPress, ISBN-nummer 3 89920 232 5), de kaart is op meerdere plaatsen in het Teutoburger Wald verkrijgbaar, onder andere bij het Motorradmuseum in Ibbenbüren.[[3 x streamer]]‘GET A DATE ON ROUTE 68’, KIJK DAT SOORT KLASSIEKERS SPREKEN ONS AAN!DE PIESBERG IS ALS EEN HEDENDAAGSE VERSIE VAN POMPEÏ. DE VERROESTE MIJNBOUW-MACHINES GETUIGEN VAN DE ACTIVITEITEN VAN WELEER.TERUG IN IBBENBÜREN SLUITEN WE ONZE RIT AF MET EEN BEZOEK AAN HET MOTORMUSEUM MET MEER DAN 180 KLASSIEKE MOTOREN.

Lees meer over

BMW Triumph

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Triumph Daytona 660

Eerste Test Triumph Daytona 660

28 maart, 2024

Ook Triumph wil een graantje meepikken in het groeiende segment van betaalbare sportieve motorfietsen. Waar de ...
Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-